Arbeidsdeelname; regionale indeling 2014, 2003-2014

Arbeidsdeelname; regionale indeling 2014, 2003-2014

Persoonskenmerken Regio's Perioden Beroeps- en niet-beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloosheidspercentage (%) Niet-beroepsbevolking (x 1 000) Bruto arbeidsparticipatie (%) Netto arbeidsparticipatie (%)
Totaal Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 547 385 355 296 59 32 138 57 122 30 7,9 162 70,4 64,9
Totaal Nijmegen (SG) 2014 223 157 145 121 24 14 53 22 55 12 7,9 65 70,7 65,1
Totaal Nijmegen (GA) 2014 133 94 86 72 14 9 26 12 38 8 8,8 39 70,6 64,4
Totaal Nijmegen 2014 133 94 86 72 14 9 26 12 38 8 8,8 39 70,6 64,4
Geslacht: mannen Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 271 203 187 149 38 17 68 28 68 16 7,9 68 74,9 69,0
Geslacht: mannen Nijmegen (SG) 2014 109 81 74 59 15 7 26 11 30 7 8,2 28 74,5 68,5
Geslacht: mannen Nijmegen (GA) 2014 64 47 43 34 9 5 12 6 20 4 9,4 17 74,1 67,2
Geslacht: mannen Nijmegen 2014 64 47 43 34 9 5 12 6 20 4 9,4 17 74,1 67,2
Geslacht: vrouwen Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 277 183 168 147 21 15 70 29 54 14 7,9 94 66,1 60,9
Geslacht: vrouwen Nijmegen (SG) 2014 114 76 71 62 9 7 27 11 26 6 7,5 38 67,0 61,9
Geslacht: vrouwen Nijmegen (GA) 2014 69 47 43 38 5 4 14 6 18 4 8,3 23 67,4 61,8
Geslacht: vrouwen Nijmegen 2014 69 47 43 38 5 4 14 6 18 4 8,3 23 67,4 61,8
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 93 61 54 51 3 14 29 4 6 7 11,7 32 65,3 57,7
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Nijmegen (SG) 2014 44 29 25 24 1 6 13 2 3 3 10,9 15 65,5 58,4
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Nijmegen (GA) 2014 30 19 17 16 1 4 9 1 3 2 10,7 11 64,3 57,4
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Nijmegen 2014 30 19 17 16 1 4 9 1 3 2 10,7 11 64,3 57,4
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 180 160 149 128 21 8 52 27 59 11 6,6 20 88,8 82,9
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Nijmegen (SG) 2014 73 64 60 51 9 3 19 10 27 4 6,8 8 88,6 82,6
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Nijmegen (GA) 2014 48 42 38 33 6 2 10 6 19 3 7,7 6 87,4 80,7
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Nijmegen 2014 48 42 38 33 6 2 10 6 19 3 7,7 6 87,4 80,7
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 274 165 152 117 35 11 57 25 57 13 7,7 109 60,1 55,5
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Nijmegen (SG) 2014 107 65 60 46 14 4 20 10 25 5 7,6 42 60,5 55,9
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Nijmegen (GA) 2014 55 33 30 23 7 2 8 5 15 3 9,2 22 59,7 54,2
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Nijmegen 2014 55 33 30 23 7 2 8 5 15 3 9,2 22 59,7 54,2
Herkomst: autochtoon Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 444 319 297 248 49 24 114 49 106 22 6,9 125 71,9 66,9
Herkomst: autochtoon Nijmegen (SG) 2014 180 130 122 102 20 10 43 19 48 9 6,9 50 72,3 67,4
Herkomst: autochtoon Nijmegen (GA) 2014 101 74 68 58 11 6 20 10 32 6 7,6 27 73,0 67,5
Herkomst: autochtoon Nijmegen 2014 101 74 68 58 11 6 20 10 32 6 7,6 27 73,0 67,5
Herkomst: allochtoon Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 103 66 57 47 10 8 24 8 16 8 12,9 37 64,1 55,9
Herkomst: allochtoon Nijmegen (SG) 2014 42 27 23 19 4 3 9 3 7 3 12,6 15 63,5 55,4
Herkomst: allochtoon Nijmegen (GA) 2014 32 20 17 14 3 3 6 2 6 3 13,3 12 62,8 54,5
Herkomst: allochtoon Nijmegen 2014 32 20 17 14 3 3 6 2 6 3 13,3 12 62,8 54,5
Herkomst: westerse allochtoon Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 55 36 33 27 7 4 13 5 11 3 9,0 19 65,6 59,7
Herkomst: westerse allochtoon Nijmegen (SG) 2014 24 15 14 11 3 2 5 2 5 1 9,2 8 64,8 58,9
