Medisch geschoolden; arbeidspositie, positie in de werkkring, 1999-2017
Geslacht | Leeftijd | Beroepen en specialismen | Perioden | Medisch geschoolden (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Totaal werkzaam (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam in de zorg Totaal werkzaam in de zorg (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam in de zorg Ziekenhuis (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam in de zorg Geestelijke gezondheidszorg (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam in de zorg Gehandicaptenzorg (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam in de zorg Verpleging, verzorging en thuiszorg (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam in de zorg Huisartszorg (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam in de zorg Overige zorg (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam elders Totaal werkzaam elders (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam elders Werkzaam in zorgverwante takken (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam elders Uitzendbranche (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam elders Werkzaam buiten de zorg (aantal) | Arbeidspositie Werkzaam Werkzaam elders Werkkring onbekend (aantal) | Arbeidspositie Niet werkzaam Totaal niet werkzaam (aantal) | Arbeidspositie Niet werkzaam Arbeidsongeschikt (aantal) | Arbeidspositie Niet werkzaam Uitkering (aantal) | Arbeidspositie Niet werkzaam Pensioen (aantal) | Arbeidspositie Niet werkzaam Geen inkomen (aantal) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Totaal verpleegkundigen | 2014 | 180.560 | 174.285 | 161.675 | 73.220 | 20.120 | 15.390 | 38.605 | 2.645 | 11.695 | 12.610 | 5.455 | 1.555 | 4.630 | 965 | 6.275 | 1.265 | 1.005 | 1.845 | 2.160 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Totaal verpleegkundigen | 2015 | 187.375 | 178.340 | 164.750 | 73.580 | 19.975 | 15.040 | 41.490 | 2.880 | 11.785 | 13.590 | 6.020 | 1.730 | 4.800 | 1.040 | 9.035 | 1.515 | 1.190 | 3.760 | 2.575 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Totaal verpleegkundigen | 2016 | 193.470 | 181.685 | 167.395 | 74.565 | 18.880 | 14.745 | 44.400 | 3.065 | 11.740 | 14.290 | 6.230 | 1.745 | 5.120 | 1.195 | 11.780 | 1.990 | 1.210 | 5.710 | 2.870 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Totaal verpleegkundigen | 2017* | 201.150 | 186.370 | 171.140 | 76.270 | 18.655 | 14.655 | 46.275 | 3.255 | 12.030 | 15.230 | 6.610 | 2.065 | 5.520 | 1.035 | 14.780 | 2.305 | 1.305 | 7.825 | 3.350 |
Totaal mannen en vrouwen | 55 tot 60 jaar | Totaal verpleegkundigen | 2014 | 26.055 | 25.325 | 23.385 | 8.880 | 3.510 | 2.770 | 5.890 | 405 | 1.930 | 1.940 | 780 | 215 | 765 | 175 | 730 | 205 | 205 | 75 | 250 |
Totaal mannen en vrouwen | 55 tot 60 jaar | Totaal verpleegkundigen | 2015 | 27.665 | 26.710 | 24.555 | 9.220 | 3.565 | 2.920 | 6.340 | 475 | 2.030 | 2.155 | 925 | 225 | 845 | 165 | 955 | 300 | 240 | 100 | 315 |
Totaal mannen en vrouwen | 55 tot 60 jaar | Totaal verpleegkundigen | 2016 | 28.730 | 27.575 | 25.305 | 9.510 | 3.405 | 2.950 | 6.800 | 540 | 2.100 | 2.270 | 975 | 225 | 895 | 180 | 1.150 | 445 | 215 | 125 | 370 |
