Overheid; overheidsproductie en -consumptie 1988 - 2013
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over de productie en de consumptie van de sector overheid, naar verschillende invalshoeken. Van de meeste onderwerpen wordt niet alleen de waarde, maar ook de waarde-, volume- en prijsontwikkeling weergegeven. De gebruikte begrippen sluiten aan bij de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 1995). De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen. Waar in de tabel sprake is van bedrijfsklassen, wordt aangesloten bij de standaard bedrijfsindeling van het CBS (SBI 2008).
Gegevens beschikbaar van 1988 tot en met 2013.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel vanaf 1988 zijn definitief. De meest recente jaren hebben nog een (nader) voorlopig karakter. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.
Wijzigingen per 25 juni 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Overheid; overheidsproductie en -consumptie. Zie paragraaf 3.
Toelichting onderwerpen
- Productie overheid
- Alle onder beheer en verantwoordelijkheid van de sector overheid voortgebrachte goederen en diensten, die daarvoor arbeid, kapitaal en goederen en diensten als input gebruikt.
- Productie opgebouwd uit kosten
- Het totaal van het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde van de sector overheid.
De toegevoegde waarde is de som van de beloning van werknemers, de afschrijvingen, het netto-exploitatieoverschot (in lopende prijzen altijd 0), de niet-productgebonden belastingen op productie betaald, minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies door de overheid zelf.- Totaal productie (uit kosten)
- Het totaal van het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde van de sector overheid.
De toegevoegde waarde is de som van de beloning van werknemers, de afschrijvingen, het netto-exploitatieoverschot (in lopende prijzen altijd 0), de niet-productgebonden belastingen op productie betaald, minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies door de overheid zelf.- Waarde
- Het totaal van het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde van de sector overheid.
De toegevoegde waarde van de sector overheid is de som van de beloning van werknemers, de afschrijvingen, het netto-exploitatieoverschot (in lopende prijzen altijd 0), de niet-productgebonden belastingen op productie betaald, minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies door de overheid zelf.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van het totaal van het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde van de sector overheid.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van het totaal van het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde van de sector overheid (=jaarontwikkeling in constante prijzen).
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van het totaal van het intermediair verbruik en de toegevoegde waarde van de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Productie naar soort
- De overheidsproductie, onderverdeeld in a)marktproductie, b)investeringen in eigen beheer en c) productie voor eigen consumptie.
a) Het deel van de overheidsproductie door de sector overheid dat daadwerkelijk wordt verkocht aan de markt (marktproductie).
b) De door de sector overheid voortgebrachte goederen in eigen beheer voor bruto-investeringen in eigen vaste activa. Dit laatste omvat het voortbrengen van vaste activa zoals weg- en waterbouw en dergelijke, of het ontwikkelen van computerprogrammatuur.
c) De door de sector overheid voortgebrachte individuele of collectieve goederen en diensten met de bedoeling om die aan andere eenheden dan de producent zelf te leveren. Het grootste deel van de overheidsproductie wordt betaald uit de algemene middelen en gratis beschikbaar gesteld aan alle sectoren (niet-marktproductie). Afgesproken is dat de overheid beschouwd moet worden als consument van deze door haarzelf geproduceerde diensten. Dit deel van de overheidsproductie heet productie voor eigen consumptie.- Totaal productie (naar soort)
- Totale overheidsproductie is gelijk aan de som van marktproductie, investeringen in eigen beheer en productie voor eigen consumptie van de sector overheid.
- Waarde
- De totale overheidsproductie in lopende prijzen als som van de marktproductie, investeringen in eigen beheer en productie voor eigen consumptie van de sector overheid.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van de som van de marktproductie, investeringen in eigen beheer en productie voor eigen consumptie van de sector overheid.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van de som van de marktproductie, investeringen in eigen beheer en productie voor eigen consumptie van de sector overheid (= jaarontwikkeling in constante prijzen).
