Overheid; sociale uitkeringen 1995-2017

Overheid; sociale uitkeringen 1995-2017

Perioden Totaal sociale uitkeringen Totaal uitkeringen in geld en natura (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Wett. soc. uitkeringen in geld en natura (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Wet op de Arbeidsongeschiktheid (WAO) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Werk en Inkomen Arbeidsvermogen (WIA) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfst. (WAZ) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Wet Arbeid en Zorg (WAZO) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Werkloosheidswet (WW) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Ziektewet (ZW-vangnet) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Algemene Ouderdomswet (AOW) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Algemene Nabestaandenwet (ANW/AWW) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Zorgverzekeringswet (ZVW) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Algemene Wet Bijzondere Ziektekn (AWBZ) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal wettelijke sociale uitkeringen Wet Langdurige Zorg (WLZ) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Voorzieningen in geld en natura (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Uitkeringen oorlogsslachtoffers (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Wet arbeidsong. jonggehandic. (Wajong) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Inkomensvoorz. Ouderen (IOAW/IOAZ) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Algemene Kinderbijslagwet (AKW) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Studiebeurzen (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Premies koopwoningen (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Wet Werk en Bijstand (WWB/ABW) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Aanv. Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Toeslagenwet (TW) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Zorgtoeslag (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen MKOB/Tegemoetkoming AOW (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Kindgebonden budget (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Wet Maatsch.Ondersteuning (WMO) (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Huurtoeslag (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen OV-jaarkaart studerenden (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Rechtsbijstand (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Bijdrage onderwijs in ac. ziekenhuizen (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Kinderopvang (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Leerlingenvervoer (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Bijdragen asielzoekers en minderheden (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Re-integratie (mln euro) Totaal sociale uitkeringen Totaal voorzieningen Overig (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Totaal sociale uitkeringen in geld (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Totaal wettelijke sociale uitk. in geld (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Arbeidsongeschiktheidsfonds Totaal Arbeidsongeschiktheidsfonds (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Arbeidsongeschiktheidsfonds Wet op de Arbeidsongeschiktheid (WAO) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Arbeidsongeschiktheidsfonds Werk en Inkomen Arbeidsvermogen (WIA) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Arbeidsongeschiktheidsfonds Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfst. (WAZ) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Arbeidsongeschiktheidsfonds Ziektewet (ZW-vangnet) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Arbeidsongeschiktheidsfonds Wet Arbeid en Zorg (WAZO) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Werkhervattingskas Totaal Werkhervattingskas (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Werkhervattingskas Werk en Inkomen Arbeidsvermogen (WIA) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Werkhervattingskas Ziektewet (ZW-vangnet) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Algemeen Werkloosheidsfonds Totaal Algemeen Werkloosheidsfonds (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Algemeen Werkloosheidsfonds Werkloosheidswet (WW) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Algemeen Werkloosheidsfonds Ziektewet (ZW-vangnet) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Sectorfondsen Totaal Sectorfondsen (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Sectorfondsen Werkloosheidswet (WW) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Sectorfondsen Werk en Inkomen Arbeidsvermogen (WIA) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Sectorfondsen Ziektewet (ZW-vangnet) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Uitvoeringsfonds voor de Overheid Totaal Uitvoeringsfonds voor de Overheid (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Uitvoeringsfonds voor de Overheid Werkloosheidswet (WW) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Uitvoeringsfonds voor de Overheid Werk en Inkomen Arbeidsvermogen (WIA) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Uitvoeringsfonds voor de Overheid Ziektewet (ZW-vangnet) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Algemeen Ouderdomsfonds Algemene Ouderdomswet (AOW) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Algemeen Nabestaandenfonds Algemene Nabestaandenwet (ANW/AWW) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Zorgverzekeringsfonds Zorgverzekeringswet (ZVW) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Wettelijk sociale uitkeringen in geld Fonds Langdurige Zorg Wet Langdurige Zorg (WLZ) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Totaal sociale voorzieningen in geld (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Uitkeringen oorlogsslachtoffers (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Wet arbeidsong. jonggehandic. (Wajong) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Inkomensvoorz. Ouderen (IOAW/IOAZ) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Algemene Kinderbijslagwet (AKW) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Studiebeurzen (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Premies koopwoningen (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Wet Werk en Bijstand (WWB/ABW) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Aanv. Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Toeslagenwet (TW) (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Zorgtoeslag (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld MKOB/Tegemoetkoming AOW (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Kindgebonden budget (mln euro) Sociale uitkeringen in geld Sociale voorzieningen in geld Overig (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Totaal sociale uitkeringen in natura (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Wettelijk sociale uitkeringen in natura Totaal wettelijk sociale uitk. in natura (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Wettelijk sociale uitkeringen in natura Zorgverzekeringsfonds Zorgverzekeringswet (ZVW) (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Wettelijk sociale uitkeringen in natura Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten Algemene Wet Bijzondere Ziektekn (AWBZ) (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Wettelijk sociale uitkeringen in natura Fonds Langdurige Zorg Wet Langdurige Zorg (WLZ) (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Totaal sociale voorzieningen in natura (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Wet Werk en Bijstand (WWB/ABW) (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Wet Maatsch.Ondersteuning (WMO) (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Huurtoeslag (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura OV-jaarkaart studerenden (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Rechtsbijstand (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Bijdrage onderwijs in ac. ziekenhuizen (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Kinderopvang (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Leerlingenvervoer (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Bijdragen asielzoekers en minderheden (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Re-integratie (mln euro) Sociale uitkeringen in natura Sociale voorzieningen in natura Overig (mln euro)
2016 1e kwartaal* 35.956 27.009 . . . . . . . . . . . 8.947 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17.865 12.854 2.055 . . . . . 286 . . 1.026 . . 606 . . . 86 . . . 8.531 101 161 2 5.011 . . . . . . . . . . . . . 18.091 14.155 9.595 59 4.501 3.936 . . . . . . . . . . .
2016 2e kwartaal* 40.352 30.925 . . . . . . . . . . . 9.427 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22.121 16.531 2.742 . . . . . 385 . . 1.330 . . 714 . . . 114 . . . 10.962 121 162 1 5.590 . . . . . . . . . . . . . 18.231 14.394 10.075 22 4.297 3.837 . . . . . . . . . . .
2016 3e kwartaal* 35.854 26.826 . . . . . . . . . . . 9.028 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18.124 12.921 2.106 . . . . . 301 . . 955 . . 509 . . . 91 . . . 8.698 98 161 2 5.203 . . . . . . . . . . . . . 17.730 13.905 9.508 8 4.389 3.825 . . . . . . . . . . .
2016 4e kwartaal* 36.107 27.287 . . . . . . . . . . . 8.820 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17.980 12.963 2.184 . . . . . 282 . . 912 . . 488 . . . 88 . . . 8.750 96 161 2 5.017 . . . . . . . . . . . . . 18.127 14.324 9.730 20 4.574 3.803 . . . . . . . . . . .
2016* 148.269 112.047 4.534 3.880 150 1.128 5.922 1.646 36.941 416 39.553 109 17.768 36.222 258 3.090 301 3.310 579 6 6.107 239 783 4.204 1 1.908 5.281 3.339 86 384 444 1.981 191 153 170 3.407 76.090 55.269 9.087 4.534 2.801 150 474 1.128 1.254 784 470 4.223 3.569 654 2.317 2.011 280 26 379 342 15 22 36.941 416 645 7 20.821 258 3.090 301 3.310 579 6 5.624 239 783 4.204 1 1.908 518 72.179 56.778 38.908 109 17.761 15.401 483 5.281 3.339 86 384 444 1.981 191 153 170 2.889
2017 1e kwartaal* 36.577 27.461 . . . . . . . . . . . 9.116 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18.134 13.022 2.116 . . . . . 308 . . 898 . . 573 . . . 87 . . . 8.771 93 176 5.112 . . . . . . . . . . . . . 18.443 14.439 9.832 4.607 4.004 . . . . . . . . . . .
2017 2e kwartaal* 40.936 31.142 . . . . . . . . . . . 9.794 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22.302 16.421 2.813 . . . . . 396 . . 1.222 . . 688 . . . 115 . . . 10.892 119 176 5.881 . . . . . . . . . . . . . 18.634 14.721 10.310 4.411 3.913 . . . . . . . . . . .
2017 3e kwartaal* 36.771 27.546 . . . . . . . . . . . 9.225 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18.494 13.162 2.274 . . . . . 322 . . 840 . . 490 . . . 91 . . . 8.877 92 176 5.332 . . . . . . . . . . . . . 18.277 14.384 9.847 4.537 3.893 . . . . . . . . . . .
2017 4e kwartaal* 36.512 27.735 . . . . . . . . . . . 8.777 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17.797 12.910 2.149 . . . . . 314 . . 764 . . 456 . . . 92 . . . 8.871 89 175 4.887 . . . . . . . . . . . . . 18.715 14.825 10.196 4.629 3.890 . . . . . . . . . . .
2017* 150.796 113.884 4.337 4.393 136 1.131 5.370 1.641 37.411 393 40.888 0 18.184 36.912 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76.727 55.515 9.352 4.337 3.255 136 493 1.131 1.340 858 482 3.724 3.118 606 2.207 1.906 267 34 385 346 13 26 37.411 393 703 21.212 . . . . . . . . . . . . . 74.069 58.369 40.185 18.184 15.700 . . . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de sociale uitkeringen door de overheid. De gebruikte begrippen sluiten aan bij de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010). Om de toegankelijkheid van de tabel te verhogen, worden in sommige gevallen gangbare omschrijvingen van inkomsten- en uitgavencategorieën gebruikt in plaats van de termen uit de Nationale rekeningen. De betreffende Nationale rekeningen-term wordt dan in de toelichting vermeld. De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen. Er kunnen kleine tijdelijke verschillen met de publicaties van de Nationale rekeningen optreden doordat de gepubliceerde cijfers van de overheidsrekeningen soms actueler zijn.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaarcijfers van 1995 tot en met 2017, kwartaalcijfers van 1999 tot en met 2017.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel hebben voor de periode 1995-2014 de status definitief. De kwartalen van 2015 hebben de status voorlopig. De jaarcijfers van 2015 hebben de status definitief. De cijfers van 2016 en 2017 hebben de status voorlopig.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 22 juni 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Overheid; sociale uitkeringen. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Totaal sociale uitkeringen
Deze uitkeringen worden aan huishoudens toegekend om financiële zekerheid te bieden tegen een aantal risico's (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het overlijden van naasten en werkloosheid) of om in bepaalde behoeften te voorzien (zoals huisvesting en onderwijs). Hieronder vallen de uitkeringen wettelijke sociale verzekering en uitkeringen sociale voorziening.
Totaal uitkeringen in geld en natura
Deze uitkeringen worden aan huishoudens toegekend om financiële zekerheid te bieden tegen een aantal risico's (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het overlijden van naasten en werkloosheid) of om in bepaalde behoeften te voorzien (zoals huisvesting en onderwijs). Hieronder vallen de uitkeringen wettelijke sociale uitkeringen en voorzieningen in geld en natura.
Totaal wettelijke sociale uitkeringen
De wettelijke sociale uitkeringen zijn inkomensoverdrachten in geld of in natura, die door wettelijke sociale verzekeringsinstellingen aan personen of huishoudens worden toegekend om de financiële lasten te verlichten die voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (arbeidsongeschiktheid, ziekte, overlijden, werkloosheid). De gehele Nederlandse bevolking of grote delen daarvan zijn verplicht om aan de wettelijke sociale regelingen deel te nemen dan wel premies te betalen.

