Overheid; inkomsten en uitgaven 1995-2017
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over de inkomsten en uitgaven, het vorderingensaldo en het exploitatiesaldo van de sector overheid. Daarnaast worden enkele aanvullende gegevens over inkomsten en uitgaven weergegeven (memorandumposten). De gebruikte begrippen sluiten aan bij de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010). Om de toegankelijkheid van de tabel te verhogen, worden in sommige gevallen gangbare omschrijvingen van inkomsten- en uitgavencategorieën gebruikt in plaats van de termen uit de Nationale rekeningen. De betreffende Nationale rekeningen-term wordt dan in de toelichting vermeld. De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen. Er kunnen kleine tijdelijke verschillen met de publicaties van de Nationale rekeningen optreden doordat de gepubliceerde cijfers van de overheidsrekeningen soms actueler zijn.
De gegevens in deze tabel zijn geconsolideerd, dat wil zeggen dat onderlinge stromen worden geëlimineerd. Als gevolg daarvan tellen de uitgaven en inkomsten van de subsectoren niet op tot de totale uitgaven en inkomsten van de overheid. Betalingen van bijvoorbeeld het rijk aan de gemeenten maken deel uit van de uitgaven van het rijk en de inkomsten van gemeenten. Voor de uitgaven en inkomsten van de totale overheid tellen ze niet mee, het zijn immers betalingen van de overheid aan de overheid.
Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaarcijfers van 1995 tot en met 2017, kwartaalcijfers van 1999 tot en met 2017.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel hebben voor de periode 1995-2014 de status definitief. De kwartalen van 2015 hebben de status voorlopig. De jaarcijfers van 2015 hebben de status definitief. De cijfers van 2016 en 2017 hebben de status voorlopig.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.
Wijzigingen per 6 juli 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Overheidsinkomsten; transacties en overheidssectoren en Overheidsuitgaven; transacties en overheidssectoren. Zie paragraaf 3.
Toelichting onderwerpen
- Inkomsten
- Inkomsten van de sector overheid.
- Totaal inkomsten
- Inkomsten van de sector overheid .
- Belastingen
- Verplichte betalingen, zonder dat hier een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat, die door de nationale overheid of door de instellingen van de Europese Unie worden opgelegd.
De belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen.- Totaal belastingen
- Verplichte betalingen, zonder dat hier een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat, die door de nationale overheid of door de instellingen van de Europese Unie opgelegd.
De belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen.
- Belastingen op productie en invoer
- Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die verband houden met productie en invoer en met het gebruik van productiefactoren.
Deze belastingen worden onderscheiden in productgebonden belastingen en niet-productgebonden belastingen.- Totaal belastingen op prod. en invoer
- Totaal belastingen op productie en invoer.
Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die verband houden met productie en invoer en met het gebruik van productiefactoren.
Deze belastingen worden onderscheiden in productgebonden belastingen en niet-productgebonden belastingen.
- Productgebonden belastingen
- Belastingen die moeten worden betaald per eenheid geproduceerd of verhandeld product. Ze zijn gerelateerd aan de waarde of aan de hoeveelheid van het product en hebben zowel betrekking op geproduceerde als op ingevoerde producten.
- Niet-productgebonden belastingen
- Belastingen op productie die producenten moeten betalen, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte producten.
Voorbeelden zijn de onroerende zaakbelasting, reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.
- Belastingen op inkomen en vermogen
- Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven en huishoudens worden geheven. Niet-periodieke heffingen, zoals de successierechten, worden gerubriceerd onder de categorie vermogensheffingen.
- Totaal belast. op inkomen en vermogen
- Totaal belastingen op inkomen, vermogen.
Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven en huishoudens worden geheven.
- Belastingen op inkomen
- Belastingen op inkomen zijn alle verplichte betalingen die regelmatig door de overheid over het inkomen van bedrijven en huishoudens worden geheven.
Bij bedrijven is dit met name de vennootschapsbelasting die over de winst van de vennootschappen wordt geheven. De belangrijkste belasting op inkomen betaald door huishoudens is de loon- en inkomstenbelasting.
- Belastingen op vermogen
- Belastingen op vermogen zijn alle verplichte betalingen die regelmatig door de overheid over het vermogen van huishoudens worden geheven.
Enkele belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo wordt het deel van de onroerendezaakbelasting op woningen dat is betaald door bewoners, gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen. Het deel dat is betaald door exploitanten van woningen, waartoe ook de eigen-huis eigenaren behoren, wordt beschouwd als belasting op productie. De motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, wordt gerekend tot de belastingen op vermogen.
