Personen in institutionele huishoudens; geslacht en leeftijd, 1 januari
Geslacht | Leeftijd | Perioden | Personen: burgerlijke staat Totaal aantal personen in instellingen (aantal) | Personen: burgerlijke staat Ongehuwd (aantal) | Personen: burgerlijke staat Gehuwd (aantal) | Personen: burgerlijke staat Verweduwd (aantal) | Personen: burgerlijke staat Gescheiden (aantal) | Personen: soort instelling Verzorgings- en verpleeghuis (aantal) | Personen: soort instelling Overige zorginstelling (aantal) | Personen: soort instelling Overig soort instelling (aantal) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | 1995 | 247.708 | 108.090 | 26.098 | 102.057 | 11.463 | . | . | . |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | 2000 | 224.003 | 98.882 | 22.473 | 90.113 | 12.535 | 136.964 | 74.648 | 12.391 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | 2005 | 213.202 | 94.227 | 21.756 | 82.882 | 14.337 | 126.667 | 74.645 | 11.890 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | 2010 | 208.687 | 93.158 | 21.441 | 77.126 | 16.962 | 119.063 | 79.218 | 10.406 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | 2015 | 244.794 | 120.456 | 25.279 | 77.793 | 21.266 | 118.593 | 104.661 | 21.540 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | 2020 | 258.863 | 128.254 | 35.040 | 72.152 | 23.417 | 119.911 | 114.394 | 24.558 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | 2024 | 289.176 | 142.999 | 44.914 | 74.015 | 27.248 | 128.686 | 122.027 | 38.463 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat informatie over het aantal personen in institutionele huishoudens in Nederland op 1 januari naar geslacht, leeftijd, burgerlijke staat en soort instelling.
Gegevens beschikbaar vanaf 1995.
Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.
Met de beschikbare informatie is voor de verslagjaren 1995, 1996 en 1997 niet eenvoudig een eenduidige toedeling van personen in institutionele huishoudens te maken naar de drie onderscheiden categorieën instellingen. Om die reden zijn de aantallen op onbekend gezet.
Wijzigingen per 19 juli 2024:
De cijfers per 1 januari 2024 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het vierde kwartaal van 2025 worden de definitieve cijfers per 1 januari 2025 toegevoegd.
Toelichting onderwerpen
- Personen: burgerlijke staat
- Personen in institutionele huishoudens naar burgerlijke staat.
Trendbreuk burgerlijke staat:
Vanaf 2010 is een kleine verschuiving tussen de verschillende burgerlijke staten opgetreden (minder ongehuwd en meer gescheiden en verweduwd). Dit komt omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt. De burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' worden daardoor binnen deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt wat in de meeste gevallen ongehuwd was. Vanaf 2010 zijn alle burgerlijke staten beschikbaar.
Burgerlijke staat:
Formele positie van een persoon waarbij wordt verwezen naar het huwelijk en het geregistreerd partnerschap.
Doorgaans worden het geregistreerd partnerschap en het huwelijk op dezelfde wijze behandeld.
Huwelijk:
Wettelijke verbintenis tot het samenleven van twee personen.
Sinds april 2001 staat het huwelijk ook open voor personen van hetzelfde geslacht.
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Vanaf 2014 worden de personen in institutionele huishoudens in drie categorieën gepresenteerd, te weten:
Verzorgings- en verpleeghuis, overige zorginstelling en overig soort instelling.
Partnerschapsregistratie:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.- Totaal aantal personen in instellingen
- Totaal aantal personen in institutionele huishoudens.
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Vanaf 2014 worden de personen in institutionele huishoudens in drie categorieën gepresenteerd, te weten:
Verzorgings- en verpleeghuis, overige zorginstelling en overig soort instelling.
- Ongehuwd
- Vanaf 2010: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten of een geregistreerd partnerschap is aangegaan.
1998 tot 2010: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten of een geregistreerd partnerschap heeft.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, zijn de burgerlijke staten 'verweduwd na partnerschap' en 'gescheiden na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode genegeerd. Voor deze statistiek betekent dit dat de burgerlijke staat van vóór het partnerschap is gebruikt. Dat was meestal ongehuwd.
Tot 1998: burgerlijke staat die aangeeft dat een persoon nog nooit een huwelijk heeft gesloten.
- Gehuwd
- Vanaf 1998: wettig gehuwd plus partnerschap.
Tot 1998: wettig gehuwd.
Wettig gehuwd:
Burgerlijke staat die ontstaat na sluiting van een huwelijk.
Inclusief personen die zijn gescheiden van tafel en bed, want zij blijven formeel gehuwd.
Partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na het aangaan van een geregistreerd partnerschap.
- Verweduwd
- Vanaf 2010: verweduwd na wettig huwelijk plus verweduwd na partnerschap.
Tot 2010: verweduwd na wettig huwelijk.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, is 'verweduwd na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode niet meegeteld.
Verweduwd na wettig huwelijk:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een wettig huwelijk door overlijden van de partner.
