Arbeidsdeelname; kerncijfers, 2003-2022

Arbeidsdeelname; kerncijfers, 2003-2022

Geslacht Leeftijd Hoogst behaald onderwijsniveau Perioden Beroeps- en niet-beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer Werknemer (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer Werknemer met vaste arbeidsrelatie (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer Werknemer met flexibele arbeidsrelatie (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige Zelfstandige (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige Zelfstandige zonder personeel (zzp) (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige Zelfstandige met personeel (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige Meewerkend gezinslid (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Positie in de werkkring onbekend (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd Deeltijd (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd Minder dan 20 uur per week Minder dan 20 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd Minder dan 20 uur per week Minder dan 12 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd Minder dan 20 uur per week 12 tot 20 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd 20 tot 35 uur per week 20 tot 35 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd 20 tot 35 uur per week 20 tot 28 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Deeltijd 20 tot 35 uur per week 28 tot 35 uur per week (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Arbeidsduur Voltijd (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloosheidspercentage (%) Niet-beroepsbevolking (x 1 000) Bruto arbeidsparticipatie (%) Netto arbeidsparticipatie (%)
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 3.394 1.934 1.819 1.583 848 734 236 167 59 10 0 1.079 616 401 215 462 229 233 741 115 5,9 1.460 57,0 53,6
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 4.883 3.742 3.614 3.071 2.033 1.038 543 401 126 16 0 1.892 665 341 325 1.226 591 635 1.722 128 3,4 1.141 76,6 74,0
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 4.804 4.038 3.928 3.233 2.390 843 695 541 149 5 0 1.509 268 141 127 1.241 452 789 2.418 111 2,7 766 84,1 81,8
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 900 668 604 587 80 507 17 13 1 3 0 525 436 328 107 89 47 42 79 65 9,7 232 74,2 67,0
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 943 787 735 697 162 536 37 33 2 2 0 555 376 237 139 179 94 85 180 52 6,6 157 83,4 77,9
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 292 252 239 226 62 163 13 12 0 1 0 129 72 47 25 57 25 32 110 13 5,1 40 86,3 81,9
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 65 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.599 1.845 1.737 1.528 812 716 209 147 54 8 0 1.022 582 379 203 440 215 225 715 108 5,8 754 71,0 66,8
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 65 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 4.254 3.632 3.509 3.013 2.004 1.009 496 365 118 13 0 1.817 626 320 306 1.191 568 623 1.691 124 3,4 622 85,4 82,5
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 65 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 4.308 3.931 3.827 3.187 2.364 822 640 492 144 4 0 1.437 228 112 116 1.209 435 774 2.389 104 2,6 378 91,2 88,8
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 45 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 508 373 352 301 204 97 52 39 12 1 0 135 44 15 29 91 38 53 218 21 5,6 135 73,5 69,4
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 45 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.476 1.314 1.277 1.106 812 295 170 127 41 3 0 555 112 38 74 442 195 247 722 37 2,9 162 89,0 86,5
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 45 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.342 2.195 2.136 1.867 1.342 525 269 207 59 2 0 772 87 37 50 686 241 445 1.364 59 2,7 148 93,7 91,2
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 35 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 206 152 142 125 77 48 17 14 2 0 0 55 18 7 12 37 17 20 86 10 6,8 53 74,0 69,0
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 35 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 751 675 651 576 383 193 75 57 17 1 0 268 63 24 39 205 82 123 383 24 3,6 75 90,0 86,7
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 35 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.288 1.217 1.176 1.080 703 377 96 83 12 1 0 374 47 21 25 327 104 222 803 41 3,3 71 94,5 91,3
