Arbeidsdeelname; regionale indeling 2014, 2003-2014

Arbeidsdeelname; regionale indeling 2014, 2003-2014

Persoonskenmerken Regio's Perioden Beroeps- en niet-beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloosheidspercentage (%) Niet-beroepsbevolking (x 1 000) Bruto arbeidsparticipatie (%) Netto arbeidsparticipatie (%)
Totaal Utrecht (PV) 2014 939 683 638 528 110 44 233 105 246 45 6,5 257 72,7 67,9
Totaal Utrecht (CR) 2014 939 683 638 528 110 44 233 105 246 45 6,5 257 72,7 67,9
Totaal Utrecht (SG) 2014 497 364 340 281 58 22 114 54 146 25 6,8 133 73,3 68,3
Totaal Utrecht (GA) 2014 377 278 258 214 44 17 84 40 115 20 7,1 99 73,8 68,5
Totaal Utrecht (gemeente) 2014 256 191 177 145 32 11 48 26 90 14 7,6 65 74,6 68,9
Totaal Utrechtse Heuvelrug 2014 34 23 22 17 5 1 8 4 9 1 5,6 11 68,5 64,7
Geslacht: mannen Utrecht (PV) 2014 462 360 337 267 69 26 113 51 140 23 6,4 102 77,8 72,9
Geslacht: mannen Utrecht (CR) 2014 462 360 337 267 69 26 113 51 140 23 6,4 102 77,8 72,9
Geslacht: mannen Utrecht (SG) 2014 243 190 177 140 37 14 53 25 82 13 6,8 53 78,2 72,9
Geslacht: mannen Utrecht (GA) 2014 184 145 134 106 28 10 39 19 64 10 7,1 39 78,6 73,0
Geslacht: mannen Utrecht (gemeente) 2014 124 98 91 71 20 7 21 12 50 8 7,6 26 79,2 73,2
Geslacht: mannen Utrechtse Heuvelrug 2014 17 13 12 9 3 1 4 2 5 1 5,3 4 75,1 71,1
Geslacht: vrouwen Utrecht (PV) 2014 477 323 301 260 41 18 120 55 106 22 6,7 154 67,7 63,1
Geslacht: vrouwen Utrecht (CR) 2014 477 323 301 260 41 18 120 55 106 22 6,7 154 67,7 63,1
Geslacht: vrouwen Utrecht (SG) 2014 254 174 163 141 22 8 61 29 64 12 6,9 80 68,6 63,9
Geslacht: vrouwen Utrecht (GA) 2014 193 134 124 107 17 6 45 21 51 10 7,2 59 69,2 64,3
Geslacht: vrouwen Utrecht (gemeente) 2014 132 93 86 74 12 4 27 14 40 7 7,5 39 70,2 65,0
Geslacht: vrouwen Utrechtse Heuvelrug 2014 17 11 10 8 2 1 4 2 4 1 5,9 7 62,1 58,4
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Utrecht (PV) 2014 159 108 95 89 6 19 55 9 9 13 11,6 51 68,0 60,1
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Utrecht (CR) 2014 159 108 95 89 6 19 55 9 9 13 11,6 51 68,0 60,1
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Utrecht (SG) 2014 89 60 53 49 4 10 30 5 7 7 11,8 30 66,9 59,0
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Utrecht (GA) 2014 71 48 42 39 3 7 24 4 6 6 11,8 23 67,3 59,3
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Utrecht (gemeente) 2014 53 36 31 29 3 5 17 3 5 4 11,9 18 66,8 58,9
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Utrechtse Heuvelrug 2014 5 3 3 3 0 1 2 0 . 0 11,0 2 65,9 58,7
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Utrecht (PV) 2014 340 303 287 246 42 12 94 49 128 16 5,2 37 89,2 84,6
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Utrecht (CR) 2014 340 303 287 246 42 12 94 49 128 16 5,2 37 89,2 84,6
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Utrecht (SG) 2014 195 174 164 141 24 7 46 27 83 9 5,3 22 88,9 84,2
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Utrecht (GA) 2014 158 141 133 113 19 5 34 21 70 8 5,5 18 88,7 83,8
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Utrecht (gemeente) 2014 119 105 99 84 15 4 20 15 59 6 5,7 14 88,2 83,2
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Utrechtse Heuvelrug 2014 9 8 8 6 2 . 3 1 3 0 4,5 1 89,6 85,6
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Utrecht (PV) 2014 441 272 255 193 62 12 85 47 109 16 6,0 170 61,6 57,9
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Utrecht (CR) 2014 441 272 255 193 62 12 85 47 109 16 6,0 170 61,6 57,9
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Utrecht (SG) 2014 212 131 122 92 31 6 38 22 56 9 6,6 81 61,6 57,6
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Utrecht (GA) 2014 148 90 84 62 22 4 26 15 39 7 7,2 58 60,9 56,5
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Utrecht (gemeente) 2014 84 50 46 32 14 2 10 8 26 4 8,5 33 60,1 55,0
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Utrechtse Heuvelrug 2014 20 12 11 8 3 1 3 2 5 1 4,8 8 59,8 56,9
Herkomst: autochtoon Utrecht (PV) 2014 747 549 519 428 91 30 186 88 207 29 5,3 198 73,4 69,5
Herkomst: autochtoon Utrecht (CR) 2014 747 549 519 428 91 30 186 88 207 29 5,3 198 73,4 69,5
Herkomst: autochtoon Utrecht (SG) 2014 374 278 263 218 45 14 85 43 118 15 5,4 96 74,4 70,4
Herkomst: autochtoon Utrecht (GA) 2014 275 206 195 161 33 10 60 31 92 11 5,5 69 75,0 70,9
Herkomst: autochtoon Utrecht (gemeente) 2014 178 136 128 106 23 6 31 19 71 8 5,6 42 76,5 72,2
Herkomst: autochtoon Utrechtse Heuvelrug 2014 29 20 19 15 4 1 6 3 8 1 4,9 9 68,9 65,5
Herkomst: allochtoon Utrecht (PV) 2014 192 133 118 99 19 13 47 17 39 15 11,5 58 69,6 61,6
Herkomst: allochtoon Utrecht (CR) 2014 192 133 118 99 19 13 47 17 39 15 11,5 58 69,6 61,6
Herkomst: allochtoon Utrecht (SG) 2014 123 86 76 63 13 8 29 11 27 10 11,5 37 70,1 62,0
Herkomst: allochtoon Utrecht (GA) 2014 102 72 63 52 11 7 24 9 23 8 11,8 30 70,4 62,0
Herkomst: allochtoon Utrecht (gemeente) 2014 78 55 48 39 9 5 17 6 19 7 12,4 23 70,2 61,5
Herkomst: allochtoon Utrechtse Heuvelrug 2014 5 3 3 2 0 0 1 . . . . 2 66,4 59,8
Herkomst: westerse allochtoon Utrecht (PV) 2014 84 60 56 46 10 3 19 9 25 5 7,6 24 71,9 66,4
Herkomst: westerse allochtoon Utrecht (CR) 2014 84 60 56 46 10 3 19 9 25 5 7,6 24 71,9 66,4
Herkomst: westerse allochtoon Utrecht (SG) 2014 51 37 34 28 7 1 11 5 17 3 7,3 14 72,9 67,6
Herkomst: westerse allochtoon Utrecht (GA) 2014 40 29 27 22 5 1 8 4 14 2 7,4 10 73,7 68,2
Herkomst: westerse allochtoon Utrecht (gemeente) 2014 29 21 20 16 4 0 5 3 12 2 7,4 7 74,7 69,2
Herkomst: westerse allochtoon Utrechtse Heuvelrug 2014 3 2 2 1 0 0 1 . . . . 1 67,3 62,2
Herkomst: niet-westerse allochtoon Utrecht (PV) 2014 108 73 62 53 9 11 28 9 14 11 14,7 35 67,8 57,8
Herkomst: niet-westerse allochtoon Utrecht (CR) 2014 108 73 62 53 9 11 28 9 14 11 14,7 35 67,8 57,8
Herkomst: niet-westerse allochtoon Utrecht (SG) 2014 72 49 42 35 6 7 18 6 . 7 14,7 23 68,1 58,1
Herkomst: niet-westerse allochtoon Utrecht (GA) 2014 62 43 36 31 6 6 15 5 . 6 14,9 20 68,2 58,1
Herkomst: niet-westerse allochtoon Utrecht (gemeente) 2014 50 34 28 24 5 5 12 4 . 5 15,6 16 67,6 57,1
Herkomst: niet-westerse allochtoon Utrechtse Heuvelrug 2014 2 1 1 1 . 0 . . . . . 1 65,0 56,1
Herkomst: onbekend Utrecht (PV) 2014 1 . . . . . . . . . . . . .
