Financiële balansen decentrale overheden, kwartaalcijfers 2006-2017

Financiële balansen decentrale overheden, kwartaalcijfers 2006-2017

Overheidslagen Perioden Vorderingen Totaal vorderingen (mln euro) Vorderingen Financiële vaste activa Totaal financiële vaste activa (mln euro) Vorderingen Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen (mln euro) Vorderingen Financiële vaste activa Leningen aan verbonden partijen (mln euro) Vorderingen Financiële vaste activa Overige langlopende leningen (mln euro) Vorderingen Financiële vaste activa Overige langlopende uitzettingen (mln euro) Vorderingen Financiële vlottende activa Totaal financiële vlottende activa (mln euro) Vorderingen Financiële vlottende activa Kortlopende vorderingen en uitzettingen (mln euro) Vorderingen Financiële vlottende activa Liquide middelen (kas, bank en giro) (mln euro) Vorderingen Financiële vlottende activa Overlopende activa (mln euro) Schulden Totaal schulden (mln euro) Schulden Vaste schuld Totaal vaste schuld (mln euro) Schulden Vaste schuld Onderhandse leningen van bin. fin. inst. (mln euro) Schulden Vaste schuld Overige vaste schuld (mln euro) Schulden Vlottende passiva Totaal vlottende passiva (mln euro) Schulden Vlottende passiva Kortlopende schuld (mln euro) Schulden Vlottende passiva Overlopende passiva (mln euro)
Gemeenten 2016 3e kwartaal 18.731 10.174 2.097 4.320 2.809 948 8.557 5.525 527 2.506 48.754 37.946 33.891 4.055 10.808 8.341 2.467
Gemeenten 2016 4e kwartaal 20.716 9.745 1.915 4.049 2.727 1.055 10.971 7.588 465 2.918 50.992 38.264 34.098 4.166 12.728 8.112 4.616
Gemeenten 2017 1e kwartaal 21.478 9.611 1.980 3.979 2.598 1.054 11.867 8.216 304 3.347 51.748 37.875 32.749 5.126 13.873 9.437 4.436
Gemeenten 2017 2e kwartaal 19.858 9.478 1.961 3.904 2.571 1.043 10.379 6.733 833 2.813 50.839 38.206 32.901 5.305 12.633 7.287 5.346
Gemeenten 2017 3e kwartaal 19.728 9.382 1.959 3.821 2.580 1.022 10.346 5.748 396 4.203 49.853 38.057 32.478 5.580 11.796 5.765 6.031
Gemeenten 2017 4e kwartaal 19.459 8.528 1.946 3.049 2.528 1.005 10.931 7.383 377 3.171 50.565 37.806 32.137 5.668 12.759 8.191 4.569
Provincies 2016 3e kwartaal 16.981 11.110 616 1.693 1.791 7.010 5.871 5.377 90 405 4.492 510 509 1 3.982 599 3.383
Provincies 2016 4e kwartaal 17.063 11.124 921 1.702 1.768 6.732 5.940 5.191 220 528 4.232 485 468 17 3.748 731 3.017
Provincies 2017 1e kwartaal 16.942 11.039 932 1.791 1.764 6.552 5.903 5.854 315 -266 4.223 482 465 17 3.742 820 2.921
Provincies 2017 2e kwartaal 16.954 10.374 942 1.793 1.918 5.722 6.580 5.944 443 193 4.083 482 465 17 3.601 764 2.838
Provincies 2017 3e kwartaal 17.041 10.338 959 1.788 1.964 5.628 6.704 5.986 358 360 4.047 485 465 20 3.563 641 2.921
Provincies 2017 4e kwartaal 17.133 10.542 1.028 1.754 2.153 5.606 6.591 5.874 229 489 4.083 447 427 20 3.636 989 2.647
Waterschappen 2016 3e kwartaal 1.135 135 91 0 14 30 999 719 119 161 7.853 6.896 6.808 87 957 462 495
Waterschappen 2016 4e kwartaal 724 128 84 0 14 29 596 334 47 215 7.987 6.898 6.801 97 1.090 663 426
Waterschappen 2017 1e kwartaal 1.219 127 84 0 18 24 1.092 763 53 276 8.189 6.964 6.880 84 1.226 747 479
Waterschappen 2017 2e kwartaal 1.745 120 85 0 17 18 1.625 1.237 114 274 8.161 6.964 6.880 84 1.197 728 469
Waterschappen 2017 3e kwartaal 1.305 121 85 0 17 19 1.184 803 133 248 8.006 6.987 6.904 83 1.019 586 433
Waterschappen 2017 4e kwartaal 789 118 85 0 14 19 671 307 76 288 8.104 7.074 6.964 110 1.030 585 445