- Vermogensheffingen
- Verplichte, niet-periodieke betalingen aan de overheid, die gebaseerd zijn op het vermogen van de belastingplichtigen. In de praktijk gaat het hierbij vooral om successierechten.
De vermogensbelasting wordt niet tot de vermogensheffingen gerekend. Deze wordt namelijk periodiek geheven en wordt daarom gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen.
- Wettelijke sociale verzekeringspremies
- Premies die door huishoudens worden betaald aan wettelijke sociale verzekeringsinstellingen, verzekeringsmaatschappijen of pensioenfondsen met sociale verzekeringsregelingen ter financiering van de sociale uitkeringen.
- Verkopen van goederen en diensten
- Opbrengst van producten die tegen een economisch significante prijs worden verkocht. Hieronder vallen ook opbrengsten van producten die tegen niet economisch significante prijzen worden verkocht. Niet economisch significante prijzen worden in rekening gebracht om toch wat inkomsten te genereren of om de overtollige vraag te reduceren die ontstaat wanneer producten volledig gratis worden aangeboden.
Dit komt overeen met het Nationale rekeningen-begrip Marktproductie.
- Inkomen uit vermogen
- Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.
Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.- Totaal inkomen uit vermogen
- Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.
Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
- Rente
- Vergoeding voor het beschikken over geleend vermogen.
Rente wordt toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende vordering of schuld ontstaat. Werkelijke rentebetalingen worden gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten. Er treedt een verschuiving op van de werkelijke rentebetalingen naar de productie of het verbruik van bankdiensten. Voor producenten van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een daling van de ontvangen rente en een stijging van de betaalde stijging ten opzichte van de werkelijke rentestromen. Bij de verbruikers van toegerekende bankdiensten die dit tot een stijging van ontvangen rente en een daling van de betaalde rente, in vergelijking met de werkelijke rentestromen.
- Winstuitkeringen
- Dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen.
- Overig inkomen uit investeringen
- Dividenden toegerekend aan aandeelhouders van collectieve-beleggingsfondsen en ingehouden winsten toegerekend aan aandeelhouders van collectieve-beleggingsfondsen.
- Inkomen uit grond en minerale reserves
- De betalingen voor het gebruik van grond (pacht) en de betalingen die voortvloeien uit het verlenen van vergunningen om minerale reserves te mogen exploreren of exploiteren (concessies).
- Inkomensoverdrachten
- Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
- Totaal inkomensoverdrachten
- Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
- Inkomensoverdrachten binnen de overheid
- Inkomensoverdrachten tussen de subsectoren van de overheid.
- Inkomensoverdr. ivm internation. samenw.
- Inkomensoverdrachten in verband met internationale samenwerking.
Alle overdrachten tussen de overheid en overheden of internationale organisaties in het buitenland met uitzondering van kapitaaloverdrachten. De BTW- en BNI-afdrachten aan de EU worden in een aparte categorie 'Eigen middelen van de EU op basis van BTW en BNI' gerubriceerd.
- Overige inkomensoverdrachten
- Alle inkomensoverdrachten exclusief inkomensoverdrachten binnen de overheid en exclusief inkomensoverdrachten in verband met internationale samenwerking en exclusief eigen middelen EU. Hieronder vallen vooral inkomensoverdrachten aan huishoudens en aan instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens.
- Kapitaaloverdr. excl. vermogensheffingen
- Kapitaaloverdrachten (exclusief vermogensheffingen).
Betaling waarvoor geen tegenprestatie verwacht wordt en die drukt op het vermogen van de betaler of dient om investeringen in vaste activa of andere langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
Er worden twee deeltransacties onderscheiden: investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.- Totaal kapitaaloverdr. excl. vermogen...
- Totaal kapitaaloverdrachten (exclusief vermogensheffingen).
Betaling waarvoor geen tegenprestatie verwacht wordt en die drukt op het vermogen van de betaler of dient om investeringen in vaste activa of andere langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
Er worden twee deeltransacties onderscheiden: investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
- Investeringsbijdragen
- Investeringsbijdragen zijn kapitaaloverdrachten die bestemd zijn om geheel of gedeeltelijk de investeringen in vaste activa van andere eenheden te financieren.
