Personen van inkomstenbronnen; arbeid, uitkering, pensioen, 2001-2015

Personen van inkomstenbronnen; arbeid, uitkering, pensioen, 2001-2015

Geslacht Leeftijd Herkomstgroepering Soort huishouden Perioden Totaal bevolking (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid Alleen arbeid, totaal (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid Arbeid als werknemer (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid Arbeid als zelfstandige (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid Arbeid als werknemer en als zelfstandige (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering Alleen uitkering, totaal (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering AO-uitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering WW-uitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering WW- en AO-uitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering Bijstandsuitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering Bijstands- en AO-uitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering Andere uitkeringen (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en uitkering Alleen arbeid en uitkering, totaal (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en uitkering Arbeid als werknemer en uitkering totaal (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en uitkering Arbeid als werknemer en AO-uitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en uitkering Arbeid als werknemer en WW-uitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en uitkering Arbeid als werknemer en bijstandsuitk. (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en uitkering Arbeid als werknemer en andere uitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en uitkering Arbeid als zelfstandige en uitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en uitkering Arbeid als werkn. en als zelfs. en uitk. (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen pensioen (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en pensioen Alleen arbeid en pensioen, totaal (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en pensioen Arbeid als werknemer en pensioen (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en pensioen Arbeid als zelfstandige en pensioen (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen arbeid en pensioen Arbeid als werkn. en als zelfs. en pens. (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering en pensioen Alleen uitkering en pensioen, totaal (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering en pensioen Pensioen en AO-uitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering en pensioen Pensioen en WW-uitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering en pensioen Pensioen en bijstandsuitkering (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Alleen uitkering en pensioen Pensioen en andere uitkeringen (x 1 000) Met arbeid, uitkering of pensioen Arbeid, uitkering èn pensioen (x 1 000) Zonder arbeid, uitkering of pensioen Geen arbeid/uitkering/pensioen, totaal (x 1 000) Zonder arbeid, uitkering of pensioen Niet schoolgaande kinderen (x 1 000) Zonder arbeid, uitkering of pensioen Scholier/student (x 1 000) Zonder arbeid, uitkering of pensioen Overige personen (x 1 000)
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal herkomst Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 16.954,2 7.515,1 6.357,2 828,9 329,0 1.208,2 492,3 191,1 3,7 402,9 10,8 107,5 405,3 314,2 114,6 120,7 42,4 36,5 78,7 12,4 2.748,6 359,8 189,6 158,2 12,0 244,9 71,4 15,9 50,0 107,6 41,2 4.431,0 693,1 2.801,4 936,5
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal herkomst Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 16.699,2 7.506,8 6.350,0 828,0 328,7 1.132,1 429,1 190,8 3,7 391,7 10,7 106,1 398,3 307,4 108,2 120,6 42,1 36,4 78,5 12,4 2.623,2 359,2 189,4 157,8 12,0 239,1 70,0 15,8 49,6 103,7 41,1 4.399,5 691,3 2.788,5 919,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Totaal herkomst Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 255,0 8,4 7,2 0,9 0,3 76,1 63,2 0,3 0,0 11,2 0,1 1,3 7,0 6,8 6,3 0,1 0,2 0,1 0,2 0,0 125,4 0,6 0,2 0,4 0,0 5,8 1,4 0,0 0,4 3,9 0,1 31,5 1,8 12,9 16,9
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Autochtoon Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 13.228,7 6.068,8 5.132,8 660,3 275,7 754,1 364,5 139,8 3,0 167,9 6,8 72,1 313,7 239,0 97,4 92,0 21,7 28,0 64,4 10,3 2.441,0 321,3 168,4 142,2 10,7 155,1 58,9 13,7 10,0 72,4 34,3 3.140,4 513,2 2.069,6 557,5
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Autochtoon Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 13.026,7 6.062,4 5.127,4 659,5 275,5 693,9 311,4 139,6 3,0 162,1 6,7 71,2 307,6 233,0 91,6 91,9 21,6 27,9 64,3 10,3 2.327,8 320,7 168,3 141,8 10,7 151,0 57,7 13,7 9,9 69,8 34,2 3.129,1 512,7 2.062,7 553,8
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Autochtoon Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 202,0 6,4 5,5 0,7 0,2 60,2 53,1 0,2 0,0 5,8 0,1 0,9 6,2 6,0 5,7 0,1 0,1 0,1 0,2 0,0 113,2 0,6 0,2 0,4 0,0 4,0 1,3 0,0 0,1 2,6 0,1 11,2 0,5 6,9 3,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Allochtoon Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 3.725,5 1.446,3 1.224,4 168,7 53,3 454,1 127,8 51,3 0,7 235,0 4,0 35,4 91,6 75,2 17,2 28,8 20,7 8,5 14,3 2,1 307,6 38,5 21,2 16,0 1,3 89,9 12,4 2,2 40,0 35,3 7,0 1.290,6 179,8 731,8 379,0
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Allochtoon Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 3.672,5 1.444,4 1.222,6 168,5 53,2 438,1 117,7 51,2 0,7 229,6 3,9 35,0 90,7 74,4 16,6 28,7 20,6 8,5 14,3 2,1 295,4 38,5 21,2 16,0 1,3 88,1 12,3 2,2 39,7 33,9 7,0 1.270,3 178,6 725,8 365,9