Verweduwd na partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een geregistreerd partnerschap door overlijden van de partner.
- Gescheiden
- Vanaf 2010: gescheiden na wettig huwelijk plus gescheiden na partnerschap.
Tot 2010: gescheiden na wettig huwelijk.
Omdat in de periode 1998 tot 2010 niet alle burgerlijke staten beschikbaar zijn in de bronbestanden die het CBS gebruikt, is 'gescheiden na partnerschap' in deze statistiek binnen deze periode niet meegeteld.
Gescheiden na wettig huwelijk:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een wettig huwelijk door echtscheiding.
Exclusief personen die zijn gescheiden van tafel en bed, want zij blijven formeel gehuwd.
Gescheiden na partnerschap:
Burgerlijke staat die ontstaat na ontbinding van een geregistreerd partnerschap anders dan door het overlijden van de partner.
- Personen: soort instelling
- Personen in institutionele huishoudens naar soort instelling.
Institutioneel huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, forensische centra, instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten, instellingen voor verslavingszorg en daklozenopvang, internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes, en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Vanaf 2014 worden de personen in institutionele huishoudens in drie categorieën gepresenteerd, te weten:
Verzorgings- en verpleeghuis, overige zorginstelling en overig soort instelling.
Trendbreuk (personen in) institutionele huishoudens
Tot en met 2012 zijn de gegevens over institutionele huishoudens gebaseerd op door gemeenten verstrekte adresinformatie. Het jaar 2013 is een tussenjaar. Startpunt was daar de adresinformatie over 2012 aangevuld met secundaire bronnen, waarbij aangetekend dient te worden dat de cijfers over 2013 mogelijk van wat mindere kwaliteit zijn. Vanaf 2014 is de waarneming van institutionele huishoudens volledig gebaseerd op secundaire waarneming: gegevens over zorggebruik waarvan de kosten voor rekening komen van de Wlz (Wet langdurige zorg, voorheen AWBZ), afkomstig van het CAK, in combinatie met institutionele adressen van de website zorgkaartnederland.nl en adressenlijsten voor de overige typen instellingen zoals bijvoorbeeld asielzoekerscentra en gevangenissen. Zie verder de korte onderzoekbeschrijving. De institutionele huishoudens worden met de nieuwe methodiek die vanaf 2014 is toegepast beter waargenomen. Tevens zijn vanaf 2014 asielzoekers die woonachtig zijn in asielzoekerscentra en als ingezetenen ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen (BRP) bij de institutionele huishoudens ingedeeld. Als gevolg van deze wijzigingen worden in 2014 249 duizend personen in institutionele huishoudens geteld, naar schatting circa 35 duizend meer dan met de oude methode geteld zouden worden.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. Het aantal personen in institutionele huishoudens ligt op 1 januari 2011 bijna 11 duizend hoger dan op 1 januari 2010. Ongeveer de helft van deze stijging is veroorzaakt door verbeteringen in de methode van waarneming.- Verzorgings- en verpleeghuis
- Met de beschikbare informatie is voor de verslag jaren 1995, 1996 en 1997 niet eenvoudig een eenduidige toedeling van personen in institutionele huishoudens te maken naar de 3 onderscheidende categorieën instellingen. Om die reden zijn de aantallen op onbekend gezet.
Verzorgingshuis:
Permanente wooneenheden ter beschikking gesteld aan bejaarden waarbij naast het verstrekken van maaltijden, het verrichten van schoonmaakdiensten en het eventueel beheren van een alarmsysteem, de persoonlijke begeleiding van de bewoners een wezenlijk onderdeel van de zorg vormt.
Verpleeghuis:
Instelling voor langdurige verpleging.
- Overige zorginstelling
- Met de beschikbare informatie is voor de verslag jaren 1995, 1996 en 1997 niet eenvoudig een eenduidige toedeling van personen in institutionele huishoudens te maken naar de 3 onderscheidende categorieën instellingen. Om die reden zijn de aantallen op onbekend gezet.
Overige zorginstelling:
- instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, waaronder psychiatrische (afdelingen van) ziekenhuizen, instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie, klinische verslavingszorg, forensische psychiatrie (Tbs-klinieken);
- instellingen voor verstandelijk, lichamelijk en zintuiglijk gehandicapten;
- opvangcentra voor volwassenen, waaronder daklozen.
- Overig soort instelling
- Met de beschikbare informatie is voor de verslag jaren 1995, 1996 en 1997 niet eenvoudig een eenduidige toedeling van personen in institutionele huishoudens te maken naar de 3 onderscheidende categorieën instellingen. Om die reden zijn de aantallen op onbekend gezet.
Overig soort instelling:
- gevangenissen en justitiële jeugdinrichtingen;
- opleidingsinternaten en opleidingsscholen voor politie en krijgsmacht;
- kazernes;
- kloosters;
- vanaf 1 januari 2014: asielzoekerscentra (enkel de bewoners die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister).