Kerncijfers wijken en buurten 2013

Kerncijfers wijken en buurten 2013

Regio's Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Codering (code) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Westers totaal (%) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Nederlandse Antillen en Aruba (%) Bevolking Particuliere huishoudens Huishoudens totaal (aantal) Wonen Woningvoorraad (aantal) Wonen Gemiddelde woningwaarde (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met hoog inkomen (%) Sociale zekerheid Personen met een WW-uitkering totaal (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen totaal (aantal) Indelingswijziging wijken en buurten (code)
Sint-Annen Buurt BU00090003 7 . 60 57 210 100 . 25,0 . . 0 10 1
Sint Maheerdt Buurt BU00220201 6 0 970 974 162 1.600 28,5 20,1 41 14 60 80 1
Sint Nicolaasga Buurt BU00510400 4 0 1.245 1.316 209 2.100 26,7 19,4 42 16 70 260 1
Verspreide huizen Sint Nicolaasga Buurt BU00510407 3 . 105 232 299 200 27,8 18,9 26 30 10 45 1
Sint Johannesga Buurt BU00510600 3 0 430 434 221 800 26,9 19,1 34 17 40 65 1
Verspreide huizen Sint Johannesga Buurt BU00510607 . . 5 8 . . . . . . . 0 1
Sint Annaparochie Buurt BU00630000 4 0 1.800 1.733 160 2.900 25,2 18,6 48 11 110 205 1
Oude Bildtdijk Sint Annaparochie Buurt BU00630001 5 . 85 87 145 100 25,0 18,2 . . 10 15 1
Nieuwe Bildtdijk Sint Annaparochie Buurt BU00630002 8 . 55 60 161 100 . 20,6 . . 0 15 1
Sint Jacobiparochie Buurt BU00630004 7 0 585 613 138 1.000 23,7 16,8 50 10 30 90 1
Oude Bildtdijk Sint Jacobiparochie Buurt BU00630005 7 . 220 243 135 400 25,6 19,4 49 12 20 60 1
Verspreide huizen Sint Annaparochie Buurt BU00630008 9 0 255 83 257 200 29,1 11,0 25 41 10 90 1
Verspreide huizen Sint Jacobiparochie Buurt BU00630009 5 . 70 70 220 100 26,0 17,7 . . 0 20 1
Wijk 02 Sint Isidorushoeve Wijk WK015802 4 . 415 415 289 900 26,5 19,7 28 34 40 150 1
Sint Isidorushoeve kern Buurt BU01580200 3 . 180 185 266 400 27,1 19,2 24 24 20 30 1
Verspreide huizen Sint Isidorushoeve Buurt BU01580290 4 . 235 230 318 500 26,0 20,2 31 41 20 120 1
Wijk 06 Sint Marten en Sonsbeek-Zuid Wijk WK020206 12 1 2.800 2.291 180 3.400 31,0 23,7 50 15 160 440 1
Sint Marten Buurt BU02020630 12 2 950 858 159 1.100 26,0 20,5 65 8 70 135 1
Sint Janskerkstraat en omgeving Buurt BU02020735 11 2 815 698 169 1.100 27,3 21,3 55 12 50 125 1
Sint Aagtendorp Buurt BU03750004 8 1 365 348 155 600 26,7 19,5 48 12 30 40 1
Sint Vitusbuurt Buurt BU04020103 14 1 910 798 186 1.200 27,7 20,9 52 11 40 170 1
Sint Pancras Buurt BU04160005 5 0 2.400 2.413 282 4.300 31,6 22,9 29 26 100 370 1
Wijk 02 Sint Maarten Wijk WK044102 6 0 780 794 277 1.400 31,1 23,1 28 26 40 200 1
Sint Maarten Buurt BU04410201 8 0 395 419 223 700 30,5 22,1 33 19 20 80 2
Sint Maartensbrug Buurt BU04410402 6 0 275 272 244 500 31,6 23,0 25 27 10 70 2
Sint Maartensvlotbrug Buurt BU04410408 10 0 335 335 225 500 28,5 21,5 46 18 20 90 2
Sint Clarabos Buurt BU04893051 . . 0 6 . . . . . . . 5 1
Sint Joris Buurt BU05031203 12 1 125 133 168 200 28,6 19,7 42 11 10 10 1
Sint Anthoniepolder Buurt BU05850302 6 . 45 53 . 100 . 34,2 . . 0 10 1
Kern Sint Jansteen Buurt BU06770213 23 0 1.405 1.416 181 2.200 29,1 22,8 38 22 60 140 1
Buitengebied Sint Jansteen Buurt BU06770214 . . 10 13 . . . . . . . 10 3
Sint Laurens Buurt BU06870104 3 . 395 418 215 700 29,2 21,2 26 21 10 60 1
Wijk 04 Nieuw- en Sint Joosland Wijk WK068704 7 0 590 595 172 1.000 30,0 22,6 39 19 20 95 1
Nieuw- en Sint Joosland Buurt BU06870400 8 0 505 516 158 800 29,4 22,0 41 15 20 55 1
Verspr.h. Nieuw- en Sint Joosland Buurt BU06870409 2 . 80 79 286 100 33,7 26,3 . . 0 40 1
Wijk 03 Sint Maartensdijk Wijk WK071603 7 0 1.540 1.640 168 2.500 27,0 19,2 45 14 80 270 1
Sint Maartensdijk Buurt BU07160300 7 0 1.390 1.482 155 2.200 26,3 18,7 47 12 80 160 1
Verspreide huizen Sint Maartensdijk Buurt BU07160309 2 . 150 158 325 300 32,9 23,4 23 34 0 110 1
Wijk 05 Sint Annaland Wijk WK071605 3 0 1.415 1.458 176 2.500 27,3 19,1 37 17 60 290 1
Sint Annaland Buurt BU07160500 3 0 1.215 1.271 163 2.100 26,6 18,7 39 15 50 185 1
Verspreide huizen Sint Annaland Buurt BU07160509 3 . 200 187 288 400 31,3 21,5 24 31 10 105 1
Wijk 07 Sint Philipsland Wijk WK071607 4 0 885 908 184 1.500 28,6 19,6 33 17 40 170 1
Sint Philipsland Buurt BU07160700 4 0 830 853 176 1.400 28,5 19,4 34 16 40 120 1
Verspreide huizen Sint Philipsland Buurt BU07160709 7 . 55 55 . 100 30,2 22,9 . . 0 55 1
Sint Jozefparochie Buurt BU07620001 4 0 1.085 1.092 271 2.000 27,4 20,8 36 19 60 150 1
Sintenbuurt Buurt BU07721233 12 1 880 864 208 1.300 28,9 20,9 50 14 50 95 1
Mill en Sint Hubert Gemeente GM0815 4 0 4.360 4.437 272 8.100 27,3 20,6 34 23 240 980 .
Wijk 02 Sint Hubert Wijk WK081502 5 0 590 600 256 1.100 27,3 20,4 33 26 40 125 1
Sint Hubert Buurt BU08150200 6 0 420 436 228 800 27,0 20,3 36 19 20 60 1
Verspreide huizen Sint Hubert Buurt BU08150209 3 . 165 164 344 400 27,9 20,6 24 44 10 65 1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar: over 2013.