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Allochtoon Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 53,0 1,9 1,8 0,1 0,0 15,9 10,0 0,1 0,0 5,4 0,0 0,4 0,9 0,8 0,6 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 12,1 0,0 0,0 0,0 0,0 1,8 0,2 0,0 0,3 1,3 0,0 20,3 1,2 6,0 13,1
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Allochtoon, 1e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1.901,2 795,8 663,1 105,7 27,0 329,3 77,2 32,4 0,4 192,4 2,9 24,0 57,2 47,9 8,1 18,3 16,1 5,4 8,1 1,2 159,5 18,5 10,9 7,0 0,5 73,7 8,4 1,2 39,1 25,0 4,2 462,9 13,6 152,1 297,2
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Allochtoon, 1e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1.868,2 794,7 662,2 105,6 27,0 321,3 73,5 32,4 0,4 188,3 2,9 23,8 56,9 47,6 7,9 18,3 16,1 5,4 8,1 1,2 153,2 18,5 10,9 7,0 0,5 72,4 8,3 1,2 38,8 24,1 4,2 447,0 13,2 148,6 285,2
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Allochtoon, 1e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 33,0 1,1 1,0 0,1 0,0 8,0 3,7 0,0 0,0 4,1 0,0 0,2 0,3 0,3 0,2 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 6,4 0,0 0,0 0,0 0,0 1,3 0,1 0,0 0,3 0,9 0,0 15,9 0,4 3,5 12,0
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Allochtoon, 2e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1.824,3 650,5 561,3 63,0 26,3 124,8 50,6 18,9 0,3 42,6 1,0 11,4 34,4 27,3 9,1 10,5 4,6 3,1 6,2 0,9 148,0 20,0 10,3 9,0 0,8 16,2 4,1 1,0 0,9 10,2 2,8 827,7 166,2 579,7 81,8
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Allochtoon, 2e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1.804,3 649,6 560,4 62,9 26,2 116,9 44,2 18,9 0,3 41,2 1,0 11,2 33,8 26,8 8,7 10,4 4,5 3,1 6,1 0,9 142,3 20,0 10,3 9,0 0,8 15,7 4,0 1,0 0,9 9,8 2,8 823,3 165,4 577,2 80,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Allochtoon, 2e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 20,0 0,9 0,8 0,1 0,0 7,9 6,4 0,0 0,0 1,3 0,0 0,2 0,5 0,5 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 5,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,5 0,1 0,0 0,0 0,4 0,0 4,4 0,8 2,5 1,1
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Westerse allochtoon Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1.648,1 708,2 595,2 85,1 27,9 124,7 42,9 23,8 0,3 42,6 1,1 14,0 38,3 30,0 8,1 13,3 4,8 3,9 7,1 1,1 238,7 30,7 16,3 13,4 1,1 47,6 6,6 1,6 7,4 32,0 5,5 454,4 60,1 226,9 167,4
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Westerse allochtoon Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1.625,2 707,5 594,5 85,0 27,9 118,5 38,2 23,7 0,3 41,3 1,1 13,8 37,8 29,6 7,8 13,2 4,8 3,9 7,1 1,1 228,3 30,7 16,3 13,3 1,1 46,2 6,5 1,6 7,3 30,8 5,5 450,8 59,9 225,6 165,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Westerse allochtoon Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 22,8 0,8 0,7 0,1 0,0 6,2 4,8 0,0 0,0 1,2 0,0 0,2 0,4 0,4 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 10,4 0,0 0,0 0,0 0,0 1,4 0,1 0,0 0,1 1,3 0,0 3,6 0,2 1,3 2,1
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Westerse allochtoon 1e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 765,7 342,9 287,8 43,9 11,2 61,6 15,1 12,5 0,1 25,0 0,5 8,4 17,3 14,0 2,2 7,0 2,8 2,1 2,9 0,4 93,3 11,3 6,3 4,6 0,3 31,7 2,7 0,6 6,5 21,9 2,8 204,8 7,8 69,8 127,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Westerse allochtoon 1e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 755,5 342,5 287,5 43,8 11,1 59,9 14,1 12,4 0,1 24,4 0,5 8,4 17,2 13,9 2,1 7,0 2,8 2,1 2,9 0,4 88,6 11,3 6,3 4,6 0,3 30,8 2,6 0,6 6,5 21,0 2,8 202,4 7,7 69,1 125,6
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Westerse allochtoon 1e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 10,2 0,3 0,3 0,0 0,0 1,7 1,0 0,0 0,0 0,6 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 4,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,9 0,0 0,0 0,1 0,9 0,0 2,4 0,0 0,7 1,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Westerse allochtoon 2e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 882,4 365,4 307,4 41,2 16,7 63,1 27,9 11,3 0,2 17,6 0,7 5,5 20,9 16,0 5,9 6,3 2,0 1,8 4,2 0,7 145,4 19,4 10,0 8,7 0,7 15,9 4,0 0,9 0,9 10,1 2,7 249,6 52,4 157,1 40,1
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Westerse allochtoon 2e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 869,7 364,9 307,0 41,2 16,7 58,6 24,1 11,3 0,2 16,9 0,6 5,5 20,6 15,7 5,7 6,3 2,0 1,8 4,2 0,7 139,7 19,4 10,0 8,7 0,7 15,4 3,9 0,9 0,9 9,7 2,7 248,4 52,2 156,6 39,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Westerse allochtoon 2e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 12,6 0,4 0,4 0,0 0,0 4,5 3,8 0,0 0,0 0,7 0,0 0,1 0,3 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 5,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,5 0,1 0,0 0,0 0,4 0,0 1,2 0,2 0,6 0,4
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Niet-westerse allochtoon Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2.077,4 738,1 629,2 83,5 25,4 329,4 84,8 27,5 0,4 192,4 2,8 21,4 53,3 45,2 9,1 15,5 15,9 4,6 7,2 1,0 68,9 7,8 4,9 2,7 0,2 42,2 5,8 0,6 32,6 3,2 1,5 836,2 119,7 504,9 211,6
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Niet-westerse allochtoon Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2.047,2 736,9 628,1 83,5 25,4 319,7 79,6 27,5 0,4 188,3 2,8 21,2 52,9 44,7 8,8 15,5 15,8 4,6 7,1 1,0 67,1 7,8 4,9 2,7 0,2 41,9 5,8 0,6 32,4 3,2 1,5 819,5 118,7 500,2 200,6
