Regionale prognose huishoudens; 2011-2040

Regionale prognose huishoudens; 2011-2040

Regio's (situatie 2011) Perioden Totaal huishoudens Totaal huishoudens (x 1 000) Totaal huishoudens Eenpersoonshuishoudens (x 1 000) Totaal huishoudens Paren (x 1 000) Totaal huishoudens Eenouderhuishoudens (x 1 000) Totaal huishoudens Overige huishoudens (x 1 000) Huishoudens: Autochtoon Totaal huishoudens (x 1 000) Huishoudens: Autochtoon Eenpersoonshuishoudens (x 1 000) Huishoudens: Autochtoon Paren (x 1 000) Huishoudens: Autochtoon Eenouderhuishoudens (x 1 000) Huishoudens: Autochtoon Overige huishoudens (x 1 000) Huishoudens: niet-westers allochtoon Totaal huishoudens (x 1 000) Huishoudens: niet-westers allochtoon Eenpersoonshuishoudens (x 1 000) Huishoudens: niet-westers allochtoon Paren (x 1 000) Huishoudens: niet-westers allochtoon Eenouderhuishoudens (x 1 000) Huishoudens: niet-westers allochtoon Overige huishoudens (x 1 000) Huishoudens: westers allochtoon Totaal huishoudens (x 1 000) Huishoudens: westers allochtoon Eenpersoonshuishoudens (x 1 000) Huishoudens: westers allochtoon Paren (x 1 000) Huishoudens: westers allochtoon Eenouderhuishoudens (x 1 000) Huishoudens: westers allochtoon Overige huishoudens (x 1 000)
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2040 211,8 90,4 105,9 14,0 1,5 155,1 63,5 82,8 8,0 0,7 30,3 13,5 12,3 4,0 0,5 26,5 13,4 10,8 2,0 0,3
Midden-Noord-Brabant (CR) 2040 241,9 104,2 120,6 15,4 1,8 180,8 78,7 92,0 9,2 0,9 33,8 13,0 16,2 4,1 0,6 27,3 12,5 12,3 2,2 0,3
Midden-Limburg (CR) 2040 107,8 44,4 55,6 7,0 0,9 81,9 34,6 42,9 4,0 0,4 12,5 4,9 5,5 1,8 0,3 13,4 4,9 7,1 1,2 0,2
Leeuwarden (GA) 2040 55,2 26,8 24,6 3,3 0,5 43,9 20,9 20,5 2,2 0,3 6,1 2,8 2,4 0,8 0,2 5,2 3,1 1,7 0,4 0,1
Leiden (GA) 2040 135,4 58,8 66,8 8,8 1,0 97,3 39,9 51,9 5,1 0,5 20,7 9,5 8,3 2,6 0,3 17,4 9,4 6,7 1,2 0,2
Leeuwarden (SG) 2040 86,0 38,4 41,8 5,1 0,8 68,6 29,8 35,0 3,3 0,4 9,5 4,3 3,8 1,2 0,2 8,0 4,2 3,0 0,6 0,1
Leiden (SG) 2040 176,6 75,8 87,9 11,7 1,2 128,0 52,4 68,3 6,7 0,6 25,8 11,7 10,4 3,4 0,4 22,8 11,7 9,2 1,6 0,2
Alphen aan den Rijn 2040 35,8 14,5 19,2 1,9 0,3 27,0 10,9 14,8 1,1 0,1 5,0 1,9 2,5 0,5 0,1 3,9 1,7 1,9 0,2 0,0
Capelle aan den IJssel 2040 32,3 13,6 16,3 2,2 0,2 20,1 8,1 10,8 1,0 0,1 8,1 3,5 3,7 0,8 0,1 4,1 2,0 1,7 0,3 0,0
Coevorden 2040 17,2 6,1 10,3 0,7 0,1 13,6 4,8 8,3 0,5 0,1 1,8 0,7 0,9 0,2 0,0 1,8 0,6 1,1 0,1 0,0
Eijsden-Margraten 2040 11,4 4,3 6,2 0,9 0,1 8,6 3,1 4,9 0,5 0,0 1,2 0,5 0,5 0,2 0,0 1,6 0,7 0,8 0,1 0,0