Gemeenschappelijke Regelingen 2016 3e kwartaal 4.107 634 244 29 141 220 3.473 2.638 550 286 5.106 1.590 1.475 115 3.516 1.546 1.970
Gemeenschappelijke Regelingen 2016 4e kwartaal 3.926 589 243 26 124 196 3.337 2.411 540 385 4.748 1.566 1.444 122 3.182 1.284 1.898
Gemeenschappelijke Regelingen 2017 1e kwartaal 5.379 1.120 243 557 131 190 4.258 2.992 607 659 6.604 2.486 2.227 259 4.117 2.062 2.055
Gemeenschappelijke Regelingen 2017 2e kwartaal 5.243 1.114 243 556 126 189 4.129 2.862 580 686 6.376 2.529 2.258 271 3.847 2.010 1.838
Gemeenschappelijke Regelingen 2017 3e kwartaal 4.794 1.101 243 555 122 181 3.692 2.452 713 527 6.049 2.497 2.221 276 3.553 1.401 2.151
Gemeenschappelijke Regelingen 2017 4e kwartaal 4.871 1.453 240 922 113 178 3.418 2.292 534 592 6.117 2.864 2.586 278 3.253 1.576 1.677
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de balanssamenstelling van de gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, provincies en waterschappen. In de tabel worden de financiële eindbalansstanden van het kwartaal gepresenteerd. Uit de tabel valt de verdeling van de vorderingen en de schulden van de betreffende overheidslaag af te lezen.
Deze tabel vervangt de tabel Financiële balansen decentrale overheden, kwartaalcijfers 2006 – 2014, zie paragraaf 3. Genoemde tabel is vervangen omdat de berekeningsmethode is vervangen en de populatie is uitgebreid, zie paragraaf 4.

Gegevens beschikbaar van 2006 tot en met 2017.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 4 februari 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Vorderingen
Tot de vorderingen behoren de kapitaalverstrekkingen, de leningen aan verbonden partijen, de overige langlopende leningen, de overige financiële vaste activa, de kortlopende vorderingen en uitzettingen, de liquide middelen (kas, bank en giro) en de overlopende activa.
Totaal vorderingen
Tot de vorderingen behoren de kapitaalverstrekkingen, de leningen aan verbonden partijen, de overige langlopende leningen, de overige financiële vaste activa, de kortlopende vorderingen en uitzettingen, de liquide middelen (kas, bank en giro) en de overlopende activa.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa betreffen de financiële relaties van duurzame aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen. Deze duurzame financiële relatie ontstaat door deel te nemen in het kapitaal van die andere onderneming of instelling, door het verstrekken van een langlopende lening, door de aankoop van een obligatie, en dergelijke.
Naast financiële vaste activa bestaan ook financiële vlottende activa. Deze laatste zijn een onderdeel van de (totale) vlottende activa. De grens voor het onderscheid tussen 'vast' en 'vlottend' ligt bij één jaar: hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker - niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Niet tot de financiële vaste activa wordt gerekend de verstrekte bijdragen aan activa die eigendom zijn van 'derden' (andere partijen). Deze worden gerekend tot de immateriële vaste activa.
Totaal financiële vaste activa
De financiële vaste activa betreffen de financiële relaties van duurzame aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen. Deze duurzame financiële relatie ontstaat door deel te nemen in het kapitaal van die andere onderneming of instelling, door het verstrekken van een langlopende lening, door de aankoop van een obligatie, en dergelijke.