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de marktproductie, investeringen in eigen beheer en productie voor eigen consumptie van de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Marktproductie
- Het deel van de overheidsproductie door de sector overheid dat daadwerkelijk wordt verkocht aan de markt (marktproductie).
- Waarde
- Het deel van de overheidsproductie door de sector overheid dat daadwerkelijk wordt verkocht aan de markt (marktproductie) uitgedrukt in lopende prijzen.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van het deel van de overheidsproductie door de sector overheid dat daadwerkelijk wordt verkocht aan de markt.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van het deel van de overheidsproductie door de sector overheid dat daadwerkelijk wordt verkocht aan de markt (=jaarontwikkeling in constante prijzen).
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van het deel van de overheidsproductie door de sector overheid dat daadwerkelijk wordt verkocht aan de markt (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Investeringen in eigen beheer
- De door de sector overheid voortgebrachte goederen in eigen beheer voor bruto-investeringen in eigen vaste activa. Dit laatste omvat het voortbrengen van vaste activa zoals weg- en waterbouw en dergelijke, of het ontwikkelen van computerprogrammatuur.
- Waarde
- De waarde in lopende prijzen van de door de sector overheid voortgebrachte goederen in eigen beheer voor bruto-investeringen in eigen vaste activa. Dit laatste omvat het voortbrengen van vaste activa zoals weg- en waterbouw en dergelijke, of het ontwikkelen van computerprogrammatuur.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van de door de sector overheid voortgebrachte goederen in eigen beheer voor bruto-investeringen in eigen vaste activa. Dit laatste omvat het voortbrengen van vaste activa zoals weg- en waterbouw en dergelijke, of het ontwikkelen van computerprogrammatuur.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van de door de sector overheid voortgebrachte goederen in eigen beheer voor bruto-investeringen in eigen vaste activa. Dit laatste omvat het voortbrengen van vaste activa zoals weg- en waterbouw en dergelijke, of het ontwikkelen van computerprogrammatuur (=jaarontwikkeling in constante prijzen).
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de door de sector overheid voortgebrachte goederen in eigen beheer voor bruto-investeringen in eigen vaste activa. Dit laatste omvat het voortbrengen van vaste activa zoals weg- en waterbouw en dergelijke, of het ontwikkelen van computerprogrammatuur (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Productie voor eigen consumptie
- De door de sector overheid voortgebrachte individuele of collectieve goederen en diensten met de bedoeling om die aan andere eenheden dan de producent zelf te leveren. Het grootste deel van de overheidsproductie wordt betaald uit de algemene middelen en gratis beschikbaar gesteld aan alle sectoren (niet-marktproductie). Afgesproken is dat de overheid beschouwd moet worden als consument van deze door haarzelf geproduceerde diensten. Dit deel van de overheidsproductie heet productie voor eigen consumptie.
Voorbeelden zijn goederen of diensten die direct samenhangen met overheidsbestuur, sociale verzekering, defensie, politie en gesubsidieerd onderwijs, maar ook met infrastructuur, waterbeheer, sociale werkvoorziening en jeugdhulpverlening. De productie voor eigen consumptie wordt als volgt berekend: Beloning (lonen plus sociale lasten) van werknemers plus: intermediair verbruik (aankoop van goederen en diensten) plus: afschrijvingen plus: niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de overheid zelf) minus: niet-productgebonden subsidies (ontvangen door de overheid) = productie (basisprijzen) minus: verkopen (=marktproductie) minus: investeringen in eigen beheer = consumptie van eigen productie (of productie voor eigen consumptie)van de sector overheid.- Waarde
- De waarde in lopende prijzen van de beloning (lonen plus sociale lasten) van werknemers plus: intermediair verbruik (aankoop van goederen en diensten) plus: afschrijvingen plus: niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de overheid zelf) minus: niet-productgebonden subsidies (ontvangen door de overheid) = productie (basisprijzen) minus: verkopen (=marktproductie) minus: investeringen in eigen beheer van de sector overheid.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van het totaal van de beloning, het intermediair verbruik, de afschrijvingen, de niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de sector overheid zelf), de niet-productgebonden subsidies (-)(ontvangen door de sector overheid), de marktproductie(-), de investeringen in eigen beheer (-) van de sector overheid.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van het totaal van de beloning, het intermediair verbruik, de afschrijvingen, de niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de sector overheid zelf), de niet-productgebonden subsidies (-)(ontvangen door de sector overheid), de marktproductie(-), de investeringen in eigen beheer (-) van de sector overheid (=jaarontwikkeling in constante prijzen).
