Sectorrekeningen; lopende transacties naar sectoren 1969 - kw4 2013

Sectorrekeningen; lopende transacties naar sectoren 1969 - kw4 2013

Sectoren Perioden Middelen Inkomen uit vermogen Totaal (mln euro) Middelen Inkomen uit vermogen Ingehouden winsten op dir. buitenl. inv. (mln euro) Middelen Inkomen uit vermogen Ink. uit verm. toeger. aan polishouders (mln euro) Middelen Inkomen uit vermogen Inkomen uit grond en minerale reserves (mln euro) Middelen Inkomen uit vermogen Winstuitkeringen Inkomen onttrokken aan quasi-vennootsch. (mln euro) Middelen Belastingen op inkomen en vermogen Totaal (mln euro) Middelen Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op inkomen (mln euro) Middelen Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen (mln euro) Middelen Overige inkomensoverdrachten Totaal (mln euro) Middelen Overige inkomensoverdrachten Schadeverzekeringspremies (mln euro) Middelen Overige inkomensoverdrachten Schadeverzekeringsuitkeringen (mln euro) Middelen Overige inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten binnen de overheid (mln euro) Middelen Overige inkomensoverdrachten Ink.overdr. ivm internat. samenwerking (mln euro) Middelen Overige inkomensoverdrachten Overige inkomensoverdrachten n.e.g. (mln euro) Bestedingen Inkomen uit vermogen Totaal (mln euro) Bestedingen Inkomen uit vermogen Ingehouden winsten op dir. buitenl. inv. (mln euro) Bestedingen Inkomen uit vermogen Ink. uit verm. toeger. aan polishouders (mln euro) Bestedingen Inkomen uit vermogen Inkomen uit grond en minerale reserves (mln euro) Bestedingen Inkomen uit vermogen Winstuitkeringen Inkomen onttrokken aan quasi-vennootsch. (mln euro) Bestedingen Belastingen op inkomen en vermogen Totaal (mln euro) Bestedingen Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op inkomen (mln euro) Bestedingen Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen (mln euro) Bestedingen Overige inkomensoverdrachten Totaal (mln euro) Bestedingen Overige inkomensoverdrachten Schadeverzekeringspremies (mln euro) Bestedingen Overige inkomensoverdrachten Schadeverzekeringsuitkeringen (mln euro) Bestedingen Overige inkomensoverdrachten Inkomensoverdrachten binnen de overheid (mln euro) Bestedingen Overige inkomensoverdrachten Ink.overdr. ivm internat. samenwerking (mln euro) Bestedingen Overige inkomensoverdrachten Overige inkomensoverdrachten n.e.g. (mln euro) Saldi Saldo primaire inkomens (bruto) (mln euro) Saldi Saldo primaire inkomens (netto) (mln euro) Saldi Bruto beschikbaar inkomen (mln euro) Saldi Netto beschikbaar inkomen (mln euro)
Totale economie 2013* 276.328 -10.905 21.890 11.645 1.692 65.876 59.085 6.791 145.768 13.804 15.676 98.050 147 18.091 271.288 19.046 22.171 11.645 2.207 66.067 59.376 6.691 156.399 15.676 13.804 98.050 3.514 25.355 599.909 510.118 588.780 498.989
Niet-financiële vennootschappen 2013* 50.801 1.692 - 16 - - - - 2.555 - 2.554 - - 1 68.709 3.191 - 11.461 1.499 10.012 10.012 - 4.047 2.554 - - - 1.493 110.323 62.858 98.819 51.354
Financiële instellingen 2013* 163.977 -12.597 - - 140 - - - 15.265 13.804 1.461 - - - 179.806 15.855 22.171 29 4 2.659 2.659 - 16.039 1.461 13.804 - - 774 11.211 6.570 25.938 21.297
Monetaire financiële instellingen 2013* 24.214 242 - - - - - - 260 - 260 - - - 38.359 201 - - - 381 381 - 1.034 260 - - - 774 1.130 -619 -25 -1.774
Overige financiële instellingen 2013* 115.539 -12.839 - - 140 - - - 1 - 1 - - - 117.205 15.629 - 29 4 1.818 1.818 - 1 1 - - - - 5.843 3.759 4.025 1.941
Verzekeringsinst. en pensioenfondsen 2013* 24.224 - - - - - - - 15.004 13.804 1.200 - - - 24.242 25 22.171 - - 460 460 - 15.004 1.200 13.804 - - - 4.238 3.430 21.938 21.130
Overheid (geconsolideerd) 2013* 20.396 - - 11.619 251 65.876 59.085 6.791 2.494 - 306 - 147 2.041 10.427 - - 10 - - - - 10.577 306 - - 3.514 6.757 90.036 72.903 173.282 156.149
