Arbeidsdeelname; onderwijsniveau, 2003-2022

Arbeidsdeelname; onderwijsniveau, 2003-2022

Geslacht Leeftijd Hoogst behaald onderwijsniveau Perioden Beroeps- en niet-beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer Werknemer (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer Werknemer met vaste arbeidsrelatie (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer Werknemer met flexibele arbeidsrelatie (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige Zelfstandige (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige Zelfstandige zonder personeel (zzp) (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige Zelfstandige met personeel (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige Meewerkend gezinslid (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Positie in de werkkring onbekend (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd Deeltijd (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd Minder dan 20 uur per week Minder dan 20 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd Minder dan 20 uur per week Minder dan 12 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd Minder dan 20 uur per week 12 tot 20 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd 20 tot 35 uur per week 20 tot 35 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd 20 tot 35 uur per week 20 tot 28 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd 20 tot 35 uur per week 28 tot 35 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Voltijd (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloosheidspercentage (%) Niet-beroepsbevolking (x 1 000) Bruto arbeidsparticipatie (%) Netto arbeidsparticipatie (%)
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 3.394 1.934 1.819 1.583 848 734 236 167 59 10 0 1.079 616 401 215 462 229 233 741 115 5,9 1.460 57,0 53,6
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 75 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 967 459 419 366 179 187 53 40 11 3 0 244 162 120 41 83 40 42 175 40 8,7 508 47,5 43,3
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 75 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 967 459 419 366 179 187 53 40 11 3 0 244 162 120 41 83 40 42 175 40 8,7 508 47,5 43,3
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 4.883 3.742 3.614 3.071 2.033 1.038 543 401 126 16 0 1.892 665 341 325 1.226 591 635 1.722 128 3,4 1.141 76,6 74,0
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 4.804 4.038 3.928 3.233 2.390 843 695 541 149 5 0 1.509 268 141 127 1.241 452 789 2.418 111 2,7 766 84,1 81,8
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 900 668 604 587 80 507 17 13 1 3 0 525 436 328 107 89 47 42 79 65 9,7 232 74,2 67,0
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 249 163 135 133 16 117 3 2 0 1 0 126 115 100 16 11 7 4 9 28 16,9 86 65,5 54,4
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 249 163 135 133 16 117 3 2 0 1 0 126 115 100 16 11 7 4 9 28 16,9 86 65,5 54,4
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 943 787 735 697 162 536 37 33 2 2 0 555 376 237 139 179 94 85 180 52 6,6 157 83,4 77,9
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 292 252 239 226 62 163 13 12 0 1 0 129 72 47 25 57 25 32 110 13 5,1 40 86,3 81,9
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 45 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 508 373 352 301 204 97 52 39 12 1 0 135 44 15 29 91 38 53 218 21 5,6 135 73,5 69,4
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 45 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 170 106 102 87 53 34 15 12 3 0 0 37 17 9 8 20 8 12 64 5 4,3 64 62,6 59,9
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 45 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 170 106 102 87 53 34 15 12 3 0 0 37 17 9 8 20 8 12 64 5 4,3 64 62,6 59,9
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 45 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.476 1.314 1.277 1.106 812 295 170 127 41 3 0 555 112 38 74 442 195 247 722 37 2,9 162 89,0 86,5
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 45 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.342 2.195 2.136 1.867 1.342 525 269 207 59 2 0 772 87 37 50 686 241 445 1.364 59 2,7 148 93,7 91,2
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 35 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 206 152 142 125 77 48 17 14 2 0 0 55 18 7 12 37 17 20 86 10 6,8 53 74,0 69,0