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van het totaal van de beloning, het intermediair verbruik, de afschrijvingen, de niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de sector overheid zelf), de niet-productgebonden subsidies (-)(ontvangen door de sector overheid), de marktproductie(-), de investeringen in eigen beheer (-) van de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Consumptie overheid
- Uitgaven door de sector overheid voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap.
De consumptie van de overheid kan op verschillende manieren worden uitgesplitst, namelijk naar soort (consumptie van eigen productie en sociale uitkeringen in natura), naar bedrijfstak (algemeen bestuur, gesubsidieerd onderwijs en overig) en naar subsector (centrale overheid, lokale overheid en sociale verzekeringen).- Overheidsconsumptie naar soort
- Uitgaven door de sector overheid voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap.
De overheidsconsumptie is te splitsen in overheidsconsumptie van eigen productie en sociale uitkeringen in natura. Bij het eerste gaat het met name om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg. De verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd, en vervolgens als sociale uitkeringen in natura aan de huishoudens worden geleverd zijn ook onderdeel van de overheidsconsumptie. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming.- Totaal consumptie (naar soort)
- Totale uitgaven voor overheidsconsumptie uit eigen productie en sociale uitkeringen in natura: De totale uitgaven door de sector overheid voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap.
De overheidsconsumptie is te splitsen in overheidsconsumptie van eigen productie en sociale uitkeringen in natura. Bij het eerste gaat het met name om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg. De verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd, en vervolgens als sociale uitkeringen in natura aan de huishoudens worden geleverd zijn ook onderdeel van de overheidsconsumptie. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming.- Waarde
- De waarde in lopende prijzen van de totale uitgaven van de sector overheid aan overheidsconsumptie uit eigen productie en sociale uitkeringen in natura.
De totale uitgaven in lopende prijzen van de sector overheid voor collectief en individueel gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving. Het gaat met name om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn en gezondheidszorg door de sector overheid geproduceerd (consumptie van eigen productie). De verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd, en vervolgens als sociale uitkeringen in natura aan de huishoudens worden geleverd zijn ook onderdeel van de overheidsconsumptie. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid, onderwijs en sociale bescherming.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van de totale uitgaven van de sector overheid aan overheidsconsumptie uit eigen productie en sociale uitkeringen in natura.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van de totale uitgaven van de sector overheid aan overheidsconsumptie uit eigen productie en sociale uitkeringen in natura (=jaarontwikkeling in constante prijzen).
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de totale uitgaven van de sector overheid aan overheidsconsumptie uit eigen productie en sociale uitkeringen in natura (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Consumptie van eigen productie
- Het gaat om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg.
De consumptie van eigen productie wordt als volgt berekend: Beloning (lonen plus sociale lasten) van werknemers plus: intermediair verbruik (aankoop van goederen en diensten) plus: afschrijvingen plus: niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de overheid zelf) minus: niet-productgebonden subsidies (ontvangen door de overheid) = productie (basisprijzen) minus: verkopen (=marktproductie) minus: investeringen in eigen beheer = consumptie van eigen productie.- Totaal consumptie van eigen productie
- Het gaat om uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg.
