Arbeidsdeelname; regionale indeling 2014, 2003-2014

Arbeidsdeelname; regionale indeling 2014, 2003-2014

Persoonskenmerken Regio's Perioden Beroeps- en niet-beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloosheidspercentage (%) Niet-beroepsbevolking (x 1 000) Bruto arbeidsparticipatie (%) Netto arbeidsparticipatie (%)
Totaal Zaanstreek (CR) 2014 126 88 81 68 13 8 36 14 20 7 7,8 38 69,7 64,2
Totaal Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 79 52 49 41 8 5 25 9 9 3 5,6 27 65,4 61,8
Totaal Alphen aan den Rijn 2014 80 58 55 47 8 5 22 10 17 3 5,9 22 72,5 68,3
Totaal Capelle aan den IJssel 2014 50 34 31 27 4 3 14 5 9 3 8,7 15 69,0 63,0
Totaal Horst aan de Maas 2014 31 23 22 18 3 2 10 4 5 1 6,2 8 73,9 69,3
Totaal Krimpen aan den IJssel 2014 21 14 13 11 2 1 5 2 4 1 6,7 6 69,3 64,7
Totaal Millingen aan de Rijn 2014 5 3 3 2 0 0 1 0 1 0 7,2 1 69,6 64,6
Totaal Oostzaan 2014 7 5 5 4 1 0 2 1 1 0 5,7 2 71,9 67,8
Totaal Valkenburg aan de Geul 2014 12 8 8 6 2 1 3 1 3 1 7,0 4 66,3 61,6
Totaal Zaanstad 2014 114 79 73 62 11 7 33 13 18 6 8,0 35 69,7 64,1
Geslacht: mannen Zaanstreek (CR) 2014 62 47 44 35 9 4 20 7 11 3 7,0 15 75,6 70,3
Geslacht: mannen Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 40 29 27 22 5 2 14 5 5 2 5,2 11 72,1 68,3
Geslacht: mannen Alphen aan den Rijn 2014 40 31 30 24 5 3 11 5 10 2 5,7 9 78,0 73,5
Geslacht: mannen Capelle aan den IJssel 2014 24 18 17 14 2 1 7 2 5 1 8,1 6 74,5 68,4
Geslacht: mannen Horst aan de Maas 2014 16 13 12 10 2 1 5 2 4 1 6,0 3 79,3 74,6
Geslacht: mannen Krimpen aan den IJssel 2014 10 8 7 6 1 1 2 1 3 0 6,1 2 75,8 71,1
Geslacht: mannen Millingen aan de Rijn 2014 2 2 2 1 0 0 1 0 0 0 7,3 1 73,9 68,5
Geslacht: mannen Oostzaan 2014 3 3 2 2 0 0 1 0 1 0 5,4 1 76,5 72,4
Geslacht: mannen Valkenburg aan de Geul 2014 6 5 4 3 1 0 1 1 2 0 6,8 2 72,1 67,2
Geslacht: mannen Zaanstad 2014 57 43 40 32 8 4 18 6 10 3 7,1 14 75,6 70,2
Geslacht: vrouwen Zaanstreek (CR) 2014 63 40 37 33 4 3 16 7 9 4 8,8 23 63,9 58,3
Geslacht: vrouwen Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 39 23 22 18 3 2 11 4 4 1 5,9 16 58,7 55,2
Geslacht: vrouwen Alphen aan den Rijn 2014 40 27 25 23 2 2 11 5 7 2 6,1 13 67,1 63,0
Geslacht: vrouwen Capelle aan den IJssel 2014 26 16 15 13 1 1 6 3 4 2 9,3 9 63,7 57,8
Geslacht: vrouwen Horst aan de Maas 2014 15 10 10 9 1 1 5 2 2 1 6,5 5 68,2 63,8
Geslacht: vrouwen Krimpen aan den IJssel 2014 11 7 6 5 1 0 3 1 2 0 7,4 4 63,2 58,5
Geslacht: vrouwen Millingen aan de Rijn 2014 2 1 1 1 0 0 1 0 0 0 7,1 1 65,1 60,5
Geslacht: vrouwen Oostzaan 2014 4 2 2 2 0 0 1 0 1 0 6,1 1 67,4 63,3
Geslacht: vrouwen Valkenburg aan de Geul 2014 6 4 3 3 0 0 1 1 1 0 7,3 2 60,3 55,9
Geslacht: vrouwen Zaanstad 2014 57 37 33 30 4 3 14 7 8 3 9,1 21 63,8 58,0
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Zaanstreek (CR) 2014 19 13 12 11 0 3 6 1 1 2 13,9 6 69,9 60,1
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 10 7 6 6 0 2 3 1 0 1 10,9 3 69,1 61,6
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Alphen aan den Rijn 2014 12 9 8 7 0 2 4 1 1 1 11,0 4 70,3 62,6
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Capelle aan den IJssel 2014 8 5 4 4 0 1 2 0 . 1 15,1 3 64,7 54,9
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Horst aan de Maas 2014 5 4 3 3 0 1 2 . . 0 10,1 1 77,5 69,7
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Krimpen aan den IJssel 2014 3 2 2 2 0 0 1 . . 0 12,5 1 68,6 60,0
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Millingen aan de Rijn 2014 1 0 0 0 0 0 0 . . 0 11,5 0 69,3 61,3
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Oostzaan 2014 1 1 1 1 0 0 0 . . 0 11,3 0 70,8 62,8
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Valkenburg aan de Geul 2014 2 1 1 1 0 0 1 . . 0 10,4 0 69,0 61,9