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 35 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 72 46 44 40 24 16 5 5 0 0 0 16 8 4 4 9 3 5 28 2 4,1 26 64,4 61,8
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 35 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 72 46 44 40 24 16 5 5 0 0 0 16 8 4 4 9 3 5 28 2 4,1 26 64,4 61,8
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 35 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 751 675 651 576 383 193 75 57 17 1 0 268 63 24 39 205 82 123 383 24 3,6 75 90,0 86,7
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 35 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.288 1.217 1.176 1.080 703 377 96 83 12 1 0 374 47 21 25 327 104 222 803 41 3,3 71 94,5 91,3
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 45 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 302 221 211 175 126 49 35 24 10 1 0 79 26 8 18 54 20 33 131 10 4,7 81 73,1 69,7
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 45 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 98 60 57 47 29 18 10 7 3 0 0 21 10 5 5 12 4 7 36 3 4,4 38 61,2 58,5
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 45 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 98 60 57 47 29 18 10 7 3 0 0 21 10 5 5 12 4 7 36 3 4,4 38 61,2 58,5
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 45 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 726 639 626 530 428 102 95 70 24 2 0 286 49 14 35 237 113 124 340 13 2,1 87 88,0 86,2
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 45 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.055 978 960 787 639 148 173 124 48 2 0 399 40 16 24 359 137 222 561 18 1,8 77 92,7 91,0
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 55 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 473 346 339 273 215 58 67 40 23 3 0 139 40 14 26 99 46 53 201 7 2,0 126 73,3 71,8
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 55 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 130 76 74 61 41 20 13 9 3 0 0 30 11 4 8 19 8 11 44 2 2,6 54 58,4 56,9
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 55 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 130 76 74 61 41 20 13 9 3 0 0 30 11 4 8 19 8 11 44 2 2,6 54 58,4 56,9
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 55 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 901 805 788 640 541 98 148 103 44 2 0 349 59 13 46 290 141 149 439 17 2,1 96 89,4 87,5
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 55 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 946 891 877 673 582 91 204 151 52 0 0 303 32 12 20 271 96 175 574 14 1,6 55 94,2 92,7
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.986 893 863 695 565 130 168 115 46 7 0 419 137 58 79 282 144 138 444 30 3,3 1.094 44,9 43,5
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 75 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 548 190 182 146 110 36 36 26 8 2 0 81 29 12 17 52 25 26 101 8 4,1 358 34,6 33,2
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 75 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 548 190 182 146 110 36 36 26 8 2 0 81 29 12 17 52 25 26 101 8 4,1 358 34,6 33,2
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.463 1.641 1.602 1.268 1.059 208 335 241 83 11 0 782 178 66 112 605 302 303 820 38 2,3 822 66,6 65,1
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.170 1.592 1.553 1.140 985 155 413 321 90 2 0 608 110 57 53 498 186 312 945 39 2,4 578 73,3 71,6
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 65 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 719 457 442 368 314 53 74 55 17 2 0 223 63 23 40 161 84 77 218 15 3,4 262 63,6 61,5
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 65 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 190 99 95 77 64 13 18 14 3 1 0 43 14 5 8 29 16 13 52 4 4,1 91 52,1 50,0
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 65 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 190 99 95 77 64 13 18 14 3 1 0 43 14 5 8 29 16 13 52 4 4,1 91 52,1 50,0
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 65 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 933 727 709 570 489 81 140 103 31 6 0 359 79 33 47 279 137 142 351 17 2,4 207 77,8 76,0
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 65 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 728 593 575 421 377 43 154 121 32 1 0 233 37 16 21 196 73 122 342 18 3,0 135 81,4 79,0
