Gezondheid, aandoeningen, beperkingen; persoonskenmerken, 2010-2013

Gezondheid, aandoeningen, beperkingen; persoonskenmerken, 2010-2013

Persoonskenmerken Cijfersoort Perioden Ervaren gezondheid Zeer goed/goed (%) Langdurige aandoeningen % personen met aandoeningen % geen langdurige aandoening (%) MHI, 12 jaar of ouder % personen psychisch ongezond (%) Infectieziekten, 12 jaar of ouder Verkoudheid (%) Malaiseklachten, 4 jaar of ouder Minstens 1 malaiseklacht (%) Functiebeperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder % personen met minstens 1 beperking (%) Functiebeperkingen Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder % personen met minstens 1 beperking (%) Functiebeperkingen Bezit hulpmiddelen Zien, 4 jaar of ouder (%)
Totaal Percentages/aantallen 2013 80,3 53,2 10,9 43,0 67,9 12,9 11,8 60,9
Totaal Standaardfouten 2013 0,3 0,4 0,4 0,6 0,4 0,4 0,5 0,4
Mannen Percentages/aantallen 2013 82,4 59,6 9,1 42,8 61,3 10,4 7,7 56,3
Mannen Standaardfouten 2013 0,5 0,6 0,5 0,9 0,6 0,5 0,6 0,6
Vrouwen Percentages/aantallen 2013 78,3 47,0 12,6 43,2 74,4 15,3 15,6 65,5
Vrouwen Standaardfouten 2013 0,5 0,6 0,6 0,9 0,5 0,6 0,8 0,6
Leeftijd: 0 tot 4 jaar Percentages/aantallen 2013 95,2 88,0 . . . . . .
Leeftijd: 0 tot 4 jaar Standaardfouten 2013 0,9 1,3 . . . . . .
Leeftijd: 4 tot 12 jaar Percentages/aantallen 2013 95,4 85,0 . . 39,9 . . 11,2
Leeftijd: 4 tot 12 jaar Standaardfouten 2013 0,6 1,0 . . 1,4 . . 0,9
Leeftijd: 12 tot 16 jaar Percentages/aantallen 2013 94,8 79,9 5,8 44,7 58,6 5,1 . 25,7
Leeftijd: 12 tot 16 jaar Standaardfouten 2013 0,9 1,6 1,3 2,6 1,9 1,2 . 1,7
Leeftijd: 16 tot 20 jaar Percentages/aantallen 2013 90,9 67,1 9,7 62,7 76,0 4,7 . 30,4
Leeftijd: 16 tot 20 jaar Standaardfouten 2013 1,1 1,8 1,6 2,5 1,7 1,1 . 1,8
Leeftijd: 20 tot 30 jaar Percentages/aantallen 2013 88,9 65,5 11,6 55,7 75,5 4,0 . 38,7
Leeftijd: 20 tot 30 jaar Standaardfouten 2013 0,8 1,1 1,0 1,6 1,0 0,6 . 1,2
Leeftijd: 30 tot 40 jaar Percentages/aantallen 2013 85,4 55,9 9,8 52,1 71,0 4,5 . 41,9
Leeftijd: 30 tot 40 jaar Standaardfouten 2013 0,9 1,2 1,0 1,6 1,1 0,7 . 1,2
Leeftijd: 40 tot 50 jaar Percentages/aantallen 2013 81,8 52,5 12,3 42,3 69,0 10,3 . 62,6
Leeftijd: 40 tot 50 jaar Standaardfouten 2013 0,8 1,1 1,0 1,4 1,0 0,9 . 1,1
Leeftijd: 50 tot 55 jaar Percentages/aantallen 2013 75,4 42,0 9,0 35,7 69,0 17,3 . 90,1
Leeftijd: 50 tot 55 jaar Standaardfouten 2013 1,3 1,5 1,2 2,0 1,4 1,6 . 0,9
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Percentages/aantallen 2013 68,2 33,8 12,4 34,9 71,0 19,0 5,9 96,8