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 45 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 302 221 211 175 126 49 35 24 10 1 0 79 26 8 18 54 20 33 131 10 4,7 81 73,1 69,7
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 45 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 726 639 626 530 428 102 95 70 24 2 0 286 49 14 35 237 113 124 340 13 2,1 87 88,0 86,2
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 45 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.055 978 960 787 639 148 173 124 48 2 0 399 40 16 24 359 137 222 561 18 1,8 77 92,7 91,0
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 55 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 473 346 339 273 215 58 67 40 23 3 0 139 40 14 26 99 46 53 201 7 2,0 126 73,3 71,8
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 55 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 901 805 788 640 541 98 148 103 44 2 0 349 59 13 46 290 141 149 439 17 2,1 96 89,4 87,5
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 55 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 946 891 877 673 582 91 204 151 52 0 0 303 32 12 20 271 96 175 574 14 1,6 55 94,2 92,7
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 65 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.191 803 781 641 529 112 140 95 41 4 0 362 103 36 66 260 130 130 419 22 2,8 388 67,4 65,6
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 65 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.834 1.532 1.497 1.209 1.031 179 288 205 75 7 0 708 138 46 93 569 278 291 790 34 2,2 302 83,5 81,6
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 65 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.675 1.484 1.452 1.094 960 134 358 272 85 1 0 536 69 28 41 467 169 298 916 32 2,2 190 88,6 86,7
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.986 893 863 695 565 130 168 115 46 7 0 419 137 58 79 282 144 138 444 30 3,3 1.094 44,9 43,5
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.463 1.641 1.602 1.268 1.059 208 335 241 83 11 0 782 178 66 112 605 302 303 820 38 2,3 822 66,6 65,1
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.170 1.592 1.553 1.140 985 155 413 321 90 2 0 608 110 57 53 498 186 312 945 39 2,4 578 73,3 71,6
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 65 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 719 457 442 368 314 53 74 55 17 2 0 223 63 23 40 161 84 77 218 15 3,4 262 63,6 61,5
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 65 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 933 727 709 570 489 81 140 103 31 6 0 359 79 33 47 279 137 142 351 17 2,4 207 77,8 76,0
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 65 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 728 593 575 421 377 43 154 121 32 1 0 233 37 16 21 196 73 122 342 18 3,0 135 81,4 79,0
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 795 89 82 55 36 19 27 20 5 3 0 57 34 21 13 23 15 8 25 7 8,2 706 11,2 10,3
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 629 109 105 58 29 29 47 36 8 3 0 75 39 20 19 35 24 12 31 4 3,7 520 17,4 16,7
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 496 108 101 46 26 21 55 49 5 1 0 72 41 29 11 32 17 15 29 7 6,2 388 21,7 20,4
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 753 553 495 484 48 436 11 9 0 3 0 461 404 312 92 57 33 24 34 58 10,4 200 73,4 65,7
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 254 208 191 185 20 166 6 5 0 1 0 173 139 97 42 34 22 13 17 17 8,1 47 81,7 75,1
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 7 5 5 4 0 4 1 1 0 0 0 4 3 2 1 2 1 0 0 0 . 2 . .
Totaal mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 147 115 108 103 32 71 6 4 1 0 0 64 32 16 15 32 14 18 45 7 6,1 32 78,5 73,8
Totaal mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 689 579 544 512 142 370 32 29 2 1 0 382 237 140 96 145 73 72 162 35 6,1 110 84,0 78,9
Totaal mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 285 247 234 221 62 159 13 12 0 1 0 125 69 45 24 55 24 32 109 13 5,2 38 86,6 82,2
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 89 65 60 52 32 21 8 7 1 0 0 24 7 2 4 17 7 10 36 5 8,3 24 73,0 66,9
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 372 338 327 293 178 115 34 28 6 0 0 135 38 18 21 96 35 62 192 11 3,3 34 90,8 87,8
