Sectorrekeningen; lopende transacties naar sectoren 1969 - kw4 2013

Sectorrekeningen; lopende transacties naar sectoren 1969 - kw4 2013

Sectoren Perioden Middelen Invoer van goederen en diensten Totaal (mln euro) Middelen Invoer van goederen en diensten Invoer van goederen (mln euro) Middelen Invoer van goederen en diensten Invoer van diensten (mln euro) Middelen Productie Productie van toegerekende bankdiensten (mln euro) Middelen Inkomen uit vermogen Rente Correctie toegerekende bankdiensten (mln euro) Bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Totaal (mln euro) Bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Uitvoer van goederen (mln euro) Bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Uitvoer van diensten (mln euro) Bestedingen Inkomen uit vermogen Rente Correctie toegerekende bankdiensten (mln euro)
Totale economie 2013* - - - 40.430 -32.023 - - - -29.838
Niet-financiële vennootschappen 2013* - - - - 525 - - - -5.447
Financiële instellingen 2013* - - - 40.430 -32.701 - - - 459
Monetaire financiële instellingen 2013* - - - 30.797 -24.286 - - - 3.227
Overige financiële instellingen 2013* - - - 9.633 -8.447 - - - -2.600
Verzekeringsinst. en pensioenfondsen 2013* - - - - 32 - - - -168
Overheid (geconsolideerd) 2013* - - - - 50 - - - -1.357
Centrale overheid (geconsolideerd) 2013* - - - - 19 - - - -469
Lokale overheid (geconsolideerd) 2013* - - - - 31 - - - -888
Wett. soc. verzek.inst. (geconsolideerd) 2013* - - - - - - - - -
Overheid 2013* - - - - 50 - - - -1.357
Centrale overheid 2013* - - - - 19 - - - -469
Lokale overheid 2013* - - - - 31 - - - -888
Wettelijke sociale verzekeringsinst. 2013* - - - - - - - - -
Huishoudens incl. IZW's t.b.v. huish. 2013* - - - - 103 - - - -23.493
Huishoudens 2013* - - - - 99 - - - -23.470
IZW's t.b.v. huishoudens 2013* - - - - 4 - - - -23
Buitenland 2013* 471.263 367.352 103.911 - -139 532.450 419.605 112.845 -2.324
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een overzicht van de niet-financiële (lopende) transacties per periode van de verschillende (sub)sectoren van de Nederlandse economie. De cijfers worden gepresenteerd in de vorm van middelen en bestedingen.
Daarnaast worden in deze tabel ook de saldi van de (sub)sectoren weergegeven.

De niet-financiële rekeningen worden beschreven aan de hand van een groot aantal transacties. Elke transactie beschrijft een stukje van een economisch deelproces, alle deelprocessen samen geven het gehele economische proces van niet-financiële transacties weer. Deelprocessen zijn: het productieproces, inkomensvorming, inkomensverdeling, inkomensherverdeling, inkomensbesteding en kapitaalvorming.

Niet-financiële transacties worden geraamd voor de hoofdsectoren van de economie: niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en het buitenland. De sectoren financiële instellingen en overheid zijn bovendien nog naar subsectoren uitgesplitst.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaren vanaf 1969 tot 2013.
Kwartalen vanaf eerste kwartaal 2005 tot vierde kwartaal 2013 .