- Overige kapitaaloverdrachten
- Kapitaaloverdrachten, die niet het karakter hebben van een investeringsbijdrage.
- Overige inkomsten
- Tot de overige inkomsten worden gerekend:
- Investeringen in eigen beheer;
- Subsidies;
- Toegerekende sociale premies.- Totaal overige inkomsten
- Totaal van ontvangen investeringen in eigen beheer, subsidies en toegerekende sociale premies.
- Investeringen in eigen beheer
- Opbrengsten van investeringen in eigen beheer worden geregistreerd als bruto investeringen in vaste activa door dezelfde eenheden worden geproduceerd en gebruikt. Hieronder vallen bijvoorbeeld in eigen beheer aangelegde bouwwerken, zoals wegen of gebouwen.
- Subsidies
- Bij de overheid vallen hieronder de ontvangsten van loonsubsidies (niet-productgebonden subsidies).
- Toegerekende sociale premies
- De tegenwaarde van de rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers aan hun (voormalige) werknemers.
Omdat de rechtstreekse uitkeringen door werkgevers deel uitmaken van de loonkosten zijn zij in eerste instantie geregistreerd als beloning van werknemers (onderdeel sociale premies ten laste van werkgevers). De rechtstreekse uitkeringen worden echter ook gezien als sociale uitkeringen. De dubbeltelling die daardoor ontstaat wordt geneutraliseerd door de fictieve transactie 'toegerekende sociale premies'.
- Uitgaven
- Uitgaven door de sector overheid.
- Totaal uitgaven
- Uitgaven door de sector overheid.
- Beloning van werknemers
- De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's en medewerkers van sociale werkplaatsen behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten:
- lonen;
- sociale premies ten laste van werkgevers.- Totaal beloning van werknemers
- De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's en medewerkers van sociale werkplaatsen behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen.
De beloning van werknemers heeft twee componenten:
- lonen;
- sociale premies ten laste van werkgevers.
- Lonen
- De vergoedingen voor de werknemer die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer.
Naast het periodieke, direct aan werknemers betaalde loon bevatten de lonen en salarissen ook aanvullingen hierop (zoals gratificaties, overwerkvergoeding, fooien en provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel en voordelig reizen) en het vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De loonbetaling over uren die een werknemer wegens ziekteverzuim niet werkt wordt overgeheveld naar de 'sociale premies ten laste van werkgevers'.
- Sociale premies t.l.v. werkgevers
- Sociale premies ten laste van werkgevers.
De ten laste van werkgevers komende premies voor wettelijke sociale verzekering, particuliere sociale premies (waaronder pensioenpremies) en toegerekende sociale premies.
De sociale premies ten laste van werkgevers worden meestal rechtstreeks door de werkgevers afgedragen aan de verzekeraars. Om tot het juiste loonkostenbegrip te komen worden ze echter in de nationale rekeningen per conventie geboekt als twee transacties: a) een betaling van werkgevers aan hun werknemers en b) een afdracht van de werknemers aan de verzekeraars.
- Aankopen goederen en diensten
- Alle producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het productieproces. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte grondstoffen, halffabricaten en brandstoffen zijn maar ook diensten zoals communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe accountants.
Dit komt overeen met het Nationale rekeningen-begrip Intermediair verbruik.
- Netto investeringen
- Dit zijn zin de bruto investeringen verminderd met de afschrijvingen. De netto investeringen bestaan uit de netto investeringen in vaste activa en de Veranderingen in voorraden (incl. kostbaarheden).
- Totaal netto investeringen
- Dit zijn zin de bruto investeringen verminderd met de afschrijvingen. De netto investeringen bestaan uit de netto investeringen in vaste activa en de Veranderingen in voorraden (incl. kostbaarheden).
- Netto investeringen in vaste activa
- Uitgaven voor geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt, verminderd met de afschrijvingen.
Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- Het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- Militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- Uitgaven aan militaire vernietigingswapens die voldoen aan de criteria om als investeringsgoed te dienen - dat wil zeggen dat ze meer dan één productiecyclus meegaan;
- Investeringen in Research & Development (R&D). Dit betreft zowel aangekochte als in eigen beheer geproduceerde R&D;
- Investeringen in databanken en software. Dit betreft zowel aangekochte als in eigen beheer geproduceerde software;
- Verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- De bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten, zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen en taxateurs.- Totaal netto invest. in vaste activa
- Totaal netto investeringen in vaste activa.
