Overheid; ontvangen sociale premies 1995-2017

Overheid; ontvangen sociale premies 1995-2017

Perioden Totaal sociale premies Totaal sociale premies (mln euro) Totaal sociale premies Arbeidsongeschiktheidsfonds (mln euro) Totaal sociale premies Werkhervattingskas (mln euro) Totaal sociale premies Algemeen Werkloosheidsfonds (mln euro) Totaal sociale premies Sectorfondsen (mln euro) Totaal sociale premies Uitvoeringsfonds voor de Overheid (mln euro) Totaal sociale premies Wet Kinderopvang (mln euro) Totaal sociale premies Zorgverzekeringsfonds (mln euro) Totaal sociale premies Algemeen Ouderdomsfonds (mln euro) Totaal sociale premies Algemeen Nabestaandenfonds (mln euro) Totaal sociale premies Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (mln euro) Totaal sociale premies Fonds Langdurige Zorg (mln euro) Sociale premies t.l.v. werkgevers Totaal sociale premies t.l.v. werkgevers (mln euro) Sociale premies t.l.v. werkgevers Arbeidsongeschiktheidsfonds (mln euro) Sociale premies t.l.v. werkgevers Werkhervattingskas (mln euro) Sociale premies t.l.v. werkgevers Algemeen Werkloosheidsfonds (mln euro) Sociale premies t.l.v. werkgevers Sectorfondsen (mln euro) Sociale premies t.l.v. werkgevers Uitvoeringsfonds voor de Overheid (mln euro) Sociale premies t.l.v. werkgevers Wet Kinderopvang (mln euro) Sociale premies t.l.v. werkgevers Zorgverzekeringsfonds (mln euro) Sociale premies niet t.l.v. werkgevers Totaal soc. premies niet t.l.v. werkg. (mln euro) Sociale premies niet t.l.v. werkgevers Zorgverzekeringsfonds (mln euro) Sociale premies niet t.l.v. werkgevers Algemeen Ouderdomsfonds (mln euro) Sociale premies niet t.l.v. werkgevers Algemeen Nabestaandenfonds (mln euro) Sociale premies niet t.l.v. werkgevers Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (mln euro) Sociale premies niet t.l.v. werkgevers Fonds Langdurige Zorg (mln euro)
2016 1e kwartaal* 25.695 2.784 330 898 647 172 254 8.889 6.747 286 439 4.249 8.368 2.769 330 898 647 172 254 3.298 17.327 5.591 6.747 286 439 4.249
2016 2e kwartaal* 23.730 3.499 435 1.157 845 184 316 9.516 4.855 167 421 2.335 10.196 3.484 435 1.157 845 184 316 3.775 13.534 5.741 4.855 167 421 2.335
2016 3e kwartaal* 24.599 2.827 335 932 658 169 259 8.828 6.022 259 711 3.599 8.438 2.812 335 932 658 169 259 3.273 16.161 5.555 6.022 259 711 3.599
2016 4e kwartaal* 30.229 3.190 400 1.078 788 173 291 9.424 7.974 447 2.375 4.089 9.576 3.175 400 1.078 788 173 291 3.671 20.653 5.753 7.974 447 2.375 4.089
2016* 104.253 12.300 1.500 4.065 2.938 698 1.120 36.657 25.598 1.159 3.946 14.272 36.578 12.240 1.500 4.065 2.938 698 1.120 14.017 67.675 22.640 25.598 1.159 3.946 14.272
2017 1e kwartaal* 24.249 3.000 305 1.002 510 176 262 9.205 5.844 58 208 3.679 8.534 2.986 305 1.002 510 176 262 3.293 15.715 5.912 5.844 58 208 3.679
2017 2e kwartaal* 24.478 3.743 412 1.291 664 186 322 9.999 5.017 -62 104 2.802 10.489 3.729 412 1.291 664 186 322 3.885 13.989 6.114 5.017 -62 104 2.802
2017 3e kwartaal* 25.751 3.078 326 1.068 539 170 269 9.306 6.507 93 73 4.322 8.826 3.064 326 1.068 539 170 269 3.390 16.925 5.916 6.507 93 73 4.322
2017 4e kwartaal* 27.780 3.471 370 1.208 625 176 300 9.764 6.521 86 1.319 3.940 9.845 3.457 370 1.208 625 176 300 3.709 17.935 6.055 6.521 86 1.319 3.940
2017* 102.258 13.292 1.413 4.569 2.338 708 1.153 38.274 23.889 175 1.704 14.743 37.694 13.236 1.413 4.569 2.338 708 1.153 14.277 64.564 23.997 23.889 175 1.704 14.743
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de ontvangsten van sociale premies door de sector socialezekerheidsfondsen. Dit is een subsector van de sector overheid. De gebruikte begrippen sluiten aan bij de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010). Om de toegankelijkheid van de tabel te verhogen, worden in sommige gevallen gangbare omschrijvingen van inkomsten- en uitgavencategorieën gebruikt in plaats van de termen uit de Nationale rekeningen. De betreffende Nationale rekeningen-term wordt dan in de toelichting vermeld. De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaarcijfers van 1995 tot en met 2017, kwartaalcijfers van 1999 tot en met 2017.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel hebben voor de periode 1995-2014 de status definitief. De kwartalen van 2015 hebben de status voorlopig. De jaarcijfers van 2015 hebben de status definitief. De cijfers van 2016 en 2017 hebben de status voorlopig.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 29 juni 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Overheid; ontvangen belastingen en sociale premies. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Totaal sociale premies
Dit zijn de premies wettelijke sociale verzekeringen en komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen en niet-werkenden.
Totaal sociale premies
Dit zijn de premies wettelijke sociale verzekeringen en komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen en niet-werkenden.
Arbeidsongeschiktheidsfonds
Het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) financiert de WAO-uitkering na vijf jaar van arbeidsongeschiktheid. Bovendien financiert het Aof vanaf 1 januari 2004 de WAZ-uitkering, vanaf 1 januari 2006 de WIA-uitkering en vanaf 1 januari 2008 de WAZO. Met ingang van 2007 financiert het Aof slechts een deel van de WIA-uitkeringen, namelijk alle IVA-uitkeringen en WGA-uitkeringen die al minimaal 10 jaar worden uitgekeerd.