Uitgezonderd: uitkeringen op grond van eigen bijdragen en inkomensoverdrachten, die gefinancierd worden uit algemene middelen (belasting). De wettelijke sociale uitkeringen zijn gerubriceerd naar bekostigend fonds.
Wett. soc. uitkeringen in geld en natura
Wettelijke sociale uitkeringen in geld en natura.
De Wettelijke sociale uitkeringen in geld en natura worden aan huishoudens toegekend om financiële zekerheid te bieden tegen een aantal risico's (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het overlijden van naasten en werkloosheid) of om in bepaalde behoeften te voorzien (zoals huisvesting en onderwijs). Hieronder vallen de uitkeringen wettelijke sociale verzekeringen en voorzieningen in geld en natura.
Wet op de Arbeidsongeschiktheid (WAO)
De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) voorziet in een loonvervangende uitkering voor werknemers die vóór 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden en na 1 jaar nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt waren.

Op 1 juli 1967 is de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) in werking getreden. Vanaf 29 december 2005 is de WAO opgevolgd door de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De WIA geldt voor mensen die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden en na 2 jaar nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Bestaande WAO-uitkeringen blijven doorlopen.
Werk en Inkomen Arbeidsvermogen (WIA)
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is een wet die als doel heeft om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan twee jaar).

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is op 29 december 2005 in werking getreden als opvolger van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).
Binnen de WIA wordt onderscheid gemaakt tussen:
1. Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA); deze regeling verstrekt uitkeringen aan volledig en duurzaam arbeidsongeschikten.
2. Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA); deze regeling verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikten.
In 2006 werden alle WIA-uitkeringen betaald uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds.
Per 1 januari 2007 worden de WGA-uitkeringen gefinancierd uit:
- de Werkhervattingskas voor uitkeringen korter dan 10 jaar, uitgezonderd de vangnetgroepen;
- het Arbeidsongeschiktheidsfonds voor alle uitkeringen vanaf een duur van 10 jaar, loonaanvullingen voor het deel boven de vervolguitkering en uitkeringen aan vangnetgroepen (uitgezonderd flexwerkers);
- de Sectorfondsen voor uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers uit het bedrijfsleven;
- het Uitvoeringsfonds voor de Overheid voor uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers bij de overheid.
De IVA-uitkeringen worden de gehele looptijd vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds gefinancierd.
Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfst. (WAZ)
De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) is tot 1 augustus 2004 een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid.

Op 1 januari 1998 is de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) in werking getreden en is met ingang van 1 augustus 2004 stopgezet. Verzekerden die vóór 1 augustus 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden, kunnen nog in aanmerking komen voor een uitkering. Bestaande WAZ-uitkeringen blijven doorlopen.
Wet Arbeid en Zorg (WAZO)
In de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) zijn allerlei wettelijke verlofvormen gebundeld, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof.

Op 1 december 2001 is de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) in werking getreden.
Werkloosheidswet (WW)
De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit een dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. De WW heeft betrekking op zowel werknemers uit het bedrijfsleven als (ex) overheidspersoneel.

Op 1 juli 1952 is de Werkloosheidswet (WW) ingevoerd.
Ziektewet (ZW-vangnet)
De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt.

De vangnetgroepen, onder andere ten behoeve van zwangerschap en zieke werklozen, worden sinds 2002 apart geregistreerd als onderdeel van de werkloosheidsfondsen (AWf, Sfn en Ufo). De vangnetgroepen bestaan vanaf 1997.
Algemene Ouderdomswet (AOW)
De Algemene Ouderdomswet (AOW) is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

Op 1 januari 1957 is de Algemene Ouderdomswet (AOW) in werking getreden.
Algemene Nabestaandenwet (ANW/AWW)
De Algemene nabestaandenwet (ANW) is een wettelijke verzekering tegen de financiële gevolgen van overlijden van een partner of ouders. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. Nabestaanden die vóór 1950 geboren zijn of kinderen hebben onder de 18 jaar komen hiervoor in aanmerking.

De Algemene Weduwen en- Wezenwet (AWW) trad op 1 oktober 1959 in werking. Op 1 juli 1996 is de Algemene Weduwen en- Wezenwet vervangen door de Algemene Nabestaandenwet (ANW).
Zorgverzekeringswet (ZVW)
De Zorgverzekeringswet (ZVW) bevat de plicht om een verzekering voor ziektekosten af te sluiten. De ZVW is van toepassing op iedereen die rechtmatig in Nederland woont of hier loon- of inkomstenbelasting betaalt. Er is een basispakket aan kortdurende, op genezing gerichte zorg vastgelegd. Voor zorg die niet in het pakket van de ZVW zit, kan men op vrijwillige basis een aanvullende verzekering afsluiten.

De Zorgverzekeringswet (ZVW) is op 1 januari 2006 in werking getreden en vervangt onder andere de Ziekenfondswet-verplicht (ZFW-vp). In het kader van wettelijke sociale verzekeringen wordt alleen het basisgedeelte van de ZVW beschreven.