Status van de cijfers
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per 18 december 2020:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Codering
Gemeentecode heeft 4 posities, voorafgegaan door ‘GM’.
Wijkcode heeft 6 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2), voorafgegaan door ‘WK’.
Buurtcode heeft 8 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2) + buurtcode (2), voorafgegaan door ‘BU’.
Bevolking
Personen met een migratieachtergrond
Het aantal personen met een migratieachtergrond op 1 januari.

Persoon met een migratieachtergrond:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Persoon met een eerste generatie migratieachtergrond:
Persoon die in het buitenland is geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder.
Persoon met een tweede generatie migratieachtergrond:
Persoon die in Nederland is geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder.

Personen met een migratieachtergrond worden onderverdeeld in westers en niet-westers op grond van hun geboorteland. Tot de categorie 'niet-westers' behoren personen met een migratieachtergrond uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit deze twee landen tot personen met een westerse migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in voormalig Nederlands Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.

Westers totaal
Het aantal personen met een migratieachtergrond op 1 januari, uitgedrukt in hele procenten van het aantal inwoners. Dit gegeven is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Tot de categorie "Westers totaal" behoren personen met een migratieachtergrond uit Europa, Noord-Amerika, Oceanië, Indonesië en Japan.
Het percentage is vermeld bij 50 of meer inwoners per buurt.