Totaal mannen en vrouwen | 55 tot 60 jaar | Totaal verpleegkundigen | 2017* | 29.365 | 28.085 | 25.650 | 9.600 | 3.270 | 2.940 | 7.015 | 625 | 2.205 | 2.435 | 1.070 | 240 | 975 | 145 | 1.280 | 510 | 195 | 125 | 450 |
Totaal mannen en vrouwen | 60 tot 65 jaar | Totaal verpleegkundigen | 2014 | 13.555 | 11.965 | 11.055 | 4.105 | 2.070 | 875 | 2.975 | 135 | 905 | 905 | 350 | 95 | 305 | 160 | 1.595 | 265 | 190 | 840 | 295 |
Totaal mannen en vrouwen | 60 tot 65 jaar | Totaal verpleegkundigen | 2015 | 16.265 | 13.590 | 12.450 | 4.645 | 2.185 | 1.125 | 3.320 | 170 | 1.010 | 1.140 | 460 | 130 | 385 | 165 | 2.675 | 390 | 365 | 1.520 | 400 |
Totaal mannen en vrouwen | 60 tot 65 jaar | Totaal verpleegkundigen | 2016 | 19.035 | 15.695 | 14.250 | 5.250 | 2.310 | 1.430 | 3.955 | 205 | 1.095 | 1.445 | 555 | 145 | 500 | 245 | 3.345 | 565 | 445 | 1.910 | 425 |
Totaal mannen en vrouwen | 60 tot 65 jaar | Totaal verpleegkundigen | 2017* | 21.455 | 17.630 | 16.015 | 5.920 | 2.490 | 1.730 | 4.385 | 265 | 1.230 | 1.615 | 630 | 160 | 595 | 225 | 3.825 | 645 | 515 | 2.145 | 520 |
Totaal mannen en vrouwen | 65 jaar of ouder | Totaal verpleegkundigen | 2014 | 2.095 | 1.105 | 830 | 115 | 90 | 30 | 425 | 20 | 150 | 275 | 10 | 65 | 55 | 145 | 985 | 45 | 5 | 930 | 10 |
Totaal mannen en vrouwen | 65 jaar of ouder | Totaal verpleegkundigen | 2015 | 3.630 | 1.390 | 1.010 | 185 | 120 | 35 | 470 | 30 | 175 | 380 | 20 | 75 | 95 | 185 | 2.240 | 30 | 25 | 2.140 | 45 |
Totaal mannen en vrouwen | 65 jaar of ouder | Totaal verpleegkundigen | 2016 | 5.710 | 1.835 | 1.370 | 280 | 180 | 50 | 610 | 30 | 215 | 470 | 35 | 75 | 135 | 225 | 3.875 | 75 | 45 | 3.675 | 85 |
Totaal mannen en vrouwen | 65 jaar of ouder | Totaal verpleegkundigen | 2017* | 8.460 | 2.545 | 1.920 | 470 | 305 | 110 | 745 | 40 | 255 | 620 | 65 | 95 | 190 | 275 | 5.920 | 95 | 135 | 5.555 | 130 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel toont het aantal medisch geschoolden naar hun arbeidspositie en positie in de werkkring in een verslagjaar. Met 'medisch geschoolden' wordt hier bedoeld: gediplomeerde zorgverleners die staan ingeschreven in het BIG-register (Beroepen in de Gezondheidszorg) en deel uitmaken van de BRP-bevolking (BasisRegistratie Personen) of in Nederland werkzaam zijn. Medische beroepen of functies die niet in het BIG-register zijn opgenomen, zijn ook in deze tabel niet opgenomen. Het aanleggen van het BIG-register is een taak die voortkomt uit de Wet BIG (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg). Het BIG-register verschaft duidelijkheid over de bevoegdheid van een zorgverlener. De medisch geschoolden zijn onderverdeeld in een aantal beroepen, inclusief de specialismen per beroep, aan de hand van het BIG-register. De tabel geeft een viertal onderwerpen weer: de arbeidspositie, de positie in de werkkring, het aantal arbeidsplekken per persoon, en de deeltijdfactor van de medisch geschoolden actief als werknemer. De cijfers zijn uitgesplitst naar leeftijd en geslacht. Medisch geschoolden kunnen meerdere bevoegdheden hebben. Hierdoor kan de som van de detailgegevens afwijken van het totaal.
In 2014 is een sterke daling te zien van het aantal geregistreerde verpleegkundigen, verloskundigen en fysiotherapeuten in het BIG-register. Dit is het gevolg van een verplichte herregistratie en strengere werkervaringseisen.
