Bestaande koopwoningen; regio; verkoopprijzen prijsindex 2010=100;1995-2017

Bewerk tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Perioden Regio's Prijsindex verkoopprijzen Prijsindex bestaande koopwoningen (2010 = 100) Prijsindex verkoopprijzen Ontwikkeling t.o.v. een jaar eerder (%)
1995 Nederland 37,6
2000 71,1 18,2
2005 94,4 3,9
2010 100,0 -2,2
2011 97,6 -2,4
2012 91,3 -6,5
2013 1e kwartaal 86,5 -8,6
2013 2e kwartaal 84,7 -8,7
2013 3e kwartaal 85,1 -4,6
2013 4e kwartaal 84,8 -4,3
2013 85,3 -6,6
2014 1e kwartaal 85,2 -1,5
2014 2e kwartaal 85,8 1,2
2014 3e kwartaal 86,6 1,8
2014 4e kwartaal 86,6 2,2
2014 86,1 0,9
2015 1e kwartaal 87,3 2,4
2015 2e kwartaal 87,9 2,5
2015 3e kwartaal 89,1 2,9
2015 4e kwartaal 89,7 3,5
2015 88,5 2,8
2016 1e kwartaal 90,8 4,1
2016 2e kwartaal 91,8 4,4
2016 3e kwartaal 94,1 5,6
2016 4e kwartaal 95,1 6,1
2016 93,0 5,0
2017 1e kwartaal 97,0 6,8
2017 2e kwartaal 98,9 7,7
2017 3e kwartaal 101,2 7,6
2017 4e kwartaal 102,9 8,2
2017 100,0 7,6
1995 Groningen (PV) 38,1
2000 62,3 16,1
2005 94,5 7,5
2010 100,0 -1,2
2011 96,9 -3,1
2012 90,7 -6,4
2013 1e kwartaal 87,9 -5,8
2013 2e kwartaal 85,5 -7,3
2013 3e kwartaal 85,5 -3,9
2013 4e kwartaal 84,4 -4,4
2013 85,8 -5,4
2014 1e kwartaal 84,3 -4,0
2014 2e kwartaal 85,4 -0,1
2014 3e kwartaal 85,4 -0,1
2014 4e kwartaal 85,5 1,4
2014 85,2 -0,8
2015 1e kwartaal 86,6 2,7
2015 2e kwartaal 87,6 2,6
2015 3e kwartaal 87,7 2,7
2015 4e kwartaal 88,0 3,0
2015 87,5 2,7
2016 1e kwartaal 88,9 2,7
2016 2e kwartaal 89,7 2,4
2016 3e kwartaal 93,7 6,7
2016 4e kwartaal 94,0 6,8
2016 91,6 4,7
2017 1e kwartaal 94,4 6,1
2017 2e kwartaal 95,4 6,3
2017 3e kwartaal 98,2 4,8
2017 4e kwartaal 99,1 5,4
2017 96,8 5,7
1995 Zuid-Holland (PV) 38,9
2000 69,7 17,4
2005 95,4 4,1
2010 100,0 -2,2
2011 98,3 -1,7
2012 91,9 -6,4
2013 1e kwartaal 87,2 -8,2
2013 2e kwartaal 85,7 -8,7
2013 3e kwartaal 86,1 -4,3
2013 4e kwartaal 86,2 -3,1
2013 86,3 -6,1
2014 1e kwartaal 86,2 -1,2
2014 2e kwartaal 87,2 1,7
2014 3e kwartaal 87,9 2,2
2014 4e kwartaal 88,1 2,2
2014 87,4 1,2
2015 1e kwartaal 88,5 2,7
2015 2e kwartaal 89,3 2,5
2015 3e kwartaal 90,6 3,1
2015 4e kwartaal 91,4 3,7
2015 90,0 3,0
2016 1e kwartaal 92,3 4,2
2016 2e kwartaal 93,6 4,7
2016 3e kwartaal 95,7 5,6
2016 4e kwartaal 97,0 6,1
2016 94,6 5,2
2017 1e kwartaal 99,1 7,4
2017 2e kwartaal 101,1 8,0
2017 3e kwartaal 103,8 8,4
2017 4e kwartaal 106,0 9,4
2017 102,5 8,3
1995 Noord-Brabant (PV) 36,2
2000 69,9 18,8
2005 94,8 3,9
2010 100,0 -2,4
2011 96,8 -3,2
2012 89,9 -7,2
2013 1e kwartaal 84,6 -9,2
2013 2e kwartaal 83,1 -9,4
2013 3e kwartaal 83,0 -5,3
2013 4e kwartaal 82,7 -4,8
2013 83,4 -7,3
2014 1e kwartaal 82,9 -2,0
2014 2e kwartaal 83,5 0,5
2014 3e kwartaal 84,3 1,6
2014 4e kwartaal 84,1 1,6
2014 83,7 0,4
2015 1e kwartaal 84,6 2,1
2015 2e kwartaal 85,2 2,0
2015 3e kwartaal 86,1 2,2
2015 4e kwartaal 86,5 2,9
2015 85,6 2,3
2016 1e kwartaal 87,6 3,6
2016 2e kwartaal 88,0 3,3
2016 3e kwartaal 89,6 4,0
2016 4e kwartaal 90,5 4,6
2016 88,9 3,9
2017 1e kwartaal 91,9 4,9
2017 2e kwartaal 93,6 6,4
2017 3e kwartaal 95,1 6,1
2017 4e kwartaal 96,6 6,8
2017 94,3 6,1
1995 Amsterdam 30,0
2000 68,7 20,4
2005 81,9 4,8
2010 100,0 -0,4
