Overige lokale overheid;inkomsten,uitgaven per kwartaal, kasbasis 2014-2024
Perioden | Inkomsten (mln euro) | Uitgaven (mln euro) | Saldo (mln euro) |
---|---|---|---|
2022 1e kwartaal | 10.758 | 9.311 | 1.447 |
2022 2e kwartaal | 10.878 | 10.888 | -10 |
2022 3e kwartaal | 10.633 | 10.137 | 496 |
2022 4e kwartaal | 10.790 | 11.045 | -255 |
2023 1e kwartaal | 11.394 | 10.047 | 1.347 |
2023 2e kwartaal | 11.742 | 11.525 | 217 |
2023 3e kwartaal | 10.872 | 10.889 | -17 |
2023 4e kwartaal | 11.445 | 12.145 | -700 |
2024 1e kwartaal* | 11.785 | 11.419 | 366 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat kwartaalramingen over de kasuitgaven, kasinkomsten en het saldo van overige lokale overheidsinstellingen. De ramingen geven een kwaliteitsindicatie voor de Europese Commissie over de bijdrage aan het overheidssaldo van de overige decentrale overheidsinstellingen per kwartaal. Voor het officiële overheidssaldo per kwartaal kunt u de cijfers gepubliceerd in de nationale rekeningen gebruiken. Met deze tabel wordt invulling gegeven aan EU-richtlijn 2011/85. Deze richtlijn maakt deel uit van zes Europese wetgevende maatregelen die bekend staan onder de naam 'Sixpack'.
In 2024 is EU-richtlijn 2024/1265 door de Europese Raad aangenomen. Daarmee zijn de publicatieverplichtingen uit EU-richtlijn 20211/85 gewijzigd. Het CBS heeft daarom besloten om deze publicatie stop te zetten per verslagperiode eerste kwartaal 2024.
Het CBS heeft in juni 2018 de gereviseerde Nationale Rekeningen gepubliceerd. Onder andere het bbp en de totale overheidsuitgaven zijn door de revisie naar boven bijgesteld. Als onderdeel van de revisie is de bepaling van de populatie lokale instellingen zonder winstoogmerk kwalitatief verbeterd. De waargenomen populatie is daarbij gegroeid in omvang. Vanaf het eerste kwartaal van 2018 worden in deze tabel voor de overige lokale overheden de kasuitgaven, kasinkomsten en het saldo na revisie gepubliceerd. De cijfers over de kwartalen ervoor zijn niet aangepast op basis van de revisie. Tussen het vierde kwartaal van 2017 en het eerste kwartaal van 2018 komt daardoor een breuk voor als gevolg van de veranderde waargenomen populatie lokale instellingen zonder winstoogmerk.
Gegevens beschikbaar van eerste kwartaal 2014 tot en met eerste kwartaal 2024.
Status van de cijfers:
Het verslagjaar 2024 heeft de status voorlopig, de verslagjaren 2023 en eerder hebben de status definitief.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.
Wijzigingen per 28 augustus 2024:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Inkomsten
- Inkomsten van overige lokale overheidsinstellingen.
De inkomsten bestaan vooral uit Rijksbijdrage, maar bijvoorbeeld ook uit verkopen en rente.
---
Tot de overige lokale overheid behoren de bekostigde onderwijsinstellingen (exclusief universiteiten) en lokale instellingen zonder winstoogmerk (zoals bibliotheken, musea en jeugdhulpverlening).
De overige lokale overheid is een onderdeel van de sector lokale overheid. Onder de sector lokale overheid vallen ook de decentrale overheden met daarin de provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen. - Uitgaven
- Uitgaven van overige lokale overheidsinstellingen.
De uitgaven bestaan vooral uit personeelsuitgaven, maar bijvoorbeeld ook uit uitgaven voor huisvesting en investeringen.
---
Tot de overige lokale overheid behoren de bekostigde onderwijsinstellingen (exclusief universiteiten) en lokale instellingen zonder winstoogmerk (zoals bibliotheken, musea en jeugdhulpverlening).
De overige lokale overheid is een onderdeel van de sector lokale overheid. Onder de sector lokale overheid vallen ook de decentrale overheden met daarin de provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen. - Saldo
- Het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven.