Arbeidsdeelname; regionale indeling 2014, 2003-2014

Arbeidsdeelname; regionale indeling 2014, 2003-2014

Persoonskenmerken Regio's Perioden Beroeps- en niet-beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloosheidspercentage (%) Niet-beroepsbevolking (x 1 000) Bruto arbeidsparticipatie (%) Netto arbeidsparticipatie (%)
Totaal Nederland 2014 12.665 8.874 8.214 6.860 1.354 737 3.534 1.349 2.436 660 7,4 3.791 70,1 64,9
Totaal Noord-Nederland (LD) 2014 1.289 881 811 674 137 81 378 135 197 70 8,0 407 68,4 62,9
Totaal Oost-Nederland (LD) 2014 2.652 1.873 1.736 1.460 276 173 773 279 484 137 7,3 779 70,6 65,5
Totaal West-Nederland (LD) 2014 5.992 4.223 3.905 3.234 671 307 1.578 650 1.291 317 7,5 1.769 70,5 65,2
Totaal Zuid-Nederland (LD) 2014 2.732 1.897 1.762 1.492 270 176 805 285 464 135 7,1 835 69,4 64,5
Geslacht: mannen Nederland 2014 6.336 4.785 4.442 3.564 878 390 1.875 678 1.390 343 7,2 1.551 75,5 70,1
Geslacht: mannen Noord-Nederland (LD) 2014 650 477 438 350 88 39 208 69 108 38 8,0 173 73,4 67,5
Geslacht: mannen Oost-Nederland (LD) 2014 1.331 1.010 939 760 178 89 414 139 278 72 7,1 321 75,9 70,5
Geslacht: mannen West-Nederland (LD) 2014 2.976 2.264 2.102 1.663 439 174 817 324 734 162 7,2 712 76,1 70,6
Geslacht: mannen Zuid-Nederland (LD) 2014 1.380 1.034 963 790 173 88 437 146 270 71 6,8 346 74,9 69,8
Geslacht: vrouwen Nederland 2014 6.328 4.089 3.772 3.296 476 347 1.659 671 1.046 317 7,8 2.239 64,6 59,6
Geslacht: vrouwen Noord-Nederland (LD) 2014 639 404 373 324 49 42 170 66 89 32 7,9 234 63,3 58,3
Geslacht: vrouwen Oost-Nederland (LD) 2014 1.321 863 798 700 98 84 359 140 206 65 7,6 459 65,3 60,4
Geslacht: vrouwen West-Nederland (LD) 2014 3.016 1.959 1.803 1.571 233 133 762 326 557 155 7,9 1.058 64,9 59,8
Geslacht: vrouwen Zuid-Nederland (LD) 2014 1.352 863 799 702 97 88 368 139 194 65 7,5 489 63,8 59,1
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Nederland 2014 2.045 1.378 1.202 1.140 63 295 679 105 107 175 12,7 668 67,4 58,8
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Noord-Nederland (LD) 2014 215 139 120 113 7 31 67 11 10 19 13,8 76 64,8 55,9
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Oost-Nederland (LD) 2014 438 299 263 251 12 71 146 22 22 36 12,2 139 68,2 59,9
Leeftijd: 15 tot 25 jaar West-Nederland (LD) 2014 966 645 560 528 32 124 321 51 54 85 13,2 321 66,7 57,9
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Zuid-Nederland (LD) 2014 425 294 260 248 11 70 145 21 21 35 11,8 131 69,2 61,0
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Nederland 2014 4.241 3.739 3.502 2.993 509 197 1.387 624 1.223 237 6,3 502 88,2 82,6
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Noord-Nederland (LD) 2014 400 353 329 282 47 20 149 60 92 24 6,9 47 88,2 82,1
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Oost-Nederland (LD) 2014 866 770 723 624 99 45 299 131 234 47 6,1 96 88,9 83,4
Leeftijd: 25 tot 45 jaar West-Nederland (LD) 2014 2.118 1.854 1.734 1.467 267 90 632 307 669 120 6,5 264 87,5 81,9
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Zuid-Nederland (LD) 2014 856 762 717 620 96 42 306 127 229 45 5,9 95 88,9 83,7
