Bruto-investeringen in materiële vaste activa; volumemutaties; 2005-2018
Perioden | Volumemutaties t.o.v. een jaar eerder (%) |
---|---|
2017 juli* | 11,5 |
2017 augustus* | 8,4 |
2017 september* | 5,0 |
2017 oktober* | 9,6 |
2017 november* | 10,6 |
2017 december* | 0,2 |
2018 januari* | 14,3 |
2018 februari* | 2,7 |
2018 maart* | 5,4 |
2018 april* | 11,1 |
2018 mei* | 2,7 |
2018 juni* | 6,8 |
2018 juli* | 6,2 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
De uitkomsten betreffen de jaar-op-jaar-mutaties van het volume van de bruto-investeringen in materiële vaste activa. Onder de investeringen in materiële vaste activa vallen de uitgaven door vennootschappen, huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk en overheid aan geproduceerde materiële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt. Investeringen in immateriële vaste activa (onderzoek en ontwikkeling, software, licenties e.d.) zijn niet meegerekend.
Gegevens beschikbaar van januari 2005 tot en met juli 2018.
Status van de cijfers:
De cijfers over 2015, 2016, 2017 en 2018 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de voorlopige gegevens niet meer definitief gemaakt.
Wijzigingen per 22 oktober 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs een revisie uitgevoerd van de nationale rekeningen. Hierbij worden nieuwe statistische bronnen en ramingsmethoden gebruikt. Deze tabel met gegevens voor revisie is vervangen door tabel Bruto-investeringen in materiële vaste activa; volumecijfers per maand. Voor aanvullende informatie zie paragraaf 3.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Volumemutaties t.o.v. een jaar eerder
- Procentuele volumemutaties ten opzichte van een jaar eerder. De volumemutaties geven de voor prijsontwikkelingen gecorrigeerde ontwikkelingen van de bruto investeringen in materiële vaste activa weer.
Bruto investeringen in materiële vaste activa:
De aanschaf van productiemiddelen die kunnen worden ingezet tijdens een productieproces en hierbij niet direct worden opgebruikt. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw of een machine zoals een hoogoven. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het 'intermediair verbruik'. Bij grensgevallen wordt volgens internationale afspraken van vaste activa gesproken wanneer zij ten minste één jaar bruikbaar zijn. Hoewel zij niet worden opgebruikt, kunnen vaste activa in de loop der jaren wel in waarde verminderen, door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert ('economische veroudering'). Voor dit verouderingsproces moeten producenten afschrijvingen doen. Bij 'bruto-investeringen' zijn die afschrijvingen niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij 'netto-investeringen' is dit wel het geval.
De volgende investeringen in materiële vaste activa worden onderscheiden: bouwwerken, machines, apparatuur, vervoermiddelen, wapensystemen, computers en in cultuur gebrachte biologische hulpbronnen. De precieze afbakening van de investeringen is te vinden in artikel 3.124 e.v. van het Europees Systeem van Rekeningen 2010 (ESR 2010).