Bevolkingskernen 2011; steden en dorpen in Nederland
Bevolkingskernen | Leeftijd en geslacht Inwoners in kernen, totaal (aantal) | Leeftijd en geslacht Leeftijd 65 jaar of ouder (aantal) | Personen in huishoudens Personen naar samenstelling huishouden Eenpersoonshuishouden naar leeftijd Totaal (aantal) | Hoogst behaalde opleidingniveau Middelbaar onderwijs (%) | Werkzame beroepsbevolking Beroepsbevolking per bedrijfssector Nijverheid (%) | Werkzame beroepsbevolking Beroepsbevolking per bedrijfssector Onbekend (%) | Particuliere huishoudens Huishoudens naar grootte 5 persoonshuishoudens (aantal) | Wonen Woningvoorraad Gemiddelde WOZ-waarde WOZ-waarde totale woningvoorraad (euro) | Wonen Woningvoorraad Gemiddelde WOZ-waarde WOZ-waarde van huurwoningen (euro) | Nabijheid voorzieningen Gezondheid en welzijn Aantal huisartspraktijken <5 km (aantal) | Nabijheid voorzieningen Gezondheid en welzijn Afstand tot apotheek (km) | Nabijheid voorzieningen Onderwijs Afstand tot basisonderwijs (km) | Nabijheid voorzieningen Onderwijs Afstand tot HAVO / VWO onderwijs (km) | Nabijheid voorzieningen Winkels dagelijkse boodschappen Afstand tot grote supermarkt (km) | Omgevingsadressendichtheid (adressen per km2) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nieuw- en Sint Joosland | 985 | 170 | 115 | . | 22 | 3 | 15 | 176.000 | 126.000 | 5,4 | 3,9 | 0,4 | 6,2 | 3,0 | 236 |
Sint Agatha | 200 | 35 | 20 | . | 24 | - | 5 | 297.000 | 201.000 | 4,1 | 2,9 | 0,2 | 2,2 | 2,4 | 65 |
Sint Annaland | 3.215 | 560 | 320 | 50 | 29 | 2 | 70 | 179.000 | 129.000 | 1,0 | 0,6 | 0,5 | 19,9 | 0,7 | 470 |
Sint Annaparochie (Sint Anne) | 4.075 | 895 | 605 | 40 | 17 | 2 | 90 | 172.000 | 123.000 | 3,0 | 0,6 | 0,5 | 0,8 | 0,6 | 495 |
Sint Anthonis | 3.435 | 740 | 390 | 40 | 23 | 1 | 70 | 275.000 | 184.000 | 4,2 | 0,5 | 0,9 | 3,5 | 0,5 | 471 |
Sint Geertruid | 885 | 140 | 65 | . | 18 | 2 | 15 | 266.000 | 228.000 | 4,8 | 3,3 | 0,4 | 5,9 | 3,3 | 169 |
Sint Hubert | 900 | 110 | 125 | . | 34 | 1 | 15 | 236.000 | 171.000 | 5,0 | 2,2 | 0,4 | 9,3 | 0,3 | 183 |
Sint Isidorushoeve | 540 | 60 | 35 | . | 33 | - | 25 | 283.000 | 208.000 | 3,0 | 3,0 | 0,5 | 3,8 | 3,0 | 85 |
Sint Jacobiparochie (Sint Jabik) | 1.320 | 175 | 160 | 30 | 24 | 1 | 25 | 149.000 | 111.000 | 4,0 | 0,4 | 0,3 | 3,4 | 0,5 | 201 |
Sint Jansklooster | 1.055 | 130 | 85 | 30 | 35 | 2 | 40 | 203.000 | 148.000 | 3,0 | 0,6 | 0,5 | 7,8 | 0,4 | 182 |
Sint Jansteen | 2.770 | 500 | 385 | 40 | 21 | 11 | 35 | 175.000 | 102.000 | 4,0 | 1,7 | 0,7 | 3,3 | 0,5 | 480 |
Sint Joost | 925 | 175 | 65 | 50 | 20 | 4 | 10 | 241.000 | 189.000 | 7,9 | 2,9 | 0,3 | 2,6 | 2,5 | 217 |
Sint Kruis | 100 | 15 | 10 | . | 25 | 12 | 5 | 186.000 | 150.000 | 1,0 | 3,5 | 3,7 | 6,9 | 4,0 | 27 |
Sint Laurens | 765 | 165 | 60 | . | 17 | 3 | 15 | 213.000 | 176.000 | 11,0 | 3,2 | 0,8 | 3,7 | 2,7 | 162 |
Sint Maarten | 860 | 135 | 95 | . | 23 | 2 | 15 | 230.000 | 175.000 | 4,2 | 1,7 | 0,3 | 5,0 | 4,0 | 133 |
Sint Maartensbrug | 295 | 40 | 25 | . | 29 | 1 | 5 | 208.000 | 240.000 | 2,0 | 0,5 | 0,3 | 6,3 | 2,4 | 82 |
Sint Maartensdijk | 3.190 | 560 | 445 | . | 31 | 2 | 50 | 161.000 | 124.000 | 2,0 | 0,4 | 0,4 | 18,4 | 0,5 | 502 |
Sint Maartensvlotbrug | 270 | 45 | 45 | . | 18 | 1 | 10 | 182.000 | 155.000 | 1,8 | 1,5 | 1,3 | 7,3 | 1,1 | 84 |