Uitgaven voor geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt, exclusief afschrijvingen.
Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- Het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- Militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- Uitgaven aan militaire vernietigingswapens die voldoen aan de criteria om als investeringsgoed te dienen - dat wil zeggen dat ze meer dan één productiecyclus meegaan;
- Investeringen in Research & Development (R&D). Dit betreft zowel aangekochte als in eigen beheer geproduceerde R&D;
- Investeringen in databanken en software. Dit betreft zowel aangekochte als in eigen beheer geproduceerde software;
- Verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- De bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten, zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen en taxateurs.
- Bruto investeringen in vaste activa
- Aankopen van geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt verminderd met de verkopen van vaste activa.
Tot de investeringen in vaste activa behoren ook:
- Het onderhanden werk in de bouwnijverheid, dat tot de investeringen in vaste activa van de opdrachtgever is gerekend. Het gaat hierbij om woningen, bedrijfsgebouwen, weg- en waterbouwkundige werken etc.;
- Militaire bouwwerken die op soortgelijke wijze als door civiele producenten worden gebruikt, zoals vliegvelden en ziekenhuizen;
- Uitgaven aan militaire vernietigingswapens die voldoen aan de criteria om als investeringsgoed te dienen - dat wil zeggen dat ze meer dan één productiecyclus meegaan;
- Investeringen in Research & Development (R&D). Dit betreft zowel aangekochte als in eigen beheer geproduceerde R&D;
- Investeringen in databanken en software. Dit betreft zowel aangekochte als in eigen beheer geproduceerde software;
- Verbeteringen aan gebruikte vaste activa, die veel verder gaan dan wat voor gewoon onderhoud en gewone reparaties nodig is;
- De bij de aankoop van nieuwe en gebruikte vaste activa gemaakte kosten, zoals overdrachtskosten en kosten van makelaars, architecten, notarissen en taxateurs.
- Afschrijvingen (-)
- De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering.
- Veranderingen in voorraden (incl. kos...
- Veranderingen in voorraden (incl. kostbaarheden).
Bij de overheid vallen onder deze post voornamelijk de aan- en verkopen van kostbaarheden zoals kunstwerken (schilderijen, beelden), waardevolle boeken of stenen.
- Afschrijvingen
- De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering.
- Saldo aan- en verkopen van niet-gepro...
- Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa.
Voornamelijk transacties in grond. Het belangrijkste deel wordt gevormd door de verkopen van bouwrijp gemaakte grond door gemeentelijke grondbedrijven aan investeerders in gebouwen en woningen. De waardering van de aan- en verkopen van grond is exclusief btw en overdrachtskosten; deze vormen een onderdeel van de investeringen in vaste activa.
- Inkomen uit vermogen
- Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.
Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.- Totaal inkomen uit vermogen
- Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.
Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
- Rente
- Vergoeding voor het beschikken over geleend vermogen.
Rente wordt toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende vordering of schuld ontstaat. Werkelijke rentebetalingen worden gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten. Er treedt een verschuiving op van de werkelijke rentebetalingen naar de productie of het verbruik van bankdiensten. Voor producenten van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een daling van de ontvangen rente en een stijging van de betaalde stijging ten opzichte van de werkelijke rentestromen. Bij de verbruikers van toegerekende bankdiensten die dit tot een stijging van ontvangen rente en een daling van de betaalde rente, in vergelijking met de werkelijke rentestromen.
- Inkomen uit grond en minerale reserves
- Betalingen voor het gebruik van grond (pacht) en betalingen die voortvloeien uit het verlenen van vergunningen om minerale reserves te mogen exploreren of exploiteren (concessies).
- Uitkeringen
- Uitkeringen in geld of in natura, toegekend aan huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voor die huishoudens voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, nabestaanden en werkloosheid).
Uitkeringen worden verdeeld in sociale uitkeringen in geld en sociale uitkeringen in natura.- Totaal uitkeringen
- Uitkeringen in geld of in natura, toegekend aan huishoudens om de financiële lasten te verlichten die voor die huishoudens voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, nabestaanden en werkloosheid).
Uitkeringen worden verdeeld in sociale uitkeringen in geld en sociale uitkeringen in natura.
- Sociale uitkeringen in geld
- Sociale uitkeringen in geld worden aan huishoudens toegekend om de financiële lasten te verlichten die voor die huishoudens voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, nabestaanden en werkloosheid).