Grensoverschrijdende ZVW-uitkeringen worden geregistreerd als uitkeringen in geld.
Algemene Wet Bijzondere Ziektekn (AWBZ)
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) heeft tot doel de gehele bevolking te verzekeren tegen het risico van bijzondere ziektekosten. Het gaat hierbij om zware geneeskundige risico's die niet via de zorgverzekering gedekt zijn, zoals verblijf in een verpleeghuis of instelling voor gehandicapten.

In 1968 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in werking getreden. Via de AWBZ wordt vooral specifieke, complexe, langdurige, multidisciplinaire zorg verleend aan mensen met een geestelijke, lichamelijke, verstandelijke of zintuigelijke aandoening of beperking. Ook voorzieningen van de preventieve gezondheidszorg vallen onder deze regeling. Op 1 januari 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen door de Wet Langdurige Zorg (WLZ).
Wet Langdurige Zorg (WLZ)
De Wet Langdurige Zorg (WLZ) is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.

Tegelijkertijd met de introductie van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) per 1 januari 2015 is ook het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) ingevoerd. De Wet Langdurige Zorg vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Grensoverschrijdende WLZ-uitkeringen worden geregistreerd als uitkeringen in geld.
Totaal voorzieningen
Voorzieningen zijn uitkeringen die niet het karakter van een verzekeringsuitkering hebben. Er vindt namelijk geen premieheffing plaats; de voorziening komt direct ten laste van de algemene middelen van de overheid.
Voorzieningen in geld en natura
De wettelijke sociale voorzieningen in geld en natura zijn uitkeringen in geld en goederen en diensten die worden toegekend aan personen of huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (arbeidsongeschiktheid, ziekte, overlijden, werkloosheid).
Uitkeringen oorlogsslachtoffers
Uitkeringen oorlogsslachtoffers 1940-1945 zijn uitkeringen aan (nabestaanden van) slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

Vanaf 1947 zijn de Uitkeringen Oorlogsslachtoffers 1940-1945 ingevoerd.
Wet arbeidsong. jonggehandic. (Wajong)
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) is een regeling voor mensen die op jonge leeftijd arbeidsongeschikt worden. Ook arbeidsongeschikte studenten komen in aanmerking voor een Wajong-uitkering. Het fonds wordt volledig gefinancierd door een rijksbijdrage.

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) is op 1 januari 1998 ingevoerd en deze wet nam een deel van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) over.
Inkomensvoorz. Ouderen (IOAW/IOAZ)
De inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) biedt een inkomensgarantie tot het niveau van het sociaal minimum aan oudere werklozen tot 65 jaar van wie de WW-uitkering is afgelopen. De inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (IOAZ) biedt dezelfde inkomensgarantie aan voormalige zelfstandigen tot 65 jaar, die noodgedwongen hun bedrijf of beroep hebben moeten beëindigen omdat de inkomsten daaruit onvoldoende waren.

De IOAW en IOAZ zijn in 1987 ingevoerd.
Algemene Kinderbijslagwet (AKW)
De Algemene kinderbijslagwet (AKW) biedt een financiële tegemoetkoming in de kosten van het onderhoud van kinderen. Voor kinderen geboren vóór 1 januari 1995, is de kinderbijslag afhankelijk van zowel de gezinsgrootte als de leeftijd van de kinderen. Voor kinderen die geboren zijn op of na 1 januari 1995 krijgen de ouders een vast bedrag, afhankelijk van de leeftijd van het kind.

In 1963 is de AKW ingevoerd. De AKW was tot 1988 een verzekering. Door de overgang van premiefinanciering naar rijksfinanciering behoort deze regeling vanaf 1989 tot de voorzieningen.
Studiebeurzen
Studiebeurzen zijn sociale voorzieningen voor studenten. Deze beurs valt onder de Wet Studiefinanciering 18+ en bestaat uit een basisbeurs en een aanvullende beurs.

De studiebeurs is ingevoerd in de jaren dertig. Sinds 1997 hoort ook de basistoelage van de Tegemoetkoming Studiekosten 18+ bij de studiebeurs.
Premies koopwoningen
Premies koopwoningen verminderen de maandelijkse financieringslasten van een koopwoning. Het Rijk betaalt deze premies aan huishoudens.

De regeling premies koopwoning is ingevoerd in 1969.
Wet Werk en Bijstand (WWB/ABW)
De Wet werk en bijstand (WWB) is een sociale voorziening voor personen die zelf geen inkomen of vermogen hebben om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel gaat het om een laatste (aanvullende) voorziening.

De Wet werk en bijstand (WWB) is op 1 januari 2004 in werking getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (ABW), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (ID-banen). Er zijn zowel uitkeringen in geld als uitkeringen in natura. De Algemene Bijstandswet (ABW) is in 1965 in werking getreden.
Aanv. Inkomensvoorziening Ouderen (AIO)
De Aanvullende inkomensvoorziening ouderen is een aanvullende bijstandsuitkering verzorgd door de Sociale Verzekeringsbank aan mensen met een onvolledig AOW-pensioen.

De Aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) is op 1 januari 2010 in werking getreden ter vervanging van de Wet Werk en Bijstand 65-plus (WWB65+).
Toeslagenwet (TW)
De Toeslagenwet (TW) verstrekt toeslagen op uitkeringen in het geval van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid tot het relevante sociale minimum.

De Toeslagenwet (TW) is per 1 januari 1987 in werking getreden.
Zorgtoeslag
De zorgtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten van de premie van de zorgverzekering en wordt geregistreerd als een sociale voorziening in geld.

De zorgtoeslag is ingevoerd in 2006, als onderdeel van het nieuwe zorgstelsel.
MKOB/Tegemoetkoming AOW
De Wet Mogelijkheid Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen (MKOB) is een uitkering ter compensatie van koopkrachtsverlies bovenop de AOW-uitkering.

De tegemoetkoming AOW werd op 1 januari 2005 ingevoerd. De tegemoetkoming AOW is op 1 juli 2011 vervangen door de Wet Mogelijkheid Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen (MKOB). De MKOB is per 1 januari 2015 afgeschaft en wordt opgevolgd door de Inkomens ondersteuning AOW. De Inkomens ondersteuning AOW valt voortaan onder de AOW en wordt niet langer vermeld als een aparte regeling.
Kindgebonden budget
Het kindgebonden budget is een uitkering voor gezinnen met minderjarige kinderen. Voor de kinderen wordt kinderbijslag ontvangen en de kinderen worden door de ouders in belangrijke mate onderhouden.

Het kindgebonden budget (kgb) werd ingevoerd op 1 januari 2009 en vervangt de kindertoeslag (een tijdelijke regeling die alleen in 2008 van kracht was). Het cijfer van 2008 betreft dus eigenlijk de kindertoeslag.
Wet Maatsch.Ondersteuning (WMO)
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is persoonsgebonden steun door gemeenten met als doel om mensen met een beperking zo lang mogelijk maatschappelijk zelfstandig te laten functioneren.

Sinds 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ingevoerd.
Huurtoeslag
Huurtoeslag betreft uitkeringen sociale voorzieningen in Natura waar een huurder voor in aanmerking kan komen als de huur te hoog is in vergelijking met het inkomen.

In 1970 zijn de Individuele huursubsidies (IHS) in werking getreden. Vanaf 2006 is de huursubsidie vervangen door de huurtoeslag.
OV-jaarkaart studerenden
De OV-jaarkaart studerenden is een persoonsgebonden vervoerbewijs voor het Nederlands openbaar vervoer. De kaart wordt door de Informatie Beheer Groep uitgereikt als onderdeel van de studiefinanciering aan MBO-, HBO- en WO-studenten vanaf 18 jaar.

De OV-jaarkaart studerenden is in het najaar van 1990 ingevoerd.
Rechtsbijstand
De Rechtsbijstand is een inkomensafhankelijke bijdrage voor rechtskundige bijstand.

Sinds 1 januari 1994 is de Wet op de rechtsbijstand van kracht geworden. Deze wet vervangt de Wet rechtsbijstand aan on- en minvermogenden (Wrom) die sinds 1 januari 1958 van kracht was.
Bijdrage onderwijs in ac. ziekenhuizen
De bijdrage voor onderwijs in academische ziekenhuizen is een uitkering in natura aan studenten die in het kader van hun opleiding werkzaam zijn in academische ziekenhuizen.