Centrale overheid (geconsolideerd) 2013* 17.837 - - 11.247 8 62.134 59.085 3.049 3.046 - 39 1.276 147 1.584 9.124 - - - - - - - 83.228 39 - 74.105 3.514 5.570 76.397 70.578 42.262 36.443
Lokale overheid (geconsolideerd) 2013* 2.683 - - 372 243 3.742 - 3.742 60.734 - 267 60.010 - 457 1.428 - - 10 - - - - 1.658 267 - 204 - 1.187 15.406 4.161 72.929 61.684
Wett. soc. verzek.inst. (geconsolideerd) 2013* 47 - - - - - - - 14.211 - - 14.211 - - 46 - - - - - - - 1.188 - - 1.188 - - -1.767 -1.836 58.091 58.022
Overheid 2013* 20.596 - - 11.619 251 65.876 59.085 6.791 100.544 - 306 98.050 147 2.041 10.627 - - 10 - - - - 108.627 306 - 98.050 3.514 6.757 90.036 72.903 173.282 156.149
Centrale overheid 2013* 17.866 - - 11.247 8 62.134 59.085 3.049 14.518 - 39 12.748 147 1.584 9.153 - - - - - - - 94.700 39 - 85.577 3.514 5.570 76.397 70.578 42.262 36.443
Lokale overheid 2013* 2.683 - - 372 243 3.742 - 3.742 71.815 - 267 71.091 - 457 1.428 - - 10 - - - - 12.739 267 - 11.285 - 1.187 15.406 4.161 72.929 61.684
Wettelijke sociale verzekeringsinst. 2013* 47 - - - - - - - 14.211 - - 14.211 - - 46 - - - - - - - 1.188 - - 1.188 - - -1.767 -1.836 58.091 58.022
Huishoudens incl. IZW's t.b.v. huish. 2013* 40.954 - 21.890 10 1.301 - - - 27.404 - 11.355 - - 16.049 12.146 - - 145 704 53.396 46.705 6.691 27.686 11.355 - - - 16.331 388.339 367.787 290.741 270.189
Huishoudens 2013* 40.524 - 21.890 10 1.301 - - - 21.835 - 11.318 - - 10.517 12.131 - - 145 704 53.396 46.705 6.691 24.596 11.318 - - - 13.278 387.701 367.372 287.624 267.295
IZW's t.b.v. huishoudens 2013* 430 - - - - - - - 5.569 - 37 - - 5.532 15 - - - - - - - 3.090 37 - - - 3.053 638 415 3.117 2.894
Buitenland 2013* 157.725 19.046 311 - 704 1.057 1.057 - 16.575 2.040 168 - 3.514 10.853 162.765 -10.905 30 - 189 866 766 100 5.944 168 2.040 - 147 3.589 . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een overzicht van de niet-financiële (lopende) transacties per periode van de verschillende (sub)sectoren van de Nederlandse economie. De cijfers worden gepresenteerd in de vorm van middelen en bestedingen.
Daarnaast worden in deze tabel ook de saldi van de (sub)sectoren weergegeven.

De niet-financiële rekeningen worden beschreven aan de hand van een groot aantal transacties. Elke transactie beschrijft een stukje van een economisch deelproces, alle deelprocessen samen geven het gehele economische proces van niet-financiële transacties weer. Deelprocessen zijn: het productieproces, inkomensvorming, inkomensverdeling, inkomensherverdeling, inkomensbesteding en kapitaalvorming.

Niet-financiële transacties worden geraamd voor de hoofdsectoren van de economie: niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en het buitenland. De sectoren financiële instellingen en overheid zijn bovendien nog naar subsectoren uitgesplitst.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaren vanaf 1969 tot 2013.
Kwartalen vanaf eerste kwartaal 2005 tot vierde kwartaal 2013 .

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn vanaf 1969 definitief. De jaar- en kwartaalgegevens van het lopende jaar en de twee voorgaande jaren hebben nog een (nader)voorlopig karakter. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de voorlopige gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 25 juni 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door tabel Sectorrekeningen; lopende transacties naar sectoren. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Middelen
Ontvangsten van economische sectoren.
Inkomen uit vermogen
Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.
Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
Totaal
Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.
Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
Winstuitkeringen
Dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen. Dividend is een uitkering van een vennootschap aan diegenen die vermogen beschikbaar hebben gesteld in de vorm van aandelenkapitaal. Quasi-vennootschappen zijn delen van juridische eenheden die, omdat zij zich gedragen als vennootschappen (nv's, bv's), als afzonderlijke economische eenheden worden opgevat. Zij worden ingedeeld bij de niet-financiële vennootschappen of de financiële instellingen. Ook overheidsbedrijven zijn, hoewel ze administratief tot de overheid behoren, als quasi-vennootschappen bij de vennootschappen opgenomen.
Inkomen onttrokken aan quasi-vennootsch.
Inkomen uit vermogen dat door de eigenaars wordt onttrokken aan quasi-vennootschappen.
Dit zijn delen van juridische eenheden die, omdat zij zich gedragen als vennootschappen (nv's, bv's), als afzonderlijke economische eenheden worden opgevat. Zij worden ingedeeld bij de niet-financiële vennootschappen of de financiële instellingen.
Overheidsbedrijven zijn, hoewel ze administratief tot de overheid behoren, als quasi-vennootschappen bij de vennootschappen opgenomen. De winsten van de overheidsbedrijven worden in de vorm van inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen en teruggeboekt naar de overheid. Het spiegelbeeld hiervan, zoals de overheidsbijdragen in tekorten van overheidsbedrijven, worden daarentegen als subsidies geboekt.
Ingehouden winsten op dir. buitenl. inv.
Ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen
Het deel van de winst van een buitenlandse dochteronderneming dat niet in de vorm van dividend is afgedragen aan de moederonderneming. Op de financiële rekening wordt dit rendement op directe buitenlandse investeringen teruggesluisd in de vorm van de aankoop van aandelen. Indien het uitgekeerde dividend groter is dan de in een jaar behaalde winst betekent dit dat de ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen negatief zijn.
Ink. uit verm. toeger. aan polishouders
Inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders.
De opbrengsten verkregen uit de belegging van de in de loop van de jaren opgebouwde voorzieningen bij verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen worden beschouwd als primair inkomen van polishouders. In werkelijkheid betalen de verzekeringsinstellingen deze bedragen niet aan de polishouders uit, maar voegen zij ze toe aan de voorzieningen. Om aan de eisen van de nationale rekeningen te voldoen, worden daarom een tweetal toerekeningen gemaakt: eerst worden de bedragen toegerekend aan polishouders, die dit vervolgens terugbetalen als onderdeel van de premies.
Inkomen uit grond en minerale reserves
De betalingen voor het gebruik van grond (pacht) en de betalingen die voortvloeien uit het verlenen van vergunningen om minerale reserves te mogen exploreren of exploiteren (concessies).
Belastingen op inkomen en vermogen
Belasting die wordt geheven op inkomen en vermogen (zoals bank- en spaartegoeden en beleggingen).
Totaal
Belasting die wordt geheven op inkomen en vermogen (zoals bank- en spaartegoeden en beleggingen).
Belastingen op inkomen
Belasting die wordt geheven op inkomen. Hieronder vallen: de vennootschapsbelasting, loonbelasting, inkomstenbelasting, dividendbelasting, kansspelbelasting en eenmalige ontvangsten in verband met de liquidatie van houdstermaatschappijen.
Belastingen op vermogen
Belasting die wordt geheven op vermogen (zoals bank- en spaartegoeden en beleggingen). Het te betalen bedrag is afhankelijk van de omvang van het vermogen.
Overige inkomensoverdrachten
Hieronder vallen inkomensoverdrachten die niet in de andere categorieën zijn ingedeeld.
Totaal
Hieronder vallen inkomensoverdrachten die niet in de andere categorieën zijn ingedeeld.
Schadeverzekeringspremies
Schadeverzekeringspremies zijn premies die betaald worden om de schade te verzekeren als gevolg van bijvoorbeeld een ongeval, ziekte, diefstal of aanrijding. De premies worden betaald door polishouders aan verzekeringsinstellingen. Omdat de vergoeding voor verzekeringsdiensten bij schadeverzekeringsmaatschappijen wordt berekend als het verschil tussen de bruto premies (in rekening gebrachte premies en de aanvulling uit het beleggingsinkomen) en de uitkeringen, zijn de schadeverzekeringspremies gelijk aan de uitkeringen.
Schadeverzekeringsuitkeringen
Dit zijn uitkeringen die betaald worden ter compensatie van schade als gevolg van bijvoorbeeld een ongeval, ziekte, diefstal of aanrijding. De uitkeringen worden betaald door verzekeringsinstellingen aan polishouders.
Inkomensoverdrachten binnen de overheid
Inkomensoverdrachten binnen de overheid.
Onderlinge overdrachten (geen kapitaaloverdrachten) tussen de verschillende overheidsinstellingen.