Bij de overheid bestaan de sociale uitkeringen in geld uit twee componenten:
- Uitkeringen wettelijke sociale verzekering in geld;
- Uitkeringen sociale voorziening in geld.- Totaal sociale uitkeringen in geld
- Sociale uitkeringen in geld worden aan huishoudens toegekend om de financiële lasten te verlichten die voor die huishoudens voortvloeien uit een aantal risico's en behoeften (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, nabestaanden en werkloosheid).
Bij de overheid bestaan de sociale uitkeringen in geld uit twee componenten:
- Uitkeringen wettelijke sociale verzekering in geld;
- Uitkeringen sociale voorziening in geld.
- Uitkeringen wett. soc. verz. in geld
- Uitkeringen wettelijke sociale verzekeringen in geld.
Uitkeringen in geld door wettelijke sociale verzekeringsinstellingen op het gebied van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, ziekte, ouderdom en dergelijke. Voor de uitkeringen wettelijke sociale verzekering vindt een verplichte premiebetaling plaats.
Tot de genoemde uitkeringen behoren niet vergoedingen door wettelijke sociale verzekeringsinstellingen van goedgekeurde uitgaven van huishoudens voor bepaalde goederen of diensten; deze worden gerekend tot de uitkeringen wettelijke sociale verzekering in natura.
- Uitkeringen sociale voorziening in geld
- Sociale uitkeringen van de centrale en de lokale overheid aan huishoudens, zonder de verplichting van premiebetaling. Hiertoe behoren onder andere de uitkeringen in het kader van de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de zorgtoeslag.
Tot de genoemde uitkeringen behoren niet vergoedingen door de centrale en de lokale overheid aan huishoudens voor bepaalde goederen of diensten; deze worden gerekend tot de uitkeringen sociale voorziening in natura.
- Sociale uitkeringen in natura
- Afzonderlijke goederen en diensten die door de overheid in natura aan individuele huishoudens worden verstrekt.
- Totaal sociale uitkeringen in natura
- Afzonderlijke goederen en diensten die door overheidsinstellingen of instellingen zonder winstoogmerk in natura aan individuele huishoudens worden verstrekt.
- Uitkeringen wett. soc. verz. in natura
- Uitkeringen wettelijke sociale verzekeringen in natura.
Vergoedingen die wettelijke sociale verzekeringsinstellingen in het kader van sociale risico's en behoeften betalen voor goedgekeurde uitgaven van huishoudens voor bepaalde goederen of diensten.
Meestal gaat het om medische of tandheelkundige behandelingen, ziekenhuisaccommodatie, brillen of contactlenzen, medische hulpmiddelen of voorzieningen en soortgelijke goederen of diensten. De dienst wordt rechtstreeks, zonder vergoeding, aan de begunstigden verstrekt door marktproducenten (producenten wiens productie tegen economisch significante prijzen wordt verkocht).
- Uitkeringen soc. voorziening in natura
- Uitkeringen sociale voorziening in natura.
Overdrachten in natura aan huishoudens door overheidsinstellingen of instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens. Zij lijken op wettelijke uitkeringen sociale verzekering in natura, maar worden niet verstrekt in het kader van een sociale verzekeringsregeling.
Het gaat hierbij onder meer om sociale woningen, huisvestingstoelagen, kinderdagverblijven, beroepsopleiding en kortingen op vervoertarieven (mits er sprake is van een sociale functie). Als huishoudens zelf betalen, moeten deze uitgaven op de bedoelde uitkeringen in mindering worden gebracht.
- Subsidies
- Betalingen van de overheid en de Europese Unie (EU) aan producenten met het doel de prijzen van producten te verlagen, de werkgelegenheid in stand te houden of de productiefactoren redelijk te belonen.
Subsidies worden onderscheiden in productgebonden subsidies en niet-productgebonden subsidies.- Totaal subsidies
- Betalingen van de overheid en de Europese Unie (EU) aan producenten met het doel de prijzen van producten te verlagen, de werkgelegenheid in stand te houden of de productiefactoren redelijk te belonen.
Subsidies worden onderscheiden in productgebonden subsidies en niet-productgebonden subsidies.
- Productgebonden subsidies
- Subsidies gerelateerd aan de waarde of aan de hoeveelheid van geproduceerde of ingevoerde producten. Ze worden uitgekeerd per eenheid geproduceerd of verhandeld product. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om subsidies voor het openbaar vervoer en subsidies voor onderzoek en innovatie.