In de jaren dertig is de bijdrage voor onderwijs in academische ziekenhuizen in werking getreden.
Kinderopvang
Kinderopvang is een inkomensafhankelijke uitkering in het kader van de Wet Kinderopvang met als doel het ook voor lagere inkomens mogelijk te maken kinderen op te laten vangen.

In 1995 is de regeling Kinderopvang ingevoerd.
Leerlingenvervoer
Leerlingenvervoer is het vervoer van leerlingen in het basis- en bijzonder onderwijs om medische of godsdienstige redenen naar hun school. Ouders zijn een inkomensafhankelijke eigen bijdrage verschuldigd.

In 1987 is de regeling leerlingenvervoer ingevoerd.
Bijdragen asielzoekers en minderheden
De Bijdrage voor asielzoekers en minderheden zijn voorzieningen aan asielzoekers en minderheden voor de eerste levensbehoeften, zoals onderdak, kleding, voedsel en onderwijs.

De regelingen vormen een verzameling van voorzieningen, zoals de zakgeldregeling asielzoekers en de opvangcentra voor asielzoekers. Vanaf 1987 worden deze regelingen apart waargenomen.
Re-integratie
Re-integratie betreft een samentelling van een groot aantal regelingen die per gemeente vaak verschillend wordt ingevuld. Deze hebben voornamelijk betrekking op het weer aan het werk helpen van mensen.

Voorbeelden van de regeling Re-integratie zijn het verbeteren van sollicitatievaardigheden, begeleiding bij het opstellen van een goede sollicitatiebrief en cv, zoeken naar geschikte vacatures, verbeteren van Nederlandse taalvaardigheid en het volgen van een geschikte opleidingen of cursus. Deze regeling is na revisie 2010 opgenomen vanaf 1995.
Overig
Overige uitkeringen in geld of natura bestaan uit kleine, meestal kortlopende regelingen. De Flexibele uittredingsregelingen zijn niet meer apart opgenomen in de Statline tabel, maar zijn vanwege het aflopen van de vervroegde uittredingsregelingen opgenomen in Overig.
Sociale uitkeringen in geld
Deze uitkeringen worden aan huishoudens toegekend om financiële zekerheid te bieden tegen een aantal risico's (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het overlijden van naasten en werkloosheid) of om in bepaalde behoeften te voorzien (zoals huisvesting en onderwijs). Hieronder vallen de uitkeringen wettelijke sociale verzekeringen en voorzieningen in geld.
Totaal sociale uitkeringen in geld
Deze uitkeringen worden aan huishoudens toegekend om financiële zekerheid te bieden tegen een aantal risico's (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het overlijden van naasten en werkloosheid) of om in bepaalde behoeften te voorzien (zoals huisvesting en onderwijs). Hieronder vallen de uitkeringen wettelijke sociale verzekeringen en voorzieningen in geld.
Wettelijk sociale uitkeringen in geld
De wettelijke sociale uitkeringen in geld zijn inkomensoverdrachten in geld, die door wettelijke sociale verzekeringsinstellingen aan personen of huishoudens worden toegekend om de financiële lasten te verlichten die voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (arbeidsongeschiktheid, ziekte, overlijden, werkloosheid). De gehele Nederlandse bevolking of grote delen daarvan zijn verplicht om aan de wettelijke sociale regelingen deel te nemen dan wel premies te betalen. Uitgezonderd: uitkeringen op grond van eigen bijdragen en inkomensoverdrachten, die bekostigd worden uit algemene middelen (belasting). De wettelijke sociale uitkeringen in geld zijn gerubriceerd naar bekostigend fonds.
Totaal wettelijke sociale uitk. in geld
De wettelijke sociale uitkeringen in geld zijn inkomensoverdrachten in geld, die door wettelijke sociale verzekeringsinstellingen aan personen of huishoudens worden toegekend om de financiële lasten te verlichten die voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (arbeidsongeschiktheid, ziekte, overlijden, werkloosheid). De gehele Nederlandse bevolking of grote delen daarvan zijn verplicht om aan de wettelijke sociale regelingen deel te nemen dan wel premies te betalen. Uitgezonderd: uitkeringen op grond van eigen bijdragen en inkomensoverdrachten, die bekostigd worden uit algemene middelen (belasting). De wettelijke sociale uitkeringen in geld zijn gerubriceerd naar bekostigend fonds.
Arbeidsongeschiktheidsfonds
Het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) financiert de WAO-uitkering na vijf jaar van arbeidsongeschiktheid. Bovendien financiert het Aof vanaf 1 januari 2004 de WAZ-uitkering, vanaf 1 januari 2006 de WIA-uitkering en vanaf 1 januari 2008 de WAZO. Met ingang van 2007 financiert het Aof slechts een deel van de WIA-uitkeringen, namelijk alle IVA-uitkeringen en WGA-uitkeringen die al minimaal 10 jaar worden uitgekeerd.

Het Arbeidsongeschiktheidsfonds is in 1967 ingevoerd. De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) voorziet in een loonvervangende uitkering voor werknemers die vóór 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden en na 1 jaar nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt waren. De WAO is met ingang van 29 december 2005 vervangen door de WIA. De WIA geldt voor mensen die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden. De WAO blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden. De Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) bestaat uit twee regelingen: de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA), die een loonvervangende uitkering verzorgt voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), die een aanvulling op het met arbeid verdiende inkomen verzorgt, of een minimumuitkering als men niet of niet voldoende werkt. De Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) was tot 1 augustus 2004 een verplichte verzekering voor zelfstandigen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof. De WAZO wordt vanaf 2014 geheel uit het Aof gefinancierd. Het AOF financiert met ingang van 1 januari 2014 ook een deel van de ZW-vangnet.
Totaal Arbeidsongeschiktheidsfonds
Het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) financiert de WAO-uitkering na vijf jaar van arbeidsongeschiktheid. Bovendien financiert het Aof vanaf 1 januari 2004 de WAZ-uitkering, vanaf 1 januari 2006 de WIA-uitkering en vanaf 1 januari 2008 de WAZO. Met ingang van 2007 financiert het Aof slechts een deel van de WIA-uitkeringen, namelijk alle IVA-uitkeringen en WGA-uitkeringen die al minimaal 10 jaar worden uitgekeerd.

Het Arbeidsongeschiktheidsfonds is in 1967 ingevoerd. De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) voorziet in een loonvervangende uitkering voor werknemers die vóór 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden en na 1 jaar nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt waren. De WAO is met ingang van 29 december 2005 vervangen door de WIA. De WIA geldt voor mensen die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden. De WAO blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden. De Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) bestaat uit twee regelingen: de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA), die een loonvervangende uitkering verzorgt voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), die een aanvulling op het met arbeid verdiende inkomen verzorgt, of een minimumuitkering als men niet of niet voldoende werkt. De Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) was tot 1 augustus 2004 een verplichte verzekering voor zelfstandigen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof. De WAZO wordt vanaf 2014 geheel uit het Aof gefinancierd.
Wet op de Arbeidsongeschiktheid (WAO)
De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) voorziet in een loonvervangende uitkering voor werknemers die vóór 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden en na 1 jaar nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt waren.

Op 1 juli 1967 is de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) in werking getreden. Vanaf 29 december 2005 is de WAO opgevolgd door de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De WIA geldt voor mensen die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden en na 2 jaar nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Bestaande WAO-uitkeringen blijven doorlopen.
Werk en Inkomen Arbeidsvermogen (WIA)
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is een wet die als doel heeft om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan twee jaar).

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is op 29 december 2005 in werking getreden als opvolger van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).
Binnen de WIA wordt onderscheid gemaakt tussen:
1. Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA); deze regeling verstrekt uitkeringen aan volledig en duurzaam arbeidsongeschikten.
2. Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA); deze regeling verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikten.
In 2006 werden alle WIA-uitkeringen betaald uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Per 1 januari 2007 worden de WGA-uitkeringen gefinancierd uit:
- de Werkhervattingskas voor uitkeringen korter dan 10 jaar, uitgezonderd de vangnetgroepen;
- het Arbeidsongeschiktheidsfonds voor alle uitkeringen vanaf een duur van 10 jaar, loonaanvullingen voor het deel boven de vervolguitkering en uitkeringen aan vangnetgroepen (uitgezonderd flexwerkers);
- de Sectorfondsen voor uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers uit het bedrijfsleven;
- het Uitvoeringsfonds voor de Overheid voor uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers bij de overheid.
De IVA-uitkeringen worden de gehele looptijd vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds gefinancierd.
Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfst. (WAZ)
De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) is tot 1 augustus 2004 een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid.