Het Arbeidsongeschiktheidsfonds is in 1967 ingevoerd. De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) voorziet in een loonvervangende uitkering voor werknemers die vóór 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden en na 1 jaar nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt waren. De WAO is met ingang van 29 december 2005 vervangen door de WIA. De WIA geldt voor mensen die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden. De WAO blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden. De Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) bestaat uit twee regelingen: de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA), die een loonvervangende uitkering verzorgt voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), die een aanvulling op het met arbeid verdiende inkomen verzorgt, of een minimumuitkering als men niet of niet voldoende werkt. De Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) was tot 1 augustus 2004 een verplichte verzekering voor zelfstandigen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof.
Werkhervattingskas
De Werkhervattingskas (Whk) financiert vanaf 2007 de eerste tien jaar van de WGA-uitkering voor werknemers, behalve voor de vangnetgroepen (zoals zwangere vrouwen en uitzendkrachten).

De Werkhervattingskas is in 2007 ingevoerd. De Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) is de opvolger van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De WIA bestaat uit twee regelingen: de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA), die een loonvervangende uitkering verzorgt voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), die het met arbeid verdiende inkomen aanvult of een mininumuitkering biedt als men niet of niet voldoende werkt.
Algemeen Werkloosheidsfonds
Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) financiert de WW-uitkering voor ex-werknemers in de marktsector. Het betreft uitkeringen die langer dan zes maanden lopen. Daarnaast betaalt het fonds de ZW-uitkeringen aan een aantal vangnetgroepen: zwangere vrouwen, zieke werklozen, vrijwillig verzekerden en herintredende arbeidsongeschikten. Ook de WAZO-uitkeringen aan zwangere vrouwen komen voor rekening van het AWf.

Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) is op 1 juli 1952 ingevoerd. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof.
Sectorfondsen
De Sectorfondsen (Sfn) financieren het eerste halfjaar van de WW-uitkering aan ex-werknemers in de marktsector. Daarnaast financieren de Sfn de ZW-uitkeringen aan werknemers waarvoor geen loondoorbetalingsplicht van werkgevers geldt. Met ingang van 2007 financieren de fondsen ook de eerste 10 jaar van de WGA-uitkeringen aan flexwerkers uit de marktsector. Vóór 2006 werden de Sfn nog aangeduid met Wachtgeldfondsen.