Ink.overdr. ivm internat. samenwerking
Inkomensoverdrachten in verband met internationale samenwerking.
Overdrachten in verband met internationale samenwerking tussen binnenlandse sectoren en overheden of internationale organisaties in het buitenland met uitzondering van kapitaaloverdrachten.
Overige inkomensoverdrachten n.e.g.
Overige inkomensoverdrachten niet elders genoemd.
Onder de overige inkomensoverdrachten niet elders genoemd (n.e.g.) worden alle nog niet eerder genoemde transacties geboekt, die niet het karakter hebben van een kapitaaloverdracht.
Bestedingen
Uitgaven door economische sectoren.
Inkomen uit vermogen
Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.
Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
Totaal
Het inkomen dat de eigenaar van een vordering of van materiële niet-geproduceerde activa ontvangt in ruil voor het verstrekken van financiële middelen of het ter beschikking stellen van de materiële niet-geproduceerde activa aan een andere institutionele eenheid.
Inkomen uit vermogen bestaat uit: rente, winstuitkeringen (dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen), ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen, inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders en inkomen uit grond en minerale reserves.
Winstuitkeringen
Dividenden en inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen. Dividend is een uitkering van een vennootschap aan diegenen die vermogen beschikbaar hebben gesteld in de vorm van aandelenkapitaal. Quasi-vennootschappen zijn delen van juridische eenheden die, omdat zij zich gedragen als vennootschappen (nv's, bv's), als afzonderlijke economische eenheden worden opgevat. Zij worden ingedeeld bij de niet-financiële vennootschappen of de financiële instellingen. Ook overheidsbedrijven zijn, hoewel ze administratief tot de overheid behoren, als quasi-vennootschappen bij de vennootschappen opgenomen. Voorbeelden zijn gemeentelijke energiebedrijven en gemeentelijke vervoerbedrijven.
Inkomen onttrokken aan quasi-vennootsch.
Inkomen uit vermogen dat door de eigenaars wordt onttrokken aan quasi-vennootschappen.
Dit zijn delen van juridische eenheden die, omdat zij zich gedragen als vennootschappen (nv's, bv's), als afzonderlijke economische eenheden worden opgevat. Zij worden ingedeeld bij de niet-financiële vennootschappen of de financiële instellingen.
Overheidsbedrijven zijn, hoewel ze administratief tot de overheid behoren, als quasi-vennootschappen bij de vennootschappen opgenomen. De winsten van de overheidsbedrijven worden in de vorm van inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen en teruggeboekt naar de overheid. Het spiegelbeeld hiervan, overheidsbijdragen in tekorten van overheidsbedrijven, worden daarentegen als subsidies geboekt.
Ingehouden winsten op dir. buitenl. inv.
Ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen.
Het deel van de winst van een buitenlandse dochteronderneming dat niet in de vorm van dividend is afgedragen aan de moederonderneming. Op de financiële rekening wordt dit rendement op directe buitenlandse investeringen teruggesluisd in de vorm van de aankoop van aandelen. Indien het uitgekeerde dividend groter is dan de in een jaar behaalde winst betekent dit dat de ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen negatief zijn.
Ink. uit verm. toeger. aan polishouders
Inkomen uit vermogen toegerekend aan polishouders.
De opbrengsten verkregen uit de belegging van de in de loop van de jaren opgebouwde voorzieningen bij verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen worden beschouwd als primair inkomen van polishouders. In werkelijkheid betalen de verzekeringsinstellingen deze bedragen niet aan de polishouders uit, maar voegen zij ze toe aan de voorzieningen. Om aan de eisen van de nationale rekeningen te voldoen, worden daarom een tweetal toerekeningen gemaakt: eerst worden de bedragen toegerekend aan polishouders, die dit vervolgens terugbetalen als onderdeel van de premies.
Inkomen uit grond en minerale reserves
De betalingen voor het gebruik van grond (pacht) en de betalingen die voortvloeien uit het verlenen van vergunningen om minerale reserves te mogen exploreren of exploiteren (concessies).
Belastingen op inkomen en vermogen
Belasting die wordt geheven op inkomen en vermogen (zoals bank- en spaartegoeden en beleggingen).
Totaal
Belasting die wordt geheven op inkomen en vermogen (zoals bank- en spaartegoeden en beleggingen).
Belastingen op inkomen
Belasting die wordt geheven op inkomen Hieronder vallen: de vennootschapsbelasting, loonbelasting, inkomstenbelasting, dividendbelasting, kansspelbelasting en eenmalige ontvangsten in verband met de liquidatie van houdstermaatschappijen.
