Jeugdbeschermingstrajecten; regio

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over trajecten jeugdbescherming (ondertoezichtstelling en voogdij) naar (regio van) de verantwoordelijke gemeente. Ook staan er cijfers in over het verloop, dat wil zeggen de begonnen en beëindigde trajecten, gedurende de verslagperiode. Bij begonnen trajecten zijn nieuwe trajecten en herhaald beroep weergegeven. Bij de beëindigde trajecten is de reden van beëindiging en de duur van het traject weergegeven.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2015
In paragraaf 4 staat meer informatie over zaken die invloed hebben op de vergelijkbaarheid in de tijd van de cijfers in deze tabel.

Status van de cijfers:
De cijfers over het tweede halfjaar van 2023 en heel 2023 zijn voorlopig. De cijfers over het eerste halfjaar van 2023 zijn nader voorlopig. De overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 30 april 2024:
- De voorlopige cijfers over het tweede halfjaar van 2023 en heel 2023 zijn toegevoegd.
- De voorlopige cijfers over het eerste halfjaar van 2023 zijn vervangen door nader voorlopige cijfers.

Wijzigingen per 31 oktober 2023:
De gemeenten 'Buitenland', 'Niet-gemeentelijk ingedeeld' en 'Gemeenten; niet in te delen' waren onterecht meegenomen in de tabel en zijn nu verwijderd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De voorlopige cijfers over het eerste halfjaar van 2024 worden eind oktober 2024 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Totaal jeugdbeschermingstrajecten
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt door de rechter dwingend opgelegd. Het doel van de jeugdbeschermingsmaatregel is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of 'onder voogdij geplaatst'.
Een jeugdbeschermingstraject is een periode waarin een jeugdbeschermingsmaatregel wordt uitgevoerd. Wanneer een jongere meerdere vormen van jeugdbescherming ontvangt heeft deze ook meerdere trajecten.

Beëindigde trajecten
Duur beëindigde trajecten
0 tot 3 maanden
3 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden
Ondertoezichtstelling
Ondertoezichtstelling is een maatregel waarbij het gezag van de ouders wordt beperkt. Als de ontwikkeling van een kind ernstig bedreigd wordt en ouders de zorg die nodig is om de bedreiging weg te nemen niet of onvoldoende accepteren, dan kan de rechter op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming (of in een enkel geval het openbaar ministerie) een ondertoezichtstelling uitspreken. Het kind krijgt dan een jeugdbeschermer toegewezen van een Gecertificeerde Instelling. Deze persoon begeleidt het kind en zijn ouders bij het oplossen van de opvoedingsproblemen. De ouders blijven zelf verantwoordelijk voor de opvoeding, maar hun gezag wordt door de maatregel gedeeltelijk ingeperkt. Zowel ouders als kind zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die de jeugdbeschermer geeft.

Als de situatie veilig genoeg is, kan het kind thuis blijven wonen. De rechter kan ook besluiten het kind (tijdelijk) uit huis te plaatsen, bijvoorbeeld in een pleeggezin. Een ondertoezichtstelling duurt maximaal een jaar. De rechter kan de duur telkens met (maximaal) een jaar verlengen tot het kind meerderjarig is.

Voorlopige ondertoezichtstelling
Als een kind acuut gevaar loopt en een onderzoek en een verzoekschriftprocedure door de Raad voor de Kinderbescherming niet afgewacht kunnen worden kan de Raad voor de Kinderbescherming de rechter om een voorlopige ondertoezichtstelling verzoeken, vaak in combinatie met een machtiging uithuisplaatsing. Ouders en kind worden door de jeugdbeschermer van de Gecertificeerde Instelling begeleid.

De maatregel duurt ten hoogste drie maanden. Tijdens de voorlopige ondertoezichtstelling zet de Raad het onderzoek voort. Denkt de Raad voor de Kinderbescherming dat de ondertoezichtstelling en de eventuele uithuisplaatsing langer moet duren? Dan vraagt de Raad voor de Kinderbescherming binnen die drie maanden aan de rechter om een definitieve maatregel.
Beëindigde trajecten
Duur beëindigde trajecten
0 tot 3 maanden
3 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden
Voogdij
Bij een voogdijmaatregel wordt het gezag over een minderjarige door de rechter toegewezen aan een Gecertificeerde Instelling. Dit kan zijn na een gezagsbeëindigende maatregel of bij kinderen van wie de ouders zijn overleden (waarbij er geen voogd is vastgelegd in het gezagsregister of testament of deze persoon de voogdij niet accepteert). De gezagsbeëindigende maatregel wordt opgelegd als een kind zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en de ouder ook in de toekomst niet in staat geacht wordt om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen of als de ouder het gezag misbruikt. In veel gevallen is er al een ondertoezichtstelling en een uithuisplaatsing geweest voordat er een gezagsbeëindigende maatregel wordt uitgesproken door de rechter. De gezagsbeëindigende maatregel is in principe een definitieve maatregel die geldt tot het kind 18 jaar is.
Het betreft alleen gevallen waarbij de voogdij wordt uitgevoerd door de Gecertificeerde Instelling zelf, waarbij het kind wordt opgevoed in een pleeggezin of tehuis. Situaties waarbij een pleegouder (pleegoudervoogd) of iemand anders die sterk betrokken is bij het kind (burgervoogd), de voogdij overneemt van de Gecertificeerde Instelling, vallen hierbuiten.

Voorlopige voogdij
Er is sprake van voorlopige voogdij bij een acute situatie die bedreigend is voor het kind. Het gezag over het kind komt bij de Gecertificeerde Instelling te liggen. De voorlopige voogdij gaat vrijwel altijd gepaard met de (tijdelijke) schorsing van het gezag van de ouder(s).

De voorlopige voogdij duurt maximaal drie maanden. Als binnen die drie maanden een verzoek door de Raad voor de Kinderbescherming wordt ingediend om blijvend in het gezag te voorzien, kan de voorlopige voogdij voortduren tot er een einduitspraak is.

Tijdelijke voogdij
Er is sprake van tijdelijke voogdij als de gezaghebbende ouder het gezag tijdelijk niet zelf kan uitoefenen. Bijvoorbeeld als ouders minderjarig zijn, langdurig in het buitenland verblijven of een ouder onder curatele is gesteld en er geen andere ouder is die het gezag kan uitoefenen. De tijdelijke voogdij duurt voort totdat de rechtbank het gezag van de ouder, op diens verzoek, heeft hersteld.
Beëindigde trajecten
Duur beëindigde trajecten
0 tot 3 maanden
3 tot 6 maanden
6 tot 12 maanden