De Sectorfondsen (Sfn), voorheen aangeduid met Wachtgeldfondsen, zijn op 1 juli 1952 ingevoerd. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikten.
Uitvoeringsfonds voor de Overheid
Het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo) financiert de uitkeringen aan ex-overheidspersoneel op grond van de WW, ZW-vangnet en WAZO. Vanaf 2007 financiert het fonds ook de eerste tien jaar van de WGA-uitkering aan flexwerkers bij de overheid.

Het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo) is in 2001 opgericht. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet-duurzaam arbeidsongeschikten. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De Wet arbeid en zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof, en ouderschapsverlof.
Wet Kinderopvang
De Wet Kinderopvang (WKO) wordt gefinancierd door een procentuele premie die werkgevers betalen. Deze wet wordt uitgevoerd door het Rijk.

Premiebetalingen voor de WKO zijn gestart in 2007.
Zorgverzekeringsfonds
Uit het Zorgverzekeringsfonds (Zvf) worden de bijdragen voor de risicoverevening aan de zorgverzekeraars betaald. Let op: binnen de Nationale Rekeningen worden de door zorgverzekeraars verstrekte uitkeringen (exclusief no-claim uitkeringen) beschouwd als zijnde verstrekt vanuit het Zvf. In termen van wettelijke sociale verzekeringen gaat het hierbij alleen om de verplichte basiszorgverzekering, en niet om de aanvullende verzekering.

Tegelijkertijd met de introductie van de Zorgverzekeringswet (ZVW) op 1 januari 2006 is ook het Zorgverzekeringfonds (Zvf) ingevoerd.
Algemeen Ouderdomsfonds
Het Algemeen Ouderdomsfonds (AOf) financiert de AOW-uitkeringen. De Algemene Ouderdomswet (AOW) heeft als doel om personen van 65 jaar en ouder te verzekeren tegen de financiële gevolgen van ouderdom.

Tegelijkertijd met de introductie van de Algemene Ouderdomswet (AOW) op 1 januari 1957 is ook het Algemeen Ouderdomsfonds (AOf ) ingevoerd.
Algemeen Nabestaandenfonds
Het Algemeen Nabestaandenfonds (ANf) financiert de uitkeringen van de ANW. De Algemene nabestaandenwet (ANW) verzekert de financiële gevolgen van overlijden van een partner of ouders.

Tegelijkertijd met de introductie van de Algemene Weduwen en- Wezenwet (AWW) op 1 oktober 1959 is ook het Algemeen Weduwen en- Wezenfonds (AWWf) ingevoerd. Op 1 juli 1996 is de Algemene Weduwen en- Wezenwet vervangen door de Algemene Nabestaandenwet (ANW). Tegelijkertijd is het Algemeen Weduwen en-Wezenfonds vervangen door het Algemeen Nabestaandenfonds (Anf).
Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten
Het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) financiert de uitkeringen in natura op grond van de AWBZ. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) heeft tot doel om de hele bevolking te verzekeren tegen het risico van bijzondere ziektekosten. Het gaat om zware geneeskundige risico's die niet via de basiszorgverzekering (voorheen ziekenfonds) verzekerd zijn. Ook voorzieningen van de preventieve gezondheidszorg vallen hieronder.

Tegelijkertijd met de introductie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in 1968 is ook het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) ingevoerd. Op 1 januari 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen door de Wet Langdurige Zorg (WLZ).
Fonds Langdurige Zorg
Het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) financiert de uitkeringen in natura op grond van de WLZ. De Wet Langdurige Zorg (WLZ). De Wet Langdurige Zorg is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.

Tegelijkertijd met de introductie van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) per 1 januari 2015 is ook het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) ingevoerd. De Wet Langdurige Zorg vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
Sociale premies t.l.v. werkgevers
Sociale premies kunnen worden onderverdeeld in premies ten laste van werkgevers en premies niet ten laste van werkgevers. Premies ten laste van werkgevers betreft het deel dat de huishoudens via de werkgevers afdragen.
Totaal sociale premies t.l.v. werkgevers
Sociale premies kunnen worden onderverdeeld in premies ten laste van werkgevers en premies niet ten laste van werkgevers. Premies ten laste van werkgevers betreft het deel dat de huishoudens via de werkgevers afdragen.
Arbeidsongeschiktheidsfonds
Het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) financiert de WAO-uitkering na vijf jaar van arbeidsongeschiktheid. Bovendien financiert het Aof vanaf 1 januari 2004 de WAZ-uitkering, vanaf 1 januari 2006 de WIA-uitkering en vanaf 1 januari 2008 de WAZO. Met ingang van 2007 financiert het Aof slechts een deel van de WIA-uitkeringen, namelijk alle IVA-uitkeringen en WGA-uitkeringen die al minimaal 10 jaar worden uitgekeerd.