Totaal mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 652 616 593 558 323 235 35 34 1 0 0 171 30 15 15 141 41 99 422 23 3,8 36 94,5 91,0
Totaal mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 116 87 82 73 46 27 9 7 1 0 0 32 12 4 7 20 10 10 50 5 5,7 29 74,8 70,6
Totaal mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 378 337 324 284 206 78 41 29 11 1 0 134 25 7 18 109 47 61 191 13 3,8 41 89,1 85,7
Totaal mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 636 600 583 522 380 142 61 50 10 1 0 203 16 6 10 186 63 123 380 17 2,9 35 94,5 91,7
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 137 99 92 77 56 22 15 9 5 0 0 29 9 2 7 20 9 11 63 6 6,3 38 72,1 67,5
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 349 306 301 253 202 51 48 37 10 1 0 133 22 6 16 111 54 57 168 5 1,7 43 87,6 86,1
Totaal mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 567 535 522 445 347 97 78 56 20 1 0 227 21 9 12 206 77 129 296 13 2,3 32 94,3 92,1
Totaal mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 165 122 118 98 71 27 20 15 5 1 0 50 17 6 11 33 11 22 68 4 3,4 43 74,0 71,5
Totaal mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 377 333 325 277 226 51 48 32 15 1 0 154 27 8 20 126 60 67 172 8 2,4 43 88,5 86,3
Totaal mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 488 443 437 342 292 50 95 68 27 0 0 172 19 7 12 153 60 94 265 6 1,2 45 90,9 89,7
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 194 139 137 108 84 24 29 18 10 1 0 51 13 4 9 38 17 21 86 2 1,4 55 71,7 70,7
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 392 359 352 288 245 43 64 43 21 1 0 161 26 5 22 134 70 64 192 7 1,8 33 91,5 89,8
Totaal mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 477 450 445 346 296 49 99 71 28 0 0 162 18 6 12 144 51 93 283 6 1,2 27 94,4 93,2
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 279 207 202 165 131 34 37 22 13 2 0 87 26 9 17 61 29 32 115 5 2,4 71 74,4 72,6
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 508 446 436 352 297 55 84 60 23 1 0 188 32 8 24 156 71 85 247 11 2,4 62 87,8 85,7
Totaal mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 469 441 432 327 286 41 105 81 24 0 0 141 14 6 8 127 45 82 291 9 2,0 28 94,0 92,1
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 336 237 229 193 165 29 36 28 8 0 0 107 26 9 18 80 42 38 123 8 3,3 99 70,5 68,2
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 508 434 424 341 292 49 83 59 21 3 0 200 42 17 25 158 79 79 225 9 2,2 74 85,4 83,6
Totaal mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 396 352 345 252 223 28 93 73 20 0 0 130 21 9 12 109 37 72 215 7 2,1 44 88,9 87,0
Totaal mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 382 220 212 175 150 25 38 27 9 1 0 116 36 14 23 80 42 38 96 8 3,5 162 57,5 55,5
Totaal mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 426 293 285 229 197 32 56 44 11 2 0 159 38 16 22 122 58 63 126 8 2,6 133 68,8 67,0
Totaal mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 332 241 230 169 154 15 62 48 12 1 0 103 16 7 9 86 36 51 128 11 4,4 91 72,6 69,4
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 370 66 60 46 34 12 14 11 3 0 0 39 20 11 9 18 11 8 21 6 8,7 305 17,7 16,2
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 346 82 78 42 26 16 35 26 6 3 0 51 23 11 12 28 17 11 26 4 4,8 265 23,6 22,5
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 284 79 75 38 25 13 36 32 4 0 0 50 26 17 9 24 11 13 25 5 6,0 204 28,0 26,3
Totaal mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 425 24 22 9 2 7 13 9 2 2 0 18 14 10 4 4 4 0 4 2 . 401 5,6 5,2
Totaal mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 283 28 27 16 3 13 12 10 1 0 0 23 16 9 7 7 6 1 4 0 . 255 9,8 9,7
Totaal mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 212 29 27 8 1 7 18 17 1 0 0 23 15 12 3 8 6 2 4 2 . 184 13,4 12,5
Mannen 15 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.703 1.113 1.052 875 485 390 177 127 47 4 0 430 263 186 77 167 57 109 622 61 5,5 590 65,3 61,7
Mannen 15 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.473 1.968 1.907 1.547 1.050 497 360 256 96 7 0 573 239 141 98 334 117 218 1.334 61 3,1 505 79,6 77,1
Mannen 15 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.371 2.035 1.983 1.586 1.209 376 397 291 106 1 0 417 98 57 41 319 71 248 1.566 53 2,6 336 85,8 83,6
Mannen 15 tot 25 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 484 363 329 316 48 268 13 10 1 2 0 267 217 162 55 50 25 25 63 34 9,4 120 75,1 68,1