- Niet-productgebonden subsidies
- Subsidies op productie die niet direct relateerbaar zijn aan de waarde of de hoeveelheid geproduceerde en verkochte producten. Het betreft bijvoorbeeld de loonsubsidies.
- Inkomensoverdrachten
- Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
- Totaal inkomensoverdrachten
- Alle betalingen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat en die niet drukken op het vermogen van de betaler en niet dienen om langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
- Inkomensoverdrachten binnen de overheid
- Inkomensoverdrachten binnen de overheid omvatten overdrachten tussen de subsectoren van de overheid.
- Inkomensoverdr. ivm internation. samenw.
- Inkomensoverdrachten in verband met internationale samenwerking.
Alle overdrachten tussen de overheid en overheden of internationale organisaties in het buitenland met uitzondering van kapitaaloverdrachten en de De BTW- en BNI-afdrachten aan de EU. Deze worden in een aparte categorie 'Eigen middelen van de EU op basis van BTW en BNI' gerubriceerd.
- Eigen middelen van de EU
- Eigen middelen van de EU op basis van BTW en BNI.
- Totaal Eigen middelen van de EU
- Totaal Eigen middelen van de EU op basis van BTW en BNI.
- BTW-afdrachten
- Afdracht aan de Europese Unie berekend op basis van de Belasting op de Toegevoegde Waarde (BTW).
- BNI-afdrachten
- Afdracht aan de Europese Unie berekend op basis van het Bruto Nationaal Inkomen.
- Overige inkomensoverdrachten
- Alle inkomensoverdrachten exclusief inkomensoverdrachten binnen de overheid en exclusief inkomensoverdrachten in verband met internationale samenwerking en exclusief de eigen middelen EU op basis van BTW en BNI. Hieronder vallen vooral inkomensoverdrachten aan huishoudens en aan instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens.
- Kapitaaloverdrachten
- Betaling waarvoor geen tegenprestatie verwacht wordt en die drukt op het vermogen van de betaler of dient om investeringen in vaste activa of andere langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
Er worden twee deeltransacties onderscheiden: investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.- Totaal kapitaaloverdrachten
- Betaling waarvoor geen tegenprestatie verwacht wordt en die drukt op het vermogen van de betaler of dient om investeringen in vaste activa of andere langetermijnuitgaven van de ontvanger te financieren.
Er worden twee deeltransacties onderscheiden: investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten.
- Investeringsbijdragen
- Kapitaaloverdrachten die bestemd zijn om geheel of gedeeltelijk de investeringen in vaste activa van andere eenheden te financieren.
- Overige kapitaaloverdrachten
- Kapitaaloverdrachten die niet het karakter hebben van een investeringsbijdrage.
- Overige uitgaven
- Tot de overige uitgaven worden gerekend:
- Betaalde belastingen op productie en invoer;
- Belastingen op inkomen en vermogen;
- Uitkeringen sociale verzekering rechtstreeks door werkgevers.- Totaal overige uitgaven
- Tot de overige uitgaven worden gerekend:
- Betaalde belastingen op productie en invoer;
- Belastingen op inkomen en vermogen;
- Uitkeringen sociale verzekering rechtstreeks door werkgevers.
- Belastingen op productie en invoer
- Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die verband houden met productie en invoer en met het gebruik van productiefactoren.
- Belastingen op inkomen en vermogen
- Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven, huishoudens en de overheid worden geheven.
Bij bedrijven gaat het met name om de vennootschapsbelasting en bij huishoudens om de loon- en inkomstenbelasting. De betaalde belastingen op inkomen en vermogen bij de sector overheid bestaat uit vennootschapsbelasting. In het verleden waren veel overheidsinstellingen vrijgesteld van de vennootschapsbelasting, maar vanaf 1 januari 2016 zijn veel overheidsinstellingen door een wetswijzing ook vennootschapsbelastingplichtig geworden.
- Uitk.soc.verz. rechtstr. door werkgevers
- Uitkeringen sociale verzekering rechtstreeks door werkgevers.
Uitkeringen die rechtstreeks door werkgevers aan hun (voormalige) werknemers worden betaald zonder dat hierbij een sociaal verzekeringsfonds is betrokken, zoals:
- doorbetaling bij ziekte;
- wachtgelden voormalig overheidspersoneel;
- eigen pensioen militairen.