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn vanaf 1969 definitief. De jaar- en kwartaalgegevens van het lopende jaar en de twee voorgaande jaren hebben nog een (nader)voorlopig karakter. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de voorlopige gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 25 juni 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door tabel Sectorrekeningen; lopende transacties naar sectoren. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Middelen
Ontvangsten van economische sectoren.
Invoer van goederen en diensten
De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn gebracht. Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde grondstoffen, halffabricaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder noemenswaardige bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer). De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland. De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
Totaal
De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn gebracht. Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde grondstoffen, halffabricaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder noemenswaardige bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer). De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland. De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
Invoer van goederen
De invoer van goederen betreft de voor ingezetenen bestemde goederen, die vanuit het buitenland in het economisch gebied van Nederland zijn gebracht. Hiertoe behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde grondstoffen, halffabricaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde vaste activa. De invoer omvat verder goederen die, zonder noemenswaardige bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
Invoer van diensten
De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van Nederlandse bedrijven in het buitenland, zoals vervoerskosten, bankkosten en zakenreizen. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland. De invoer door huishoudens bestaat onder meer uit ingevoerde consumptiegoederen en de directe consumptieve bestedingen van Nederlandse toeristen, grensbewoners, diplomaten en militairen in het buitenland.
Productie
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Productie van toegerekende bankdiensten
Banken houden zich vooral bezig met financiële intermediatie, dat wil zeggen het aantrekken, transformeren en distribueren van financiële middelen. De vergoeding voor deze diensten wordt impliciet verrekend met de ontvangen en betaalde rente. De waarde van deze zogenaamde toegerekende bankdiensten wordt berekend als de marge op aangetrokken deposito’s en op uitgezette leningen.
Inkomen uit vermogen
Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.
Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
Rente
Rente wordt toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende vordering of schuld ontstaat. Werkelijke rentebetalingen worden gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten. Er treedt een verschuiving op van de werkelijke rentebetalingen naar de productie of het verbruik van bankdiensten. Voor producenten van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een daling van de ontvangen rente en een stijging van de betaalde rente ten opzichte van de werkelijke rentestromen. Bij de verbruikers van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een stijging van ontvangen rente en een daling van de betaalde rente, in vergelijking met de werkelijke rentestromen.
Correctie toegerekende bankdiensten
Rente wordt toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende vordering of schuld ontstaat. In de rente volgens de definitie van nationale rekeningen worden de werkelijke rentebetalingen gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten. Er treedt een verschuiving op van de werkelijke rentebetalingen naar de productie of het verbruik van bankdiensten. Voor producenten van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een daling van de ontvangen rente en een stijging van de betaalde rente ten opzichte van de werkelijke rentestromen. Bij de verbruikers van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een stijging van ontvangen rente en een daling van de betaalde rente, in vergelijking met de werkelijke rentestromen.
Bestedingen
Uitgaven door economische sectoren.
Uitvoer van goederen en diensten
Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland zijn geleverd. De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en diplomaten.
Totaal
Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland zijn geleverd. De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en diplomaten.
Uitvoer van goederen
Tot de uitvoer van goederen worden de goederen gerekend, die door ingezetenen vanuit het economisch gebied van Nederland aan het buitenland zijn geleverd. Onder de uitvoer vallen eveneens de bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en diplomaten.
Uitvoer van diensten
De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer vallen eveneens de bestedingen in Nederland door buitenlandse toeristen, grensbewoners en diplomaten.
Inkomen uit vermogen
Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.
Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
Rente
Rente wordt toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende vordering of schuld ontstaat. Werkelijke rentebetalingen worden gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten. Er treedt een verschuiving op van de werkelijke rentebetalingen naar de productie of het verbruik van bankdiensten. Voor producenten van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een daling van de ontvangen rente en een stijging van de betaalde rente ten opzichte van de werkelijke rentestromen. Bij de verbruikers van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een stijging van ontvangen rente en een daling van de betaalde rente, in vergelijking met de werkelijke rentestromen.
Correctie toegerekende bankdiensten
Rente wordt toegerekend aan het tijdvak waarin de onderliggende vordering of schuld ontstaat. In de rente volgens de definitie van nationale rekeningen worden de werkelijke rentebetalingen gecorrigeerd voor toegerekende bankdiensten. Er treedt een verschuiving op van de werkelijke rentebetalingen naar de productie of het verbruik van bankdiensten. Voor producenten van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een daling van de ontvangen rente en een stijging van de betaalde rente ten opzichte van de werkelijke rentestromen. Bij de verbruikers van toegerekende bankdiensten leidt dit tot een stijging van ontvangen rente en een daling van de betaalde rente, in vergelijking met de werkelijke rentestromen.