Productieproces; bedrijfstak en regio; nationale rekeningen 1995-2015

Productieproces; bedrijfstak en regio; nationale rekeningen 1995-2015

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Regio's Perioden Productie basisprijzen (mln euro) Intermediair verbruik (mln euro) Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro) Beloning van werknemers (mln euro) Niet-productgebonden belastingen (mln euro) Niet-productgebonden subsidies (mln euro) Exploitatieoverschot (bruto) (mln euro) Arbeidsvolume werkzame personen (1 000 arbeidsjaren) Arbeidsvolume werknemers (1 000 arbeidsjaren)
O-Q Overheid en zorg Zaanstreek (CR) 2015* 1.165 383 782 587 6 10 199 11,7 10,1
O-Q Overheid en zorg Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2015* 763 243 520 398 4 10 128 8,2 7,1
Q Gezondheids- en welzijnszorg Zaanstreek (CR) 2015* 462 147 315 251 2 10 72 6,1 5,0
Q Gezondheids- en welzijnszorg Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2015* 438 140 298 236 2 10 70 5,5 4,6
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het macro-economisch productieproces per regio. Hier worden van verschillende bedrijfseenheden de productie, het verbruik, de toegevoegde waarde, de componenten van de toegevoegde waarde en het arbeidsvolume weergegeven.

De gegevens in deze tabel zijn geclassificeerd naar regio en volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI 2008). Bij de regionale indeling kan gekozen worden uit de verschillende landsdelen (Noord-, Oost-, West- en Zuid-Nederland), provincies en (uitgesplitste) COROP-gebieden.

De cijfers zijn afkomstig uit de regionale rekeningen, de kwantitatieve beschrijving van de economische ontwikkeling van de verschillende regio's binnen een land. Doordat de cijfers aansluiten op de nationale rekeningen geven zij een gecoördineerde beschrijving van de regionale economie en zijn ze bij uitstek geschikt voor de vergelijking van de resultaten van de verscheidene regio's.

De bedragen in deze tabel zijn uitsluitend in lopende prijzen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995 tot en met 2015

Status van de cijfers:
De cijfers van de jaren 1995 - 2014 zijn definitief. Gegevens van het jaar 2015 zijn ook definitief met uitzondering van de variabele arbeidsvolume werkzame personen in arbeidsjaren. Door de late beschikbaarheid van de jaargegevens over zelfstandigen wordt een uitzondering gemaakt voor cijfers over banen, arbeidsjaren en gewerkte uren van zelfstandigen en werkzame personen. Deze gegevens worden pas een jaar later definitief gepubliceerd. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt,

Wijzigingen per 30 november 2018.
Geen, deze tabel is stopgezet.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs een revisie uitgevoerd van de nationale rekeningen. Hierbij worden nieuwe statistische bronnen en ramingsmethoden gebruikt. Deze tabel met gegevens voor revisie is vervangen door tabel productieproces bedrijfstak en regio; nationale rekeningen. Voor aanvullende informatie zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Is er een opvolger?
Deze tabel wordt opgevolgd door productieproces; bedrijfstak en regio; nationale rekeningen.
Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Productie basisprijzen
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Intermediair verbruik
Alle producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het productieproces. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte grondstoffen, halffabricaten en brandstoffen zijn maar ook diensten zoals communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe accountants. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopprijzen, exclusief aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw).
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De toegevoegde waarde is gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen) van een bedrijfseenheid. De som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfseenheden is een belangrijke component van het bruto binnenlands product (bbp). De toegevoegde waarde wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Bruto is inclusief afschrijvingen.
Beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen. De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of niet-werkenden.
Niet-productgebonden belastingen
Niet-productgebonden belastingen op productie. Dit zijn de belastingen op productie die producenten moeten betalen, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte producten. Voorbeelden hiervan zijn de onroerendezaakbelasting, reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.
Niet-productgebonden subsidies
Hieronder vallen de subsidies op productie. De hoogte van de subsidie is onafhankelijk van de waarde of de hoeveelheid geproduceerde en verkochte producten. Het betreft vooral de loonsubsidies.
Exploitatieoverschot (bruto)
Het bruto exploitatieoverschot per bedrijfsklasse is het saldo dat resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie. Bij zelfstandigen wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat. Het exploitatieoverschot van de totale economie wordt bepaald door het totaal van de bedrijfsklassen te vermeerderen met het verschil toegerekende en afgedragen belasting over de toegevoegde waarde (btw). Het netto exploitatieoverschot / gemengd inkomen is gelijk aan het bruto exploitatieoverschot / gemengd inkomen verminderd met de afschrijvingen.
Arbeidsvolume werkzame personen
De hoeveelheid arbeid die in een bepaalde periode is ingezet. Het arbeidsvolume kan worden uitgedrukt in banen, arbeidsjaren of gewerkte uren. Werkzame personen zijn alle personen die een baan hebben bij een in Nederland gevestigd bedrijf of bij een particulier huishouden in Nederland.
Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week, ook als zij:
- arbeid verrichten die op zichzelf genomen legaal is, maar waarvan de beloning aan de registratie door fiscus en sociale zekerheidsautoriteiten wordt onttrokken ('zwarte arbeid');
- tijdelijk geen arbeid verrichten, maar wel doorbetaald krijgen (bijvoorbeeld bij ziekte of vorstverlet);
- tijdelijk onbetaald verlof hebben opgenomen.
Werkzame personen kunnen worden onderscheiden in werknemers en zelfstandigen. Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura. Zelfstandigen zijn personen die een inkomen ontvangen door voor eigen rekening of risico, arbeid te verrichten in het bedrijf of het beroep dat zij zelfstandig uitoefenen. Ook meewerkende gezinsleden worden tot zelfstandigen gerekend, tenzij zij een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan.
Arbeidsvolume werknemers
De hoeveelheid arbeid uitgevoerd door werknemers die in een bepaalde periode is ingezet. Het arbeidsvolume kan worden uitgedrukt in banen, arbeidsjaren of gewerkte uren. Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura.