Leefbaarheid woonbuurt; persoonskenmerken (IVM), 2008-2009

Tabeltoelichting


In deze tabel vindt u een overzicht van de subjectief ervaren leefbaarheid van de woonbuurt en de beleving van buurtproblemen op basis van de Integrale VeiligheidsMonitor (IVM).
De gepresenteerde cijfers hebben betrekking op vormen van overlast, dreiging en fysieke verloedering die volgens de respondenten in hun buurt kunnen voorkomen, over hun mening over fysieke voorzieningen, sociale cohesie en de ontwikkeling van de buurt, over hun oordeel van de woonomgeving, de leefbaarheid en veiligheid in de buurt, en over hun eigen inzet voor de buurt.
Het gaat steeds om gegevens over de bevolking van 15 jaar of ouder, tenzij anders vermeld. Opgenomen zijn de landelijke cijfers en de cijfers naar persoonskenmerken.
Door wijziging in vraagstelling, onderzoeksopzet en/of context zijn de IVM-gegevens vanaf 2008 niet vergelijkbaar met gegevens uit andere bronnen, zoals de Veiligheidsmonitor Rijk (VMR; 2005-2008) en eerdere veiligheids- en/of slachtofferenquêtes.
De enquête is uitgevoerd in het laatste kwartaal van het jaar.

Gegevens beschikbaar van 2008 tot en met 2009.

Status van de cijfers:
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 28 november 2018
In de vorige versie waren de leeftijdscategorieën niet juist gevuld: in plaats van tot een bepaalde leeftijd stonden er cijfers die uitgingen van tot en met een bepaalde leeftijd. Bijvoorbeeld de cijfers van leeftijdscategorie 15 tot 18 jaar bevatte abusievelijk ook cijfers van 18 jarigen. Dit is nu gecorrigeerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Deze tabel wordt opgevolgd door Leefbaarheid en overlast in buurt; persoonskenmerken. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Buurtproblemen
In de IVM zijn aan alle respondenten vragen gesteld over een aantal
vormen van overlast, dreiging en fysieke verloedering waarmee de buurt
te maken kan hebben.
Voor elk van deze problemen kan de respondent aangeven of die in zijn
buurt vaak, soms, of nooit of bijna nooit voorkomen.
Dreiging en sociale overlast
Dreiging en sociale overlast omvat de deelproblemen:
- overlast van groepen jongeren;
- mensen die op straat worden lastig gevallen;
- drugsoverlast;
- dronken mensen op straat;
- bedreiging;
- gewelddelicten;
- straatroof;
- vrouwen en meisjes die op straat worden nagefloten, nageroepen, of op
een andere manier ongewenst aandacht krijgen;
- jeugdcriminaliteit.
Mensen worden op straat lastig gevallen
Vrouwen en meisjes worden nagefloten
Fysieke verloedering
Fysieke verloedering omvat de deelproblemen:
- bekladding van muren en/of gebouwen;
- rommel op straat;
- hondenpoep;
- vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes.
Hondenpoep op straat
Verkeersoverlast
Verkeersoverlast omvat de deelproblemen:
- agressief verkeersgedrag;
- geluidsoverlast door verkeer;
- te hard rijden;
- parkeeroverlast.
Te hard rijden
Overige overlast
Overige overlast omvat de deelproblemen:
- overlast door omwonenden;
- andere vormen van geluidsoverlast;
- overlast van zwervers / daklozen;
- overlast door horecagelegenheden.
Overlast door omwonenden
Leefbaarheid woonbuurt
In de IVM zijn aan alle respondenten vragen gesteld over de leefbaarheid
van de eigen woonbuurt, zoals over hun mening over fysieke voorzieningen,
sociale cohesie, de ontwikkeling van de buurt, de beoordeling van de
woonomgeving, leefbaarheid en veiligheid in de buurt, en over hun eigen
inzet voor de buurt.
Sociale cohesie
In de IVM wordt de respondenten zes stellingen voorgelegd over de sociale
aspecten van hun woonbuurt. Voor elk van deze stellingen kan de
respondent aangeven in hoeverre hij/zij het daarmee eens is (helemaal mee
eens; mee eens; neutraal; niet mee eens; helemaal niet mee eens; weet
niet/geen mening).
Tevreden met samenstelling bevolking
Stelling: Ik ben tevreden over de bevolkingssamenstelling in deze buurt.
Fysieke leefbaarheid buurt
In de IVM wordt de respondenten een aantal stellingen voorgelegd over de
fysieke voorzieningen in hun woonbuurt. Voor elk van deze stellingen kan
de respondent aangeven in hoeverre hij/zij het daarmee eens is
(helemaal mee eens; mee eens; neutraal; niet mee eens; helemaal niet
mee eens; weet niet/geen mening).
Wegen, paden, pleintjes goed onderhouden
Stelling: In de buurt zijn de wegen, paden en pleintjes goed onderhouden.
Plantsoenen en parken goed onderhouden
Stelling: In de buurt zijn perken, plantsoenen en parken goed verlicht.