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Nederland 2014 6.378 3.758 3.510 2.727 782 246 1.468 620 1.106 248 6,6 2.621 58,9 55,0
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Noord-Nederland (LD) 2014 673 389 362 279 83 31 162 65 95 27 6,9 284 57,8 53,8
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Oost-Nederland (LD) 2014 1.347 804 751 586 164 58 328 126 228 53 6,6 543 59,7 55,7
Leeftijd: 45 tot 75 jaar West-Nederland (LD) 2014 2.908 1.724 1.611 1.239 373 93 625 292 569 112 6,5 1.184 59,3 55,4
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Zuid-Nederland (LD) 2014 1.450 841 785 623 162 64 354 137 214 55 6,6 609 58,0 54,2
Herkomst: autochtoon Nederland 2014 9.985 7.071 6.641 5.531 1.110 533 2.846 1.115 2.021 430 6,1 2.914 70,8 66,5
Herkomst: autochtoon Noord-Nederland (LD) 2014 1.153 795 737 611 125 70 345 125 179 58 7,3 358 68,9 63,9
Herkomst: autochtoon Oost-Nederland (LD) 2014 2.232 1.594 1.494 1.254 240 138 663 243 425 100 6,3 638 71,4 66,9
Herkomst: autochtoon West-Nederland (LD) 2014 4.353 3.100 2.925 2.413 512 190 1.158 502 1.015 176 5,7 1.253 71,2 67,2
Herkomst: autochtoon Zuid-Nederland (LD) 2014 2.247 1.582 1.486 1.253 233 135 680 245 402 96 6,1 665 70,4 66,1
Herkomst: allochtoon Nederland 2014 2.662 1.790 1.562 1.319 243 203 684 232 412 228 12,8 872 67,2 58,7
Herkomst: allochtoon Noord-Nederland (LD) 2014 135 86 73 62 12 11 33 10 18 12 14,5 49 63,6 54,3
Herkomst: allochtoon Oost-Nederland (LD) 2014 419 278 241 205 36 35 109 35 58 37 13,2 141 66,3 57,6
Herkomst: allochtoon West-Nederland (LD) 2014 1.626 1.114 973 815 158 117 417 147 273 141 12,6 512 68,5 59,9
Herkomst: allochtoon Zuid-Nederland (LD) 2014 483 313 274 237 37 41 125 40 62 39 12,4 170 64,8 56,8
Herkomst: westerse allochtoon Nederland 2014 1.246 854 780 640 140 70 307 121 263 74 8,7 392 68,5 62,6
Herkomst: westerse allochtoon Noord-Nederland (LD) 2014 82 53 47 39 8 6 19 7 14 6 11,0 29 64,2 57,2
Herkomst: westerse allochtoon Oost-Nederland (LD) 2014 208 140 127 106 21 14 53 19 38 13 9,3 68 67,2 60,9
Herkomst: westerse allochtoon West-Nederland (LD) 2014 664 472 435 348 87 30 161 68 166 37 7,8 192 71,0 65,5
Herkomst: westerse allochtoon Zuid-Nederland (LD) 2014 292 190 171 148 24 20 74 26 46 18 9,7 102 65,0 58,7
Herkomst: niet-westerse allochtoon Nederland 2014 1.417 936 782 678 103 133 376 111 149 155 16,5 480 66,1 55,2
Herkomst: niet-westerse allochtoon Noord-Nederland (LD) 2014 53 33 27 23 3 5 13 3 5 7 20,2 20 62,5 49,9
Herkomst: niet-westerse allochtoon Oost-Nederland (LD) 2014 211 138 114 99 15 21 56 16 20 24 17,1 73 65,4 54,3
Herkomst: niet-westerse allochtoon West-Nederland (LD) 2014 962 642 538 466 72 86 257 78 108 104 16,2 320 66,8 55,9
Herkomst: niet-westerse allochtoon Zuid-Nederland (LD) 2014 191 123 103 90 13 21 50 14 16 20 16,4 68 64,5 53,9
Herkomst: onbekend Nederland 2014 17 12 11 10 1 1 4 2 3 1 . 5 . .
Herkomst: onbekend Noord-Nederland (LD) 2014 1 . . . . . . . . . . . . .
Herkomst: onbekend Oost-Nederland (LD) 2014 2 2 2 2 0 0 1 1 0 0 . 0 . .