Op 1 januari 1998 is de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) in werking getreden en is met ingang van 1 augustus 2004 stopgezet. Verzekerden die vóór 1 augustus 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden, kunnen nog in aanmerking komen voor een uitkering. Bestaande WAZ-uitkeringen blijven doorlopen.
Ziektewet (ZW-vangnet)
De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt.

De vangnetgroepen, onder andere ten behoeve van zwangerschap en zieke werklozen, worden sinds 2002 apart geregistreerd als onderdeel van de werkloosheidsfondsen (AWf, Sfn en Ufo). De vangnetgroepen bestaan vanaf 1997.

Het AOF financiert met ingang van 1 januari 2014 ook een deel van de ZW-vangnet.
Wet Arbeid en Zorg (WAZO)
In de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) zijn allerlei wettelijke verlofvormen gebundeld, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof.

Op 1 december 2001 is de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) in werking getreden. De WAZO wordt vanaf 2014 geheel uit het Aof gefinancierd.
Werkhervattingskas
De Werkhervattingskas (Whk) financiert vanaf 2007 de eerste tien jaar van de WGA-uitkering voor werknemers, behalve voor de vangnetgroepen (zoals zwangere vrouwen en uitzendkrachten).

De Werkhervattingskas is in 2007 ingevoerd. De Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) is de opvolger van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De WIA bestaat uit twee regelingen: de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA), die een loonvervangende uitkering verzorgt voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), die het met arbeid verdiende inkomen aanvult of een minimumuitkering biedt als men niet of niet voldoende werkt.

Met ingang van 2014 worden uitkeringen WGA-vangnet (onderdeel WIA) voor flexwerkers en uitkeringen ZW voor flexwerkers uit de Whk gefinancierd als gevolg van de inwerkingtreding van de wet Beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (Wet BeZaVa).
Totaal Werkhervattingskas
De Werkhervattingskas (Whk) financiert vanaf 2007 de eerste tien jaar van de WGA-uitkering voor werknemers, behalve voor de vangnetgroepen (zoals zwangere vrouwen en uitzendkrachten).

De Werkhervattingskas is in 2007 ingevoerd. De Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) is de opvolger van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De WIA bestaat uit twee regelingen: de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA), die een loonvervangende uitkering verzorgt voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), die het met arbeid verdiende inkomen aanvult of een minimumuitkering biedt als men niet of niet voldoende werkt.

Met ingang van 2014 worden uitkeringen WGA-vangnet (onderdeel WIA) voor flexwerkers en uitkeringen ZW voor flexwerkers uit de Whk gefinancierd als gevolg van de inwerkingtreding van de wet Beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (Wet BeZaVa).
Werk en Inkomen Arbeidsvermogen (WIA)
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is een wet die als doel heeft om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan twee jaar).

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is op 29 december 2005 in werking getreden als opvolger van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).
Binnen de WIA wordt onderscheid gemaakt tussen:
1. Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA); deze regeling verstrekt uitkeringen aan volledig en duurzaam arbeidsongeschikten.
2. Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA); deze regeling verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikten.
In 2006 werden alle WIA-uitkeringen betaald uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Per 1 januari 2007 worden de WGA-uitkeringen gefinancierd uit:
- de Werkhervattingskas voor uitkeringen korter dan 10 jaar, uitgezonderd de vangnetgroepen;
- het Arbeidsongeschiktheidsfonds voor alle uitkeringen vanaf een duur van 10 jaar, loonaanvullingen voor het deel boven de vervolguitkering en uitkeringen aan vangnetgroepen (uitgezonderd flexwerkers);
- de Sectorfondsen voor uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers uit het bedrijfsleven;
- het Uitvoeringsfonds voor de Overheid voor uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers bij de overheid.
De IVA-uitkeringen worden de gehele looptijd vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds gefinancierd.
Ziektewet (ZW-vangnet)
De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt.

De vangnetgroepen, onder andere ten behoeve van zwangerschap en zieke werklozen, worden sinds 2002 apart geregistreerd als onderdeel van de werkloosheidsfondsen (AWf, Sfn en Ufo). De vangnetgroepen bestaan vanaf 1997.

Het AOF financiert met ingang van 1 januari 2014 ook een deel van de ZW-vangnet.
Algemeen Werkloosheidsfonds
Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) financiert de WW-uitkering voor ex-werknemers in de marktsector. Het betreft uitkeringen die langer dan zes maanden lopen. Daarnaast betaalt het fonds de ZW-uitkeringen aan een aantal vangnetgroepen: zwangere vrouwen, zieke werklozen, vrijwillig verzekerden en herintredende arbeidsongeschikten. Ook de WAZO-uitkeringen aan zwangere vrouwen komen voor rekening van het AWf.

Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) is op 1 juli 1952 ingevoerd. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof. De WAZO wordt vanaf 2014 geheel uit het Aof gefinancierd.
Totaal Algemeen Werkloosheidsfonds
Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) financiert de WW-uitkering voor ex-werknemers in de marktsector. Het betreft uitkeringen die langer dan zes maanden lopen. Daarnaast betaalt het fonds de ZW-uitkeringen aan een aantal vangnetgroepen: zwangere vrouwen, zieke werklozen, vrijwillig verzekerden en herintredende arbeidsongeschikten. Ook de WAZO-uitkeringen aan zwangere vrouwen komen voor rekening van het AWf.

Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) is op 1 juli 1952 ingevoerd. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof.
Werkloosheidswet (WW)
De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit een dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. De WW heeft betrekking op zowel werknemers uit het bedrijfsleven als (ex) overheidspersoneel.

Op 1 juli 1952 is de Werkloosheidswet (WW) ingevoerd.
Ziektewet (ZW-vangnet)
De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt.

De vangnetgroepen, onder andere ten behoeve van zwangerschap en zieke werklozen, worden sinds 2002 apart geregistreerd als onderdeel van de werkloosheidsfondsen (AWf, Sfn en Ufo). De vangnetgroepen bestaan vanaf 1997.

Het AOF financiert met ingang van 1 januari 2014 ook een deel van de ZW-vangnet.
Sectorfondsen
De Sectorfondsen (Sfn) financieren het eerste halfjaar van de WW-uitkering aan ex-werknemers in de marktsector. Daarnaast financieren de Sfn de ZW-uitkeringen aan werknemers waarvoor geen loondoorbetalingsplicht van werkgevers geldt. Met ingang van 2007 financieren de fondsen ook de eerste 10 jaar van de WGA-uitkeringen aan flexwerkers uit de marktsector. Vóór 2006 werden de Sfn nog aangeduid met Wachtgeldfondsen.

De Sectorfondsen (Sfn), voorheen aangeduid met Wachtgeldfondsen, zijn op 1 juli 1952 ingevoerd. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikten.
Totaal Sectorfondsen
De Sectorfondsen (Sfn) financieren het eerste halfjaar van de WW-uitkering aan ex-werknemers in de marktsector. Daarnaast financieren de Sfn de ZW-uitkeringen aan werknemers waarvoor geen loondoorbetalingsplicht van werkgevers geldt. Met ingang van 2007 financieren de fondsen ook de eerste 10 jaar van de WGA-uitkeringen aan flexwerkers uit de marktsector. Vóór 2006 werden de Sfn nog aangeduid met Wachtgeldfondsen.

De Sectorfondsen (Sfn), voorheen aangeduid met Wachtgeldfondsen, zijn op 1 juli 1952 ingevoerd. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikten.
Werkloosheidswet (WW)
De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit een dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. De WW heeft betrekking op zowel werknemers uit het bedrijfsleven als (ex) overheidspersoneel.

Op 1 juli 1952 is de Werkloosheidswet (WW) ingevoerd.
Werk en Inkomen Arbeidsvermogen (WIA)
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is een wet die als doel heeft om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan twee jaar).

