Sociale Monitor,welvaart en welzijn in de Nederlandse samenleving,1999-2018

Sociale Monitor,welvaart en welzijn in de Nederlandse samenleving,1999-2018

Geslacht Perioden Economische risico's Flexibele arbeidsrelatie (%  werknemers) Economische risico's Langdurige arbeidsongeschiktheid (x 1 000) Sociale verbanden en relaties Onbetaalde arbeid (% van de totale tijdsbesteding)
Totaal 2018 . . .
Mannen 2018 . . .
Vrouwen 2018 . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De Sociale Monitor is een verzameling indicatoren die gezamenlijk een beeld schetsen van het welzijn en de welvaart van de Nederlandse bevolking. Deze gegevens hebben betrekking op meerdere aspecten uit het leven van Nederlanders, ingedeeld in een negental thema's, en hoe deze veranderen in de tijd.

Bij de indeling en presentatie van deze gegevens sluiten we aan bij de uitwerking van het aandachtsgebied "kwaliteit van leven" in het Report of the Commission on the Measurement of Economic Performance and Social Progress. Dit Stiglitz-rapport werd geschreven door een commissie die onder leiding stond van de Nobelprijswinnaars Joseph Stiglitz en Amartya Sen en de econoom Jean-Paul Fitousi.

De negen onderscheiden thema's zijn:

1. Demografische en economische context
2. Materiële levensstandaard
3. Economische risico's
4. Opleiding en beroep
5. Gezondheid
6. Maatschappelijke participatie en vertrouwen
7. Sociale verbanden en relaties
8. Veiligheid
9. Milieu en leefomgeving

Voor elk van deze negen thema's zijn enkele voor welvaart en welzijn relevante kerncijfers geselecteerd uit reeds bestaande Statline tabellen. Waar mogelijk wordt daarbij een onderscheid gemaakt naar geslacht. Daarnaast publiceert het CBS op Statline nog een groot aantal andere gegevens over elk van die negen thema's

Gegevens beschikbaar: van 1999 tot en met 2018.

Wijzigingen per 26 februari 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Economische risico's
Economische risico’s gaan over de onzekerheid die mensen hebben over hun toekomstige materiële situatie. Die onzekerheid kan leiden tot stress en ongerustheid en kan een belemmering vormen voor mensen om bijvoorbeeld te investeren in een opleiding voor zichzelf of voor hun kinderen of in huisvesting.
Flexibele arbeidsrelatie
Percentage werknemers met een flexibele arbeidsrelatie.

Werknemer met een flexibele arbeidsrelatie:
Een persoon die een arbeidsovereenkomst heeft die van beperkte duur is of die niet voor een vast overeengekomen aantal uren in dienst is.
Hiertoe behoren:
- Werknemer met een tijdelijk dienstverband met uitzicht op vast én vaste uren
- Werknemer met een tijdelijk dienstverband van 1 jaar of langer én vaste uren
- Werknemer met een overig tijdelijk dienstverband én vaste uren
- Oproep/-invalkracht
- Uitzendkracht
- Werknemer met een vast dienstverband zonder vaste uren
- Werknemer met een tijdelijk dienstverband zonder vaste uren

De cijfers over werkloosheid en beroepsbevolking zijn bijgesteld als gevolg van een verbetering in de waarneming. De gereviseerde cijfers zijn beschikbaar vanaf 2003. De cijfers van 1996-2002 zijn te raadplegen via het StatLine archief deze zijn door de revisie niet vergelijkbaar met de nieuwe reeks.

De cijfers over het aantal werknemers met een vaste of een flexibele arbeidsrelatie zijn herzien. De herziening is het gevolg van een wijziging voor een specifieke groep werknemers met een flexibele arbeidsrelatie, namelijk de werknemers met een tijdelijk contract met uitzicht op een vaste arbeidsrelatie. Door een verbetering in de vragenlijst is nu bekend in welke mate zij gedurende het onderzoek switchen naar een vast of ander tijdelijk dienstverband bij dezelfde werkgever. Door deze verbetering is het nu ook mogelijk cijfers samen te stellen over de doorstroom van het totaal aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie naar een vaste arbeidsrelatie. Door de herziening komt het totaal aantal mensen met een vaste arbeidsrelatie hoger uit, het totaal aantal met een flexibele arbeidsrelatie neemt met datzelfde aantal af en er vindt een verschuiving plaats van het aantal tijdelijke contracten met uitzicht op vast naar andere flexibele dienstverbanden. De cijfers zijn vanaf 2003 herzien zodat er een tijdreeks over vaste en flexibele arbeidsrelaties beschikbaar blijft.


Langdurige arbeidsongeschiktheid
Het aantal personen (15 tot 65 jaar) dat 3 jaar of langer aaneengesloten een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO/WIA-uitkering, Wajong-uitkering) heeft ontvangen.

Peildatum:
De laatste vrijdag van september.
Sociale verbanden en relaties
Sociale verbanden en relaties zijn op diverse manieren belangrijk voor de kwaliteit van leven. Zo kunnen mensen hun netwerk gebruiken om hun eigen grenzen te verleggen of activiteiten te ondernemen. Tegelijkertijd werkt een netwerk corrigerend op zijn leden. Sociale verbanden en relaties hebben een grote invloed op de perceptie van de kwaliteit van leven. Ook onbetaalde arbeid, zoals het verlenen van informele hulp, het doen van vrijwilligerswerk of de verzorging van kinderen valt binnen deze dimensie, net als huisvesting die onderdeel is van de sociale omgeving.
Onbetaalde arbeid
Aandeel van de tijdsbesteding aan onbetaalde productieve activiteiten in de totale tijdsbesteding van personen van 12 jaar of ouder.

Onbetaalde arbeid omvat huishoudelijke verplichtingen (huishoudelijke werkzaamheden, klussen en karweitjes), verzorging van anderen en vrijwilligerswerk, exclusief de hiermee gemoeide reistijd.

Huishoudelijke werkzaamheden, klussen en karweitjes
Huishoudelijke verplichtingen valt in 1997 uiteen in:
- Boodschappen (winkelen, bank, post e.d.)
- Op afspraak naar (tand)arts, fysiotherapeut, kapper e.d.
- Huishoudelijk werk
- Wassen, strijken en naaien e.d.
- Huisdieren verzorgen
- Onderhoudswerk, klussen, in de tuin werken
Vanaf 1999 werd de categorie 'eten en drinken klaarmaken' toegevoegd.
In 1997 viel dit nog onder persoonlijke verzorging.
Vanaf 1999 werden de categorieën 'schoonmaken in huis' en 'wassen,
strijken en naaien e.d.' samengevoegd.

Vrijwilligerswerk
- Werk voor kerkelijke, politieke organisatie.
- Werk voor organisatie, voor vorming of verzorging.
- Werk voor sportvereniging, culturele vereniging.