Herkomst: onbekend West-Nederland (LD) 2014 13 9 8 6 1 0 3 1 3 1 . 5 . .
Herkomst: onbekend Zuid-Nederland (LD) 2014 1 1 1 1 0 0 1 0 0 0 . 0 . .
Onderwijsniveau: laag Nederland 2014 3.854 2.013 1.768 1.522 246 426 1.086 149 85 245 12,2 1.841 52,2 45,9
Onderwijsniveau: laag Noord-Nederland (LD) 2014 411 211 184 156 28 45 112 15 8 27 12,8 200 51,4 44,8
Onderwijsniveau: laag Oost-Nederland (LD) 2014 815 438 387 336 51 100 238 30 16 52 11,8 377 53,8 47,4
Onderwijsniveau: laag West-Nederland (LD) 2014 1.746 902 786 674 113 175 484 72 43 115 12,8 844 51,7 45,0
Onderwijsniveau: laag Zuid-Nederland (LD) 2014 883 462 411 357 54 105 252 32 17 51 11,0 421 52,3 46,6
Onderwijsniveau: middelbaar Nederland 2014 5.089 3.786 3.501 2.952 550 265 1.975 699 511 285 7,5 1.303 74,4 68,8
Onderwijsniveau: middelbaar Noord-Nederland (LD) 2014 559 410 379 317 63 29 220 75 46 30 7,4 149 73,3 67,9
Onderwijsniveau: middelbaar Oost-Nederland (LD) 2014 1.099 827 767 648 118 63 438 150 103 60 7,3 273 75,2 69,7
Onderwijsniveau: middelbaar West-Nederland (LD) 2014 2.328 1.725 1.589 1.336 253 114 869 325 261 136 7,9 603 74,1 68,3
Onderwijsniveau: middelbaar Zuid-Nederland (LD) 2014 1.103 825 766 651 115 59 448 149 100 58 7,1 278 74,8 69,5
Onderwijsniveau: hoog Nederland 2014 3.564 2.985 2.864 2.322 542 31 431 492 1.830 121 4,1 578 83,8 80,4
Onderwijsniveau: hoog Noord-Nederland (LD) 2014 303 250 238 194 44 3 42 44 143 12 4,7 53 82,5 78,6
Onderwijsniveau: hoog Oost-Nederland (LD) 2014 709 589 566 461 104 6 88 97 362 23 4,0 120 83,1 79,8
Onderwijsniveau: hoog West-Nederland (LD) 2014 1.841 1.558 1.496 1.200 296 14 208 249 979 62 4,0 283 84,6 81,3
Onderwijsniveau: hoog Zuid-Nederland (LD) 2014 711 589 564 467 98 7 93 101 346 24 4,1 122 82,8 79,4
Onderwijsniveau: onbekend Nederland 2014 158 90 81 64 17 15 42 9 11 9 . 68 . .
Onderwijsniveau: onbekend Noord-Nederland (LD) 2014 16 10 9 7 2 2 4 1 0 1 . 5 . .
Onderwijsniveau: onbekend Oost-Nederland (LD) 2014 29 19 17 15 2 4 9 2 2 2 . 10 . .
Onderwijsniveau: onbekend West-Nederland (LD) 2014 78 39 34 25 9 4 18 4 8 5 . 39 . .
Onderwijsniveau: onbekend Zuid-Nederland (LD) 2014 35 21 20 17 3 5 11 2 0 2 . 14 . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor diverse regionale indelingen. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, herkomst en onderwijsniveau beschikbaar. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2014.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2014.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 23 februari 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. Elk jaar in februari wordt een nieuwe tabel met de dan meest recente gebiedsindelingen samengesteld. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Beroeps- en niet-beroepsbevolking
Personen die tot de werkzame, de werkloze of de niet-beroepsbevolking behoren.  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Positie in de werkkring
Indeling van de werkzame beroepsbevolking naar:
Werknemer
- met een vaste arbeidsrelatie
- met een flexibele arbeidsrelatie
Zelfstandige
- zonder personeel
- met personeel
- meewerkend gezinslid

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma’s vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Werkloze beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkloosheidspercentage
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Niet-beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk die niet recent naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.