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 795 89 82 55 36 19 27 20 5 3 0 57 34 21 13 23 15 8 25 7 8,2 706 11,2 10,3
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 75 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 228 15 13 8 5 3 5 3 2 0 0 7 4 3 1 3 2 1 6 2 . 213 6,5 5,7
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 75 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 228 15 13 8 5 3 5 3 2 0 0 7 4 3 1 3 2 1 6 2 . 213 6,5 5,7
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 629 109 105 58 29 29 47 36 8 3 0 75 39 20 19 35 24 12 31 4 3,7 520 17,4 16,7
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 496 108 101 46 26 21 55 49 5 1 0 72 41 29 11 32 17 15 29 7 6,2 388 21,7 20,4
Mannen 15 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.703 1.113 1.052 875 485 390 177 127 47 4 0 430 263 186 77 167 57 109 622 61 5,5 590 65,3 61,7
Mannen 15 tot 75 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 489 280 256 216 109 107 40 31 8 1 0 113 80 62 18 33 13 20 142 25 8,8 208 57,4 52,3
Mannen 15 tot 75 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 489 280 256 216 109 107 40 31 8 1 0 113 80 62 18 33 13 20 142 25 8,8 208 57,4 52,3
Mannen 15 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.473 1.968 1.907 1.547 1.050 497 360 256 96 7 0 573 239 141 98 334 117 218 1.334 61 3,1 505 79,6 77,1
Mannen 15 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.371 2.035 1.983 1.586 1.209 376 397 291 106 1 0 417 98 57 41 319 71 248 1.566 53 2,6 336 85,8 83,6
Mannen 15 tot 25 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 484 363 329 316 48 268 13 10 1 2 0 267 217 162 55 50 25 25 63 34 9,4 120 75,1 68,1
Mannen 15 tot 25 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 139 97 81 79 11 68 2 1 0 1 0 73 66 57 10 7 5 2 8 17 17,2 42 69,9 57,9
Mannen 15 tot 25 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 139 97 81 79 11 68 2 1 0 1 0 73 66 57 10 7 5 2 8 17 17,2 42 69,9 57,9
Mannen 15 tot 25 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 478 393 369 343 86 257 26 23 1 2 0 252 174 110 64 78 43 34 117 24 6,2 85 82,2 77,1
Mannen 15 tot 25 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 123 103 98 91 25 66 8 7 0 0 0 48 33 21 12 15 7 8 51 5 4,7 20 83,9 79,9
Mannen 25 tot 45 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 292 239 227 185 131 55 42 30 12 0 0 41 9 4 5 32 6 26 186 11 4,8 54 81,6 77,7
Mannen 25 tot 45 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 93 69 66 56 36 19 11 8 2 0 0 13 5 3 2 8 2 6 53 3 4,1 23 74,7 71,7
Mannen 25 tot 45 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 93 69 66 56 36 19 11 8 2 0 0 13 5 3 2 8 2 6 53 3 4,1 23 74,7 71,7
Mannen 25 tot 45 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 771 719 701 590 444 146 111 79 31 1 0 132 24 11 13 108 24 84 570 18 2,5 51 93,3 91,0
Mannen 25 tot 45 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.116 1.075 1.048 901 665 237 146 105 41 0 0 185 24 12 12 161 30 131 862 28 2,6 41 96,4 93,9
Mannen 25 tot 35 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 123 99 93 79 50 29 14 11 2 0 0 19 5 1 3 15 4 11 74 6 6,3 23 80,9 75,8
Mannen 25 tot 35 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 40 30 29 25 14 10 4 4 0 0 0 6 3 1 2 3 1 2 23 1 . 10 75,1 71,9
Mannen 25 tot 35 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 40 30 29 25 14 10 4 4 0 0 0 6 3 1 2 3 1 2 23 1 . 10 75,1 71,9
Mannen 25 tot 35 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 408 381 367 317 215 101 50 36 13 1 0 76 19 9 10 57 15 42 291 14 3,6 28 93,2 89,8
Mannen 25 tot 35 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 605 581 559 505 336 169 54 45 8 0 0 98 20 10 9 78 14 65 461 22 3,9 24 96,0 92,3
Mannen 35 tot 45 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 170 139 134 106 80 26 28 19 10 0 0 22 4 2 2 17 2 15 113 5 3,7 30 82,2 79,1
Mannen 35 tot 45 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 53 39 38 31 22 9 7 4 2 0 0 7 2 2 0 5 1 4 31 2 4,0 13 74,4 71,5
Mannen 35 tot 45 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 53 39 38 31 22 9 7 4 2 0 0 7 2 2 0 5 1 4 31 2 4,0 13 74,4 71,5
Mannen 35 tot 45 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 362 339 334 273 228 45 61 42 18 0 0 56 5 2 2 52 9 42 278 4 1,2 24 93,5 92,3
Mannen 35 tot 45 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 510 494 489 396 329 67 93 60 32 0 0 87 5 2 3 83 16 67 401 5 1,1 16 96,8 95,7