Omdat de rechtstreekse uitkeringen door werkgevers deel uitmaken van de loonkosten zijn zij in eerste instantie geregistreerd als beloning van werknemers (onderdeel sociale premies ten laste van werkgevers). De rechtstreekse uitkeringen worden echter ook gezien als sociale uitkeringen. De dubbeltelling die daardoor ontstaat wordt bij de inkomsten geneutraliseerd door de fictieve transactie 'toegerekende sociale premies'.
- Overheidssaldo
- Het saldo van de uitgaven en inkomsten. Bedrag dat aangeeft hoeveel een sector of land per saldo kan uitlenen dan wel moet lenen gegeven de lopende en de kapitaaltransacties.
- Totaal Overheidssaldo
- Het saldo van de uitgaven en inkomsten. Bedrag dat aangeeft hoeveel een sector of land per saldo kan uitlenen dan wel moet lenen gegeven de lopende en de kapitaaltransacties.
- Overheidssaldo inkomsten
- Inkomsten van de sector overheid.
- Overheidssaldo uitgaven
- Uitgaven van de sector overheid.
- Exploitatiesaldo
- Saldo van inkomsten en uitgaven, gecorrigeerd voor netto-investeringen en het saldo van aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa.
- Totaal exploitatiesaldo
- Saldo van inkomsten en uitgaven, gecorrigeerd voor netto-investeringen en het saldo van aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa.
- Exploitatiesaldo overheidssaldo
- Het saldo van de uitgaven en inkomsten. Bedrag dat aangeeft hoeveel een sector per saldo kan uitlenen dan wel moet lenen gegeven de lopende en de kapitaaltransacties.
Dit saldo wordt in de financiële rekeningen gespecificeerd naar veranderingen in de verschillende typen van vorderingen en schulden.
- Netto investeringen
- Uitgaven voor geproduceerde materiële of immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt, exclusief afschrijvingen.
- Saldo aan- en verkopen van niet-...
- Saldo aan- en verkopen van niet-geproduceerde niet-financiële activa.
Bestaat voornamelijk uit transacties in grond. Het belangrijkste deel wordt gevormd door de verkopen van bouwrijp gemaakte grond door gemeentelijke grondbedrijven aan investeerders in gebouwen en woningen.
De waardering van de aan- en verkopen van grond is exclusief btw en overdrachtskosten; deze vormen een onderdeel van de investeringen in vaste activa.
- Memorandumposten
- Hieronder worden een aantal uitgaven- en ontvangstentransacties nader gespecificeerd. Omdat de indeling van memorandumposten afwijkt van de gebruikte indeling van inkomsten- en uitgaventransacties, worden deze hier afzonderlijk weergegeven.
- Aardgasbaten
- Aardgasbaten zijn inkomsten van het Rijk uit de aardgasvelden. Deze inkomsten bestaan uit verschillende componenten:
- concessierechten en dergelijke voor de exploitatie van de aardgasvelden;
- dividenduitkeringen van overheidsbedrijven die de aardgasvelden exploiteren;
- vennootschapsbelasting betaald door bedrijven die de aardgasvelden exploiteren.- Totaal aardgasbaten
- Aardgasbaten zijn inkomsten van het Rijk uit de aardgasvelden. Deze inkomsten bestaan uit verschillende componenten:
- concessierechten en dergelijke voor de exploitatie van de aardgasvelden;
- dividenduitkeringen van overheidsbedrijven die de aardgasvelden exploiteren;
- vennootschapsbelasting betaald door bedrijven die de aardgasvelden exploiteren.
- Dividenden
- Dividenduitkeringen van overheidsbedrijven die de aardgasvelden exploiteren.
- Inkomen uit grond en minerale reserves
- Concessierechten en dergelijke voor de exploitatie van de aardgasvelden.
- Vennootschapsbelasting
- Vennootschapsbelasting betaald door bedrijven die de aardgasvelden exploiteren.
- Werkelijke rente-inkomsten
- Inkomsten uit rente, toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende vordering is ontstaan. Dit wijkt af van het begrip rente in de nationale rekeningen. In het begrip rente van de nationale rekeningen worden deze werkelijke rente-inkomsten gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten.
- Werkelijke rente-uitgaven
- Uitgaven aan rente, toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende schuld is ontstaan. Dit wijkt af van het begrip rente in de nationale rekeningen. In het begrip rente van de nationale rekeningen worden deze werkelijke rente-uitgaven gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten.