Financiën alle ondernemingen; niet-financiële sector, SBI 2008

Financiën alle ondernemingen; niet-financiële sector, SBI 2008

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Perioden Ondernemingengroep (aantal) Balanstotaal, eindstand (mln euro) Balans activa, eindstand Immateriële vaste activa (mln euro) Balans activa, eindstand Materiële vaste activa (mln euro) Balans activa, eindstand Deelnemingen Deelnemingen totaal (mln euro) Balans activa, eindstand Deelnemingen Deelnemingen binnenland (mln euro) Balans activa, eindstand Deelnemingen Deelnemingen buitenland (mln euro) Balans activa, eindstand Langlopende vorderingen (mln euro) Balans activa, eindstand Voorraden (mln euro) Balans activa, eindstand Kortlopende vorderingen (mln euro)
35 Energiebedrijven 2022 2.251 166.016,1 5.890,2 64.487,9 21.387,2 3.326,7 18.060,5 29.373,4 2.855,2 26.251,6
E Waterbedrijven en afvalbeheer 2022 1.419 23.932,3 1.589,2 13.302,7 2.730,1 1.963,5 766,6 1.165,4 593,7 1.872,3
36 Waterleidingbedrijven 2022 30 8.018,4 117,7 7.107,8 97,8 97,5 0,3 193,8 34,6 192,9
81 Schoonmaakbedrijven, hoveniers e.d. 2022 5.036 15.112,4 574,8 2.833,6 4.326,6 2.819,3 1.507,4 874,6 243,0 3.081,8
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft inzicht in de balansgegevens en resultatenrekeningen van alle ondernemingen met rechtspersoonlijkheid (N.V., B.V., Coöp) uit de niet-financiële sector in Nederland.
De gegevens worden samengesteld uit twee bronnen:
- voor grote ondernemingen (met een balanstotaal groter of gelijk aan 40 miljoen euro) vindt directe enquêtering plaats
- voor de kleine ondernemingen (balanstotaal kleiner dan 40 miljoen euro) maakt het CBS gebruik van de vennootschapsbelasting aangiftegegevens van de belastingdienst.
Gemakshalve wordt hier de term 'onderneming' gebruikt; feitelijk correct is echter 'ondernemingengroep' zoals door het CBS gedefinieerd.
De ondernemingen zijn gegroepeerd naar economische activiteit volgens de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008), een hiërarchische indeling van economische activiteiten die vanaf 2008 door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2011.

Status van de cijfers:
De cijfers tot en met 2022 zijn definitief.

Wijzigingen per 19 november 2024:
De nader voorlopige cijfers van 2022 zijn bijgesteld en zijn nu definitief.

Wijzigingen per 17 maart 2022:
Vanaf statistiekjaar 2020 is SBI ‘L’ toegevoegd aan het SFO-waarneembereik. Dit heeft als gevolg dat SBI 'L' is toegevoegd als categorie aan de variabele 'Bedrijfstakken/Branches (SBI 2008)', net als de nieuwe samentelling 'Totaal, exclusief financiële sector'. De oude samentelling 'Totaal, ex. financiële sector, vastgoed' komt hierdoor te vervallen vanaf statistiekjaar 2020.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
- In maart (15 maanden na verslagjaar) verschijnen voorlopige cijfers;
- In november (23 maanden na verslagjaar) komt aanvullende informatie beschikbaar op grond waarvan de gegevens een definitieve status krijgen.

Toelichting onderwerpen

Ondernemingengroep
De eenheid die feitelijk optreedt als financiële transactor.

Operationeel wordt de ondernemingengroep gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend en die homogeen is naar institutionele sector.
De ondernemingengroep is de statistische eenheid op basis waarvan het financierings- en inkomensverdelingproces in Nederland wordt beschreven.
Vooral bij grotere eenheden komt deze feitelijke transactor doorgaans niet overeen met één juridische eenheid, maar is een combinatie van juridische eenheden. Beslissingen over het financierings- en inkomensverdelingproces
worden op verschillende niveaus binnen een concern genomen. Omdat de ondernemingengroep de eenheid is die gebruikt wordt bij de beschrijving van deze processen, dient deze alle juridische eenheden te omvatten waarover overwegende zeggenschap kan worden uitgeoefend. Zo maken alle niveaus waarop financiële beslissingen worden genomen deel uit van de ondernemingengroep. Echter, delen van een concern in verschillende institutionele sectoren werkzaam, zijn per definitie verschillende financiële actoren.
Balanstotaal, eindstand
Het betreft hier de totale waarde van alle activa (= bezittingen) of van alle passiva (= schulden) aan het einde van een boekjaar (ingedeeld naar kalenderjaar).
Balans activa, eindstand
Het betreft hier de totale waarde van alle activa (= bezittingen) aan het einde van een boekjaar, ingedeeld naar kalenderjaar.
Immateriële vaste activa
Een identificeerbaar, niet-monetair actief (bezit, eigendom) zonder fysieke gedaante dat wordt gebruikt voor de productie en aflevering van goederen of diensten, voor verhuur aan derden of voor administratieve doeleinden. Inclusief het recht op gebruik inzake operational lease vanaf statistiekjaar 2021.
Voorbeelden: concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.
Materiële vaste activa
Dit zijn de fysieke activa (eigendommen) die bestemd zijn voor de duurzame ondersteuning van de bedrijfsvoering van een onderneming.
Inclusief het recht op gebruik inzake operational lease vanaf statistiekjaar 2021.
Voorbeelden: bedrijfsgebouwen, machines, installaties, computers, transportmiddelen.
Deelnemingen
Het betreft de waarde van de deelname in het kapitaal van groepsmaatschappijen en minderheidsdeelnemingen, die in Nederland en die in het buitenland zijn gevestigd en actief zijn.
Deelnemingen totaal
Deelnemingen binnenland
Het betreft de waarde van niet-meegeconsolideerde groepsmaatschappijen en overige deelnemingen binnenland.
Deelnemingen buitenland
Het betreft de waarde van de deelname in het kapitaal van alle in het buitenland gevestigde groepsmaatschappijen en de overige buitenlandse (minderheids-) deelnemingen.
Langlopende vorderingen
Hieronder worden verstaan de vorderingen en beleggingen met een (resterende) looptijd langer dan een jaar.
Voorraden
Onder voorraden wordt verstaan: goederen die bestemd zijn om te worden verkocht, òf te worden verbruikt bij het vervaardigen van goederen, òf het verlenen van diensten.
De volgende categorieën worden onderscheiden:
a. grond- en hulpstoffen,
b. onderhanden werk,
c. gereed product en handelsgoederen, en
d. vooruitbetalingen op voorraden.
Kortlopende vorderingen
Hieronder worden verstaan: vorderingen en beleggingen met een looptijd van een jaar of minder. Tot 2005 zijn de kortlopende vorderingen inclusief de handelsdebiteuren.