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Standaardfouten 2013 1,1 1,1 1,1 1,5 1,1 1,3 0,6 0,4
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Percentages/aantallen 2013 67,2 27,3 9,4 32,5 68,7 18,4 9,0 96,3
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Standaardfouten 2013 1,3 1,2 1,1 1,7 1,3 1,4 0,8 0,5
Leeftijd: 75 jaar en ouder Percentages/aantallen 2013 50,8 19,2 13,9 27,8 77,1 38,3 27,7 96,8
Leeftijd: 75 jaar en ouder Standaardfouten 2013 1,6 1,3 1,6 2,0 1,4 2,2 1,5 0,6
Autochtoon Percentages/aantallen 2013 81,3 52,4 9,9 42,5 67,4 12,3 11,1 62,9
Autochtoon Standaardfouten 2013 0,4 0,5 0,4 0,7 0,5 0,5 0,5 0,5
Westers allochtoon, totaal Percentages/aantallen 2013 78,0 48,8 14,8 38,8 69,7 15,1 15,4 65,9
Westers allochtoon, totaal Standaardfouten 2013 1,2 1,4 1,4 1,9 1,3 1,4 1,7 1,3
Westers allochtoon, 1e generatie Percentages/aantallen 2013 77,1 42,7 18,6 42,5 70,7 17,7 15,3 66,7
Westers allochtoon, 1e generatie Standaardfouten 2013 1,9 2,3 2,5 3,1 2,0 2,4 2,7 2,1
Westers allochtoon, 2e generatie Percentages/aantallen 2013 78,6 52,3 12,2 36,3 69,0 13,4 15,4 65,3
Westers allochtoon, 2e generatie Standaardfouten 2013 1,5 1,7 1,7 2,5 1,7 1,7 2,2 1,7
Niet-westers allochtoon, totaal Percentages/aantallen 2013 76,0 62,7 14,4 50,4 70,1 15,0 16,7 42,7
Niet-westers allochtoon, totaal Standaardfouten 2013 1,1 1,2 1,3 1,9 1,2 1,3 3,0 1,3
Niet-westers allochtoon, 1e generatie Percentages/aantallen 2013 66,1 52,7 16,0 49,0 73,6 18,9 15,9 49,4
Niet-westers allochtoon, 1e generatie Standaardfouten 2013 1,6 1,7 1,7 2,3 1,5 1,8 3,0 1,7
Niet-westers allochtoon, 2e generatie Percentages/aantallen 2013 88,2 75,0 11,3 53,1 65,0 7,0 38,6 33,2
Niet-westers allochtoon, 2e generatie Standaardfouten 2013 1,2 1,6 2,1 3,2 1,9 1,7 22,7 1,9
Alleenstaande; tot 40 jaar Percentages/aantallen 2013 86,5 63,9 15,2 54,5 74,2 1,9 . 43,2
Alleenstaande; tot 40 jaar Standaardfouten 2013 1,2 1,8 1,8 2,4 1,6 0,7 . 1,8
Alleenstaande; 40 tot 65 jaar Percentages/aantallen 2013 64,6 36,5 21,0 39,6 74,7 21,5 9,7 82,0
Alleenstaande; 40 tot 65 jaar Standaardfouten 2013 1,7 1,7 2,0 2,3 1,5 2,0 1,6 1,3
Alleenstaande; 65 jaar of ouder Percentages/aantallen 2013 50,9 19,8 15,8 31,1 78,5 35,9 27,7 96,2
Alleenstaande; 65 jaar of ouder Standaardfouten 2013 1,8 1,4 1,9 2,2 1,5 2,3 1,6 0,7
Kind < 18 jaar in eenoudergezin Percentages/aantallen 2013 92,7 80,6 7,4 53,0 55,7 4,8 . 18,4
Kind < 18 jaar in eenoudergezin Standaardfouten 2013 1,4 2,0 2,9 5,4 2,8 2,3 . 2,1
Kind >= 18 jaar in eenoudergezin Percentages/aantallen 2013 87,8 62,4 9,0 55,5 69,5 10,4 0,0 37,2