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Zaanstad 2014 17 12 10 10 0 3 6 1 1 2 14,2 5 69,8 59,9
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Zaanstreek (CR) 2014 43 38 35 30 5 2 15 6 11 3 7,2 5 87,7 81,4
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 23 20 19 16 3 1 9 4 5 1 4,8 3 87,3 83,1
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Alphen aan den Rijn 2014 27 24 23 21 3 1 9 4 8 1 4,8 3 90,3 86,0
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Capelle aan den IJssel 2014 16 14 13 12 1 1 5 2 4 1 8,3 2 87,2 79,9
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Horst aan de Maas 2014 9 9 8 7 1 . 4 2 2 0 5,0 1 92,0 87,5
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Krimpen aan den IJssel 2014 6 5 5 4 1 . 2 1 2 0 5,1 1 90,3 85,7
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Millingen aan de Rijn 2014 1 1 1 1 0 . 1 0 0 0 5,8 0 89,5 84,3
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Oostzaan 2014 2 2 2 1 0 . 1 0 1 0 4,5 0 91,2 87,1
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Valkenburg aan de Geul 2014 3 3 3 2 0 . 1 1 1 0 6,1 0 89,0 83,6
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Zaanstad 2014 40 35 32 28 5 2 14 6 10 3 7,3 5 87,5 81,1
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Zaanstreek (CR) 2014 63 36 34 27 7 2 15 7 8 2 6,2 27 57,4 53,8
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 46 25 24 19 5 2 12 4 4 1 4,6 21 53,8 51,3
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Alphen aan den Rijn 2014 41 25 24 19 5 1 9 4 9 1 5,2 16 61,5 58,3
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Capelle aan den IJssel 2014 26 15 14 12 2 1 6 3 4 1 6,9 11 58,8 54,7
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Horst aan de Maas 2014 17 11 10 8 2 1 5 2 3 1 5,9 6 63,2 59,5
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Krimpen aan den IJssel 2014 11 7 6 5 1 0 2 1 2 0 6,1 5 58,4 54,8
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Millingen aan de Rijn 2014 3 2 1 1 0 0 1 0 0 0 7,1 1 60,3 56,0
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Oostzaan 2014 4 2 2 2 0 0 1 0 1 0 4,8 1 63,0 60,0
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Valkenburg aan de Geul 2014 8 4 4 3 1 0 1 1 2 0 6,8 3 56,4 52,5
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Zaanstad 2014 57 32 30 24 6 2 13 6 7 2 6,4 24 57,1 53,4
Herkomst: autochtoon Zaanstreek (CR) 2014 92 64 60 50 10 4 27 11 15 4 6,3 28 69,3 65,0
Herkomst: autochtoon Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 60 39 38 31 6 4 19 7 7 2 4,8 21 65,8 62,6
Herkomst: autochtoon Alphen aan den Rijn 2014 66 48 46 39 7 4 18 8 15 2 5,0 18 72,8 69,2
Herkomst: autochtoon Capelle aan den IJssel 2014 34 23 22 19 3 2 9 4 6 1 6,5 11 68,4 63,9
Herkomst: autochtoon Horst aan de Maas 2014 29 21 20 17 3 2 10 3 5 1 5,8 7 74,5 70,2
Herkomst: autochtoon Krimpen aan den IJssel 2014 18 12 12 10 2 1 4 2 4 1 5,9 5 69,5 65,4
Herkomst: autochtoon Millingen aan de Rijn 2014 4 3 3 2 0 0 1 0 1 0 6,6 1 71,3 66,6
Herkomst: autochtoon Oostzaan 2014 6 4 4 4 1 0 2 1 1 0 5,3 2 72,1 68,3
Herkomst: autochtoon Valkenburg aan de Geul 2014 11 7 7 5 1 1 2 1 2 0 6,5 4 67,0 62,6
Herkomst: autochtoon Zaanstad 2014 82 56 53 44 9 4 23 10 14 4 6,3 25 69,2 64,8
Herkomst: allochtoon Zaanstreek (CR) 2014 33 23 21 18 3 3 10 3 4 3 12,2 10 70,3 61,8
Herkomst: allochtoon Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 19 12 11 9 2 1 6 2 2 1 8,0 7 64,4 59,2
Herkomst: allochtoon Alphen aan den Rijn 2014 14 10 9 8 1 1 4 1 2 1 10,4 4 71,3 63,8
Herkomst: allochtoon Capelle aan den IJssel 2014 16 11 10 8 1 1 4 2 2 1 13,1 5 70,1 60,9
