Integratie; migratieachtergrond, 2009

Integratie; migratieachtergrond, 2009

Migratieachtergrond Persoonskenmerken Perioden Oriëntatie op Nederland Identificatie met land van herkomst Meer land van herkomst (%) Oriëntatie op Nederland Identificatie met land van herkomst Zowel land van herkomst als Nederland (%) Oriëntatie op Nederland Identificatie met land van herkomst Meer Nederland (%) Opvattingen Rol van mannen en vrouwen Vrouwen verantwoordelijk voor huishouden (%) Opvattingen Belang van familiebanden Ouder familielid heeft meer invloed (%) Opvattingen Belang van familiebanden Kind blijft thuis wonen tot trouwen (%) Opvattingen Belang van familiebanden Meer vertrouwen in familie dan vrienden (%) Opvattingen Homoseksualiteit Homo's moeten hun leven kunnen leiden (%) Mediagebruik Leest vaak Nederlandse (dag)bladen (%)
Afghanen Inkomen: laag 2009 38 37 25 48 47 47 70 64 43
Afghanen Inkomen: midden 2009 45 37 18 41 52 39 66 74 46
Afghanen Inkomen: hoog 2009 . . . . . . . . .
Irak Inkomen: laag 2009 40 37 23 49 44 50 71 68 33
Irak Inkomen: midden 2009 34 41 25 47 35 48 59 73 53
Irak Inkomen: hoog 2009 . . . . . . . . .
Iran Inkomen: laag 2009 41 31 28 41 36 29 58 78 45
Iran Inkomen: midden 2009 34 39 27 35 28 23 55 88 59
Iran Inkomen: hoog 2009 . . . . . . . . .
Somalië Inkomen: laag 2009 46 34 20 59 57 50 62 65 36
Somalië Inkomen: midden 2009 . . . . . . . . .
Somalië Inkomen: hoog 2009 . . . . . . . . .
Polen Inkomen: laag 2009 57 27 16 33 34 21 59 75 41
Polen Inkomen: midden 2009 51 22 28 29 28 18 49 75 48
Polen Inkomen: hoog 2009 . . . . . . . . .
China Inkomen: laag 2009 52 30 18 36 42 32 65 64 27
China Inkomen: midden 2009 45 31 24 30 42 23 57 73 46
China Inkomen: hoog 2009 30 40 30 35 28 16 55 82 60
Nederlandse achtergrond Inkomen: laag 2009 43 30 18 27 92 63
Nederlandse achtergrond Inkomen: midden 2009 33 23 11 31 89 71
Nederlandse achtergrond Inkomen: hoog 2009 22 18 7 24 92 79
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel gaat over de sociaal-culturele integratie van zes migratieachtergrond groepen in Nederland: Afghanen, Irakezen, Iraniërs, Somaliërs, Polen en Chinezen. Aan de orde komen onder andere de mate waarin zij zich verbonden voelen met Nederland, contacten met migratieachtergrond, het beheersen van het Nederlands en deelname aan het verenigingsleven. Ook opvattingen over de rol van mannen en vrouwen en over familieverbanden, religie en mediagebruik komen in de tabel aan bod. Waar mogelijk zijn de westerse migratieachtergrond groepen vergeleken met een groep niet-westerse migratieachtergrond.

Gegevens beschikbaar over: 2009.

Status van de cijfers: definitief.

Wijziging per 14 januari 2020:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Oriëntatie op Nederland
Aan respondenten is gevraagd naar hun identificatie met het land van herkomst, of ze zich thuis voelen in Nederland, hoe vaak zij heimwee hebben naar het land van herkomst, met wie zij contacten hebben in de vrije tijd en of ze wel eens gediscrimineerd zijn.
Identificatie met land van herkomst
Antwoord op de vraag of de respondent zich meer identificeert met het land van herkomst of meer met Nederland.
Meer land van herkomst
Zowel land van herkomst als Nederland
Meer Nederland
Opvattingen
Aan respondenten zijn stellingen voorgelegd over de rol van mannen en vrouwen, het belang van familiebanden en homoseksualiteit.
Rol van mannen en vrouwen
Aan respondenten zijn een aantal stellingen voorgelegd over de rol van mannen en vrouwen. Voor elk van deze stellingen is het percentage personen weergegeven dat aangeeft het daarmee (helemaal) eens te zijn.
Vrouwen verantwoordelijk voor huishouden
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de stelling 'De vrouw kan het beste de verantwoordelijkheid voor het huishouden hebben'.
Belang van familiebanden
Aan respondenten zijn een aantal stellingen voorgelegd over het belang van familiebanden. Voor elk van deze stellingen is het percentage personen weergegeven dat aangeeft het daarmee (helemaal) eens te zijn.
Ouder familielid heeft meer invloed
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de stelling 'Bij belangrijke beslissingen moeten oudere familieleden meer invloed hebben dan jongere'.
Kind blijft thuis wonen tot trouwen
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de stelling 'Kinderen kunnen het beste thuis wonen totdat ze gaan trouwen'.
Meer vertrouwen in familie dan vrienden
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de stelling 'Ik vertrouw meer op mijn familie dan op mijn vrienden'.
Homoseksualiteit
Aan respondenten is een stelling voorgelegd over homoseksualiteit. Voor deze stelling is het percentage personen weergegeven dat aangeeft het daarmee (helemaal) eens te zijn.
Homo's moeten hun leven kunnen leiden
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de stelling 'Homoseksuele mannen en lesbische vrouwen moeten hun leven kunnen leiden zoals zij dat willen'.
Mediagebruik
Percentage personen dat vaak Nederlandse (dag)bladen leest, naar Nederlandse of naar zenders land herkomst kijkt.
Leest vaak Nederlandse (dag)bladen
Percentage personen dat op minstens 5 dagen per week Nederlandse kranten of tijdschriften leest.