Kind >= 18 jaar in eenoudergezin Standaardfouten 2013 2,3 3,3 2,7 4,6 3,2 2,8 . 3,4
Kind < 18 jaar in gezin met (echt)paar Percentages/aantallen 2013 95,2 83,2 6,0 53,6 49,1 4,2 . 17,9
Kind < 18 jaar in gezin met (echt)paar Standaardfouten 2013 0,4 0,8 1,1 2,4 1,2 1,0 . 0,9
Kind >= 18 jaar in gezin met (echt)paar Percentages/aantallen 2013 88,1 70,5 13,4 49,3 71,7 5,6 . 35,1
Kind >= 18 jaar in gezin met (echt)paar Standaardfouten 2013 1,2 1,7 1,8 2,5 1,7 1,2 . 1,8
Ouder in eenoudergezin Percentages/aantallen 2013 69,5 39,6 14,1 42,0 76,4 20,9 19,8 64,6
Ouder in eenoudergezin Standaardfouten 2013 2,2 2,5 2,4 3,4 2,1 2,8 4,3 2,3
Partner in paar met kind(eren) Percentages/aantallen 2013 83,3 50,9 9,2 43,8 68,2 8,7 5,0 63,3
Partner in paar met kind(eren) Standaardfouten 2013 0,6 0,9 0,7 1,1 0,8 0,7 1,1 0,8
Partner in paar zonder kind; < 40 jaar Percentages/aantallen 2013 88,6 60,7 7,2 53,0 77,3 2,8 . 40,1
Partner in paar zonder kind; < 40 jaar Standaardfouten 2013 1,2 1,9 1,3 2,6 1,6 0,8 . 1,9
Partner in paar zonder kind; 40-65 jaar Percentages/aantallen 2013 73,8 37,9 8,8 37,8 70,7 16,3 4,9 91,4
Partner in paar zonder kind; 40-65 jaar Standaardfouten 2013 1,1 1,2 1,0 1,6 1,2 1,3 0,7 0,7
Partner in paar zonder kind; >= 65 jaar Percentages/aantallen 2013 66,8 25,6 8,7 30,3 68,2 21,2 10,3 97,0
Partner in paar zonder kind; >= 65 jaar Standaardfouten 2013 1,3 1,2 1,1 1,7 1,3 1,5 0,8 0,5
Overig, onbekend Percentages/aantallen 2013 82,4 66,2 14,8 52,2 74,3 9,7 5,9 43,9
Overig, onbekend Standaardfouten 2013 2,1 2,5 2,7 3,8 2,5 2,3 4,4 2,8
Onderwijsniveau: basisonderwijs Percentages/aantallen 2013 53,4 28,4 18,3 34,6 75,4 34,8 23,3 80,8
Onderwijsniveau: basisonderwijs Standaardfouten 2013 1,6 1,5 1,8 2,2 1,4 2,2 1,7 1,3
Onderwijsniveau: vmbo, mbo1, avo Percentages/aantallen 2013 63,2 34,2 14,5 37,3 72,8 22,1 14,9 80,2
Onderwijsniveau: vmbo, mbo1, avo Standaardfouten 2013 1,2 1,1 1,1 1,5 1,1 1,3 1,1 1,0
Onderwijsniveau: havo, vwo, mbo Percentages/aantallen 2013 77,6 42,9 10,8 40,8 70,8 12,9 9,1 71,4
Onderwijsniveau: havo, vwo, mbo Standaardfouten 2013 0,7 0,8 0,7 1,1 0,7 0,7 0,8 0,7
Onderwijsniveau: hbo Percentages/aantallen 2013 85,2 50,6 7,6 41,7 68,5 7,3 5,0 72,7
Onderwijsniveau: hbo Standaardfouten 2013 0,8 1,2 0,8 1,5 1,1 0,8 0,9 1,0
Onderwijsniveau: wo Percentages/aantallen 2013 88,6 55,6 6,7 44,1 68,6 4,9 3,6 74,0
Onderwijsniveau: wo Standaardfouten 2013 1,0 1,5 1,0 2,0 1,4 0,9 1,1 1,4
Onderwijsniveau: onbekend Percentages/aantallen 2013 64,2 51,0 21,5 47,0 66,8 15,8 15,2 66,6
Onderwijsniveau: onbekend Standaardfouten 2013 3,1 3,3 3,7 4,4 3,1 3,2 3,4 3,1