2011 99,7 -0,3
2012 94,0 -5,7
2013 1e kwartaal 88,3 -9,4
2013 2e kwartaal 89,8 -5,5
2013 3e kwartaal 89,5 -3,3
2013 4e kwartaal 88,7 -2,6
2013 89,1 -5,3
2014 1e kwartaal 90,6 2,6
2014 2e kwartaal 93,0 3,5
2014 3e kwartaal 95,1 6,2
2014 4e kwartaal 96,0 8,3
2014 93,7 5,1
2015 1e kwartaal 99,6 10,0
2015 2e kwartaal 100,5 8,1
2015 3e kwartaal 104,5 9,9
2015 4e kwartaal 106,5 11,0
2015 102,8 9,7
2016 1e kwartaal 110,2 10,7
2016 2e kwartaal 115,3 14,7
2016 3e kwartaal 119,3 14,2
2016 4e kwartaal 121,9 14,4
2016 116,7 13,5
2017 1e kwartaal 127,5 15,6
2017 2e kwartaal 130,8 13,4
2017 3e kwartaal 135,8 13,8
2017 4e kwartaal 138,2 13,4
2017 133,1 14,0
1995 Rotterdam 37,1
2000 67,0 17,3
2005 93,3 4,1
2010 100,0 -0,7
2011 99,3 -0,7
2012 94,4 -5,0
2013 1e kwartaal 89,3 -7,7
2013 2e kwartaal 87,4 -8,1
2013 3e kwartaal 90,2 -3,2
2013 4e kwartaal 89,6 -3,0
2013 89,1 -5,6
2014 1e kwartaal 89,1 -0,2
2014 2e kwartaal 91,0 4,1
2014 3e kwartaal 91,1 1,0
2014 4e kwartaal 90,9 1,5
2014 90,5 1,6
2015 1e kwartaal 92,6 3,9
2015 2e kwartaal 94,0 3,3
2015 3e kwartaal 95,7 5,0
2015 4e kwartaal 95,9 5,4
2015 94,5 4,4
2016 1e kwartaal 97,3 5,0
2016 2e kwartaal 99,3 5,7
2016 3e kwartaal 102,8 7,5
2016 4e kwartaal 105,7 10,3
2016 101,3 7,1
2017 1e kwartaal 108,4 11,4
2017 2e kwartaal 112,6 13,4
2017 3e kwartaal 116,7 13,5
2017 4e kwartaal 119,9 13,4
2017 114,4 13,0
Bron: CBS, Kadaster
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft de prijsontwikkelingen weer van de voorraad van bestaande koopwoningen per regio. Ook worden het aantal transacties, de gemiddelde verkoopprijs en de totale waarde van de verkoopprijzen van de verkochte woningen gepubliceerd. De prijsindexcijfers over de bestaande koopwoningen zijn gebaseerd op een integrale registratie van verkooptransacties van woningen door het Kadaster en WOZ-waarden van alle woningen in Nederland. Indexreeksen kunnen fluctueren, bijvoorbeeld wanneer het aantal transacties in een regio beperkt is. Het verdient dan aanbeveling om de lange termijn ontwikkelingen van de prijsindexcijfers te gebruiken.
De gemiddelde verkoopprijs kan een andere ontwikkeling laten zien dan de prijsindex bestaande koopwoningen. De ontwikkeling van de gemiddelde verkoopprijs is namelijk geen indicator voor de prijsontwikkeling van bestaande koopwoningen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1e kwartaal 1995 tot en met 2017

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 20 april 2018:
Geen, de tabel is stopgezet. Deze tabel wordt opgevolgd door de tabel Bestaande koopwoningen; regio; verkoopprijzen prijsindex 2015=100. Zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Prijsindex verkoopprijzen
Prijsindex bestaande koopwoningen
De Prijsindex Bestaande Koopwoningen geeft de prijsverandering weer van de voorraad van bestaande koopwoningen. De woning moet op Nederlandse grond staan en verkocht zijn aan een particulier.
Ontwikkeling t.o.v. een jaar eerder
De procentuele ontwikkeling van een bepaalde periode (maand, kwartaal, jaar) ten opzichte van dezelfde periode in het daaraan voorafgaande jaar. Het CBS berekent de ontwikkeling aan de hand van niet-afgeronde indexcijfers.