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Niet-westerse allochtoon Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 30,2 1,2 1,1 0,1 0,0 9,7 5,3 0,0 0,0 4,1 0,0 0,2 0,5 0,4 0,3 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 1,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,1 0,0 0,2 0,1 0,0 16,7 1,0 4,7 11,0
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Niet-westerse allochtoon 1e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1.135,5 452,9 375,3 61,8 15,9 267,7 62,1 19,9 0,3 167,4 2,4 15,5 39,9 33,9 5,9 11,3 13,4 3,3 5,2 0,7 66,2 7,2 4,6 2,4 0,2 42,0 5,7 0,6 32,6 3,1 1,4 258,1 5,8 82,3 169,9
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Niet-westerse allochtoon 1e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1.112,7 452,2 374,6 61,7 15,9 261,4 59,4 19,9 0,3 163,9 2,4 15,4 39,7 33,7 5,8 11,3 13,3 3,3 5,2 0,7 64,5 7,2 4,6 2,4 0,2 41,6 5,7 0,6 32,4 3,1 1,4 244,6 5,5 79,5 159,6
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Niet-westerse allochtoon 1e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 22,8 0,7 0,7 0,0 0,0 6,3 2,7 0,0 0,0 3,5 0,0 0,1 0,2 0,2 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 1,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,2 0,1 0,0 13,5 0,4 2,8 10,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Niet-westerse allochtoon 2e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 941,9 285,2 253,9 21,8 9,5 61,6 22,7 7,6 0,1 25,0 0,4 5,9 13,4 11,2 3,2 4,2 2,6 1,3 1,9 0,3 2,7 0,5 0,3 0,2 0,0 0,3 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 578,2 113,9 422,5 41,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Niet-westerse allochtoon 2e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 934,5 284,7 253,4 21,7 9,5 58,3 20,1 7,6 0,1 24,3 0,4 5,8 13,2 11,0 3,0 4,2 2,5 1,3 1,9 0,3 2,6 0,5 0,3 0,2 0,0 0,3 0,1 0,0 0,0 0,1 0,1 574,9 113,3 420,7 41,0
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Niet-westerse allochtoon 2e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 7,4 0,5 0,4 0,0 0,0 3,4 2,6 0,0 0,0 0,7 0,0 0,1 0,2 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,2 0,6 1,9 0,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Marokko Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 384,2 115,7 101,0 11,0 3,7 67,0 20,8 4,4 0,1 35,7 0,9 5,1 7,9 6,7 1,4 2,1 2,4 0,8 1,0 0,1 14,8 0,6 0,4 0,2 0,0 8,0 1,1 0,0 6,6 0,3 0,1 170,2 25,5 105,6 39,0
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Marokko Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 381,7 115,5 100,8 11,0 3,7 65,5 20,1 4,4 0,1 35,1 0,9 5,0 7,8 6,6 1,4 2,1 2,3 0,8 1,0 0,1 14,7 0,6 0,4 0,2 0,0 8,0 1,1 0,0 6,6 0,3 0,1 169,4 25,5 105,3 38,6
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Marokko Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2,5 0,2 0,1 0,0 0,0 1,5 0,8 0,0 0,0 0,6 0,0 0,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,8 0,0 0,3 0,4
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Turkije Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 396,6 145,9 118,9 21,6 5,4 65,8 27,1 6,0 0,1 25,5 0,8 6,3 10,3 8,6 2,3 3,1 2,3 0,9 1,5 0,2 17,5 0,5 0,3 0,2 0,0 6,7 1,5 0,0 4,7 0,4 0,1 149,9 18,4 90,0 41,5
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Turkije Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 394,6 145,8 118,8 21,6 5,4 64,8 26,4 5,9 0,1 25,2 0,8 6,3 10,3 8,6 2,3 3,1 2,3 0,9 1,5 0,2 17,3 0,5 0,3 0,2 0,0 6,6 1,5 0,0 4,7 0,4 0,1 149,3 18,4 89,6 41,2
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Turkije Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2,0 0,1 0,1 0,0 0,0 1,0 0,7 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,6 0,0 0,3 0,3
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Suriname Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 348,6 155,3 137,9 11,6 5,8 52,6 16,8 6,9 0,1 24,6 0,4 3,8 11,4 9,6 2,4 3,9 2,2 1,0 1,5 0,3 19,9 3,2 2,2 0,9 0,1 11,0 2,1 0,3 8,0 0,6 0,6 94,8 10,5 64,8 19,5
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Suriname Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 343,6 155,0 137,6 11,6 5,8 49,7 15,1 6,9 0,1 23,5 0,4 3,7 11,2 9,5 2,3 3,9 2,2 1,0 1,5 0,3 19,0 3,2 2,2 0,9 0,1 10,8 2,1 0,3 7,9 0,6 0,6 94,0 10,5 64,5 19,1
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Suriname Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 5,1 0,2 0,2 0,0 0,0 2,9 1,7 0,0 0,0 1,1 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,8 0,0 0,3 0,4
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd (voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 150,6 57,6 51,6 4,1 1,9 22,7 5,1 2,4 0,0 13,7 0,2 1,4 5,0 4,4 0,8 1,6 1,3 0,7 0,5 0,1 4,9 0,8 0,5 0,2 0,0 3,2 0,2 0,1 1,7 1,2 0,2 56,2 8,6 39,6 7,9
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd (voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 147,7 57,4 51,5 4,1 1,9 21,2 4,3 2,4 0,0 13,0 0,2 1,3 4,9 4,3 0,8 1,6 1,3 0,7 0,5 0,1 4,6 0,8 0,5 0,2 0,0 3,1 0,2 0,1 1,7 1,2 0,2 55,4 8,6 39,3 7,4
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd (voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2,9 0,2 0,2 0,0 0,0 1,5 0,7 0,0 0,0 0,7 0,0 0,0 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,8 0,0 0,3 0,5
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Overig niet-westers Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 797,4 263,6 219,8 35,2 8,6 121,4 15,0 7,8 0,1 92,9 0,6 4,9 18,8 15,9 2,1 4,7 7,8 1,3 2,6 0,3 11,9 2,7 1,5 1,1 0,1 13,4 0,9 0,2 11,5 0,8 0,5 365,2 56,7 204,8 103,7
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Overig niet-westers Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 779,7 263,1 219,4 35,2 8,5 118,5 13,7 7,8 0,1 91,5 0,6 4,8 18,6 15,7 2,0 4,7 7,7 1,3 2,6 0,3 11,5 2,7 1,5 1,1 0,1 13,3 0,9 0,2 11,5 0,8 0,5 351,5 55,8 201,5 94,2
