Leefstijl, preventief onderzoek; persoonskenmerken; 2010-2013

Tabeltoelichting


Deze tabel beschrijft de leefstijl en het preventieve gedrag van de Nederlandse bevolking. Daarbij wordt ingegaan op de volgende aspecten van leefstijl en preventief gedrag:
- roken
- alcoholgebruik
- lengte, gewicht, ondergewicht en overgewicht
- gebruik van de anticonceptiepil
- preventief onderzoek
- griepvaccinatie
- lichamelijke activiteit
De gegevens komen uit de Gezondheidsenquête van het CBS en zijn uit te splitsen naar diverse persoonskenmerken. De Gezondheidsenquête is een doorlopend onderzoek onder de Nederlandse bevolking in particuliere huishoudens.

Deze tabel is stopgezet, omdat er met ingang van statistiekjaar 2014 een nieuwe tabel is gestart. Zie paragraaf 3.

Gegevens beschikbaar van 2010 tot en met 2013
Status van de cijfers: definitief

Wijzigingen per 5 april 2016:
De cijfers van 2013 zijn aangevuld met de uitsplitsing naar inkomen, vermogen en welvaart.

Wijzigingen per 8 april 2015:
De cijfers over lichamelijke activiteit zijn gewijzigd voor de jaren 2012 en 2013. De berekening bleek niet correct, waardoor onder andere de cijfers over het voldoen aan de Nederlandse norm gezond bewegen te hoog uitkwamen. Dit is nu gecorrigeerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel wordt niet meer aangevuld. Cijfers over de jaren vanaf 2014 over leefstijl en (preventief) gezondheidsonderzoek staan in tabel Leefstijl en (preventief) gezondheidsonderzoek; persoonskenmerken. Zie paragaaf 3.

Toelichting onderwerpen

Alcoholgebruik, 12 jaar of ouder
Aan personen van 12 jaar of ouder worden vragen over de consumptie van alcohol gesteld.
Gemiddeld aantal glazen per dag
Per persoon
Gemiddeld aantal glazen alcohol per dag per persoon in de bevolking van 12 jaar of ouder.
Per drinker
Gemiddeld aantal glazen alcohol per dag per drinker van 12 jaar of ouder.
Lichamelijke activiteit, 12 jr of ouder
In de Gezondheidsenquête (het deel voor personen van 12 jaar of ouder) is de zogeheten Short Questionnaire to Assess Health enhancing physical activity (SQUASH) opgenomen. Deze vragenlijst is ontwikkeld door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en beoogt een volledig beeld te leveren van de lichamelijke activiteit. Gevraagd wordt naar frequentie, duur en intensiteit van de volgende deelvormen van lichamelijke activiteit:
1. Activiteiten in woon-werk of woon-school verkeer,
2. Activiteiten op het werk of op school,
3. Activiteiten in het huishouden,
4. Sporten,
5. Andere vrijetijdsactiviteiten.
Voor de jaren vanaf 2012 zijn enkele aannames in de berekening van de deelonderwerpen binnen lichamelijke activiteit aangepast. Dit is gedaan in overleg met het RIVM in het kader van de Gezondheidsmonitor 2012, een onderzoek waarin ook naar lichamelijke activiteit is gevraagd. Hierdoor zijn de cijfers vanaf 2012 niet altijd goed vergelijkbaar met de cijfers van de voorgaande jaren.
Sportbeoefening
Gemiddeld aantal minuten voetbal
Gemiddeld aantal minuten tennis
Gemiddeld aantal minuten zwemmen
Gemiddeld aantal minuten fitness
Gemiddeld aantal minuten overige sporten
Voldoen aan norm gezond bewegen
% personen dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (leeftijd: 12 jaar of ouder). De Nederlandse norm is gebaseerd op MET-waarden: 1 MET komt overeen met het energieverbruik van rustig zitten en 5 MET komt overeen met een energieverbruik van 5 maal dit rustmetabolisme. Volgens deze norm moeten jongeren van 12 tot 18 jaar dagelijks minimaal een uur matig intensieve lichamelijke activiteit (MET-waarde = 5) verrichten, bijvoorbeeld aerobics of hardlopen. Personen vanaf 18 jaar dienen minimaal een half uur matig intensieve activiteit te verrichten op tenminste vijf dagen van de week. Voor personen van 18 tot 55 jaar geldt dat de MET-waarde = 4 moet zijn, bijvoorbeeld: stevig wandelen of fietsen. Voor 55 plussers is het voldoende als de MET-waarde = 3 bedraagt, bijvoorbeeld: normaal wandelen of fietsen. Het cijfer is samengesteld aan de hand van de standaardtabel van (leeftijdsspecifieke) intensiteitswaarden per activiteit en de bijbehorende opgaven van de tijdsduren en aantal weekdagen.
Voor de jaren vanaf 2012 zijn enkele aannames in de berekening van het percentage personen dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen aangepast. Dit is gedaan in overleg met het RIVM in het kader van de Gezondheidsmonitor 2012, een onderzoek waarin ook naar lichamelijke activiteit is gevraagd. Hierdoor zijn de percentages vanaf 2012 niet goed vergelijkbaar met de percentages in de voorgaande jaren.