Integratie; migratieachtergrond, 2009
Migratieachtergrond | Persoonskenmerken | Perioden | Oriëntatie op Nederland Gediscrimineerd (%) | Oriëntatie op Nederland Identificatie met land van herkomst Zowel land van herkomst als Nederland (%) | Oriëntatie op Nederland Identificatie met land van herkomst Meer Nederland (%) | Oriëntatie op Nederland Voelt zich thuis in Nederland Ja (%) | Oriëntatie op Nederland Voelt zich thuis in Nederland Soms wel en soms niet (%) | Oriëntatie op Nederland Voelt zich thuis in Nederland Nee (%) | Moeite met de Nederlandse taal Moeite met het voeren van een gesprek (%) | Moeite met de Nederlandse taal Moeite met lezen (%) | Moeite met de Nederlandse taal Moeite met schrijven (%) | Mediagebruik Leest vaak Nederlandse (dag)bladen (%) | Mediagebruik Kijkt vaak naar Nederlandse zenders (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nederlandse achtergrond | Totaal persoonskenmerken | 2009 | 9 | 93 | 6 | 1 | 71 | 85 | |||||
Nederlandse achtergrond | Geslacht: mannen | 2009 | 10 | 93 | 7 | 1 | 76 | 84 | |||||
Nederlandse achtergrond | Geslacht: vrouwen | 2009 | 8 | 94 | 5 | 1 | 66 | 87 | |||||
Nederlandse achtergrond | Leeftijd: 15 tot 25 jaar | 2009 | 9 | 92 | 5 | 2 | 48 | 71 | |||||
Nederlandse achtergrond | Leeftijd: 25 tot 45 jaar | 2009 | 11 | 93 | 7 | 0 | 63 | 86 | |||||
Nederlandse achtergrond | Leeftijd: 45 jaar en ouder | 2009 | 8 | 94 | 5 | 1 | 81 | 89 | |||||
Nederlandse achtergrond | Eerste generatie | 2009 | |||||||||||
Nederlandse achtergrond | Tweede generatie | 2009 | |||||||||||
Nederlandse achtergrond | Onderwijsniveau: basisonderwijs | 2009 | 11 | 89 | 8 | 4 | 67 | 90 | |||||
Nederlandse achtergrond | Onderwijsniveau: VMBO, MBO1, AVO | 2009 | 5 | 96 | 3 | 0 | 71 | 88 | |||||
Nederlandse achtergrond | Onderwijsniveau: HAVO, VWO, MBO | 2009 | 10 | 92 | 8 | 0 | 67 | 85 | |||||
Nederlandse achtergrond | Onderwijsniveau: HBO, WO | 2009 | 10 | 94 | 5 | 0 | 76 | 82 | |||||
Nederlandse achtergrond | Inkomen: laag | 2009 | 12 | 91 | 8 | 1 | 63 | 81 | |||||
Nederlandse achtergrond | Inkomen: midden | 2009 | 9 | 93 | 6 | 1 | 71 | 88 | |||||
Nederlandse achtergrond | Inkomen: hoog | 2009 | 6 | 96 | 4 | 0 | 79 | 85 | |||||
Nederlandse achtergrond | Verblijfsduur: 0 tot 5 jaar | 2009 | |||||||||||
Nederlandse achtergrond | Verblijfsduur: 5 tot 10 jaar | 2009 | |||||||||||
Nederlandse achtergrond | Verblijfsduur: 10 tot 15 jaar | 2009 | |||||||||||
Nederlandse achtergrond | Verblijfsduur: 15 jaar of meer | 2009 | |||||||||||
Nederlandse achtergrond | Stedelijkheid: zeer sterk stedelijk | 2009 | 15 | 91 | 8 | 1 | 71 | 82 | |||||
Nederlandse achtergrond | Stedelijkheid: sterk stedelijk | 2009 | 7 | 91 | 8 | 1 | 70 | 91 | |||||
Nederlandse achtergrond | Stedelijkheid: matig stedelijk | 2009 | 8 | 95 | 4 | 0 | 71 | 84 | |||||
Nederlandse achtergrond | Stedelijkheid: weinig stedelijk | 2009 | 9 | 93 | 6 | 1 | 70 | 87 | |||||
Nederlandse achtergrond | Stedelijkheid: niet stedelijk | 2009 | . | . | . | . | . | . | |||||
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel gaat over de sociaal-culturele integratie van zes migratieachtergrond groepen in Nederland: Afghanen, Irakezen, Iraniërs, Somaliërs, Polen en Chinezen. Aan de orde komen onder andere de mate waarin zij zich verbonden voelen met Nederland, contacten met migratieachtergrond, het beheersen van het Nederlands en deelname aan het verenigingsleven. Ook opvattingen over de rol van mannen en vrouwen en over familieverbanden, religie en mediagebruik komen in de tabel aan bod. Waar mogelijk zijn de westerse migratieachtergrond groepen vergeleken met een groep niet-westerse migratieachtergrond.
Gegevens beschikbaar over: 2009.
Status van de cijfers: definitief.
Wijziging per 14 januari 2020:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Oriëntatie op Nederland
- Aan respondenten is gevraagd naar hun identificatie met het land van herkomst, of ze zich thuis voelen in Nederland, hoe vaak zij heimwee hebben naar het land van herkomst, met wie zij contacten hebben in de vrije tijd en of ze wel eens gediscrimineerd zijn.
- Identificatie met land van herkomst
- Antwoord op de vraag of de respondent zich meer identificeert met het land van herkomst of meer met Nederland.
- Zowel land van herkomst als Nederland
- Meer Nederland
- Voelt zich thuis in Nederland
- Antwoord op de vraag of de respondent zich thuis voelt in Nederland.
- Ja
- Soms wel en soms niet
- Nee
- Gediscrimineerd
- Antwoord op de vraag of de respondent wel eens gediscrimineerd is op grond van taal, etnische groep, geloof, achternaam, uiterlijk of hoofddoek.
- Moeite met de Nederlandse taal
- Percentage personen dat vaak moeite heeft met het Nederlands in een gesprek, bij het lezen of bij het schrijven.
- Moeite met het voeren van een gesprek
- Percentage personen dat aangeeft vaak moeite te hebben met de Nederlandse taal bij het voeren van een gesprek.
- Moeite met lezen
- Percentage personen dat aangeeft vaak moeite te hebben met de Nederlandse taal bij het lezen van kranten, brieven of folders.
- Moeite met schrijven
- Percentage personen dat aangeeft vaak moeite te hebben met het schrijven in het Nederlands.
- Mediagebruik
- Percentage personen dat vaak Nederlandse (dag)bladen leest, naar Nederlandse of naar zenders land herkomst kijkt.
- Leest vaak Nederlandse (dag)bladen
- Percentage personen dat op minstens 5 dagen per week Nederlandse kranten of tijdschriften leest.
- Kijkt vaak naar Nederlandse zenders
- Percentage personen dat op minstens 5 dagen per week naar Nederlandse tv-zenders kijkt.