Het Arbeidsongeschiktheidsfonds is in 1967 ingevoerd. De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) voorziet in een loonvervangende uitkering voor werknemers die vóór 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden en na 1 jaar nog geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt waren. De WAO is met ingang van 29 december 2005 vervangen door de WIA. De WIA geldt voor mensen die op of na 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden. De WAO blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden. De Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) bestaat uit twee regelingen: de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA), die een loonvervangende uitkering verzorgt voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), die een aanvulling op het met arbeid verdiende inkomen verzorgt, of een minimumuitkering als men niet of niet voldoende werkt. De Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen (WAZ) was tot 1 augustus 2004 een verplichte verzekering voor zelfstandigen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof.
Werkhervattingskas
De Werkhervattingskas (Whk) financiert vanaf 2007 de eerste tien jaar van de WGA-uitkering voor werknemers, behalve voor de vangnetgroepen (zoals zwangere vrouwen en uitzendkrachten).

De Werkhervattingskas is in 2007 ingevoerd. De Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) is de opvolger van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De WIA bestaat uit twee regelingen: de Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA), die een loonvervangende uitkering verzorgt voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA), die het met arbeid verdiende inkomen aanvult of een mininumuitkering biedt als men niet of niet voldoende werkt.
Algemeen Werkloosheidsfonds
Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) financiert de WW-uitkering voor ex-werknemers in de marktsector. Het betreft uitkeringen die langer dan zes maanden lopen. Daarnaast betaalt het fonds de ZW-uitkeringen aan een aantal vangnetgroepen: zwangere vrouwen, zieke werklozen, vrijwillig verzekerden en herintredende arbeidsongeschikten. Ook de WAZO-uitkeringen aan zwangere vrouwen komen voor rekening van het AWf.

Het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) is op 1 juli 1952 ingevoerd. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De Wet Arbeid en Zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en ouderschapsverlof.
Sectorfondsen
De Sectorfondsen (Sfn) financieren het eerste halfjaar van de WW-uitkering aan ex-werknemers in de marktsector. Daarnaast financieren de Sfn de ZW-uitkeringen aan werknemers waarvoor geen loondoorbetalingsplicht van werkgevers geldt. Met ingang van 2007 financieren de fondsen ook de eerste 10 jaar van de WGA-uitkeringen aan flexwerkers uit de marktsector. Vóór 2006 werden de Sfn nog aangeduid met Wachtgeldfondsen.

De Sectorfondsen (Sfn), voorheen aangeduid met Wachtgeldfondsen, zijn op 1 juli 1952 ingevoerd. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikten.
Uitvoeringsfonds voor de Overheid
Het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo) financiert de uitkeringen aan ex-overheidspersoneel op grond van de WW, ZW-vangnet en WAZO. Vanaf 2007 financiert het fonds ook de eerste tien jaar van de WGA-uitkering aan flexwerkers bij de overheid.

Het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo) is in 2001 opgericht. De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten en aan volledig, maar niet-duurzaam arbeidsongeschikten. De Ziektewet (ZW-vangnet) geeft werknemers recht op een uitkering, indien zij door ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling niet in staat zijn te werken en geen werkgever meer hebben die hun loon doorbetaalt. De Wet arbeid en zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof, en ouderschapsverlof.
Wet Kinderopvang
De Wet Kinderopvang (WKO) wordt gefinancierd door een procentuele premie die werkgevers betalen. Deze wet wordt uitgevoerd door het Rijk.