Sint Michielsgestel | 9.420 | 1.840 | 1.085 | 40 | 22 | 1 | 205 | 300.000 | 194.000 | 6,1 | 1,0 | 0,5 | 1,4 | 0,8 | 698 |
Sint Odiliënberg | 2.920 | 710 | 340 | 40 | 20 | 3 | 30 | 195.000 | 148.000 | 5,3 | 2,3 | 0,6 | 3,6 | 0,6 | 399 |
Sint Oedenrode | 11.000 | 2.035 | 1.435 | 40 | 22 | 1 | 235 | 297.000 | 220.000 | 5,3 | 1,1 | 0,5 | 7,0 | 0,6 | 877 |
Sint Philipsland | 2.140 | 305 | 200 | 50 | 25 | 2 | 55 | 185.000 | 144.000 | 1,0 | 0,4 | 0,3 | 19,5 | 0,5 | 287 |
Sint Willebrord/Sprundel | 12.565 | 2.155 | 1.205 | 32 | 38 | 2 | 145 | 246.000 | 182.000 | 6,1 | 0,8 | 0,7 | 5,9 | 0,6 | 885 |
Sint-Annen | 120 | 20 | 20 | . | 15 | 3 | - | 224.000 | 141.000 | 3,0 | 3,5 | 3,3 | 11,6 | 3,4 | 22 |
Sintjohannesga (Sint Jânsgea) | 960 | 115 | 95 | 50 | 24 | 1 | 25 | 213.000 | 148.000 | 2,0 | 6,2 | 0,3 | 6,6 | 0,5 | 168 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over aantallen inwoners, huishoudens en woningen, nabijheid van voorzieningen, oppervlakten en dichtheden voor bevolkingskernen (steden en dorpen) in Nederland. Een bevolkingskern bestaat uit aaneengesloten bebouwd gebied met woongebied als kern. Voormalige bevolkingskernen kunnen door de groei van het bebouwd gebied aan een andere kern vastgroeien. Zo maken bebouwde gebieden van onder andere Rijswijk (ZH), Voorburg, Loosduinen en Delft onderdeel uit van de kern Groot – ’s Gravenhage. Een bevolkingskern kan zich over meerdere gemeenten uitstrekken.
Gepresenteerde cijfers betreft de inwoners en woningen die aanwezig zijn binnen deze kernen. Er worden geen gegevens over het gebied buiten de kernen gepresenteerd.
Gegevens beschikbaar over verslagjaar 2011.
Status van de cijfers
Deze tabel bevat definitieve cijfers met uitzondering van gegevens over de gemiddelde WOZ-waarde, deze zijn voorlopig.
Toelichting onderwerpen
- Leeftijd en geslacht
- Totale bevolking in bevolkingskernen naar leeftijd en geslacht.
- Inwoners in kernen, totaal
- Het inwonertal in de bevolkingskern per 1 januari 2011.
In de inwonertallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.
- Leeftijd
- 65 jaar of ouder
- Het totaal aantal inwoners van 65 jaar of ouder.
- Personen in huishoudens
- Binnen huishoudens vind een verdeling plaats naar particuliere huishoudens en institutionele huishoudens.
Een particulier huishouden bestaat één of meer personen die een woonruimte bewoont en daar zichzelf, dat wil zeggen niet-bedrijfsmatig, voorziet in dagelijkse levensbehoeften.
Een institutioneel huishouden bestaat uit één of meer personen die een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien van huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Particuliere huishoudens worden onderscheiden naar leeftijd, huishoudsamenstelling en huishoudtype.- Personen naar samenstelling huishouden
- Het aantal personen dat behoort tot particuliere huishoudens verdeeld naar eenpersoonshuishoudens, meerpersoonshuishoudens met kinderen en meerpersoonshuishoudens zonder kinderen.
- Eenpersoonshuishouden naar leeftijd
- Het aantal personen, ouder dan 14 jaar, in particulier eenpersoonshuishoudens naar leeftijdsklasse.
- Totaal
- Het totaal aantal personen dat behoort tot een particulier huishouden van één persoon.