Mannen 45 tot 55 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 246 200 196 148 120 29 48 29 18 0 0 30 8 2 6 22 7 16 166 4 2,0 46 81,4 79,8
Mannen 45 tot 55 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 62 44 42 33 21 11 9 6 3 0 0 9 5 1 4 4 2 3 33 2 4,0 18 70,6 67,8
Mannen 45 tot 55 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 62 44 42 33 21 11 9 6 3 0 0 9 5 1 4 4 2 3 33 2 4,0 18 70,6 67,8
Mannen 45 tot 55 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 434 401 393 294 255 38 99 66 33 0 0 52 5 3 3 46 12 35 341 8 1,9 33 92,3 90,6
Mannen 45 tot 55 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 475 454 448 337 300 37 110 75 35 0 0 64 6 3 3 58 8 49 384 7 1,5 20 95,7 94,3
Mannen 45 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 927 511 495 374 307 67 122 86 34 1 0 123 37 20 17 86 27 59 373 15 3,0 417 55,1 53,4
Mannen 45 tot 75 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 257 114 109 81 62 19 28 22 6 0 0 27 9 3 7 18 6 12 82 5 4,4 143 44,3 42,3
Mannen 45 tot 75 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 257 114 109 81 62 19 28 22 6 0 0 27 9 3 7 18 6 12 82 5 4,4 143 44,3 42,3
Mannen 45 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.224 856 837 615 520 95 222 154 64 4 0 190 41 20 21 149 50 99 647 19 2,2 368 69,9 68,4
Mannen 45 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.132 857 837 593 519 74 243 179 65 0 0 184 41 25 17 143 34 109 652 20 2,3 275 75,7 73,9
Mannen 55 tot 65 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 347 256 249 195 170 25 54 41 12 0 0 62 11 6 5 52 13 39 187 7 2,7 91 73,9 71,9
Mannen 55 tot 65 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 98 61 59 43 37 6 16 13 2 0 0 15 3 1 2 11 3 8 44 2 3,5 37 62,4 60,2
Mannen 55 tot 65 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 98 61 59 43 37 6 16 13 2 0 0 15 3 1 2 11 3 8 44 2 3,5 37 62,4 60,2
Mannen 55 tot 65 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 456 381 373 286 249 37 87 61 24 1 0 93 15 8 6 78 22 56 280 9 2,3 75 83,6 81,7
Mannen 55 tot 65 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 384 332 323 227 203 23 96 71 25 0 0 76 11 6 6 65 17 48 246 10 2,9 52 86,5 84,0
Mannen 65 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 335 55 50 30 17 13 20 16 3 1 0 30 18 13 6 12 7 4 20 5 8,3 280 16,4 15,0
Mannen 65 tot 75 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 97 9 8 5 3 2 3 2 1 0 0 3 1 1 1 2 1 1 5 1 . 88 9,3 8,2
Mannen 65 tot 75 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 97 9 8 5 3 2 3 2 1 0 0 3 1 1 1 2 1 1 5 1 . 88 9,3 8,2
Mannen 65 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 334 74 71 35 15 20 37 27 7 3 0 46 21 9 12 24 16 9 26 3 3,6 260 22,1 21,4
Mannen 65 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 273 70 66 29 15 14 37 33 5 0 0 45 24 17 8 20 9 12 22 4 5,3 203 25,7 24,3
Vrouwen 15 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.691 821 767 708 363 344 60 40 13 7 0 648 353 215 138 296 172 124 119 54 6,6 870 48,6 45,4
Vrouwen 15 tot 75 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 478 179 163 150 70 80 13 9 2 2 0 131 81 59 23 49 27 22 33 15 8,6 299 37,4 34,1
Vrouwen 15 tot 75 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 478 179 163 150 70 80 13 9 2 2 0 131 81 59 23 49 27 22 33 15 8,6 299 37,4 34,1
Vrouwen 15 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.410 1.774 1.707 1.524 983 541 183 145 29 8 0 1.319 427 200 227 892 474 417 388 67 3,8 636 73,6 70,8
Vrouwen 15 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.433 2.003 1.945 1.647 1.181 467 297 250 44 4 0 1.092 170 83 86 922 381 541 853 58 2,9 430 82,3 79,9
Vrouwen 15 tot 25 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 417 305 274 271 32 239 4 3 0 0 0 258 219 166 52 40 23 17 16 31 10,0 112 73,2 65,9
Vrouwen 15 tot 25 jaar 11 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 110 66 55 54 5 49 1 1 0 0 0 53 49 43 6 4 2 2 2 11 16,6 44 59,9 50,0
Vrouwen 15 tot 25 jaar 111 Basisonderwijs 2022 1e kwartaal 110 66 55 54 5 49 1 1 0 0 0 53 49 43 6 4 2 2 2 11 16,6 44 59,9 50,0
Vrouwen 15 tot 25 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 465 394 366 354 76 279 12 10 1 1 0 303 202 127 74 102 51 51 63 28 7,0 72 84,6 78,6
