Musea; financiële gegevens, bedrijfsopbrengsten en -kosten 1993 - 2013
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat uitkomsten over bedrijfsopbrengsten en -kosten van musea.
Gegevens beschikbaar: 1993 tot en met 2013.
Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 6 oktober 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De tabel is stopgezet omdat de onderzoekspopulatie vanaf 2015 is herijkt. Daardoor zijn de resultaten van 1993 tot en met 2013 niet meer goed te vergelijken met de resultaten van 2015 en verder.
Toelichting onderwerpen
- Musea
- Een museum is een permanente instelling ten dienste van de samenleving en haar ontwikkeling, toegankelijk voor publiek, niet gericht op het maken van winst, die de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving verwerft, behoudt, wetenschappelijk onderzoekt, presenteert en hierover informeert voor doeleinden van studie, educatie en genoegen.
- Bedrijfsopbrengsten
- De opbrengsten uit de eigenlijke bedrijfsvoering, i.c. de verkopen van goederen en diensten, subsidies en (schade)uitkeringen.
- Totaal bedrijfsopbrengsten
- Directe opbrengsten
- De opbrengsten uit de eigenlijke bedrijfsvoering, i.c. de verkopen van goederen en diensten.
---
Hieronder worden verstaan: inkomsten uit entreegelden, vergoedingen museumkaart, sponsoring, (pacht)inkomsten uit horeca en winkel, opbrengsten bruikleenverkeer en dergelijke.- Totaal directe opbrengsten
- Publiekinkomsten
- Inkomsten uit entree en vergoedingen voor de museumkaart.
- Totaal publieksinkomsten
- Sponsorinkomsten
- Een sponsor is een persoon die, of bedrijf dat de kosten van iets draagt met als tegenprestatie dat het museum reclame maakt voor de sponsor. Dit zijn voornamelijk sponsors uit het bedrijfsleven.
- Overige inkomsten
- Totaal overige inkomsten
- Indirecte opbrengsten
- Opbrengsten uit subsidies en (schade)uitkeringen en inkomsten uit publieke en private middelen.
---
Bijvoorbeeld: overheidssubsidies, subsidies en bijdragen uit publieke en private middelen.- Totaal indirecte opbrengsten
- Subsidies overheid
- Betalingen om niet die door de overheid of de Instellingen van de Europese Unie worden gedaan aan ingezeten producenten, met het doel de productieniveaus, de prijzen of de beloning van de productiefactoren te beïnvloeden.
- Totaal subsidies overheid
- Rijk
- Alle ministeries (inclusief alle diensten die deel uitmaken van de eigen organisatie), de begrotingsfondsen en de agentschappen.
- Totaal rijkssubsidies
- Min. Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
- Overige ministeries
- Provincie
- Bij wet opgerichte publiekrechtelijke lichamen, evenals bijvoorbeeld het Rijk, de gemeenten en de waterschappen.
---
Tot de provincie behoren alle diensten die deel uitmaken van de eigen organisatie. Uitgesloten zijn privaatrechtelijke rechtspersonen, zoals stichtingen en naamloze vennootschappen, ook als deze volledig gecontroleerd worden door de provincies. Belangrijke taken van provincies zijn het verzorgen van een samenhangend verkeers- en vervoerbeleid, de zorg voor de waterhuishouding, het beheer van het milieu, de bevordering van economische activiteiten en de welzijnszorg.
- Gemeente
- Een bij wet opgericht publiekrechtelijk lichaam, evenals bijvoorbeeld het Rijk, de provincies en de waterschappen.
---
Tot de gemeente behoren alle diensten die deel uitmaken van de eigen organisatie. Uitgesloten zijn privaatrechtelijke rechtspersonen, zoals stichtingen en naamloze vennootschappen, ook als deze volledig gecontroleerd worden door de gemeenten. Belangrijke voorbeelden van uiteenlopende gebieden van gemeentelijke zorg zijn: sociale voorzieningen, ruimtelijke ordening, onderwijs, milieu, onderhoud/beheer van wegen en openbaar vervoer.
- Loonsubsidies/afdrachtskortingen
- Tegemoetkoming van de overheid in de loonkosten van een bedrijf, gebaseerd op de Wet terugdringing arbeidsongeschiktheidsvolume (TAV).
---
In feite bestaan er twee onderdelen en wel een subsidie in de directe loonkosten en een subsidie voor kosten in verband met training en begeleiding van de arbeidsongeschikte werkzoekenden.