Totaal mannen en vrouwen Totaal leeftijd Overig niet-westers Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 17,8 0,5 0,5 0,0 0,0 2,9 1,3 0,0 0,0 1,5 0,0 0,1 0,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 13,7 0,9 3,3 9,4
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Totaal herkomst Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2.802,8 9,2 9,1 0,1 0,0 0,7 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2.792,9 693,1 2.099,9
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Totaal herkomst Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2.794,2 9,2 9,1 0,1 0,0 0,6 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2.784,3 691,3 2.093,1
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Totaal herkomst Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 8,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 8,6 1,8 6,8
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Autochtoon Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2.105,2 8,2 8,1 0,1 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2.096,7 513,2 1.583,5
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Autochtoon Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2.101,4 8,2 8,1 0,1 0,0 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2.092,8 512,7 1.580,2
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Autochtoon Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 3,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,9 0,5 3,3
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Allochtoon Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 697,5 1,0 1,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 696,2 179,8 516,4
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Allochtoon Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 692,8 1,0 1,0 0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 691,5 178,6 512,9
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Allochtoon Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 4,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 4,7 1,2 3,5
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Allochtoon, 1e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 90,8 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 90,6 13,6 77,0
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Allochtoon, 1e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 88,2 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 88,0 13,2 74,8
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Allochtoon, 1e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2,7 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,7 0,4 2,2
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Allochtoon, 2e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 606,7 0,9 0,9 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 605,6 166,2 439,3
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Allochtoon, 2e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 604,6 0,9 0,9 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 603,5 165,4 438,1
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Allochtoon, 2e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,1 0,8 1,2
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Westerse allochtoon Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 218,0 0,4 0,4 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 217,6 60,1 157,5
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Westerse allochtoon Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 217,1 0,4 0,4 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 216,7 59,9 156,8
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Westerse allochtoon Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 0,9 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,9 0,2 0,7
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Westerse allochtoon 1e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 46,4 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 46,4 7,8 38,6
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Westerse allochtoon 1e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 46,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 45,9 7,7 38,2
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Westerse allochtoon 1e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,4 0,0 0,4
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Westerse allochtoon 2e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 171,6 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 171,2 52,4 118,9
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Westerse allochtoon 2e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 171,1 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 170,7 52,2 118,6
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Westerse allochtoon 2e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 0,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,5 0,2 0,3
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Niet-westerse allochtoon Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 479,5 0,6 0,6 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 478,6 119,7 358,9
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Niet-westerse allochtoon Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 475,7 0,6 0,6 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 474,8 118,7 356,1