Geertruidenberg 2040 10,1 3,9 5,5 0,6 0,1 8,3 3,2 4,7 0,4 0,0 1,0 0,4 0,4 0,2 0,0 0,8 0,3 0,4 0,1 0,0
Giessenlanden 2040 6,7 2,4 3,8 0,4 0,0 5,4 1,9 3,2 0,3 0,0 0,7 0,3 0,3 0,1 0,0 0,6 0,3 0,3 0,0 0,0
Hardenberg 2040 26,8 9,0 16,4 1,2 0,2 23,3 7,6 14,8 0,8 0,1 1,9 0,7 0,9 0,2 0,0 1,6 0,7 0,8 0,1 0,0
Den Helder 2040 27,7 12,5 13,4 1,6 0,2 21,4 9,4 10,9 1,0 0,1 3,3 1,5 1,3 0,4 0,1 3,0 1,5 1,3 0,2 0,0
Heusden 2040 20,0 7,5 11,2 1,1 0,1 16,0 6,0 9,2 0,7 0,1 2,3 0,8 1,2 0,3 0,0 1,7 0,7 0,9 0,2 0,0
Krimpen aan den IJssel 2040 13,4 4,6 7,9 0,9 0,1 9,9 3,3 6,1 0,5 0,0 2,1 0,7 1,1 0,3 0,0 1,4 0,6 0,7 0,1 0,0
Leeuwarden 2040 55,2 26,8 24,6 3,3 0,5 43,9 20,9 20,5 2,2 0,3 6,1 2,8 2,4 0,8 0,2 5,2 3,1 1,7 0,4 0,1
Leiden 2040 66,1 33,7 27,3 4,6 0,5 44,9 21,7 20,3 2,7 0,2 11,8 6,0 4,3 1,4 0,2 9,5 6,1 2,7 0,5 0,1
Leusden 2040 13,7 5,2 7,6 0,8 0,1 10,7 4,0 6,2 0,5 0,0 1,6 0,7 0,8 0,2 0,0 1,3 0,5 0,7 0,1 0,0
Midden-Delfland 2040 8,5 2,7 5,1 0,6 0,1 6,4 2,0 4,0 0,3 0,0 1,2 0,4 0,6 0,2 0,0 0,9 0,3 0,5 0,1 0,0
Midden-Drenthe 2040 12,6 5,2 6,5 0,8 0,1 10,4 4,3 5,5 0,5 0,1 1,2 0,5 0,5 0,2 0,0 1,0 0,4 0,5 0,1 0,0
Muiden 2040 4,3 1,7 2,2 0,4 0,0 2,9 1,2 1,5 0,2 0,0 0,8 0,3 0,3 0,1 0,0 0,6 0,2 0,3 0,0 0,0
Naarden 2040 8,2 3,6 4,0 0,6 0,1 5,5 2,5 2,7 0,3 0,0 1,5 0,6 0,7 0,2 0,0 1,2 0,5 0,6 0,1 0,0
Noordenveld 2040 12,7 5,1 6,7 0,8 0,1 10,3 3,9 5,8 0,5 0,0 1,4 0,6 0,5 0,2 0,0 1,1 0,5 0,4 0,1 0,0
Oldenzaal 2040 15,2 5,5 8,8 0,9 0,1 11,9 4,3 7,1 0,5 0,0 1,8 0,6 0,9 0,2 0,0 1,5 0,6 0,8 0,1 0,0
Reusel-De Mierden 2040 5,4 2,1 2,9 0,4 0,1 4,4 1,6 2,5 0,3 0,0 0,5 0,2 0,2 0,1 0,0 0,5 0,2 0,2 0,1 0,0
Rheden 2040 21,1 9,2 10,5 1,3 0,1 16,0 6,9 8,3 0,7 0,1 2,8 1,2 1,2 0,3 0,0 2,3 1,1 1,0 0,2 0,0
Rijnwaarden 2040 5,2 2,0 2,8 0,3 0,0 4,1 1,6 2,4 0,2 0,0 0,5 0,2 0,2 0,1 0,0 0,6 0,3 0,3 0,0 0,0
Sint-Oedenrode 2040 8,5 3,1 4,8 0,6 0,1 6,9 2,4 4,1 0,3 0,0 0,8 0,3 0,3 0,1 0,0 0,8 0,3 0,3 0,1 0,0
Uden 2040 21,9 7,9 12,6 1,2 0,1 17,6 6,3 10,5 0,7 0,1 2,4 0,9 1,2 0,3 0,0 1,8 0,7 0,9 0,2 0,0
Wierden 2040 11,2 3,9 6,7 0,6 0,1 9,5 3,2 5,9 0,4 0,0 0,9 0,4 0,4 0,1 0,0 0,8 0,3 0,4 0,1 0,0
Woerden 2040 24,6 9,0 14,3 1,2 0,2 20,0 7,3 11,9 0,7 0,1 2,7 1,0 1,4 0,3 0,0 1,9 0,8 1,0 0,2 0,0
De Wolden 2040 9,7 4,0 5,1 0,6 0,1 8,2 3,2 4,6 0,4 0,0 0,9 0,4 0,3 0,1 0,0 0,7 0,3 0,3 0,1 0,0
Woudenberg 2040 5,6 2,1 3,1 0,4 0,0 4,4 1,6 2,5 0,2 0,0 0,7 0,2 0,4 0,1 0,0 0,5 0,2 0,2 0,1 0,0
Bron: CBS, PBL
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de verwachte toekomstige omvang en
ontwikkeling van huishoudens in Nederland naar samenstelling en
herkomstgroepering van de referentiepersoon per regio.