Belastingen op vermogen
Belasting die wordt geheven op vermogen (zoals bank- en spaartegoeden en beleggingen).
Overige inkomensoverdrachten
Hieronder vallen inkomensoverdrachten die niet in de andere categorieën zijn ingedeeld.
Totaal
Hieronder vallen inkomensoverdrachten die niet in de andere categorieën zijn ingedeeld.
Schadeverzekeringspremies
Schadeverzekeringspremies zijn premies die betaald worden om de schade te verzekeren als gevolg van bijvoorbeeld een ongeval, ziekte, diefstal of aanrijding. De premies worden betaald door polishouders aan verzekeringsinstellingen.
Omdat de vergoeding voor verzekeringsdiensten bij schadeverzekeringsmaatschappijen wordt berekend als het verschil tussen de bruto premies (in rekening gebrachte premies en de aanvulling uit het beleggingsinkomen) en de uitkeringen, zijn de schadeverzekeringspremies gelijk aan de uitkeringen.
Schadeverzekeringsuitkeringen
Dit zijn uitkeringen die betaald worden ter compensatie van schade als gevolg van bijvoorbeeld een ongeval, ziekte, diefstal of aanrijding. De uitkeringen worden betaald door verzekeringsinstellingen aan polishouders.
Inkomensoverdrachten binnen de overheid
Inkomensoverdrachten binnen de overheid.
Onderlinge overdrachten (geen kapitaaloverdrachten) tussen de verschillende overheidsinstellingen.
Ink.overdr. ivm internat. samenwerking
Inkomensoverdrachten in verband met internationale samenwerking.
Overdrachten in verband met internationale samenwerking tussen binnenlandse sectoren en overheden of internationale organisaties in het buitenland met uitzondering van kapitaaloverdrachten.
Overige inkomensoverdrachten n.e.g.
Overige inkomensoverdrachten niet elders genoemd.
Onder de overige inkomensoverdrachten niet elders genoemd (n.e.g.) worden alle nog niet eerder genoemde transacties geboekt, die niet het karakter hebben van een kapitaaloverdracht.
Saldi
Saldo primaire inkomens (bruto)
Het primaire inkomen (nationaal inkomen) is het inkomen dat de sectoren ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces en het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond e.d. Het nationaal inkomen is gelijk aan het bruto binnenlands product (bbp) plus het per saldo uit het buitenland ontvangen (primaire) inkomen. Het kan ook berekend worden als de som van de primaire inkomens van alle sectoren samen (totale economie). Bruto is inclusief afschrijvingen, netto is exclusief afschrijvingen.
Saldo primaire inkomens (netto)
Het primaire inkomen (nationaal inkomen) is het inkomen dat de sectoren ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces en het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond e.d. Het nationaal inkomen is gelijk aan het bruto binnenlands product (bbp) plus het per saldo uit het buitenland ontvangen (primaire) inkomen. Het kan ook berekend worden als de som van de primaire inkomens van alle sectoren samen (totale economie). Bruto is inclusief afschrijvingen, netto is exclusief afschrijvingen.
Bruto beschikbaar inkomen
Het beschikbaar inkomen geeft aan over welk inkomen een sector kan beschikken na herverdeling van het primaire inkomen door al dan niet verplichte inkomensoverdrachten tussen de sectoren (belastingen op inkomen en vermogen, sociale premies en uitkeringen en overige inkomensoverdrachten).
De registratiewijze van de verzekeringstransacties leidt ertoe dat de verandering in pensioenvoorzieningen niet zijn opgenomen in het beschikbaar inkomen van huishoudens.
De som van het beschikbaar inkomen van alle sectoren samen is het beschikbaar nationaal inkomen. Het is gelijk aan het nationaal inkomen plus de per saldo uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten.
Bruto is inclusief afschrijvingen, netto is exclusief afschrijvingen.
Netto beschikbaar inkomen
Het beschikbaar inkomen geeft aan over welk inkomen een sector kan beschikken na herverdeling van het primaire inkomen door al dan niet verplichte inkomensoverdrachten tussen de sectoren (belastingen op inkomen en vermogen, sociale premies en uitkeringen en overige inkomensoverdrachten).
De registratiewijze van de verzekeringstransacties leidt ertoe dat de verandering in pensioenvoorzieningen niet zijn opgenomen in het beschikbaar inkomen van huishoudens.
De som van het beschikbaar inkomen van alle sectoren samen is het beschikbaar nationaal inkomen. Het is gelijk aan het nationaal inkomen plus de per saldo uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten.
Bruto is inclusief afschrijvingen, netto is exclusief afschrijvingen.