- Hoogst behaalde opleidingniveau
- Indeling van opleidingsniveau op basis van de Standaard OnderwijsIndeling 2006 in drie klassen van de hoogst afgeronde opleiding.
Het opleidingsniveau SOI2006 is geaggregeerd vanuit een internationale publicatie-indeling gebaseerd op de International Standard Classification of Education 1997 (ISCED 1997). Deze beschrijft de hoogst behaalde opleiding naar level (niveau), destination (bestemming) en orientation (beroepsgerichte of algemene inhoud).- Middelbaar onderwijs
- Percentage personen van 15 jaar en ouder ten opzichte van het totaal aantal personen van 15 jaar en ouder met een middelbaar opleidingsniveau als hoogst afgeronde educatie.
Een middelbaar opleidingsniveau volgens SBI2006 komt overeen met de ISCED1997 klasse 'Intermediate education' die bestaat uit;
- Preparing for labour market
- General education
- Vocational education
- Hieraan wordt toegevoegd; deelcertificaat havo/vwo, gemeenschappelijk leerjaar met soi 4.1 (mbo, middenkader) en nt2 5 van het niveau 'Lower secondary education' volgens ISCED klassering.
- Werkzame beroepsbevolking
- Personen die in Nederland wonen en betaald werk hebben van twaalf uur of meer per week.
- Beroepsbevolking per bedrijfssector
- Nederlandse indeling van bedrijfstakken volgens classificatie Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI2008).
Verdeling van de werkzame beroepsbevolking van 15 jaar tot 75 jaar naar vier bedrijfstakken::
- Landbouw, bosbouw en visserij
- Nijverheid
- Commerciële dienstverlening
- Niet-commerciële dienstverlening
Bij een persoon met meerdere banen vindt toedeling plaats naar de bedrijfstak waarin de persoon het meest verdiend.- Nijverheid
- Het percentage personen van de werkzame beroepsbevolking werkzaam in de nijverheid overeenkomend met de volgende SBI2008 categorieën:
- B (Delfstofwinning)
- C (Industrie)
- F (Bouwnijverheid)
- Onbekend
- Het percentage personen van de werkzame beroepsbevolking waarvan de sector niet bekend is of die geen inkomen genereren als zelfstandige of uit loondienst.
- Particuliere huishoudens
- Het aantal particuliere huishoudens bestaande uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
- Huishoudens naar grootte
- Aantal particuliere huishoudens naar aantal leden van het huishouden.
- 5 persoonshuishoudens
- Het aantal particuliere huishoudens bestaande uit vijf personen.
- Wonen
- De geregistreerde woongebouwen van Nederland op 1 januari 2011.
Het betreft hier gegevens over de woningvoorraad, de wooneenhedenvoorraad en de recreatiewoningvoorraad.
De cijfers zijn gebaseerd op de administratieve woningtelling met peildatum 1 januari 1992 en de daarna door de gemeenten aan het CBS gemelde mutaties.- Woningvoorraad
- Het totaal aantal aanwezige woningen, zowel bewoond als onbewoond.
Een woning is een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt gezien, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door één particulier huishouden. Om als woning te worden geclassificeerd moet een gebouw voldoen aan vier criteria:
1. Het dient zodanig te zijn gebouwd of verbouwd dat het geschikt is voor particuliere bewoning.
2. Het dient een eigen toegangsdeur te hebben, die direct vanaf de openbare weg of via een gemeenschappelijke ruimte als een portiek, galerij, trappenhuis of corridor toegang biedt tot de woonruimte.
3. Het dient ten minste 14 vierkante meter aan verblijfsruimte te bevatten.
De verblijfsruimte wordt tussen de muren gemeten en is de in de woning gelegen ruimte, bestemd voor het verblijven van mensen. Hieronder vallen onder meer de keuken, woonkamer(s), slaapkamer(s) en werk- en hobbykamer(s). Niet tot de verblijfsruimte behoren de verkeersruimte, toiletruimte, badruimte, bergruimte en technische ruimte.
4. Het dient te beschikken over een toilet en over een keukeninrichting die is bestemd voor bereiding van complete maaltijden.
De zogenoemde bedrijfswoningen vormen een specifieke groep. Deze zijn volgens de bouw bestemd voor zowel bewoning door een particulier huishouden als voor de uitoefening van een bepaald beroep of bedrijf.
Er zijn twee soorten bedrijfswoningen: boerderijen of tuinderswoningen en woningen met winkel en/of werkplaats. Het tweede en het vierde criterium voor woningen zijn aangepast aan enkele specifieke eigenschappen van bedrijfswoningen. Naast de bouwtechnische criteria kan er ook sprake zijn van een juridisch criterium.- Gemiddelde WOZ-waarde
- De gemiddelde waarde onroerende zaken (WOZ-waarde) van woningen uit de woningvoorraad met een bekende WOZ-waarde.