Mannen 15 tot 25 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 478 393 369 343 86 257 26 23 1 2 0 252 174 110 64 78 43 34 117 24 6,2 85 82,2 77,1
Mannen 15 tot 25 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 123 103 98 91 25 66 8 7 0 0 0 48 33 21 12 15 7 8 51 5 4,7 20 83,9 79,9
Mannen 15 tot 65 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.368 1.058 1.001 845 469 376 156 110 44 2 0 400 245 174 71 155 50 105 602 57 5,3 310 77,3 73,2
Mannen 15 tot 65 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.139 1.894 1.835 1.512 1.035 478 323 229 89 5 0 528 217 131 86 310 101 209 1.308 59 3,1 244 88,6 85,8
Mannen 15 tot 65 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 2.098 1.965 1.916 1.556 1.194 363 360 258 101 1 0 373 74 41 33 298 62 236 1.544 49 2,5 133 93,7 91,3
Mannen 25 tot 45 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 292 239 227 185 131 55 42 30 12 0 0 41 9 4 5 32 6 26 186 11 4,8 54 81,6 77,7
Mannen 25 tot 45 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 771 719 701 590 444 146 111 79 31 1 0 132 24 11 13 108 24 84 570 18 2,5 51 93,3 91,0
Mannen 25 tot 45 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.116 1.075 1.048 901 665 237 146 105 41 0 0 185 24 12 12 161 30 131 862 28 2,6 41 96,4 93,9
Mannen 25 tot 35 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 123 99 93 79 50 29 14 11 2 0 0 19 5 1 3 15 4 11 74 6 6,3 23 80,9 75,8
Mannen 25 tot 35 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 408 381 367 317 215 101 50 36 13 1 0 76 19 9 10 57 15 42 291 14 3,6 28 93,2 89,8
Mannen 25 tot 35 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 605 581 559 505 336 169 54 45 8 0 0 98 20 10 9 78 14 65 461 22 3,9 24 96,0 92,3
Mannen 35 tot 45 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 170 139 134 106 80 26 28 19 10 0 0 22 4 2 2 17 2 15 113 5 3,7 30 82,2 79,1
Mannen 35 tot 45 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 362 339 334 273 228 45 61 42 18 0 0 56 5 2 2 52 9 42 278 4 1,2 24 93,5 92,3
Mannen 35 tot 45 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 510 494 489 396 329 67 93 60 32 0 0 87 5 2 3 83 16 67 401 5 1,1 16 96,8 95,7
Mannen 45 tot 55 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 246 200 196 148 120 29 48 29 18 0 0 30 8 2 6 22 7 16 166 4 2,0 46 81,4 79,8
Mannen 45 tot 55 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 434 401 393 294 255 38 99 66 33 0 0 52 5 3 3 46 12 35 341 8 1,9 33 92,3 90,6
Mannen 45 tot 55 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 475 454 448 337 300 37 110 75 35 0 0 64 6 3 3 58 8 49 384 7 1,5 20 95,7 94,3
Mannen 45 tot 65 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 592 456 445 344 290 54 101 70 31 0 0 92 19 8 11 74 19 55 353 11 2,4 136 77,0 75,1
Mannen 45 tot 65 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 890 782 766 580 505 75 186 127 57 2 0 144 20 11 9 125 34 91 621 16 2,1 108 87,9 86,0
Mannen 45 tot 65 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 859 787 770 564 504 60 206 146 60 0 0 140 17 8 9 123 25 97 631 16 2,1 72 91,6 89,7
Mannen 45 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 927 511 495 374 307 67 122 86 34 1 0 123 37 20 17 86 27 59 373 15 3,0 417 55,1 53,4
Mannen 45 tot 75 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.224 856 837 615 520 95 222 154 64 4 0 190 41 20 21 149 50 99 647 19 2,2 368 69,9 68,4
Mannen 45 tot 75 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 1.132 857 837 593 519 74 243 179 65 0 0 184 41 25 17 143 34 109 652 20 2,3 275 75,7 73,9
Mannen 55 tot 65 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 347 256 249 195 170 25 54 41 12 0 0 62 11 6 5 52 13 39 187 7 2,7 91 73,9 71,9
Mannen 55 tot 65 jaar 2 Middelbaar onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 456 381 373 286 249 37 87 61 24 1 0 93 15 8 6 78 22 56 280 9 2,3 75 83,6 81,7
Mannen 55 tot 65 jaar 3 Hoog onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 384 332 323 227 203 23 96 71 25 0 0 76 11 6 6 65 17 48 246 10 2,9 52 86,5 84,0
Mannen 65 tot 75 jaar 1 Laag onderwijsniveau 2022 1e kwartaal 335 55 50 30 17 13 20 16 3 1 0 30 18 13 6 12 7 4 20 5 8,3 280 16,4 15,0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat kwartaal- en jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland. De bevolking van 15 tot 75 jaar (exclusief de institutionele bevolking) wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van de positie in de werkkring en de gemiddelde arbeidsduur. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau beschikbaar.