Premiebetalingen voor de WKO zijn gestart in 2007.
Zorgverzekeringsfonds
Uit het Zorgverzekeringsfonds (Zvf) worden de bijdragen voor de risicoverevening aan de zorgverzekeraars betaald. Let op: binnen de Nationale Rekeningen worden de door zorgverzekeraars verstrekte uitkeringen (exclusief no-claim uitkeringen) beschouwd als zijnde verstrekt vanuit het Zvf. In termen van wettelijke sociale verzekeringen gaat het hierbij alleen om de verplichte basiszorgverzekering, en niet om de aanvullende verzekering.

Tegelijkertijd met de introductie van de Zorgverzekeringswet (ZVW) op 1 januari 2006 is ook het Zorgverzekeringfonds (Zvf) ingevoerd.
Sociale premies niet t.l.v. werkgevers
Sociale premies kunnen worden onderverdeeld in premies ten laste van werkgevers en premies niet ten laste van werkgevers. Premies die niet ten laste van werkgevers komen betreft het deel dat de huishoudens als werknemer, zelfstandige of niet-werkenden afdragen. Niet-werkenden betalen bijvoorbeeld sociale premies die geheven worden over hun sociale uitkering.
Totaal soc. premies niet t.l.v. werkg.
Sociale premies kunnen worden onderverdeeld in premies ten laste van werkgevers en premies niet ten laste van werkgevers. Premies die niet ten laste van werkgevers komen betreft het deel dat de huishoudens als werknemer, zelfstandige of niet-werkenden afdragen. Niet-werkenden betalen bijvoorbeeld sociale premies die geheven worden over hun sociale uitkering.
Zorgverzekeringsfonds
Uit het Zorgverzekeringsfonds (Zvf) worden de bijdragen voor de risicoverevening aan de zorgverzekeraars betaald. Let op: binnen de Nationale Rekeningen worden de door zorgverzekeraars verstrekte uitkeringen (exclusief no-claim uitkeringen) beschouwd als zijnde verstrekt vanuit het Zvf. In termen van wettelijke sociale verzekeringen gaat het hierbij alleen om de verplichte basiszorgverzekering, en niet om de aanvullende verzekering.

Tegelijkertijd met de introductie van de Zorgverzekeringswet (ZVW) op 1 januari 2006 is ook het Zorgverzekeringfonds (Zvf) ingevoerd.
Algemeen Ouderdomsfonds
Het Algemeen Ouderdomsfonds (AOf) financiert de AOW-uitkeringen. De Algemene Ouderdomswet (AOW) heeft als doel om personen van 65 jaar en ouder te verzekeren tegen de financiële gevolgen van ouderdom.

Tegelijkertijd met de introductie van de Algemene Ouderdomswet (AOW) op 1 januari 1957 is ook het Algemeen Ouderdomsfonds (AOf ) ingevoerd.
Algemeen Nabestaandenfonds
Het Algemeen Nabestaandenfonds (ANf) financiert de uitkeringen van de ANW. De Algemene nabestaandenwet (ANW) verzekert de financiële gevolgen van overlijden van een partner of ouders.

Tegelijkertijd met de introductie van de Algemene Weduwen en- Wezenwet (AWW) op 1 oktober 1959 is ook het Algemeen Weduwen en- Wezenfonds (AWWf) ingevoerd.
Op 1 juli 1996 is de Algemene Weduwen en- Wezenwet vervangen door de Algemene Nabestaandenwet (ANW). Tegelijkertijd is het Algemeen Weduwen en-Wezenfonds vervangen door het Algemeen Nabestaandenfonds (Anf).
Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten
Het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) financiert de uitkeringen in natura op grond van de AWBZ. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) heeft tot doel om de hele bevolking te verzekeren tegen het risico van bijzondere ziektekosten. Het gaat om zware geneeskundige risico's die niet via de basiszorgverzekering (voorheen ziekenfonds) verzekerd zijn. Ook voorzieningen van de preventieve gezondheidszorg vallen hieronder.

Tegelijkertijd met de introductie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) in 1968 is ook het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) ingevoerd. Op 1 januari 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen door de Wet Langdurige Zorg (WLZ).
Fonds Langdurige Zorg
Het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) financiert de uitkeringen in natura op grond van de WLZ. De Wet Langdurige Zorg (WLZ). De Wet Langdurige Zorg is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.

Tegelijkertijd met de introductie van de Wet Langdurige Zorg (WLZ) per 1 januari 2015 is ook het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) ingevoerd. De Wet Langdurige Zorg vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.