Voorwaarden:
- de arbeidsongeschikte werkzoekende wordt te werk gesteld door bemiddeling van het ABP of de GMD.
- de werkgever sluit een privaat- of publiekrechtelijke arbeidsovereenkomst met de arbeidsongeschikte werkzoekende.
- het uurloon is tenminste gelijk aan het wettelijke minimumloon.
- terzake van dezelfde dienstbetrekking bestaat geen recht op de vrijstelling voor het werkgeversgedeelte van de premie werknemersverzekeringen.
- Overige subsidies en bijdragen
- Het betreft hier inkomsten uit publieke middelen zoals Europese projecten, overheidsfondsen en dergelijke en inkomsten uit private middelen zoals uitkeringen verzekeringen voor schade en ziekte en giften van private fondsen en goede doelen loterijen.
- Totaal overige subsidies/bijdragen
- Publieke middelen
- Inkomsten uit Europese projecten en overheidsfondsen.
- Totaal publieke middelen
- Europese projecten
- Overige publieke middelen
- Inkomsten uit overheidsfondsen zoals het Mondriaanfonds.
- Private middelen
- Bijdragen en giften van vriendenverenigingen, bedrijven (geen sponsoring), private fondsen (bijvoorbeeld VSB, Prins Bernard Cultuurfonds, fondsen op naam, goede doelen loterijen).
- Bedrijfskosten
- De kosten die zijn gemaakt om de bedrijfsopbrengsten te realiseren, t.w. de inkoopwaarde van de omzet, de arbeidskosten (PS), de afschrijvingen op vaste activa en de zgn. overige bedrijfskosten.
- Totale bedrijfskosten
- Arbeidskosten
- In de productiestatistieken (PS) van het CBS wordt hieronder verstaan: de brutolonen en -salarissen van werknemers en de ten laste van de werkgevers komende sociale premies.
---
Tot de arbeidskosten worden niet gerekend de overige personeelskosten, t.w. betalingen i.v.m. uitzendkrachten en ingeleend personeel, opleidingskosten, kosten van werving en selectie van personeel, kosten van kantine, arbodiensten, bedrijfskleding, jubilea e.d. Op de arbeidskosten (PS) zijn subsidies niet in mindering gebracht.- Totaal arbeidskosten
- Huisvestingskosten
- De kosten voor huur, lease, reparatie, onderhoud, schoonmaak en verzekering van gebouwen en terreinen, waterverbruik, inrichting. Verder ook milieuheffingen en onroerendzaakbelastingen.
- Totaal huisvestingskosten
- Afschrijvingen
- De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering.
- Aankoop museumstukken
- Kosten van de aankoop van museumstukken ter uitbreiding of vernieuwing van de collectie.
- Andere kosten
- Inkoop van artikelen voor winkel en horeca, tentoonstellingskosten, kosten voor marketing en communicatie en overige kosten
- Totaal andere kosten
- Bedrijfsresultaat
- De bedrijfsopbrengsten minus de bedrijfskosten.
---
Het resultaat behaald uit de productieactiviteiten, i.c. de verkopen van goederen en diensten, alsmede de waarde van voorraadmutaties, geactiveerde productie voor het eigen bedrijf, subsidies en schade-uitkeringen. - Financieel resultaat
- De financiële baten minus de financiële lasten.
- Saldo reserves/voorzieningen
- Het verschil tussen de totale toevoegingen en onttrekkingen aan reserves/voorzieningen. Het betreft hier toevoegingen en onttrekkingen aan interne voorzieningsfondsen zoals aanloop- en reorganisatiefondsen en onderhoudsfondsen groot onderhoud. Saldo bijzondere baten en lasten is het verschil tussen winsten en verliezen die niet uit de gewone bedrijfsvoering voortkomen.
- Saldo bijzonder baten/lasten
- Het saldo van de baten en lasten die niet te maken hebben met de normale bedrijfsvoering, zoals kosten voortvloeiende uit reorganisatie, boekwinsten en -verliezen uit de verkoop van een bedrijf of andere activa, waaronder (im-)materiële vaste activa. Afschrijving (dubieuze) debiteuren valt ook onder deze post.
- Eind resultaat
- Som van bedrijfsresultaat plus saldo rentebaten en -lasten plus saldo toevoegingen en onttrekkingen reserves plus saldo bijzondere baten en lasten.
---
Tot en met 1999 exclusief saldo toevoegingen en onttrekkingen reserves en tot en met 2009 exclusief saldo bijzondere baten en lasten.