In 2017 is een daling te zien in het aantal geregistreerde tandartsen, apothekers, gezondheidszorg psychologen en psychotherapeuten als gevolg van een verplichte herregistratie.
Gegevens beschikbaar van: 1999 tot en met 2017
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief, met uitzondering van 2017; deze zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de cijfers over 2017 niet meer definitief gemaakt. Het gebruikte peilmoment in een verslagjaar is vanaf 2012 de laatste vrijdag voor kerst. Voor eerdere verslagjaren is het peilmoment de laatste vrijdag in september.
Wijzigingen per 9 juli 2020:
Geen, de tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet en opgevolgd door een nieuwe afgeslankte tijdreekstabel met cijfers vanaf 1999 (zie paragraaf 3). De nieuwe tijdreekstabel verschilt op een aantal punten van de huidige tijdreekstabel. In de nieuwe tabel is de deeltijdfactor van de medisch geschoolden actief als werknemer als onderwerp weggelaten. Bij de arbeidspositie zijn de niet-werkzamen niet verder ingedeeld naar categorieën (Arbeidsongeschikt, Uitkering, Pensioen of Geen inkomen) en is de sectorindeling van de werkzamen in de zorg achterwege gelaten.
Ook komen er binnenkort nog 3 nieuwe tabellen over medisch geschoolden naar sociaaleconomische categorie (voornaamste inkomstenbron) en sector naar leeftijd en geslacht, regio, uren per week voor personen in loondienst met cijfers vanaf 2013.
Toelichting onderwerpen
- Medisch geschoolden
- Medisch geschoolden zijn gediplomeerde zorgverleners die staan ingeschreven in het BIG-register, en deel uitmaken van de GBA-bevolking of in Nederland werkzaam zijn. Medische beroepen of functies welke niet in het BIG-register zijn opgenomen, zijn ook in deze tabel niet opgenomen. Dit geeft het aantal geregistreerde medisch geschoolden weer in het gekozen beroep of specialisme, zonder verdere uitsplitsingen naar verrichte arbeid.
- Arbeidspositie
- Indeling van de bevolking in:
- werkzame beroepsbevolking,
- werkloze beroepsbevolking,
- niet-beroepsbevolking.
---
De beroepsbevolking heeft in deze tabel betrekking op de geregistreerde medisch geschoolden. De categorieën werkzaam en niet werkzaam zijn verder onderverdeeld in een aantal groepen, waarbij de categorie niet-beroepsbevolking opgedeeld is over de overige twee categorieën. Een werkzame medisch geschoolde is ingedeeld aan de hand van zijn of haar primaire arbeidsbetrekking, de betrekking waarmee de persoon het hoogste jaarinkomen verdiende. Een niet werkzame medisch geschoolde is slechts ingedeeld in een van de genoemde groepen, waarbij de weergegeven volgorde bepalend is voor de indeling.- Werkzaam
- Persoon die een baan heeft bij een in Nederland gevestigd bedrijf of bij een particulier huishouden in Nederland.
---
Werkzame personen kunnen worden onderscheiden in werknemers en zelfstandigen. Ze kunnen woonachtig zijn in Nederland, maar ook in het buitenland.- Totaal werkzaam
- Werkzaam in de zorg
- Personen die een arbeidsbetrekking hebben binnen de Nederlandse zorgsector. Deze wordt gedefinieerd door de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) als organisaties met een SBI-code beginnend met 85 (SBI 1993) of beginnend met 86, 87 of 88 (SBI 2008).
- Totaal werkzaam in de zorg
- Ziekenhuis
- Medisch-specialistische centra voor behandeling en verpleging met overnachting, niet gericht op ziektebeelden van psychische aard.
Deze klasse omvat:
- universitair medische centra (86.10.1);
- algemene ziekenhuizen (86.10.2);
- revalidatieklinieken (86.10.3);
- categorale ziekenhuizen (86.10.3).