Herkomst: allochtoon Horst aan de Maas 2014 3 2 2 1 0 0 1 . . . . 1 68,3 60,5
Herkomst: allochtoon Krimpen aan den IJssel 2014 3 2 2 1 0 0 1 . . . . 1 67,8 59,5
Herkomst: allochtoon Millingen aan de Rijn 2014 1 0 0 0 0 0 0 . . . . 0 59,7 52,8
Herkomst: allochtoon Oostzaan 2014 1 1 1 0 0 0 0 . . . . 0 70,6 64,1
Herkomst: allochtoon Valkenburg aan de Geul 2014 2 1 1 1 0 0 0 . . . . 1 61,4 54,6
Herkomst: allochtoon Zaanstad 2014 32 22 20 17 3 3 9 3 4 3 12,3 9 70,4 61,8
Herkomst: westerse allochtoon Zaanstreek (CR) 2014 12 8 8 6 1 1 3 1 2 1 8,9 3 71,0 64,6
Herkomst: westerse allochtoon Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 16 10 9 8 2 1 5 2 2 1 6,3 6 64,5 60,5
Herkomst: westerse allochtoon Alphen aan den Rijn 2014 7 5 5 4 1 0 2 . . . . 2 72,3 67,7
Herkomst: westerse allochtoon Capelle aan den IJssel 2014 6 4 4 3 1 0 2 . . . . 2 71,3 64,7
Herkomst: westerse allochtoon Horst aan de Maas 2014 2 2 1 1 0 0 1 . . . . 1 69,6 63,0
Herkomst: westerse allochtoon Krimpen aan den IJssel 2014 2 1 1 1 0 0 0 . . . . 1 68,4 62,7
Herkomst: westerse allochtoon Millingen aan de Rijn 2014 1 0 0 0 0 0 0 . . . . 0 59,7 54,2
Herkomst: westerse allochtoon Oostzaan 2014 0 0 0 0 0 0 0 . . . . 0 71,2 66,5
Herkomst: westerse allochtoon Valkenburg aan de Geul 2014 1 1 1 1 0 0 0 . . . . 1 61,5 55,7
Herkomst: westerse allochtoon Zaanstad 2014 11 8 7 6 1 1 3 1 2 1 9,0 3 71,1 64,7
Herkomst: niet-westerse allochtoon Zaanstreek (CR) 2014 21 15 13 11 2 3 6 2 . 2 14,0 6 70,0 60,2
Herkomst: niet-westerse allochtoon Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2014 3 2 2 2 . 0 . . . . . 1 63,7 53,5
Herkomst: niet-westerse allochtoon Alphen aan den Rijn 2014 7 5 4 4 . 1 . . . . . 2 70,2 60,0
Herkomst: niet-westerse allochtoon Capelle aan den IJssel 2014 10 7 6 5 1 1 3 . . 1 15,3 3 69,4 58,8
Herkomst: niet-westerse allochtoon Horst aan de Maas 2014 1 0 0 0 . 0 . . . . . 0 63,7 51,7
Herkomst: niet-westerse allochtoon Krimpen aan den IJssel 2014 1 1 1 1 . 0 . . . . . 0 67,0 55,1
Herkomst: niet-westerse allochtoon Millingen aan de Rijn 2014 0 0 0 0 . 0 . . . . . 0 59,8 46,7
Herkomst: niet-westerse allochtoon Oostzaan 2014 0 0 0 0 . 0 . . . . . 0 69,4 60,6
Herkomst: niet-westerse allochtoon Valkenburg aan de Geul 2014 0 0 0 0 . 0 . . . . . 0 61,3 48,9
Herkomst: niet-westerse allochtoon Zaanstad 2014 21 14 12 11 2 3 6 2 . 2 14,0 6 70,1 60,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor diverse regionale indelingen. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, herkomst en onderwijsniveau beschikbaar. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2014.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2014.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 23 februari 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. Elk jaar in februari wordt een nieuwe tabel met de dan meest recente gebiedsindelingen samengesteld. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Beroeps- en niet-beroepsbevolking
Personen die tot de werkzame, de werkloze of de niet-beroepsbevolking behoren.  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Positie in de werkkring
Indeling van de werkzame beroepsbevolking naar:
Werknemer
- met een vaste arbeidsrelatie
- met een flexibele arbeidsrelatie
Zelfstandige
- zonder personeel
- met personeel
- meewerkend gezinslid

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma’s vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Werkloze beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkloosheidspercentage
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Niet-beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk die niet recent naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.