De consumptie van eigen productie wordt als volgt berekend: Beloning (lonen plus sociale lasten) van werknemers plus: intermediair verbruik (aankoop van goederen en diensten) plus: afschrijvingen plus: niet-productgebonden belastingen op productie (betaald door de overheid zelf) minus: niet-productgebonden subsidies (ontvangen door de overheid) = productie (basisprijzen) minus: verkopen (=marktproductie) minus: investeringen in eigen beheer = consumptie van eigen productie.- Waarde
- Het totaal van uitgaven in lopende prijzen voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg geproduceerd door de sector overheid.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van het totaal van uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg geproduceerd door de sector overheid.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van het totaal van uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg geproduceerd door de sector overheid (=jaarontwikkeling in constante prijzen).
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van het totaal van uitgaven voor diensten op het gebied van openbaar bestuur, beveiliging en defensie, ordehandhaving, wet- en regelgeving, milieubescherming, speur- en ontwikkelingswerk, infrastructuur en economische ontwikkeling, onderwijs, welzijn, en gezondheidszorg geproduceerd door de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Sociale uitkeringen in natura
- Uitgaven door de sector overheid voor individueel gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving.
Het gaat hier om de verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd en als sociale uitkeringen in natura worden geregistreerd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid (bijvoorbeeld uitkeringen volgens de ZVW, AWBZ, WMO, kinderopvang), onderwijs (bijvoorbeeld uitkeringen aan academische ziekenhuizen) en sociale bescherming (bijvoorbeeld rechtsbescherming door Raden voor de Rechtsbijstand).- Waarde
- Uitgaven in lopende prijzen door de sector overheid voor individueel gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving.
Het gaat hier om de verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd en als sociale uitkeringen in natura worden geregistreerd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid (bijvoorbeeld uitkeringen volgens de ZVW, AWBZ, WMO, kinderopvang), onderwijs (bijvoorbeeld uitkeringen aan academische ziekenhuizen) en sociale bescherming (bijvoorbeeld huursubsidies of rechtsbescherming door Raden voor de Rechtsbijstand).
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling van uitgaven in lopende prijzen door de sector overheid voor individueel gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving.
Het gaat hier om de verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd en als sociale uitkeringen in natura worden geregistreerd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid (bijvoorbeeld uitkeringen volgens de ZVW, AWBZ, WMO, kinderopvang), onderwijs (bijvoorbeeld uitkeringen aan academische ziekenhuizen) en sociale bescherming (bijvoorbeeld huursubsidies of rechtsbescherming door Raden voor de Rechtsbijstand).
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van uitgaven door de sector overheid voor individueel gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving.
Het gaat hier om reële jaarontwikkeling bij de verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd en als sociale uitkeringen in natura worden geregistreerd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid (bijvoorbeeld uitkeringen volgens de ZVW, AWBZ, WMO, kinderopvang), onderwijs (bijvoorbeeld uitkeringen aan academische ziekenhuizen) en sociale bescherming (bijvoorbeeld huursubsidies of rechtsbescherming door Raden voor de Rechtsbijstand) (=jaarontwikkeling in constante prijzen).
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van uitgaven door de sector overheid voor individueel gebruik van diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving of aan alle leden van een bepaald deel van de samenleving.
Het gaat hier om de jaarontwikkeling in prijzen bij verwerving van consumptiegoederen en -diensten die door de overheid worden gefinancierd, door bedrijven worden geproduceerd en als sociale uitkeringen in natura worden geregistreerd. Hieronder valt het merendeel van de uitgaven van de overheid op het gebied van gezondheid bijvoorbeeld uitkeringen volgens de ZVW, AWBZ, WMO, kinderopvang), onderwijs (bijvoorbeeld uitkeringen aan academische ziekenhuizen) en sociale bescherming (bijvoorbeeld huursubsidies of rechtsbescherming door Raden voor de Rechtsbijstand). (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Overheidsconsumptie naar bedrijfsklasse
- Uitgaven door de sector overheid voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De uitgaven worden verdeeld naar de bedrijfsklassen overheid, gesubsidieerd onderwijs en overige.