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is op 29 december 2005 in werking getreden als opvolger van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).
Binnen de WIA wordt onderscheid gemaakt tussen:
1. Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA); deze regeling verstrekt uitkeringen aan volledig en duurzaam arbeidsongeschikten.
2. Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA); deze regeling verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikten.
In 2006 werden alle WIA-uitkeringen betaald uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds.
Per 1 januari 2007 worden de WGA-uitkeringen gefinancierd uit:
- de Werkhervattingskas voor uitkeringen korter dan 10 jaar, uitgezonderd de vangnetgroepen;
- het Arbeidsongeschiktheidsfonds voor alle uitkeringen vanaf een duur van 10 jaar, loonaanvullingen voor het deel boven de vervolguitkering en uitkeringen aan vangnetgroepen (uitgezonderd flexwerkers);
- de Sectorfondsen voor uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers uit het bedrijfsleven;
- het Uitvoeringsfonds voor de Overheid voor uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers bij de overheid.
De IVA-uitkeringen worden de gehele looptijd vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds gefinancierd.
Ziektewet (ZW-vangnet)
De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt.

De vangnetgroepen, onder andere ten behoeve van zwangerschap en zieke werklozen, worden sinds 2002 apart geregistreerd als onderdeel van de werkloosheidsfondsen (AWf, Sfn en Ufo). De vangnetgroepen bestaan vanaf 1997.

Het AOF financiert met ingang van 1 januari 2014 ook een deel van de ZW-vangnet.
Uitvoeringsfonds voor de Overheid
Het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo) financiert de uitkeringen aan ex-overheidspersoneel op grond van de WW, ZW-vangnet en WAZO. Vanaf 2007 financiert het fonds ook de eerste tien jaar van de WGA-uitkering aan flexwerkers bij de overheid. De WAZO wordt vanaf 2014 geheel uit het Aof gefinancierd.

Het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo) is in 2001 opgericht. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet-duurzaam arbeidsongeschikten. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De Wet arbeid en zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof, en ouderschapsverlof.
Totaal Uitvoeringsfonds voor de Overheid
Het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo) financiert de uitkeringen aan ex-overheidspersoneel op grond van de WW, ZW-vangnet en WAZO. Vanaf 2007 financiert het fonds ook de eerste tien jaar van de WGA-uitkering aan flexwerkers bij de overheid.

Het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo) is in 2001 opgericht. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet-duurzaam arbeidsongeschikten. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De Wet arbeid en zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof, en ouderschapsverlof.
Werkloosheidswet (WW)
De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit een dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. De WW heeft betrekking op zowel werknemers uit het bedrijfsleven als (ex) overheidspersoneel.

Op 1 juli 1952 is de Werkloosheidswet (WW) ingevoerd.
Werk en Inkomen Arbeidsvermogen (WIA)
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is een wet die als doel heeft om personen in loondienst te verzekeren van een loonvervangende uitkering bij langdurige arbeidsongeschiktheid (langer dan twee jaar).

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is op 29 december 2005 in werking getreden als opvolger van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).
Binnen de WIA wordt onderscheid gemaakt tussen:
1. Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA); deze regeling verstrekt uitkeringen aan volledig en duurzaam arbeidsongeschikten.
2. Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA); deze regeling verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikten.
In 2006 werden alle WIA-uitkeringen betaald uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds.
Per 1 januari 2007 worden de WGA-uitkeringen gefinancierd uit:
- de Werkhervattingskas voor uitkeringen korter dan 10 jaar, uitgezonderd de vangnetgroepen;
- het Arbeidsongeschiktheidsfonds voor alle uitkeringen vanaf een duur van 10 jaar, loonaanvullingen voor het deel boven de vervolguitkering en uitkeringen aan vangnetgroepen (uitgezonderd flexwerkers);
- de Sectorfondsen voor uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers uit het bedrijfsleven;
- het Uitvoeringsfonds voor de Overheid voor uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers bij de overheid.
De IVA-uitkeringen blijven vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds gefinancierd.
Ziektewet (ZW-vangnet)
De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt.

De vangnetgroepen, onder andere ten behoeve van zwangerschap en zieke werklozen, worden sinds 2002 apart geregistreerd als onderdeel van de werkloosheidsfondsen (AWf, Sfn en Ufo). De vangnetgroepen bestaan vanaf 1997.

Het AOF financiert met ingang van 1 januari 2014 ook een deel van de ZW-vangnet.
Algemeen Ouderdomsfonds
Het Algemeen Ouderdomsfonds (AOf) financiert de AOW-uitkeringen. De Algemene Ouderdomswet (AOW) heeft als doel om personen van 65 jaar en ouder te verzekeren tegen de financiële gevolgen van ouderdom.

Tegelijkertijd met de introductie van de Algemene Ouderdomswet (AOW) op 1 januari 1957 is ook het Algemeen Ouderdomsfonds (AOf) ingevoerd.
Algemene Ouderdomswet (AOW)
De Algemene Ouderdomswet (AOW) is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

Op 1 januari 1957 is de Algemene Ouderdomswet (AOW) in werking getreden.
Algemeen Nabestaandenfonds
Het Algemeen Nabestaandenfonds (ANf) financiert de uitkeringen van de ANW. De Algemene nabestaandenwet (ANW) verzekert de financiële gevolgen van overlijden van een partner of ouders.

Tegelijkertijd met de introductie van de Algemene Weduwen en- Wezenwet (AWW) op 1 oktober 1959 is ook het Algemeen Weduwen en- Wezenfonds (AWWf) ingevoerd. Op 1 juli 1996 is de Algemene Weduwen en- Wezenwet vervangen door de Algemene Nabestaandenwet (ANW). Tegelijkertijd is het Algemeen Weduwen en- Wezenfonds vervangen door het Algemeen Nabestaandenfonds (Anf).
Algemene Nabestaandenwet (ANW/AWW)
De Algemene nabestaandenwet (ANW) is een wettelijke verzekering tegen de financiële gevolgen van overlijden van een partner of ouders. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering. Nabestaanden die vóór 1950 geboren zijn of kinderen hebben onder de 18 jaar komen hiervoor in aanmerking.

De Algemene Weduwen en- Wezenwet (AWW) trad op 1 oktober 1959 in werking. Op 1 juli 1996 is de Algemene Weduwen en- Wezenwet vervangen door de Algemene Nabestaandenwet (ANW).
Zorgverzekeringsfonds
Uit het Zorgverzekeringsfonds (Zvf) worden de bijdragen voor de risicoverevening aan de zorgverzekeraars betaald. Let op: binnen de Nationale Rekeningen worden de door zorgverzekeraars verstrekte uitkeringen (exclusief no-claim uitkeringen) beschouwd als zijnde verstrekt vanuit het Zvf. In termen van wettelijke sociale verzekeringen gaat het hierbij alleen om de verplichte basiszorgverzekering, en niet om de aanvullende verzekering.

Tegelijkertijd met de introductie van de Zorgverzekeringswet (ZVW) op 1 januari 2006 is ook het Zorgverzekeringfonds (Zvf) ingevoerd.
Zorgverzekeringswet (ZVW)
De Zorgverzekeringswet (ZVW) bevat de plicht om een verzekering voor ziektekosten af te sluiten. De ZVW is van toepassing op iedereen die rechtmatig in Nederland woont of hier loon- of inkomstenbelasting betaalt. Er is een basispakket aan kortdurende, op genezing gerichte zorg vastgelegd. Voor zorg die niet in het pakket van de ZVW zit, kan men op vrijwillige basis een aanvullende verzekering afsluiten.

De Zorgverzekeringswet (ZVW) is op 1 januari 2006 in werking getreden en vervangt onder andere de Ziekenfondswet-verplicht (ZFW-vp). In het kader van wettelijke sociale verzekeringen wordt alleen het basisgedeelte van de ZVW beschreven.

Grensoverschrijdende ZVW-uitkeringen worden geregistreerd als uitkeringen in geld.
Fonds Langdurige Zorg
Het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) financiert de uitkeringen in natura op grond van de Wet Langdurige Zorg (WLZ). De Wet Langdurige Zorg is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.

Tegelijkertijd met de introductie van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) per 1 januari 2015 is ook het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) ingevoerd. De Wet Langdurige Zorg vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Grensoverschrijdende WLZ-uitkeringen worden geregistreerd als uitkeringen in geld.
Wet Langdurige Zorg (WLZ)
De Wet Langdurige Zorg (WLZ) is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.