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Niet-westerse allochtoon Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 3,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,8 1,0 2,8
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Niet-westerse allochtoon 1e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 44,4 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 44,3 5,8 38,4
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Niet-westerse allochtoon 1e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 42,2 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 42,1 5,5 36,6
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Niet-westerse allochtoon 1e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 2,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 2,2 0,4 1,8
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Niet-westerse allochtoon 2e generatie Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 435,1 0,6 0,6 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 434,3 113,9 320,4
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Niet-westerse allochtoon 2e generatie Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 433,6 0,6 0,6 0,0 0,0 0,2 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 432,8 113,3 319,5
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Niet-westerse allochtoon 2e generatie Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1,6 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,6 0,6 0,9
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Marokko Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 108,8 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 108,6 25,5 83,1
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Marokko Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 108,6 0,2 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 108,4 25,5 82,9
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Marokko Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,1
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Turkije Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 81,1 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 81,0 18,4 62,6
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Turkije Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 81,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 80,9 18,4 62,5
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Turkije Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 0,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,0 0,1
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Suriname Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 54,0 0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 53,9 10,5 43,3
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Suriname Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 53,9 0,1 0,1 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 53,7 10,5 43,2
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Suriname Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar (voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 33,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 32,9 8,6 24,3
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar (voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 32,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 32,8 8,6 24,2
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar (voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,1
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Overig niet-westers Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 202,6 0,2 0,2 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 202,3 56,7 145,6
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Overig niet-westers Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 199,4 0,2 0,2 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 199,1 55,8 143,3
Totaal mannen en vrouwen Jonger dan 15 jaar Overig niet-westers Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 3,2 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,2 0,9 2,2
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Totaal herkomst Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1.014,1 493,9 489,2 2,9 1,7 12,9 7,3 0,6 0,0 3,0 0,0 1,8 3,1 3,0 1,7 0,5 0,2 0,6 0,0 0,0 504,3 473,6 30,7
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Totaal herkomst Totaal particuliere huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 1.004,4 492,8 488,2 2,9 1,7 11,1 6,0 0,6 0,0 2,9 0,0 1,5 2,9 2,8 1,6 0,5 0,2 0,6 0,0 0,0 497,6 468,3 29,3
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Totaal herkomst Totaal institutionele huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 9,7 1,1 1,1 0,0 0,0 1,8 1,4 0,0 0,0 0,1 0,0 0,3 0,2 0,2 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 6,7 5,3 1,4
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar Autochtoon Totaal huishoudens 2015, vrijdag 25 september* 773,0 403,4 399,8 2,2 1,5 8,4 5,4 0,4 0,0 1,3 0,0 1,3 2,4 2,4 1,4 0,4 0,1 0,4 0,0 0,0 358,7 343,5 15,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel beschrijft voor alle inwoners van Nederland welke inkomstenbronnen zij hadden op de laatste vrijdag van september.
De bevolking wordt daarbij als volgt ingedeeld:
- personen met inkomsten uit arbeid als werknemer of als zelfstandige;
- personen met inkomsten uit een uitkering;
- personen met inkomsten uit pensioen;
- personen met inkomsten uit een combinatie van verschillende inkomstenbronnen;
- personen zonder inkomsten uit één van de genoemde inkomstenbronnen. De cijfers in de tabel geven het aantal personen met uitsluitend de vermelde combinatie van) inkomstenbron(nen).