De WOZ-waarde heeft de waardepeildatum 1 januari 2010.- WOZ-waarde totale woningvoorraad
- De gemiddelde WOZ-waarde van de totale woningvoorraad.
De gemiddelde waarde wordt weergegeven wanneer van 5 of meer woningen de WOZ-waarde bekend is.
- WOZ-waarde van huurwoningen
- De gemiddelde WOZ-waarde van de woningvoorraad, in gebruik door een gebruiker anders dan de eigenaar, met een bekende WOZ-waarde.
De gemiddelde waarde is gegeven wanneer van zowel minimaal 5 huurwoningen als van minimaal 5 eigenwoningen de WOZ-waarde bekend is.
- Nabijheid voorzieningen
- De gemiddelde afstand voor alle inwoners naar een voor hen dichtstbijzijnde voorziening, berekend over de weg.
Als afstand geldt de afstand tot de dichtstbijzijnde voorziening, tenzij anders aangegeven.
De afstand is berekend over verharde, voor auto's te gebruiken wegen. Hierbij wordt rekening gehouden met ongelijkvloerse kruisingen, veerponten en eenrichtingsverkeer op Rijks- en Provinciewegen.
Verbindingen via het buitenland worden niet meegenomen.
De gemiddeld kortste afstand is opgenomen wanneer van minimaal 90 procent van de inwoners van een kern de exacte ligging (x-, y-coördinaat) van het adres kon worden vastgesteld.- Gezondheid en welzijn
- Huisartsenpraktijk, huisartsenpost, ziekenhuis en apotheek.
- Aantal huisartspraktijken <5 km
- Het gemiddeld aantal huisartsenpraktijken binnen vijf kilometer over de weg voor alle inwoners. De afstand tot dependances wordt niet meegewogen.
- Afstand tot apotheek
- De gemiddelde afstand van alle inwoners tot de dichtstbijzijnde apotheek, berekend over de weg.
- Onderwijs
- Basisonderwijs, VMBO - en HAVO/VWO onderwijs.
- Afstand tot basisonderwijs
- De gemiddelde afstand van alle inwoners tot de dichtstbijzijnde basisschool, berekend over de weg.
Basisschool
Het basisonderwijs omvat naast de reguliere basisscholen ook de scholen voor kinderen van mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats, de zogenaamde rijdende scholen en de ligplaatsscholen voor varende kleuters. In Nederland zijn er ongeveer 10 rijdende scholen. Deze scholen hebben allen als officiële vestigingsgemeente Geldermalsen. Het aantal basisscholen in Geldermalsen is hierdoor hoog.
Het speciaal basisonderwijs en de speciale scholen zijn niet meegenomen.
De cijfers van 2011 betreffen schooljaar 2010/2011.
De cijfers zijn gebaseerd op het adressenbestand van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met vestigingen van basisscholen.
- Afstand tot HAVO / VWO onderwijs
- De gemiddelde afstand van alle inwoners tot de dichtstbijzijnde HAVO/VWO school, berekend over de weg.
Hoger algemeen voortgezet onderwijs / Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.
De HAVO is vooral bedoeld als voorbereiding op het hoger beroepsonderwijs en heeft vijf leerjaren. Het VWO is vooral bedoeld als voorbereiding op het wetenschappelijk onderwijs en heeft zes leerjaren.
De cijfers 2011 betreffen schooljaar 2010/2011.
- Winkels dagelijkse boodschappen
- Supermarkten en overige winkels voor dagelijkse levensmiddelen.
- Afstand tot grote supermarkt
- De gemiddelde afstand van alle inwoners tot de dichtstbijzijnde grote supermarkt, berekend over de weg.
Grote supermarkt
Winkel met meerdere soorten dagelijkse artikelen en een minimale oppervlakte van 150 m².
- Omgevingsadressendichtheid
- De omgevingsadressendichtheid (OAD) is gedefinieerd als het gemiddelde aantal adressen dat een adres in zijn omgeving heeft. Als omgeving van het adres wordt een cirkel aangehouden met een straal van één kilometer.
De gepubliceerde OAD is het gemiddelde van de OAD van alle adressen in de betreffende kern. De OAD wordt uitgedrukt in adressen per vierkante kilometer.
De waarde van de OAD wordt voor een vierkant van 500 meter bij 500 meter berekend en toegekend aan alle adressen in dit vierkant. Adressen en de coördinaten van de rastervierkanten zijn afkomstig uit het Geografisch basisregister dat jaarlijks wordt geactualiseerd.
Dit register bevat alle adressen van Nederland die zijn voorzien van een adres met gemeentecode en wordt voorzien van een wijk- en buurtcode en het betrokken 500 bij 500 meter vierkant.