Vermogen; particuliere huishoudens, kenmerken en regio, 2011-2014
Kenmerken van het huishouden | Regio's | Perioden | Huishoudens met vermogen Aantal huishoudens (x 1 000) | Huishoudens met vermogen Aandeel huishoudens per regio (%) | Huishoudens met vermogen Personen per huishouden (aantal) | Bedrag van het vermogen Totaal vermogen (mld euro) | Bedrag van het vermogen Gemiddeld vermogen (1 000 euro) | Bedrag van het vermogen Mediaan vermogen (1 000 euro) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Besteedbaar inkomen: 1e 25%-groep | Breda | 2014 | 23,7 | 28,2 | 1,2 | 1,2 | 50,4 | 1,5 |
Besteedbaar inkomen: 2e 25%-groep | Breda | 2014 | 20,1 | 23,9 | 1,7 | 1,8 | 88,7 | 11,4 |
Besteedbaar inkomen: 3e 25%-groep | Breda | 2014 | 19,0 | 22,6 | 2,4 | 2,7 | 143,5 | 41,1 |
Besteedbaar inkomen: 4e 25%-groep | Breda | 2014 | 21,3 | 25,4 | 3,1 | 7,2 | 337,7 | 113,2 |
Gestandaardiseerd inkomen: 1e 25%-groep | Breda | 2014 | 22,8 | 27,1 | 1,7 | 1,2 | 52,3 | 1,2 |
Gestandaardiseerd inkomen: 2e 25%-groep | Breda | 2014 | 18,8 | 22,4 | 1,9 | 1,5 | 81,5 | 9,5 |
Gestandaardiseerd inkomen: 3e 25%-groep | Breda | 2014 | 20,0 | 23,8 | 2,2 | 2,5 | 126,1 | 35,0 |
Gestandaardiseerd inkomen: 4e 25%-groep | Breda | 2014 | 22,5 | 26,7 | 2,4 | 7,7 | 340,7 | 125,0 |
Bron: 1 Inkomen uit arbeid | Breda | 2014 | 45,4 | 54,0 | 2,3 | 5,0 | 110,4 | 7,8 |
Bron: 2 Inkomen uit eigen onderneming | Breda | 2014 | 8,7 | 10,4 | 2,7 | 3,2 | 368,1 | 80,8 |
Bron: 3 overdrachtsinkomen | Breda | 2014 | 29,9 | 35,6 | 1,6 | 4,7 | 156,0 | 16,3 |
Bron: 3.1 uitkering inkomensverzekering | Breda | 2014 | 23,1 | 27,4 | 1,6 | 4,6 | 199,8 | 64,9 |
Bron: 3.3 overig overdrachtsinkomen | Breda | 2014 | 2,6 | 3,1 | 1,2 | 0,0 | 13,5 | 1,1 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over het vermogen van huishoudens naar kenmerken als samenstelling van het huishouden, leeftijd en migratieachtergrond van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, inkomensgroep, vermogensgroep en vermogensklasse. De gegevens zijn beschikbaar naar diverse regionale indelingen gebaseerd op de gemeentelijke indeling per 1 januari van het verslagjaar.
Gegevens beschikbaar van 2011 tot en met 2014.
De dataset heeft betrekking op de stand per 1 januari.
Status van de cijfers
De gegevens zijn definitief.
Wijzigingen per 7 februari 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.
De reden van stopzetting is een herziening van de vermogensstatistiek. De voornaamste punten van de herziening zijn: (1) er is completere informatie van de schulden beschikbaar, (2) er is completere informatie van bank- en spaartegoeden en effecten beschikbaar en (3) de waarneming van aanmerkelijk belang en ondernemingsvermogen is verbeterd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Huishoudens met vermogen
- Particuliere huishoudens waarin één of meer personen samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
De uitkomsten hebben betrekking op particuliere huishoudens met vermogen in Nederland. Uitgezonderd personen die in tehuizen of inrichtingen verblijven en (personen in) particuliere huishoudens waarvan geen inkomens- en vermogensgegevens vastgesteld kunnen worden. Het gaat om circa 100 duizend huishoudens per jaar.- Aantal huishoudens
- Aantal particuliere huishoudens met vermogen per 1 januari van het verslagjaar.
- Aandeel huishoudens per regio
- Aantal huishoudens met vermogen per categorie in procenten van het totaal aantal particuliere huishoudens per regio.
- Personen per huishouden
- Gemiddeld aantal personen per particulier huishouden.
- Bedrag van het vermogen
- Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden.
De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed (waaronder de eigen woning) en ondernemingsvermogen. De schulden omvatten onder meer de schuld ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.- Totaal vermogen
- Totale som van het vermogen.
- Gemiddeld vermogen
- Gemiddeld bedrag van het vermogen.
- Mediaan vermogen
- Het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de particuliere huishoudens een lager of even groot vermogen heeft.