Gestandaardiseerd inkomen, 1e 20%-groep Percentages/aantallen 2013 73,8 56,5 17,5 50,2 72,7 16,0 20,6 51,4
Gestandaardiseerd inkomen, 1e 20%-groep Standaardfouten 2013 1,0 1,2 1,3 1,7 1,0 1,3 2,1 1,2
Gestandaardiseerd inkomen, 2e 20%-groep Percentages/aantallen 2013 72,1 48,2 15,2 41,0 71,1 20,1 20,0 59,6
Gestandaardiseerd inkomen, 2e 20%-groep Standaardfouten 2013 0,9 1,0 1,1 1,5 1,0 1,2 1,4 1,0
Gestandaardiseerd inkomen, 3e 20%-groep Percentages/aantallen 2013 79,1 51,7 10,6 42,0 68,5 15,0 13,3 60,0
Gestandaardiseerd inkomen, 3e 20%-groep Standaardfouten 2013 0,8 0,9 0,9 1,3 0,9 1,0 1,2 0,9
Gestandaardiseerd inkomen, 4e 20%-groep Percentages/aantallen 2013 83,4 51,8 9,3 43,2 66,6 10,1 7,9 63,0
Gestandaardiseerd inkomen, 4e 20%-groep Standaardfouten 2013 0,7 0,9 0,7 1,2 0,8 0,7 0,9 0,9
Gestandaardiseerd inkomen, 5e 20%-groep Percentages/aantallen 2013 87,3 56,9 6,6 41,4 63,9 7,7 5,2 65,9
Gestandaardiseerd inkomen, 5e 20%-groep Standaardfouten 2013 0,6 0,9 0,6 1,2 0,8 0,7 0,7 0,8
Hoogte van het vermogen: 1e 20%-groep Percentages/aantallen 2013 86,2 63,4 8,7 50,1 66,4 7,8 9,1 47,0
Hoogte van het vermogen: 1e 20%-groep Standaardfouten 2013 0,6 0,9 0,8 1,4 0,9 0,8 1,9 1,0
Hoogte van het vermogen: 2e 20%-groep Percentages/aantallen 2013 70,5 51,5 17,0 47,1 76,3 21,3 24,2 54,8
Hoogte van het vermogen: 2e 20%-groep Standaardfouten 2013 1,0 1,1 1,2 1,6 1,0 1,3 2,0 1,1
Hoogte van het vermogen: 3e 20%-groep Percentages/aantallen 2013 78,1 49,2 13,6 43,4 69,5 15,2 17,1 60,0
Hoogte van het vermogen: 3e 20%-groep Standaardfouten 2013 0,8 1,0 1,0 1,4 0,9 1,0 1,4 1,0
Hoogte van het vermogen: 4e 20%-groep Percentages/aantallen 2013 81,0 52,2 10,1 39,2 67,2 11,1 9,7 66,2
Hoogte van het vermogen: 4e 20%-groep Standaardfouten 2013 0,7 0,9 0,8 1,2 0,8 0,8 0,9 0,8
Hoogte van het vermogen: 5e 20%-groep Percentages/aantallen 2013 82,0 48,4 7,2 38,4 63,3 11,4 7,4 72,6
Hoogte van het vermogen: 5e 20%-groep Standaardfouten 2013 0,7 0,9 0,7 1,2 0,9 0,8 0,7 0,8
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel beschrijft de gezondheid van de Nederlandse bevolking. Daarbij wordt ingegaan op de volgende aspecten van gezondheid:
- ervaren gezondheid
- langdurige aandoeningen, chronische ziekten
- generieke gezondheidsmaten
- psychische gezondheid en psychische klachten
- infectieziekten
- malaiseklachten
- functiebeperkingen
De gegevens komen uit de Gezondheidsenquête van het CBS en zijn uit te splitsen naar diverse persoonskenmerken. De Gezondheidsenquête is een doorlopend onderzoek onder de Nederlandse bevolking in particuliere huishoudens.