- Totaal consumptie (naar bedrijfsklasse)
- Totaal van de uitgaven door de sector overheid voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De uitgaven worden verdeeld naar de bedrijfsklassen overheid, gesubsidieerd onderwijs en overige.
- Waarde
- De totale uitgaven in lopende prijzen aan overheidsconsumptie van de sector overheid die verdeeld kan worden naar de bedrijfsklassen overheid, gesubsidieerd onderwijs en overig.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling van de totale uitgaven in lopende prijzen aan overheidsconsumptie van de sector overheid.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van de totale uitgaven in lopende prijzen aan overheidsconsumptie van de sector overheid (=jaarontwikkeling in constante prijzen).
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de totale uitgaven aan overheidsconsumptie van de sector overheid (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Overheid
- De totale uitgaven aan consumptie door de bedrijfsklasse overheid voor activiteiten op het terrein van openbaar bestuur.
- Waarde
- De waarde in lopende prijzen van de totale uitgaven aan consumptie door de bedrijfsklasse overheid voor activiteiten op het terrein van openbaar bestuur.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling van de totale uitgaven aan consumptie door de bedrijfsklasse overheid voor activiteiten op het terrein van openbaar bestuur.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van de totale uitgaven aan consumptie door de bedrijfsklasse overheid voor activiteiten op het terrein van openbaar bestuur.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de totale uitgaven aan consumptie door de bedrijfsklasse overheid voor activiteiten op het terrein van openbaar bestuur.
- Gesubsidieerd onderwijs
- De totale uitgaven aan consumptie van de bedrijfsklasse onderwijs. Hieronder vallen activiteiten van de sector overheid op het terrein van gesubsidieerd onderwijs.
De bedrijfsklasse gesubsidieerd onderwijs omvat primair, secundair en tertiair onderwijs dat grotendeels door de overheid wordt gefinancierd.- Waarde
- De waarde in lopende prijzen van de consumptie van de bedrijfsklasse gesubsidieerd onderwijs.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van de consumptie van de bedrijfsklasse gesubsidieerd onderwijs.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van de consumptie van de bedrijfsklasse gesubsidieerd onderwijs (=jaarontwikkeling in constante prijzen). Deze ontwikkeling wordt gebaseerd op mutaties in leerlingenaantallen.
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de totale uitgaven aan consumptie van de bedrijfsklasse gesubsidieerd onderwijs (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Overig
- De totale uitgaven aan consumptie van eenheden binnen de sector overheid die niet tot de bedrijfsklassen overheid of gesubsidieerd onderwijs worden gerekend.
Het gaat hierbij om de overheidsconsumptie van:
- specifieke activiteiten van gemeenten, zoals reinigingsdiensten (bedrijfsklasse milieudienstverlening), sociale werkplaatsen (bedrijfsklasse overige industrie) en medische dienstverlening (bedrijfsklasse gezondheids- en welzijnszorg) en aparte gemeenschappelijke regelingen voor deze activiteiten;
- bureaus voor arbeidsbemiddeling, banenpools en het Jeugd Werk Garantieplan (bedrijfsklasse uitzendbureaus);
- aan universiteiten gelieerde instituten (bedrijfsklasse speur- en ontwikkelingswerk);
- opvangtehuizen en asielzoekerscentra (bedrijfsklasse gezondheids- en welzijnszorg);
- ideële organisaties, zoals Oxfam Novib en SNV (bedrijfsklasse overige dienstverlening n.e.g.).- Waarde
- De waarde van de consumptie in lopende prijzen van de sector overheid voor zover het geen activiteiten betreft van de bedrijfsklasse overheid of gesubsidieerd onderwijs.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling van de totale uitgaven aan consumptie in lopende prijzen van de sector overheid voor zover het geen activiteiten betreft van de bedrijfsklasse overheid of gesubsidieerd onderwijs.