Naast financiële vaste activa bestaan ook financiële vlottende activa. Deze laatste zijn een onderdeel van de (totale) vlottende activa. De grens voor het onderscheid tussen 'vast' en 'vlottend' ligt bij één jaar: hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker - niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Niet tot de financiële vaste activa wordt gerekend de verstrekte bijdragen aan activa die eigendom zijn van 'derden' (andere partijen). Deze worden gerekend tot de immateriële vaste activa.
Kapitaalverstrekkingen
Door een kapitaalverstrekking verkrijgt een gemeente een belang in het kapitaal (het eigen vermogen) van een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie. Dit belang heeft als doel om het eigen functioneren van de gemeente duurzaam te bevorderen. Zie ook de toelichting bij 'Totaal financiële vaste activa'.
Leningen aan verbonden partijen
Deze betreffen (geld)leningen die verstrekt zijn voor een periode van langer dan één jaar. Voor de partij die de geldlening ontvangt, behoort deze geldlening tot het vreemde vermogen. Kenmerkend voor het vreemd vermogen is dat dit aan de geldlener moet worden terugbetaald.
Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de overheid een bestuurlijk en een financieel belang heeft.
De Staat, gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen zijn voorbeelden van publiekrechtelijke rechtspersonen. Onder de privaatrechtelijke rechtspersonen vallen stichtingen, verenigingen en ondernemingsvormen als NV's en BV's.
Overige langlopende leningen
Overige langlopende leningen zijn verstrekt aan andere partijen (organisaties of natuurlijke personen, zoals de eigen ambtenaren) dan de verbonden partijen. Het gaat om (geld)leningen die verstrekt zijn voor een periode van langer dan één jaar. Zie voor het begrip 'verbonden partijen' de toelichting bij 'leningen aan verbonden partijen'.
Overige langlopende uitzettingen
Onder de Overige langlopende uitzettingen vallen de (overige) financiële uitzettingen met een looptijd van meer dan één jaar, dus voor zover die niet onder een andere post moeten zijn opgenomen.
Financiële vlottende activa
Financiële vlottende activa betreffen de financiële relaties van niet-duurzame aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen.
Naast financiële vlottende activa bestaan ook financiële vaste activa.
De grens voor het onderscheid tussen 'vlottend' en 'vast' ligt bij één jaar: hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker - niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Totaal financiële vlottende activa
Financiële vlottende activa betreffen de financiële relaties van niet-duurzame aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen.
Naast financiële vlottende activa bestaan ook financiële vaste activa.
De grens voor het onderscheid tussen 'vlottend' en 'vast' ligt bij één jaar: hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker - niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Kortlopende vorderingen en uitzettingen
Kortlopende vorderingen en uitzettingen zijn de (financiële) uitzettingen met een looptijd van minder dan één jaar.
Hiertoe behoren onder andere: nog openstaande rekeningen, vorderingen op andere overheidsorganen, verstrekte kasgeldleningen en rekening- courant verhoudingen met niet-financiële instellingen. Een rekening-courant verhouding bij een niet-financiële instelling is vergelijkbaar met een betaalrekening bij de bank, alleen nu juist niet bij een bank (of een andere financiële instelling). Bij de nog openstaande rekeningen gaat het om de debiteuren: facturen die nog niet betaald zijn door de tegenpartij of ook een belastingheffing die nog niet voldaan is. Een vordering op andere overheidsorganen betreft bijvoorbeeld de nog van de belastingdienst terug te ontvangen BTW die betaald is op de aankoop van goederen en diensten. Kasgeldleningen zijn (op de korte termijn) overtollige geldmiddelen die tijdelijk worden uitgeleend aan andere instellingen, tegen een bepaalde vergoeding.
Liquide middelen (kas, bank en giro)
De liquide middelen bestaan uit het kassaldo en de tegoeden op bank- en girorekeningen.
Overlopende activa
Onder de overlopende activa vallen de vooruitbetaalde kosten en de nog te ontvangen bedragen. Bij de eerste gaat het om kosten die gelden voor komende jaren, maar nu al door de overheid vooruitbetaald zijn. Bij de laatste gaat het om prestaties/leveringen die al verricht zijn, maar die nog niet bij de andere partij in rekening zijn gebracht.