Vanwege wijzigingen in het onderzoeksdesign en de vragenlijst van de EBB is er in het eerste kwartaal van 2022 een revisie van de cijfers voor verslagjaar 2021 doorgevoerd.
De cijfers vanaf 2021 zijn niet zonder meer vergelijkbaar met de cijfers tot en met 2020.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2022.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 17 augustus 2022:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing. Deze tabel wordt opgevolgd door de tabel Arbeidsdeelname; kerncijfers. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Beroeps- en niet-beroepsbevolking
Personen die tot de werkzame, de werkloze of de niet-beroepsbevolking behoren.  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Positie in de werkkring
Indeling van de werkzame beroepsbevolking naar:
Werknemer
- met een vaste arbeidsrelatie
- met een flexibele arbeidsrelatie
Zelfstandige
- zonder personeel
- met personeel
- meewerkend gezinslid

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer met vaste arbeidsrelatie
Een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd én een vast aantal uren per week.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer met flexibele arbeidsrelatie
Een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd óf een flexibel aantal uren per week. Tot de werknemers met een flexibele arbeidsrelatie behoren: - Werknemer tijdelijk, uitzicht op vast - Werknemer tijdelijk >=1 jaar - Werknemer tijdelijk <1 jaar - Oproep/-invalkracht - Uitzendkracht - Werknemer flex, contract onbekend.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige zonder personeel (zzp)
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer) of als directeur-grootaandeelhouder (dga) en die geen personeel in dienst heeft. Overige zelfstandigen worden ook tot de zelfstandigen zonder personeel gerekend.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige met personeel
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer) of als directeur-grootaandeelhouder (dga) en die personeel in dienst heeft.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Meewerkend gezinslid
Een persoon die zonder schriftelijke  overeenkomst arbeid verricht in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Positie in de werkkring onbekend
Arbeidsduur
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Deeltijd
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is minder dan 35 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Deeltijd
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is minder dan 35 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Minder dan 20 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is minder dan 20 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Minder dan 20 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is minder dan 20 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Minder dan 12 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is minder dan 12 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
12 tot 20 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 12 tot 20 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
20 tot 35 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 20 tot 35 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
20 tot 35 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 20 tot 35 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
20 tot 28 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 20 tot 28 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
28 tot 35 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 28 tot 35 uur.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Voltijd
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek werkt, is 35 uur of meer.

In de gemiddelde arbeidsduur worden overuren en onbetaalde uren niet meegerekend.
Werkloze beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkloosheidspercentage
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Niet-beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk die niet recent naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).
  
Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.