- Volumeontwikkeling
- De reële jaarontwikkeling van de consumptie van de sector overheid voor zover het geen activiteiten betreft van de bedrijfsklasse overheid of gesubsidieerd onderwijs (=jaarontwikkeling in constante prijzen).
- Prijsontwikkeling
- De jaarontwikkeling in prijzen van de totale uitgaven aan consumptie van de sector overheid voor zover het geen activiteiten betreft van de bedrijfsklasse overheid of gesubsidieerd onderwijs (=ontwikkeling in lopende prijzen gedeeld door de ontwikkeling in constante prijzen).
- Overheidsconsumptie naar subsector
- De overheidsconsumptie verdeeld naar de subsectoren centrale overheid, lokale overheid en wettelijke sociale verzekeringsinstellingen.
- Totaal consumptie (naar subsector)
- Het totaal van de overheidsconsumptie van de subsectoren centrale overheid, lokale overheid en wettelijke sociale verzekeringsinstellingen.
- Waarde
- De waarde van het totaal van de overheidsconsumptie van de subsectoren centrale overheid, lokale overheid en wettelijke sociale verzekeringsinstellingen in lopende prijzen.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling van het totaal van de overheidsconsumptie van de subsectoren centrale overheid, lokale overheid en wettelijke sociale verzekeringsinstellingen in lopende prijzen.
- Centrale overheid
- De totale uitgaven aan overheidsconsumptie door
- het Rijk (ministeries en begrotingsfondsen, zoals Gemeentefonds, Provinciefonds en Infrastructuurfonds);
- universiteiten;
- product- en bedrijfsschappen;
- een groep van landelijke stichtingen en organisaties;
Voorbeelden van de landelijke stichtingen en organisaties zijn:
- onderzoeksinstellingen (onder andere NWO, KNAW en aan de universiteiten gelieerde instituten);
- ideële organisaties (onder andere Oxfam Novib);
- verzelfstandigde overheidsdiensten als ProRail en het Centraal Bureau voor de Statistiek.- Waarde
- De waarde van de consumptie van de sector overheid in lopende prijzen voorzover het de centrale overheid betreft.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van de consumptie van de sector overheid voorzover het de centrale overheid betreft.
- Lokale overheid
- De totale uitgaven aan overheidsconsumptie door
- provincies en waterschappen;
- gemeenten, exclusief hun quasi-vennootschappen die bij de niet-financiële of de financiële vennootschappen zijn ingedeeld (onder andere gemeentelijke vervoersbedrijven);
- gemeenschappelijke regelingen (samenwerkingsverbanden van gemeenten op het gebied van afvalverwerking, waterzuivering, brandweer, sociale werkvoorziening, enzovoort);
- verzelfstandigde lokale overheidsdiensten, zoals bureaus voor arbeidsbemiddeling en regionale politiekorpsen;
- privaatrechtelijke lokale instellingen op het gebied van arbeid, maatschappelijke werk, cultuur en onderwijs zoals Banenpools, centra voor asielzoekers, musea, bibliotheken, verzelfstandigde onderwijsinstellingen en studiebegeleidingsdiensten.- Waarde
- De waarde van de consumptie van de sector overheid in lopende prijzen voor zover het de lokale overheid betreft.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van de consumptie van de sector overheid voor zover het de centrale overheid betreft.
- Wettelijke sociale verzekeringsinst.
- Wettelijke sociale verzekeringsinstellingen.
De totale uitgaven aan overheidsconsumptie door
- de toezichts- en uitvoeringsorganen van de wettelijke sociale verzekeringsregelingen zoals het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het College voor Zorgverzekeringen (CVZ);
- de sociale fondsen (bijvoorbeeld AOW-fonds, WW-fonds en het arbeidsongeschiktheidsfonds (volgens WIA).- Waarde
- De waarde van de consumptie van de sector overheid in lopende prijzen voor zover het de wettelijke sociale verzekeringen betreft.