De gegevens zijn uit te splitsen naar de volgende kenmerken: geslacht, leeftijd, herkomstgroepering, huishouden (particulier of institutioneel), perioden.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2001 - 2015

Status van de cijfers:
De cijfers over 2001 tot en met 2014 zijn definitief. De cijfers over 2015 zijn voorlopig.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 31 mei 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Totaal bevolking
De geregistreerde bevolking van Nederland.
Met arbeid, uitkering of pensioen
Personen met inkomsten uit arbeid en/of uitkering en/of pensioen.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Het gaat dus om personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Alleen arbeid
Personen met alleen inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.
Alleen arbeid, totaal
Alle personen met alleen inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.
Arbeid als werknemer
Personen met alleen inkomsten uit arbeid verricht als werknemer, in Nederland of in het buitenland.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
Arbeid als zelfstandige
Personen met alleen inkomsten uit arbeid verricht als zelfstandige.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.
Arbeid als werknemer en als zelfstandige
Personen met alleen inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en uit arbeid verricht als zelfstandige.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.
Alleen uitkering
Personen met alleen inkomsten uit een uitkering.
  
Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, ANW/AWW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.
Alleen uitkering, totaal
Personen met alleen inkomsten uit een uitkering.
  
Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, ANW/AWW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.
AO-uitkering
Personen met alleen inkomsten uit een AO-uitkering.

AO-uitkering
Periodieke uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidswetten.

Arbeidsongeschiktheidswetten
De Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) zijn de wettelijke regelingen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De uitkeringen worden periodiek uitgekeerd.
WW-uitkering
Personen met alleen inkomsten uit een WW-uitkering.

WW-uitkering
Periodieke uitkering op grond van de werkloosheidswet (WW).

Werkloosheidswet (WW)
De wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.
WW- en AO-uitkering
Personen met alleen inkomsten uit zowel een WW- als een AO-uitkering.

WW-uitkering
Periodieke uitkering op grond van de werkloosheidswet (WW).

AO-uitkering
Periodieke uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidswetten.

Werkloosheidswet (WW)
De wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.

Arbeidsongeschiktheidswetten
De Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) zijn de wettelijke regelingen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De uitkeringen worden periodiek uitgekeerd.
Bijstandsuitkering
Personen met alleen inkomsten op grond van een bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet. Het gaat om uitkeringen op grond van de Algemene bijstandswet (Abw, tot 1 januari 2004), de Wet werk en bijstand (WWB, vanaf 1 januari 2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Bijstands- en AO-uitkering
Personen met alleen inkomsten uit zowel een bijstands- als een AO-uitkering.

Bijstandsuitkering
Personen met alleen inkomsten op grond van een bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet. Het gaat om uitkeringen op grond van de Algemene bijstandswet (Abw, tot 1 januari 2004), de Wet werk en bijstand (WWB, vanaf 1 januari 2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

AO-uitkering
Periodieke uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidswetten: de Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) zijn de wettelijke regelingen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De uitkeringen worden periodiek uitgekeerd.
Andere uitkeringen
Personen met alleen inkomsten uit andere uitkeringen dan een AO-, WW- of bijstandsuitkering.
Andere uitkeringen zijn bijvoorbeeld Wachtgeld, uitkeringen op grond van de Ziektewet en uitkeringen uit het buitenland.
Tevens personen met alleen inkomsten uit een combinatie van uitkeringen, uitgezonderd de combinaties van een WW of bijstandsuitkering met een AO-uitkering.

Ziektewet
Wet die werknemers verzekert tegen financiële gevolgen van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte. De wet is van toepassing als er wettelijk geen loondoorbetaling hoeft plaats te vinden.

Wachtgeld
Een wettelijke, periodieke uitkering op basis van het aantal dienstjaren toegekend aan ambtenaren c.q. werknemers die deelnemen aan een pensioenregeling.

AO-uitkering
Periodieke uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidswetten: de Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) zijn de wettelijke regelingen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De uitkeringen worden periodiek uitgekeerd.

WW-uitkering
Periodieke uitkering op grond van de werkloosheidswet (WW).

Bijstandsuitkering
Personen met alleen inkomsten op grond van een bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet. Het gaat om uitkeringen op grond van de Algemene bijstandswet (Abw, tot 1 januari 2004), de Wet werk en bijstand (WWB, vanaf 1 januari 2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

Alleen arbeid en uitkering
Personen met alleen inkomsten uit zowel arbeid als uitkering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Het gaat dus om personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Alleen arbeid en uitkering, totaal
Personen met alleen inkomsten uit zowel arbeid als uitkering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Het gaat dus om personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Arbeid als werknemer en uitkering totaal
Personen met alleen inkomsten uit arbeid verricht als werknemer, in Nederland of in het buitenland, en daarnaast alleen inkomsten uit een uitkering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Arbeid als werknemer en AO-uitkering
Personen met alleen inkomsten uit arbeid verricht als werknemer, in Nederland of in het buitenland, en daarnaast alleen inkomsten uit een AO-uitkering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

AO-uitkering
Periodieke uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidswetten.

Arbeidsongeschiktheidswetten
De Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) zijn de wettelijke regelingen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De uitkeringen worden periodiek uitgekeerd.
                            
Arbeid als werknemer en WW-uitkering
Personen met alleen inkomsten uit arbeid verricht als werknemer, in Nederland of in het buitenland, en daarnaast alleen inkomsten uit een WW-uitkering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

WW-uitkering
Periodieke uitkering op grond van de werkloosheidswet (WW).

Werkloosheidswet (WW)
De wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.
  