Niet-westers
Personen met een migratieachtergrond worden onderverdeeld in westers en niet-westers op grond van hun geboorteland. Tot de categorie 'niet-westers' behoren personen met een migratieachtergrond uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaal-economische en -culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit deze twee landen tot de westerse personen met een migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in voormalig Nederlands Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Nederlandse Antillen en Aruba
Het aantal personen met een migratieachtergrond met herkomstgroep Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius of Sint Maarten op 1 januari uitgedrukt in hele procenten van het aantal inwoners.

Vanaf 10 oktober 2010 zijn de Nederlands Antillen ontbonden. Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat vanaf die datum uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Alle eilanden hebben een nieuwe status. Curaçao en Sint Maarten zijn nieuwe landen binnen het Koninkrijk. Met een ‘Status aparte’ binnen het Koninkrijk zijn Curaçao en Sint Maarten autonome landen. De landen hebben een zelfstandig bestuur en zijn niet meer afhankelijk van Nederland. De openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, ook wel Caribisch Nederland, hebben een diepere band met Nederland en functioneren als een bijzondere gemeente van Nederland.
Het percentage is vermeld bij 50 of meer inwoners per buurt en minimaal 10 personen met een niet-westerse migratieachtergrond per buurt.
Particuliere huishoudens
Betreft de huishoudens op 1 januari.
Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte zijn gehuisvest en zelf in hun dagelijks onderhoud voorzien. Naast eenpersoonshuishoudens onderscheiden we meerpersoonshuishoudens (niet-gehuwde paren, niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen, echtparen met kinderen, eenouderhuishoudens en overige huishoudens). De institutionele huishoudens worden hiertoe niet gerekend.
Huishoudens totaal
Het aantal particuliere huishoudens is ontleend aan de Structuurtelling Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). De cijfers zijn afgerond op vijftallen.
Wonen
Woningvoorraad
Het totale aantal woningen op 1 januari van het desbetreffende jaar.
Een woning is een verblijfsobject met minimaal een woonfunctie en eventueel één of meer andere gebruiksfuncties. De gebruiksfuncties van een verblijfsobject worden afgeleid uit de bouwkundige gebruiksfunctie zoals vastgelegd in het Bouwbesluit 2012. Het betreft het toegestane gebruik, niet de planologische bestemming of het feitelijk gebruik.
Gemiddelde woningwaarde
De gemiddelde waarde onroerende zaken van woonobjecten gebaseerd op de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ-waarde).
Voor de bepaling van de gemiddelde woningwaarde wordt alleen gebruik gemaakt van die WOZ-objecten omschreven als woningen dienend tot hoofdverblijf (WOZ-objectcode 10) en woningen met praktijkruimte (WOZ-objectcode 11) met een waarde groter dan nul euro.

De (voorlopig) gemiddelde woningwaarde wordt bepaald met de waardepeildatum van voorgaand jaar, bijv:
- 2013: waardepeildatum 1 januari 2012

Wanneer de woningvoorraad kleiner is dan 20 woningen of het aantal WOZ-objecten kleiner is dan 50 wordt er geen WOZ-waarde opgenomen.
Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen met een geheel jaar inkomen en het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens. De gegevens (met uitzondering van het aandeel pensioenontvangers) komen uit het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) van het voorgaande jaar.

Het Regionaal Inkomensonderzoek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (GBA). Het GBA is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het gaat hier om het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met een geheel jaar inkomen.
Aantal inkomensontvangers  
Personen in particuliere huishoudens met een heel jaar inkomen, inclusief studenten.
Een persoon heeft inkomen, indien er sprake is van persoonlijk inkomen.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen en vermeld bij minimaal 100 inwoners per buurt.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met een geheel jaar inkomen.
De genoemde bedragen zijn afgerond op duizendtallen met één cijfer achter de komma, dus bijvoorbeeld een waarde van 14,9 moet worden gelezen als 14,9 duizend euro. De waarde is vermeld bij minimaal 100 inwoners per buurt.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking. De waarde is vermeld bij minimaal 100 inwoners per buurt.
Inkomen van huishoudens
Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.