Tegelijkertijd met de introductie van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) per 1 januari 2015 is ook het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) ingevoerd. De Wet Langdurige Zorg vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Grensoverschrijdende WLZ-uitkeringen worden geregistreerd als uitkeringen in geld.
Sociale voorzieningen in geld
Sociale voorzieningen in geld zijn sociale uitkeringen van de centrale en de lokale overheid aan huishoudens, waar geen premies voor hoeven te worden betaald.
Totaal sociale voorzieningen in geld
Sociale voorzieningen in geld zijn sociale uitkeringen van de centrale en de lokale overheid aan huishoudens, waar geen premies voor hoeven te worden betaald.
Uitkeringen oorlogsslachtoffers
Uitkeringen oorlogsslachtoffers 1940-1945 zijn uitkeringen aan (nabestaanden van) slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

De regeling Uitkeringen Oorlogsslachtoffers 1940-1945 is vanaf 1947 ingevoerd.
Wet arbeidsong. jonggehandic. (Wajong)
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) is een regeling voor mensen die op jonge leeftijd arbeidsongeschikt worden. Ook arbeidsongeschikte studenten komen in aanmerking voor een Wajong-uitkering. Het fonds wordt volledig gefinancierd door een rijksbijdrage.

De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) is op 1 januari 1998 ingevoerd en deze wet nam een deel van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) over.
Inkomensvoorz. Ouderen (IOAW/IOAZ)
De inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) biedt een inkomensgarantie tot het niveau van het sociaal minimum aan oudere werklozen tot 65 jaar van wie de WW-uitkering is afgelopen. De inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen (IOAZ) biedt dezelfde inkomensgarantie aan voormalige zelfstandigen tot 65 jaar, die noodgedwongen hun bedrijf of beroep hebben moeten beëndigen omdat de inkomsten daaruit onvoldoende waren.

De IOAW en IOAZ zijn in 1987 ingevoerd.
Algemene Kinderbijslagwet (AKW)
De Algemene kinderbijslagwet (AKW) biedt een financiële tegemoetkoming in de kosten van het onderhoud van kinderen. Voor kinderen geboren vóór 1 januari 1995, is de kinderbijslag afhankelijk van zowel de gezinsgrootte als de leeftijd van de kinderen. Voor kinderen die geboren zijn op of na 1 januari 1995 krijgen de ouders een vast bedrag, afhankelijk van de leeftijd van het kind.

In 1963 is de AKW ingevoerd. De AKW was tot 1988 een verzekering. Door de overgang van premiefinanciering naar rijksfinanciering behoort deze regeling vanaf 1989 tot de voorzieningen.
Studiebeurzen
Studiebeurzen zijn sociale voorzieningen voor studenten. Deze beurs valt onder de Wet Studiefinanciering 18+ en bestaat uit een basisbeurs en een aanvullende beurs.

De studiebeurs is ingevoerd in de jaren dertig. Sinds 1997 hoort ook de basistoelage van de Tegemoetkoming Studiekosten 18+ bij de studiebeurs.
Premies koopwoningen
Premies koopwoningen verminderen de maandelijkse financieringslasten van een koopwoning. Het Rijk betaalt deze premies aan huishoudens.

De regeling premies koopwoning is ingevoerd in 1969.
Wet Werk en Bijstand (WWB/ABW)
De Wet werk en bijstand (WWB) is een sociale voorziening voor personen die zelf geen inkomen of vermogen hebben om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel gaat het om een laatste (aanvullende) voorziening.

De Wet werk en bijstand (WWB) is op 1 januari 2004 in werking getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (ABW), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (ID-banen). Er zijn zowel uitkeringen in geld als uitkeringen in natura. De Algemene Bijstandswet (ABW) is in 1965 in werking getreden.
Aanv. Inkomensvoorziening Ouderen (AIO)
De Aanvullende inkomensvoorziening ouderen is een aanvullende bijstandsuitkering verzorgd door de Sociale Verzekeringsbank aan mensen met een onvolledig AOW-pensioen.

De Aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) is op 1 januari 2010 ingevoerd ter vervanging van de Wet Werk en Bijstand 65-plus (WWB65+).
Toeslagenwet (TW)
De Toeslagenwet (TW) verstrekt toeslagen op uitkeringen in het geval van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid tot het relevante sociale minimum.

De Toeslagenwet (TW) is per 1 januari 1987 in werking getreden.
Zorgtoeslag
De zorgtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten van de premie van de zorgverzekering en wordt geregistreerd als een sociale voorziening in geld.

De zorgtoeslag is ingevoerd in 2006, als onderdeel van het nieuwe zorgstelsel.
MKOB/Tegemoetkoming AOW
De Wet Mogelijkheid Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen (MKOB) is een uitkering ter compensatie van koopkrachtsverlies bovenop de AOW-uitkering.

De tegemoetkoming AOW werd op 1 januari 2005 ingevoerd. De tegemoetkoming AOW is op 1 juli 2011 vervangen door de Wet Mogelijkheid Koopkrachttegemoetkoming Oudere Belastingplichtigen (MKOB). De MKOB is per 1 januari 2015 afgeschaft en wordt opgevolgd door de Inkomens ondersteuning AOW. De Inkomens ondersteuning AOW valt voortaan onder de AOW en wordt niet langer vermeld als een aparte regeling.
Kindgebonden budget
Het kindgebonden budget is een uitkering voor gezinnen met minderjarige kinderen. Voor de kinderen wordt kinderbijslag ontvangen en de kinderen worden door de ouders in belangrijke mate onderhouden.

Het kindgebonden budget (kgb) werd ingevoerd op 1 januari 2009 en vervangt de kindertoeslag (een tijdelijke regeling die alleen in 2008 van kracht was). Het cijfer van 2008 betreft dus eigenlijk de kindertoeslag.
Overig
De overige uitkeringen zijn betaald door de overheid.
De Flexibele uittredingsregelingen zijn niet meer apart opgenomen in de Statline tabel, maar zijn vanwege het aflopen van de vervroegde uittredingsregelingen opgenomen in Overig.
Sociale uitkeringen in natura
Sociale uitkeringen worden aan huishoudens toegekend om financiële zekerheid te bieden tegen een aantal risico's (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het overlijden van naasten en werkloosheid) of om in bepaalde behoeftes te voorzien (zoals huisvesting en onderwijs). Hieronder vallen de uitkeringen wettelijke sociale verzekering, uitkeringen sociale voorziening, Sociale uitkeringen in natura kunnen worden verdeeld in vergoedingen van daadwerkelijk door de betreffende huishoudens aangeschafte goederen en diensten en diensten die rechtstreeks aan de huishoudens worden verleend. In het tweede geval worden goederen en diensten die door de producenten rechtstreeks aan de begunstigden worden geleverd geheel of gedeeltelijk betaald door de overheid of door instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Onder sociale uitkeringen in natura valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming.
Totaal sociale uitkeringen in natura
Sociale uitkeringen worden aan huishoudens toegekend om financiële zekerheid te bieden tegen een aantal risico's (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het overlijden van naasten en werkloosheid) of om in bepaalde behoeftes te voorzien (zoals huisvesting en onderwijs). Hieronder vallen de uitkeringen wettelijke sociale verzekering, uitkeringen sociale voorziening, Sociale uitkeringen in natura kunnen worden verdeeld in vergoedingen van daadwerkelijk door de betreffende huishoudens aangeschafte goederen en diensten en diensten die rechtstreeks aan de huishoudens worden verleend. In het tweede geval worden goederen en diensten die door de producenten rechtstreeks aan de begunstigden worden geleverd geheel of gedeeltelijk betaald door de overheid of door instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Onder sociale uitkeringen in natura valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming.
Wettelijk sociale uitkeringen in natura
De wettelijke sociale uitkeringen in natura zijn de leveringen van goederen en diensten aan personen of huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (arbeidsongeschiktheid, ziekte, overlijden, werkloosheid). De gehele Nederlandse bevolking of grote delen daarvan zijn verplicht om aan de wettelijke sociale regelingen deel te nemen dan wel premies te betalen. Uitgezonderd: uitkeringen op grond van eigen bijdragen en inkomensoverdrachten, die bekostigd worden uit algemene middelen (belasting). De wettelijke sociale uitkeringen zijn gerubriceerd naar bekostigend fonds.
Totaal wettelijk sociale uitk. in natura
De wettelijke sociale uitkeringen in natura zijn de leveringen van goederen en diensten aan personen of huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (arbeidsongeschiktheid, ziekte, overlijden, werkloosheid). De gehele Nederlandse bevolking of grote delen daarvan zijn verplicht om aan de wettelijke sociale regelingen deel te nemen dan wel premies te betalen. Uitgezonderd: uitkeringen op grond van eigen bijdragen en inkomensoverdrachten, die bekostigd worden uit algemene middelen (belasting). De wettelijke sociale uitkeringen zijn gerubriceerd naar bekostigend fonds.
Zorgverzekeringsfonds
Uit het Zorgverzekeringsfonds (Zvf) worden de bijdragen voor de risicoverevening aan de zorgverzekeraars betaald. Let op: binnen de Nationale Rekeningen worden de door zorgverzekeraars verstrekte uitkeringen (exclusief no-claim uitkeringen) beschouwd als zijnde verstrekt vanuit het Zvf. In termen van wettelijke sociale verzekeringen gaat het hierbij alleen om de verplichte basiszorgverzekering, en niet om de aanvullende verzekering.