Arbeid als werknemer en bijstandsuitk.
Arbeid als werknemer en bijstandsuitkering

Personen met alleen inkomsten uit arbeid verricht als werknemer, in Nederland of in het buitenland, en daarnaast alleen inkomsten uit een bijstandsuitkering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Bijstandsuitkering
Uitkering op grond van een bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet. Het gaat om uitkeringen op grond van de Algemene bijstandswet (Abw, tot 1 januari 2004), de Wet werk en bijstand (WWB, vanaf 1 januari 2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Arbeid als werknemer en andere uitkering
Personen met alleen inkomsten uit arbeid verricht als werknemer, in Nederland of in het buitenland, en daarnaast alleen inkomsten uit een andere uitkering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Andere uitkering
Uitkering anders dan een AO-, WW- of bijstandsuitkering of pensioen. Andere uitkeringen zijn bijvoorbeeld Wachtgeld, uitkeringen op grond van de Ziektewet en uitkeringen uit het buitenland. Tevens personen met alleen inkomsten uit een combinatie van uitkeringen, uitgezonderd de combinaties van een WW of bijstandsuitkering met een AO-uitkering.

Ziektewet
Wet die werknemers verzekert tegen financiële gevolgen van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte. De wet is van toepassing als er wettelijk geen loondoorbetaling hoeft plaats te vinden.

Wachtgeld
Een wettelijke, periodieke uitkering op basis van het aantal dienstjaren toegekend aan ambtenaren c.q. werknemers die deelnemen aan een pensioenregeling.

AO-uitkering
Periodieke uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidswetten: de Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) zijn de wettelijke regelingen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De uitkeringen worden periodiek uitgekeerd.

WW-uitkering
Periodieke uitkering op grond van de werkloosheidswet (WW).

Bijstandsuitkering
Personen met alleen inkomsten op grond van een bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet. Het gaat om uitkeringen op grond van de Algemene bijstandswet (Abw, tot 1 januari 2004), de Wet werk en bijstand (WWB, vanaf 1 januari 2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Arbeid als zelfstandige en uitkering
Personen met inkomsten uit arbeid verricht als zelfstandige en daarnaast alleen inkomsten uit een uitkering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Arbeid als werkn. en als zelfs. en uitk.
Arbeid als werknemer en als zelfstandige en uitkering

Personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en inkomsten uit arbeid verricht als zelfstandige en daarnaast alleen inkomsten uit uitkering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Het gaat dus om personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Alleen pensioen
Personen van 55 jaar en ouder met alleen inkomsten uit pensioen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Alleen arbeid en pensioen
Personen van 55 jaar en ouder met alleen inkomsten uit zowel arbeid als pensioen.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Het gaat dus om personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Alleen arbeid en pensioen, totaal
Personen van 55 jaar en ouder met alleen inkomsten uit zowel arbeid als pensioen.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Het gaat dus om personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Arbeid als werknemer en pensioen
Alle personen van 55 jaar en ouder met alleen inkomsten uit arbeid verricht als werknemer, in Nederland of in het buitenland, en daarnaast alleen inkomsten uit pensioen.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Arbeid als zelfstandige en pensioen
Alle personen van 55 jaar en ouder met inkomsten uit arbeid verricht als zelfstandige en daarnaast alleen inkomsten uit pensioen.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Arbeid als werkn. en als zelfs. en pens.
Arbeid als werknemer en als zelfstandige en pensioen

Personen van 55 jaar en ouder met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en inkomsten uit arbeid verricht als zelfstandige en daarnaast alleen inkomsten uit pensioen.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Alleen uitkering en pensioen
Personen van 55 jaar en ouder met alleen inkomsten uit zowel uitkering als pensioen.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Alleen uitkering en pensioen, totaal
Personen van 55 jaar en ouder met alleen inkomsten uit zowel uitkering als pensioen.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Pensioen en AO-uitkering
Personen van 55 jaar en ouder met inkomsten uit pensioen en daarnaast alleen inkomsten uit een AO-uitkering.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

AO-uitkering
Periodieke uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidswetten.

Arbeidsongeschiktheidswetten
De Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) zijn de wettelijke regelingen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De uitkeringen worden periodiek uitgekeerd.
Pensioen en WW-uitkering
Personen van 55 jaar en ouder met inkomsten uit pensioen en daarnaast alleen inkomsten uit een WW-uitkering.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

WW-uitkering
Periodieke uitkering op grond van de werkloosheidswet (WW).

Werkloosheidswet (WW)
De wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking. De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.
Pensioen en bijstandsuitkering
Personen van 55 jaar en ouder met inkomsten uit pensioen en daarnaast alleen inkomsten uit een bijstandsuitkering.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

Bijstandsuitkering
Personen met alleen inkomsten op grond van een bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet. Het gaat om uitkeringen op grond van de Algemene bijstandswet (Abw, tot 1 januari 2004), de Wet werk en bijstand (WWB, vanaf 1 januari 2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Pensioen en andere uitkeringen
Personen van 55 jaar en ouder met inkomsten uit pensioen en daarnaast alleen inkomsten uit een andere uitkering.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en Anw-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (Anw)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

Andere uitkeringen
Personen met alleen inkomsten uit andere uitkeringen dan een AO-, WW- of bijstandsuitkering. Andere uitkeringen zijn bijvoorbeeld Wachtgeld, uitkeringen op grond van de Ziektewet en uitkeringen uit het buitenland. Tevens personen met alleen inkomsten uit een combinatie van uitkeringen, uitgezonderd de combinaties van een WW of bijstandsuitkering met een AO-uitkering.