Van de bevolking in particuliere huishoudens is een aantal groepen niet naar hoogte van inkomen ingedeeld. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit (personen in) particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) 52 weken inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.
Huishoudens met laag inkomen
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen in drie groepen.
De indeling vindt plaats nadat alle particuliere huishoudens zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Bij de laagste 40-procent-groep worden de eerste (laagste) veertig procent huishoudens met een besteedbaar inkomen meegenomen.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Huishoudens met hoog inkomen
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen in drie groepen.
De indeling vindt plaats nadat alle particuliere huishoudens zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. In de hoogste 20-procent-groep worden de huishoudens behorend tot de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen meegenomen.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per buurt. Waarden lager dan 5 procent zijn vastgezet op 5 procent, waarden hoger dan 95 procent zijn vastgezet op 95 procent.
Sociale zekerheid
Personen met een WW-uitkering totaal
Het aantal personen per 31 maart van het betreffende verslagjaar, met een WW-uitkering krachtens de Werkloosheidswet (WW) die aan het eind van de verslagperiode niet waren beëindigd, de zogeheten lopende uitkeringen.
Afhankelijk van de arbeidsmarktsituatie voor de intreding van de werkloosheid kan aanspraak bestaan op meer dan één uitkering. Er is dan sprake van samenloop van uitkeringen. Bij een dergelijke samenloop zijn van elke uitkering de gegevens opgenomen.
De gepubliceerde aantallen zijn inclusief nuluitkeringen. Nuluitkeringen zijn uitkeringen die niet tot uitbetaling komen door korting op de uitkering, sanctie of schorsing.
De cijfers per gemeente, wijk of buurt zijn exclusief de uitkeringen aan uitkeringsgerechtigden in het buitenland. Bij 'Nederland totaal' zijn wel de uitkeringen meegeteld waarbij de aanvrager woonachtig is in het buitenland en ook uitkeringen waarvan de woongemeente van de aanvrager onbekend is. Bij gemeenten zijn ook de personen met uitkeringen meegeteld waarvan de wijk en/of buurt onbekend is.
Uitkomsten over het aantal WW-uitkeringen worden ontleend aan de administraties van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV).
Het aantal is vermeld bij 100 of meer totaal aantal inwoners per buurt. De aantallen zijn afgerond op tientallen.
De cijfers in deze publicatie wijken af van de cijfers in de Regionale Kerncijfers Nederland (RKN). In deze laatste publicatie wordt het standcijfer genomen per 31 december van het betreffende jaar.

Het betreft voorlopige cijfers.
Bedrijfsvestigingen, SBI 2008
Bedrijfsvestigingen naar activiteit op 1 januari (SBI 2008), exclusief bedrijfsvestigingen in de sectoren overheid, onderwijs en zorg

Deze tabel bevat gegevens over het aantal vestigingen van bedrijven naar economische activiteit, gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). De vestigingen zijn voorts ingedeeld naar de gemeentelijke indeling per 1 januari van het verslagjaar, naar wijken en naar buurten.

Status van de cijfers:
De cijfers hebben een voorlopig karakter.

Vestiging:
Elke afzonderlijk gelegen ruimte, terrein of complex van ruimten of terreinen, benut door een bedrijf voor uitoefening van de activiteiten. Ieder bedrijf bestaat uit ten minste één vestiging. Meerdere locaties van een bedrijf binnen één postcodegebied worden als één vestiging beschouwd.

Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt.

In deze tabel is gekozen voor de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging. Niet iedere vestiging van een bedrijf houdt zich bezig met de hoofdactiviteit (SBI) van het bedrijf als geheel. Om te weten welke activiteiten worden uitgevoerd in een regio is de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging gebruikt. In de tabel zijn de vestigingen (naast de totalen) ook naar de volgende zeven sectoren onderverdeeld:
A Landbouw, bosbouw en visserij
B-F Nijverheid en energie
G+I Handel en horeca
H+J Vervoer, informatie en communicatie
K-L Financiële diensten, onroerend goed
M-N Zakelijke dienstverlening
R-U Cultuur, recreatie, overige diensten

De sectoren overheid, onderwijs en zorg zijn niet opgenomen vanwege de onbetrouwbaarheid van deze gegevens.

Het aantal vestigingen is afgerond op een veelvoud van vijf. In geval van afrondingen kan het voorkomen, dat de totalen niet precies overeenstemmen met de som der opgetelde getallen.
In geval de wijk of buurt van het bedrijf onbekend is, wordt dit bedrijf alleen op gemeentelijk niveau meegeteld. De onderverdeling naar sectoren is alleen vermeld bij 20 of meer bedrijven per buurt.
Bedrijfsvestigingen totaal
Het betreft voorlopige cijfers.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.