Herkomst: onbekend Utrecht (CR) 2014 1 . . . . . . . . . . . . .
Herkomst: onbekend Utrecht (SG) 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Herkomst: onbekend Utrecht (GA) 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Herkomst: onbekend Utrecht (gemeente) 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Herkomst: onbekend Utrechtse Heuvelrug 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Onderwijsniveau: laag Utrecht (PV) 2014 243 130 115 98 17 26 72 11 6 15 11,2 113 53,5 47,5
Onderwijsniveau: laag Utrecht (CR) 2014 243 130 115 98 17 26 72 11 6 15 11,2 113 53,5 47,5
Onderwijsniveau: laag Utrecht (SG) 2014 119 61 54 46 7 12 33 5 3 7 12,2 58 51,5 45,2
Onderwijsniveau: laag Utrecht (GA) 2014 89 45 40 34 5 9 24 4 2 6 12,6 43 51,2 44,8
Onderwijsniveau: laag Utrecht (gemeente) 2014 54 25 21 18 3 6 12 2 1 4 15,3 29 46,4 39,3
Onderwijsniveau: laag Utrechtse Heuvelrug 2014 8 4 3 3 . 1 2 0 0 0 12,2 4 47,4 41,6
Onderwijsniveau: middelbaar Utrecht (PV) 2014 343 255 235 198 38 16 126 49 43 20 7,7 88 74,3 68,6
Onderwijsniveau: middelbaar Utrecht (CR) 2014 343 255 235 198 38 16 126 49 43 20 7,7 88 74,3 68,6
Onderwijsniveau: middelbaar Utrecht (SG) 2014 165 121 110 93 17 8 59 22 21 11 9,0 44 73,2 66,6
Onderwijsniveau: middelbaar Utrecht (GA) 2014 121 89 80 67 13 6 42 15 16 9 9,8 33 73,1 65,9
Onderwijsniveau: middelbaar Utrecht (gemeente) 2014 72 51 45 37 8 4 23 8 10 6 12,1 21 70,8 62,2
Onderwijsniveau: middelbaar Utrechtse Heuvelrug 2014 13 9 9 7 1 1 5 2 1 1 6,3 4 70,5 66,1
Onderwijsniveau: hoog Utrecht (PV) 2014 347 297 287 232 55 2 35 45 197 10 3,4 50 85,6 82,6
Onderwijsniveau: hoog Utrecht (CR) 2014 347 297 287 232 55 2 35 45 197 10 3,4 50 85,6 82,6
Onderwijsniveau: hoog Utrecht (SG) 2014 211 182 176 142 34 1 21 27 122 6 3,5 29 86,3 83,3
Onderwijsniveau: hoog Utrecht (GA) 2014 165 144 139 112 26 1 17 21 97 5 3,8 21 87,1 83,9
Onderwijsniveau: hoog Utrecht (gemeente) 2014 129 115 110 90 21 1 13 16 79 4 3,9 15 88,7 85,3
Onderwijsniveau: hoog Utrechtse Heuvelrug 2014 13 10 10 7 . 0 1 1 7 0 2,4 2 80,5 78,6
Onderwijsniveau: onbekend Utrecht (PV) 2014 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 . 5 . .
Onderwijsniveau: onbekend Utrecht (CR) 2014 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 . 5 . .
Onderwijsniveau: onbekend Utrecht (SG) 2014 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 . 2 . .
Onderwijsniveau: onbekend Utrecht (GA) 2014 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 . 2 . .
Onderwijsniveau: onbekend Utrecht (gemeente) 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Onderwijsniveau: onbekend Utrechtse Heuvelrug 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor diverse regionale indelingen. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, herkomst en onderwijsniveau beschikbaar. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2014.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2014.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 23 februari 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. Elk jaar in februari wordt een nieuwe tabel met de dan meest recente gebiedsindelingen samengesteld. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Beroeps- en niet-beroepsbevolking
Personen die tot de werkzame, de werkloze of de niet-beroepsbevolking behoren.  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Positie in de werkkring
Indeling van de werkzame beroepsbevolking naar:
Werknemer
- met een vaste arbeidsrelatie
- met een flexibele arbeidsrelatie
Zelfstandige
- zonder personeel
- met personeel
- meewerkend gezinslid

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma’s vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Werkloze beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkloosheidspercentage
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Niet-beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk die niet recent naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.