Ziektewet
Wet die werknemers verzekert tegen financiële gevolgen van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte. De wet is van toepassing als er wettelijk geen loondoorbetaling hoeft plaats te vinden.

Wachtgeld
Een wettelijke, periodieke uitkering op basis van het aantal dienstjaren toegekend aan ambtenaren c.q. werknemers die deelnemen aan een pensioenregeling.

AO-uitkering
Periodieke uitkering op grond van arbeidsongeschiktheidswetten: de Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) zijn de wettelijke regelingen tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De uitkeringen worden periodiek uitgekeerd.

WW-uitkering
Periodieke uitkering op grond van de werkloosheidswet (WW).

Bijstandsuitkering
Personen met alleen inkomsten op grond van een bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet. Het gaat om uitkeringen op grond van de Algemene bijstandswet (Abw, tot 1 januari 2004), de Wet werk en bijstand (WWB, vanaf 1 januari 2004), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Arbeid, uitkering èn pensioen
Personen van 55 jaar en ouder met inkomsten uit zowel arbeid als uitkering als pensioen.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Het gaat dus om personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Zonder arbeid, uitkering of pensioen
Personen zonder inkomsten uit uitkering, pensioen of arbeid verricht als werknemer of zelfstandige of resultaatgenieter. Hieronder vallen personen die helemaal geen inkomsten hebben, maar ook personen die alleen andere inkomsten hebben, bijvoorbeeld uit vermogen of studiefinanciering.
Geen arbeid/uitkering/pensioen, totaal
Personen zonder inkomsten uit uitkering, pensioen of arbeid verricht als werknemer of zelfstandige. Hieronder vallen personen die helemaal geen inkomsten hebben, maar ook personen die alleen andere inkomsten hebben, bijvoorbeeld uit vermogen of studiefinanciering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Het gaat dus om personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Niet schoolgaande kinderen
Kinderen van 3 jaar of jonger.
Scholier/student
Personen van 4 t/m 17 jaar zonder inkomsten uit uitkering, pensioen of arbeid. Daarnaast ook alle personen zonder inkomsten uit uitkering, pensioen of arbeid, maar wel met inkomsten uit studiefinanciering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Het gaat dus om personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
Overige personen
Personen zonder inkomsten uit uitkering, pensioen of arbeid, uitgezonderd alle personen van 17 jaar of jonger en alle personen met inkomsten uit studiefinanciering.

Inkomsten uit arbeid
Bij personen en huishoudens wordt hieronder verstaan loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Het gaat dus om personen met inkomsten uit arbeid verricht als werknemer en/of zelfstandige

Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Zelfstandige
Een persoon met als (hoofd)baan het verrichten van arbeid voor eigen rekening of risico in een eigen bedrijf of praktijk, of in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid, of in een zelfstandig uitgeoefend beroep.
N.B. In deze tabel gaat het om personen die door de Belastingdienst worden aangemerkt als personen met winst uit onderneming en om personen die voor de inkomstenbelasting inkomsten hebben uit overige arbeid. De laatste groep betreft bijvoorbeeld alfahulpen en freelancers die volgens fiscale begrippen geen onderneming drijven.

Uitkering
Een som geld (herhaald of niet) in het kader van sociale zekerheid. Deze uitkeringen worden betaald door overheidsinstanties.

In deze tabel vallen AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar en aanvullend pensioen niet onder uitkeringen maar onder pensioen

Sociale Zekerheid
Het geheel van wettelijke maatregelen, dat tot doel heeft een zekere continuïteit in de bestedingsmogelijkheden van huishoudens te garanderen.

Pensioen
Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.

In deze tabel gaat het om AOW-uitkeringen, VUT- en FPU- uitkeringen, oorlogs- en verzetspensioen, aanvullend pensioen en ANW-uitkeringen van personen ouder dan 55 jaar.

Algemene ouderdomswet (AOW)
Een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen van 65 jaar en ouder een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

VUT-uitkering
Uitkering wegens vervroegde uittreding (vut) aan een persoon die vrijwillig ontslag neemt uit dienstverband én voldoet aan de eisen volgens de wet Uitkering Vrijwillig Vervroegd Uittreden.

FPU-uitkering
Uitkering op grond van de regeling Flexibel pensioen en uittreden. Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) is een aflopende regeling voor werknemers in overheidsdienst en onderwijs. Deze regeling verving met ingang van 1 april 1997 de VUT.

Aanvullend pensioen
Uitkeringen van pensioenfondsen en lijfrente-uitkeringen van levensverzekeringsmaatschappijen als aanvulling op de eventuele AOW-uitkering.

Algemene nabestaandenwet (ANW)
Wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van overlijden. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.