- Waardeontwikkeling
- De jaarontwikkeling in lopende prijzen van de consumptie van de sector overheid voor zover het de wettelijke sociale verzekeringsinstellingen betreft.
- Netto materiële overheidsconsumptie
- De som van het intermediair verbruik (vanaf 2006 exclusief aankoop verzekeringsdiensten door Sociale Verzekeringen), plus de afschrijvingen, plus de betaalde niet-productgebonden belastingen minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies en minus de verkopen (overheidsproductie voor de markt). Het gaat om de som van de genoemde variabelen van de sector overheid.
- Totaal, prijsontwikkeling
- De som van het intermediair verbruik (vanaf 2006 exclusief aankoop verzekeringsdiensten door wettelijke sociale verzekeringsinstellingen), plus de afschrijvingen, plus de betaalde niet-productgebonden belastingen minus de ontvangen niet-productgebonden subsidies en minus de verkopen (overheidsproductie voor de markt). Het gaat om de som van de genoemde variabelen van de sector overheid. De prijsindex van de netto materiële overheidsconsumptie (IMOC) is de gemiddelde jaarlijkse prijsstijging daarvan. Deze prijsindex wordt gebruikt in meerjarige contracten, afspraken en begrotingen van overheden.
- Overheid, prijsontwikkeling
- De prijsmutatie in % van de netto materiële overheidsconsumptie van de bedrijfsklasse overheid.
De bedrijfsklasse algemeen bestuur omvat openbaar bestuur (rijk, gemeenten, gemeenschappelijke regelingen, provincies, waterschappen, publieke bestuursorganen, instellingen zonder winstoogmerk), defensie, politie en wettelijke sociale verzekeringsinstellingen (zoals het UWV en de SVB).
- Gesubs.onderwijs, prijsontwikkeling
- Gesubsideerd onderwijs, prijsontwikkeling.
De prijsmutatie in % van de netto materiële overheidsconsumptie van de bedrijfsklasse gesubsidieerd onderwijs.
De bedrijfsklasse gesubsidieerd onderwijs omvat primair, secundair en tertiair onderwijs.
- Overig, prijsontwikkeling
- De prijsmutatie in % van de netto materiële overheidsconsumptie van de bedrijfsklasse overig.
De bedrijfsklasse overig omvat eenheden binnen de sector overheid die niet tot de bedrijfsklassen algemeen bestuur of gesubsidieerd onderwijs worden gerekend. Het gaat hierbij om
- specifieke activiteiten van gemeenten, zoals reinigingsdiensten (bedrijfsklasse milieudienstverlening), sociale werkplaatsen (bedrijfsklasse overige industrie) en medische dienstverlening (bedrijfsklasse gezondheids- en welzijnszorg) en aparte gemeenschappelijke regelingen voor deze activiteiten;
- bureaus voor arbeidsbemiddeling, banenpools en het Jeugd Werk Garantieplan (bedrijfsklasse uitzendbureaus);
- aan universiteiten gelieerde instituten (bedrijfsklasse speur- en ontwikkelingswerk);
- opvangtehuizen en asielzoekerscentra (bedrijfsklasse gezondheids- en welzijnszorg);
- ideële organisaties, zoals Oxfam Novib en SNV (bedrijfsklasse overige dienstverlening niet elders genoemd).
- Overheidsconsumptie als percentage BBP
- De overheidsconsumptie als deel van het Bruto Binnenlands Product (BBP).
BBP (marktprijzen):
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld. De onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw.
Bruto binnenlands product (marktprijzen) (BBP):
Het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld.
De toegevoegde waarde (basisprijzen) per bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). De onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen BTW (belasting over de toegevoegde waarde). Het BBP is ook gelijk aan de waarde van het in Nederland gevormde inkomen.