Schulden
Tot de schulden behoren de obligatieleningen, onderhandse leningen, door derden belegde gelden, waarborgsommen, de kortlopende schuld en de overlopende passiva. De onderhandse leningen van binnenlandse financiële instellingen worden apart getoond. Overige onderhandse leningen, de obligatieleningen, de door derden belegde gelden en de waarborgsommen zijn hier samengenomen als 'Overige vaste schuld'. Zie de toelichting bij dat begrip.
Totaal schulden
Tot de schulden behoren de obligatieleningen, onderhandse leningen, door derden belegde gelden, waarborgsommen, de kortlopende schuld en de overlopende passiva.
De onderhandse leningen van binnenlandse financiële instellingen worden apart getoond. Overige onderhandse leningen, de obligatieleningen, de door derden belegde gelden en de waarborgsommen zijn hier samengenomen als 'Overige vaste schuld'. Zie de toelichting bij dat begrip.
Vaste schuld
De vaste schuld is dat deel van het vreemd vermogen dat de uitoefening van de publieke taken van de gemeente 'duurzaam' - dit is: gedurende meer dan één periode - ten dienste zal komen.
Totaal vaste schuld
Tot de vaste schuld behoren: obligatieleningen, onderhandse leningen, door derden belegde gelden en waarborgsommen.
De onderhandse leningen van binnenlandse financiële instellingen worden apart getoond. Overige onderhandse leningen, de obligatieleningen, de door derden belegde gelden en de waarborgsommen zijn hier samengenomen als 'Overige vaste schuld'. Zie de toelichting bij dat begrip.
Onderhandse leningen van bin. fin. inst.
Onderhandse leningen van binnenlandse financiële instellingen.
Deze betreffen (geld)leningen die verstrekt zijn door banken, verzekeraars, pensioenfondsen, beleggingsinstellingen, vermogensbeheerders, effectenbemiddelaars en dergelijke voor een periode van langer dan één jaar. Onderhands wil zeggen dat de lening is afgesloten buiten de openbare emissiemarkt om, vaak met één afzonderlijke partij.
Overige vaste schuld
De overige vaste schuld bestaat uit opgenomen obligatieleningen, onderhandse leningen van andere partijen dan de binnenlandse financiële instellingen, door derden belegde gelden en waarborgsommen.
Obligatieleningen en onderhandse leningen zijn geldleningen voor de langere duur. Obligatieleningen hebben een openbaar karakter: het geld is verkregen van meerdere partijen op de openbare emissiemarkt het (papieren) bewijs dat die partijen (een deel van) het geld hebben verstrekt, heet een obligatie). Onderhandse leningen zijn leningen die zijn afgesloten buiten de openbare emissiemarkt om, vaak met één afzonderlijke partij.
De waarborgsommen zijn van andere partijen verkregen middelen als garantie dat die partijen een bepaalde verplichting zullen nakomen, bijvoorbeeld het aflossen van een schuld.
Vlottende passiva
Tot de vlottende passiva behoren de kortlopende schuld en de overlopende passiva.
Totaal vlottende passiva
Tot de vlottende passiva behoren de kortlopende schuld en de overlopende passiva.
Kortlopende schuld
Tot de kortlopende of vlottende schuld worden gerekend: opgenomen kasgeldleningen, bank- en girosaldi (het zogenaamde 'rood staan') en overige kortlopende/vlottende schuld. Het gaat hier steeds om schuld met een looptijd van maximaal één jaar.
Opgenomen kasgeldleningen zijn van andere instellingen (tegen een bepaalde vergoeding) geleende geldmiddelen, die bij die andere instellingen tijdelijk overtollig zijn.
Overlopende passiva
Overlopende passiva zijn verplichtingen die nog niet zijn nagekomen: ze zijn weliswaar opgebouwd, maar nog niet betaald of nog niet gepresteerd.
Bij het eerste gaat het om prestaties die al aan de overheid zijn geleverd (en dus voor de overheid een last/kostenpost zijn), maar nog niet zijn betaald. Bij het tweede gaat het om prestaties/leveringen die nog verricht moeten worden, maar waarvoor al een vergoeding (betaling of tegenprestatie) is ontvangen.