Tegelijkertijd met de introductie van de Zorgverzekeringswet (ZVW) op 1 januari 2006 is ook het Zorgverzekeringfonds (Zvf) ingevoerd.
Zorgverzekeringswet (ZVW)
De Zorgverzekeringswet (ZVW) bevat de plicht om een verzekering voor ziektekosten af te sluiten. De ZVW is van toepassing op iedereen die rechtmatig in Nederland woont of hier loon- of inkomstenbelasting betaalt. Er is een basispakket aan kortdurende, op genezing gerichte zorg vastgelegd. Voor zorg die niet in het pakket van de ZVW zit, kan men op vrijwillige basis een aanvullende verzekering afsluiten.

De Zorgverzekeringswet (ZVW) is op 1 januari 2006 in werking getreden en vervangt onder andere de Ziekenfondswet-verplicht (ZFW-vp). In het kader van wettelijke sociale verzekeringen wordt alleen het basisgedeelte van de ZVW beschreven.

Grensoverschrijdende ZVW-uitkeringen worden geregistreerd als uitkeringen in geld.
Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten
Het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) financiert de uitkeringen in natura op grond van de AWBZ. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) heeft tot doel om de hele bevolking te verzekeren tegen het risico van bijzondere ziektekosten. Het gaat om zware geneeskundige risico's die niet via de basiszorgverzekering (voorheen ziekenfonds) verzekerd zijn. Ook voorzieningen van de preventieve gezondheidszorg vallen hieronder.

Tegelijkertijd met de introductie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in 1968 is ook het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) ingevoerd. Op 1 januari 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen door de Wet Langdurige Zorg (WLZ).
Algemene Wet Bijzondere Ziektekn (AWBZ)
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) heeft tot doel de gehele bevolking te verzekeren tegen het risico van bijzondere ziektekosten. Het gaat hierbij om zware geneeskundige risico's die niet via de zorgverzekering gedekt zijn, zoals verblijf in een verpleeghuis of instelling voor gehandicapten.

In 1968 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in werking getreden. Via de AWBZ wordt vooral specifieke, complexe, langdurige, multidisciplinaire zorg verleend aan mensen met een geestelijke, lichamelijke, verstandelijke of zintuigelijke aandoening of beperking. Ook voorzieningen van de preventieve gezondheidszorg vallen onder deze regeling. Op 1 januari 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen door de Wet Langdurige Zorg (WLZ).
Fonds Langdurige Zorg
Het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) financiert de uitkeringen in natura op grond van de Wet Langdurige Zorg (WLZ). De Wet Langdurige Zorg is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.

Tegelijkertijd met de introductie van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) per 1 januari 2015 is ook het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) ingevoerd. De Wet Langdurige Zorg vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Grensoverschrijdende WLZ-uitkeringen worden geregistreerd als uitkeringen in geld.
Wet Langdurige Zorg (WLZ)
De Wet Langdurige Zorg (WLZ) is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.

Tegelijkertijd met de introductie van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) per 1 januari 2015 is ook het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) ingevoerd. De Wet Langdurige Zorg vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).

Grensoverschrijdende WLZ-uitkeringen worden geregistreerd als uitkeringen in geld.
Sociale voorzieningen in natura
Sociale voorzieningen in natura zijn goederen en diensten die worden toegekend aan personen of huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (arbeidsongeschiktheid, ziekte, overlijden, werkloosheid).
Totaal sociale voorzieningen in natura
Sociale voorzieningen in natura zijn goederen en diensten die worden toegekend aan personen of huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (arbeidsongeschiktheid, ziekte, overlijden, werkloosheid).
Wet Werk en Bijstand (WWB/ABW)
De Wet werk en bijstand (WWB) is een sociale voorziening voor personen die zelf geen inkomen of vermogen hebben om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel gaat het om een laatste (aanvullende) voorziening.

De Wet werk en bijstand (WWB) is op 1 januari 2004 in werking getreden ter vervanging van de Algemene bijstandswet (ABW), de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en het Besluit In- en Doorstroombanen (ID-banen). Er zijn zowel uitkeringen in geld als uitkeringen in natura. De Algemene Bijstandswet (ABW) is in 1965 in werking getreden.
Wet Maatsch.Ondersteuning (WMO)
De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is persoonsgebonden steun door gemeenten met als doel om mensen met een beperking zo lang mogelijk maatschappelijk zelfstandig te laten functioneren.

Sinds 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) ingevoerd.
Huurtoeslag
Huurtoeslag betreft uitkeringen sociale voorzieningen in Natura waar een huurder voor in aanmerking kan komen als de huur te hoog is in vergelijking met het inkomen.

In 1970 zijn de Individuele huursubsidies (IHS) in werking getreden. Vanaf 2006 is de huursubsidie vervangen door de huurtoeslag.
OV-jaarkaart studerenden
De OV-jaarkaart studerenden is een persoonsgebonden vervoerbewijs voor het Nederlands openbaar vervoer. De kaart wordt door de Informatie Beheer Groep uitgereikt als onderdeel van de studiefinanciering aan MBO-, HBO- en WO-studenten vanaf 18 jaar.

De OV-jaarkaart studerenden is in het najaar van 1990 ingevoerd.
Rechtsbijstand
De Rechtsbijstand is een inkomensafhankelijke bijdrage voor rechtskundige bijstand.

Sinds 1 januari 1994 is de Wet op de rechtsbijstand van kracht geworden. Deze wet vervangt de Wet rechtsbijstand aan on- en minvermogenden (Wrom) die sinds 1 januari 1958 van kracht was.
Bijdrage onderwijs in ac. ziekenhuizen
De bijdrage voor onderwijs in academische ziekenhuizen is een uitkering in natura aan studenten die in het kader van hun opleiding werkzaam zijn in academische ziekenhuizen.

In de jaren dertig is de bijdrage voor onderwijs in academische ziekenhuizen in werking getreden.
Kinderopvang
Kinderopvang is een inkomensafhankelijke uitkering in het kader van de Wet Kinderopvang met als doel het ook voor lagere inkomens mogelijk te maken kinderen op te laten vangen.

In 1995 is de regeling Kinderopvang ingevoerd.
Leerlingenvervoer
Leerlingenvervoer is het vervoer van leerlingen in het basis- en bijzonder onderwijs om medische of godsdienstige redenen naar hun school. Ouders zijn een inkomensafhankelijke eigen bijdrage verschuldigd.

In 1987 is de regeling leerlingenvervoer ingevoerd.
Bijdragen asielzoekers en minderheden
De Bijdrage voor asielzoekers en minderheden zijn voorzieningen aan asielzoekers en minderheden voor de eerste levensbehoeften, zoals onderdak, kleding, voedsel en onderwijs.

De regelingen vormen een verzameling van voorzieningen, zoals de zakgeldregeling asielzoekers en de opvangcentra voor asielzoekers. Vanaf 1987 worden deze regelingen apart waargenomen.
Re-integratie
Re-integratie betreft een samentelling van een groot aantal regelingen die per gemeente vaak verschillend wordt ingevuld. Deze hebben voornamelijk betrekking op het weer aan het werk helpen van mensen.

Voorbeelden van de regeling Re-integratie zijn het verbeteren van sollicitatievaardigheden, begeleiding bij het opstellen van een goede sollicitatiebrief en cv, zoeken naar geschikte vacatures, verbeteren van Nederlandse taalvaardigheid en het volgen van een geschikte opleidingen of cursus. Deze regeling is na revisie 2010 opgenomen vanaf 1995.
Overig
Overige uitkeringen in geld of natura bestaan uit kleine, meestal kortlopende regelingen.