De basis voor de regio's voor alle in de tabel opgenomen perioden is de
situatie per 1 januari 2011.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2012

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn berekende prognosecijfers.

Wijzigingen per 12 oktober 2011:
De nieuwe prognose is bijgesteld op basis van de meest recente inzichten.
De prognoseperiode in deze tabel loopt van 2012 tot 2040.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In 2013 komt de nieuwe regionale prognose uit.

Toelichting onderwerpen

Totaal huishoudens
Particuliere huishoudens op 1 januari.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal huishoudens
Eenpersoonshuishoudens
Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Paren
Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
Eenouderhuishoudens
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
Overige huishoudens
Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.
Huishoudens: Autochtoon
Particuliere huishoudens met een autochtone referentiepersoon, 1 januari.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Autochtoon:
Persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel
ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of
- als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
Totaal huishoudens
Eenpersoonshuishoudens
Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Paren
Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
Eenouderhuishoudens
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
Overige huishoudens
Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.
Huishoudens: niet-westers allochtoon
Particuliere huishoudens met een niet-westerse allochtone
referentiepersoon, 1 januari.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel
ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of
- als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
.
Allochtoon:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
.
Niet-westerse allochtoon:
Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in Afrika,
Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Op
grond van hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie worden
allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend.
Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn
geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Totaal huishoudens
Eenpersoonshuishoudens
Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Paren
Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
Eenouderhuishoudens
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
Overige huishoudens
Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.
Huishoudens: westers allochtoon
Particuliere huishoudens met een niet-westerse allochtone
referentiepersoon, 1 januari.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel
ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of
- als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
.
Allochtoon:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
.
Westerse allochtoon:
Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in Europa
(exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië, en Indonesië en Japan.
Op grond van hun sociaal- economische en sociaal-culturele positie worden
allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend.
Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn
geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Totaal huishoudens
Eenpersoonshuishoudens
Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Paren
Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
Eenouderhuishoudens
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
Overige huishoudens
Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.