Vrouwen 15 tot 25 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 168 148 140 135 37 97 5 5 0 0 0 81 39 26 13 42 18 25 59 8 5,4 20 88,1 83,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat kwartaal- en jaarcijfers over de relatie tussen het hoogst behaalde onderwijsniveau en arbeidsdeelname in Nederland . De bevolking van 15 tot 75 jaar (exclusief de institutionele bevolking) wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van de positie in de werkkring en de gemiddelde arbeidsduur. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau beschikbaar.

Vanwege wijzigingen in het onderzoeksdesign en de vragenlijst van de EBB is er in het eerste kwartaal van 2022 een revisie van de cijfers voor verslagjaar 2021 doorgevoerd.
De cijfers vanaf 2021 zijn niet zonder meer vergelijkbaar met de cijfers tot en met 2020.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2022.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 17 augustus 2022:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door de tabel Arbeidsdeelname; onderwijsniveau. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Beroeps- en niet-beroepsbevolking
Personen die tot de werkzame, de werkloze of de niet-beroepsbevolking behoren.  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Positie in de werkkring
Indeling van de werkzame beroepsbevolking naar:
Werknemer
- met een vaste arbeidsrelatie
- met een flexibele arbeidsrelatie
Zelfstandige
- zonder personeel
- met personeel
- meewerkend gezinslid

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer met vaste arbeidsrelatie
Een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd én een vast aantal uren per week.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer met flexibele arbeidsrelatie
Een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd óf een flexibel aantal uren per week. Tot de werknemers met een flexibele arbeidsrelatie behoren: - Werknemer tijdelijk, uitzicht op vast - Werknemer tijdelijk >=1 jaar - Werknemer tijdelijk <1 jaar - Oproep/-invalkracht - Uitzendkracht - Werknemer flex, contract onbekend.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige zonder personeel (zzp)
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer) of als directeur-grootaandeelhouder (dga) en die geen personeel in dienst heeft. Overige zelfstandigen worden ook tot de zelfstandigen zonder personeel gerekend.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige met personeel
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer) of als directeur-grootaandeelhouder (dga) en die personeel in dienst heeft.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Meewerkend gezinslid
Een persoon die zonder schriftelijke  overeenkomst arbeid verricht in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Positie in de werkkring onbekend
Arbeidsduur
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Deeltijd
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is minder dan 35 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Deeltijd
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is minder dan 35 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Minder dan 20 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is minder dan 20 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Minder dan 20 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is minder dan 20 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Minder dan 12 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is minder dan 12 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
12 tot 20 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 12 tot 20 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
20 tot 35 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 20 tot 35 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
20 tot 35 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 20 tot 35 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
20 tot 28 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 20 tot 28 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
28 tot 35 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 28 tot 35 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Voltijd
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 35 uur of meer.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Werkloze beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkloosheidspercentage
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Niet-beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk die niet recent naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).
  
Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.