Regionale prognose huishoudens; 2011-2040
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat cijfers over de verwachte toekomstige omvang en
ontwikkeling van huishoudens in Nederland naar samenstelling en
herkomstgroepering van de referentiepersoon per regio.
De basis voor de regio's voor alle in de tabel opgenomen perioden is de
situatie per 1 januari 2011.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2012
Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn berekende prognosecijfers.
Wijzigingen per 12 oktober 2011:
De nieuwe prognose is bijgesteld op basis van de meest recente inzichten.
De prognoseperiode in deze tabel loopt van 2012 tot 2040.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In 2013 komt de nieuwe regionale prognose uit.
Toelichting onderwerpen
- Totaal huishoudens
- Particuliere huishoudens op 1 januari.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.- Totaal huishoudens
- Eenpersoonshuishoudens
- Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
- Paren
- Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
- Eenouderhuishoudens
- Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
- Overige huishoudens
- Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.
- Huishoudens: Autochtoon
- Particuliere huishoudens met een autochtone referentiepersoon, 1 januari.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Autochtoon:
Persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel
ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of
- als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.- Totaal huishoudens
- Eenpersoonshuishoudens
- Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
- Paren
- Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
- Eenouderhuishoudens
- Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
- Overige huishoudens
- Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.
- Huishoudens: niet-westers allochtoon
- Particuliere huishoudens met een niet-westerse allochtone
referentiepersoon, 1 januari.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel
ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of
- als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
.
Allochtoon:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
.
Niet-westerse allochtoon:
Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in Afrika,
Latijns-Amerika en Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Op
grond van hun sociaal-economische en sociaal-culturele positie worden
allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend.
Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn
geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.- Totaal huishoudens
- Eenpersoonshuishoudens
- Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
- Paren
- Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
- Eenouderhuishoudens
- Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
- Overige huishoudens
- Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.
- Huishoudens: westers allochtoon
- Particuliere huishoudens met een niet-westerse allochtone
referentiepersoon, 1 januari.
.
Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus
niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
.
Referentiepersoon:
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere
leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel
ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt
gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of
- als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
.
Allochtoon:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
.
Westerse allochtoon:
Allochtoon met als herkomstgroepering een van de landen in Europa
(exclusief Turkije), Noord-Amerika en Oceanië, en Indonesië en Japan.
Op grond van hun sociaal- economische en sociaal-culturele positie worden
allochtonen uit Indonesië en Japan tot de westerse allochtonen gerekend.
Het gaat vooral om mensen die in het voormalig Nederlands-Indië zijn
geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.- Totaal huishoudens
- Eenpersoonshuishoudens
- Eenpersoonshuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
- Paren
- Paar:
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie
bij elkaar behorende personen.
- Eenouderhuishoudens
- Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.
.
Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie
heeft met de ouder die tot het huishouden behoort. Onder thuiswonende
kinderen worden ook begrepen adoptie- en stiefkinderen maar geen
pleegkinderen.
- Overige huishoudens
- Overig huishouden:
Particulier huishouden dat uitsluitend bestaat uit overige leden.
.
Overig lid van een huishouden:
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of
als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te
denken valt hier bijvoorbeeld aan twee broers (zussen) die samen een
huishouden vormen.
- Regionale codering
- Codering bedoeld om het voor de gebruiker gemakkelijker te maken om na
het wegschrijven van de geselecteerde gegevens, deze te kunnen sorteren op
regio.