- Geestelijke gezondheidszorg
- Maatschappelijke sector waartoe met ingang van 1997 de volgende soorten instellingen worden gerekend:
- Algemene psychiatrische ziekenhuizen en instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie, forensische psychiatrie, klinische verslavingszorg en psychiatrische deeltijdbehandeling;
- Regionale instellingen voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg (RIAGG-en);
- Ambulante verslavingszorg waaronder Consultatiebureaus voor Alcohol en Drugs (CAD's);
- Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBW-en) en Psychiatrische Woonvoorzieningen (PWV-en);
- Geïntegreerde instellingen, d.w.z. instellingen met verschillende werksoorten. De laatste jaren zijn veel van bovengenoemde instellingen opgegaan in instellingen die grote delen van (of het hele) gebied van deze sector bestrijken.
---
Deze sector bevat ook de praktijken van zelfstandig gevestigd psychiaters, psychologen en psychotherapeuten.
- Gehandicaptenzorg
- De categorie gehandicaptenzorg omvat huizen en dagverblijven voor geestelijk en lichamelijk gehandicapten.
- Verpleging, verzorging en thuiszorg
- De categorie verzorging, verpleging en thuiszorg omvat verpleeghuizen, verzorgingshuizen en aanbieders van thuiszorg.
- Huisartszorg
- De categorie huisartszorg omvat de huisartspraktijken.
- Overige zorg
- De categorie overige zorg omvat het volledige aanbod in de Nederlandse gezondheids- en welzijnszorg zoals afgebakend in de Standaard BedrijfsIndeling (SBI), met uitzondering van de in deze tabel specifiek genoemde zorgsectoren. Onder overige zorg vallen ook maatschappen van medisch specialisten, ook al zijn zij werkzaam in een specifieke zorgsector zoals ziekenhuizen.
- Werkzaam elders
- Personen die een arbeidsbetrekking hebben buiten de Nederlandse zorgsector.
- Totaal werkzaam elders
- Werkzaam in zorgverwante takken
- De categorie zorgverwante takken omvat zorgaanbod dat niet direct binnen de Nederlandse gezondheids- en welzijnszorg valt, maar waar wel werkzame zorgprofessionals verwacht mogen worden, zoals het onderwijs, de overheid of zorgondersteunende bedrijven zoals zorgverzekeraars of de farmaceutische industrie.
- Uitzendbranche
- Werkzaam buiten de zorg
- Werkkring onbekend
- De categorie werkkring onbekend omvat personen van wie niet bekend is in welke sector zij betaalde arbeid uitoefenen.
- Niet werkzaam
- Persoon die in een situatie verkeert waardoor hij of zij geen betaalde arbeid kan of wil verrichten.
- Totaal niet werkzaam
- Arbeidsongeschikt
- Situatie waarin iemand verkeert als hij of zij door ziekte of gebrek een belemmering ondervindt bij het verkrijgen of verrichten van arbeid.
- Uitkering
- Situatie van een persoon of huishouden waarbij men voor het inkomen afhankelijk is van inkomensvervangende uitkeringen, met uitzondering van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Met ingang van verslagjaar 2012 worden de sociale uitkeringen binnen de statistiek 'Medisch geschoolden' op een gewijzigde manier afgeleid, Een klein deel van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen is toegewezen aan de groep 'sociale voorzieningen overig', en niet meer als zodanig afzonderlijk te herkennen. Het gaat daarbij om (rest)uitkeringsbedragen die strikt genomen tot de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen behoren, zoals de IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozewerknemers), de IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en de Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen jonggehandicapten). Hierdoor is het aantal medisch geschoolden met een sociale uitkering gestegen ten opzichte van eerdere jaren.
- Pensioen
- Een periodieke en gelijkmatige uitkering ter vervanging van of in aanvulling op inkomen uit arbeid die ingaat wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, het overlijden of arbeidsongeschiktheid.
- Geen inkomen
- De categorie geen inkomen omvat personen die geen enkel formeel bekend inkomen uit arbeid, pensioen of uitkering ontvangen.