Herkomst: westerse allochtoon Nijmegen (GA) 2014 16 10 9 7 2 1 3 1 4 1 9,6 6 64,7 58,5
Herkomst: westerse allochtoon Nijmegen 2014 16 10 9 7 2 1 3 1 4 1 9,6 6 64,7 58,5
Herkomst: niet-westerse allochtoon Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 47 30 24 21 4 5 11 3 . 5 17,6 18 62,3 51,4
Herkomst: niet-westerse allochtoon Nijmegen (SG) 2014 18 11 9 8 1 2 4 . . 2 17,3 7 61,7 51,1
Herkomst: niet-westerse allochtoon Nijmegen (GA) 2014 16 9 8 7 1 1 3 . . 2 17,5 6 60,9 50,2
Herkomst: niet-westerse allochtoon Nijmegen 2014 16 9 8 7 1 1 3 . . 2 17,5 6 60,9 50,2
Herkomst: onbekend Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Herkomst: onbekend Nijmegen (SG) 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Herkomst: onbekend Nijmegen (GA) 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Herkomst: onbekend Nijmegen 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Onderwijsniveau: laag Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 151 75 65 56 9 18 38 6 3 10 13,9 76 49,9 43,0
Onderwijsniveau: laag Nijmegen (SG) 2014 56 28 24 20 3 7 13 2 1 4 14,7 28 49,6 42,3
Onderwijsniveau: laag Nijmegen (GA) 2014 29 14 11 10 2 4 5 1 0 3 18,7 16 47,0 38,2
Onderwijsniveau: laag Nijmegen 2014 29 14 11 10 2 4 5 1 0 3 18,7 16 47,0 38,2
Onderwijsniveau: middelbaar Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 211 154 141 117 23 13 78 28 20 14 8,8 57 73,2 66,7
Onderwijsniveau: middelbaar Nijmegen (SG) 2014 81 59 53 44 9 6 30 10 7 6 9,7 23 72,2 65,2
Onderwijsniveau: middelbaar Nijmegen (GA) 2014 46 32 28 23 5 4 15 5 4 4 12,1 14 69,5 61,1
Onderwijsniveau: middelbaar Nijmegen 2014 46 32 28 23 5 4 15 5 4 4 12,1 14 69,5 61,1
Onderwijsniveau: hoog Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 183 155 149 122 26 1 21 23 99 6 4,0 28 84,6 81,3
Onderwijsniveau: hoog Nijmegen (SG) 2014 85 71 68 57 11 1 9 10 47 3 3,6 14 83,2 80,2
Onderwijsniveau: hoog Nijmegen (GA) 2014 58 48 47 39 7 0 6 6 33 2 3,8 10 83,5 80,3
Onderwijsniveau: hoog Nijmegen 2014 58 48 47 39 7 0 6 6 33 2 3,8 10 83,5 80,3
Onderwijsniveau: onbekend Arnhem/Nijmegen (CR) 2014 3 1 1 1 0 0 0 0 0 0 . 2 . .
Onderwijsniveau: onbekend Nijmegen (SG) 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Onderwijsniveau: onbekend Nijmegen (GA) 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Onderwijsniveau: onbekend Nijmegen 2014 0 . . . . . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor diverse regionale indelingen. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, herkomst en onderwijsniveau beschikbaar. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2014.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2014.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 23 februari 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. Elk jaar in februari wordt een nieuwe tabel met de dan meest recente gebiedsindelingen samengesteld. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Beroeps- en niet-beroepsbevolking
Personen die tot de werkzame, de werkloze of de niet-beroepsbevolking behoren.  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Positie in de werkkring
Indeling van de werkzame beroepsbevolking naar:
Werknemer
- met een vaste arbeidsrelatie
- met een flexibele arbeidsrelatie
Zelfstandige
- zonder personeel
- met personeel
- meewerkend gezinslid

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma’s vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Werkloze beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkloosheidspercentage
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Niet-beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk die niet recent naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.