Gegevens beschikbaar van 2010 tot en met 2013

Status van de cijfers:
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 24 juli 2015
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing. Deze tabel wordt opgevolgd door Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Ervaren gezondheid
Cijfers betreffen antwoorden op de vraag: Hoe is over het algemeen uw
gezondheidstoestand?
Zeer goed/goed
% personen met antwoordcategorie 'zeer goed' of 'goed' op de vraag
naar de algemene gezondheidstoestand.
Langdurige aandoeningen
Van 18 aandoeningen en een restcategorie 'overige aandoeningen' wordt
gevraagd of mensen deze in de afgelopen 12 maanden hebben gehad. Van drie
van die aandoeningen wordt ook gevraagd of men die ooit heeft gehad.
Daarnaast wordt gevraagd naar suikerziekte.
% personen met aandoeningen
% geen langdurige aandoening
Het percentage personen dat geen van de volgende aandoeningen heeft of in
de laatste 12 maanden heeft gehad:
-Aandoening elleboog, pols of hand
-Aandoening van de nek of schouder
-Astma, chronische bronchitis, CARA
-Beroerte, hersenbloeding, herseninfarct (bij kinderen van 0 tot 12 jaar
is de aanname gedaan dat ze deze aandoening niet hebben)
-Chronische eczeem
-Chronische gewrichtsontsteking
-Darmstoornissen langer dan 3 maanden
-Duizeligheid met vallen (bij kinderen van 0 tot 12 jaar is de aanname
gedaan dat ze deze aandoening niet hebben)
-Gewrichtsslijtage van heupen of knieën (bij kinderen van 0 tot 12 jaar
is de aanname gedaan dat ze deze aandoening niet hebben)
-Hartaandoening (bij kinderen van 0 tot 12 jaar is de aanname gedaan dat
ze deze aandoening niet hebben)
-Hartinfarct (bij kinderen van 0 tot 12 jaar is de aanname gedaan dat ze
deze aandoening niet hebben)
-Hoge bloeddruk (bij kinderen van 0 tot 12 jaar is de aanname gedaan dat
ze deze aandoening niet hebben)
-Kanker
-Migraine of ernstige hoofdpijn
-Onvrijwillig urineverlies (incontinentie) (bij kinderen van 0 tot 12
jaar is de aanname gedaan dat ze deze aandoening niet hebben)
-Psoriasis
-Rugaandoening
-Suikerziekte
-Vernauwing bloedvaten in buik of benen (bij kinderen van 0 tot 12 jaar
is de aanname gedaan dat ze deze aandoening niet hebben)
MHI, 12 jaar of ouder
Mental Health Inventory (MHI) voor adolescenten vanaf 12 jaar en
volwassenen.
De cijfers hebben betrekking op de 'Mental Health Inventory 5' ofwel
'MHI-5'. Dit is een internationale standaard voor een specifieke meting
van de psychische gezondheid, bestaande uit 5 vragen. De MHI-5 is
feitelijk een deelschaal van de Short Format 36 ofwel SF-36, een
uitvoerige internationale standaard voor de meting van gezondheid. De
MHI-5 betreft vragen die steeds betrekking hebben op hoe men zich in de
afgelopen 4 weken voelde. Gevraagd is:
1. Voelde u zich erg zenuwachtig?
2. Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?
3. Voelde u zich kalm en rustig?
4. Voelde u zich neerslachtig en somber?
5. Voelde u zich gelukkig?
Iedere vraag heeft de volgende 6 antwoordcategorieën:
voortdurend-meestal-vaak-soms-zelden-nooit.
% personen psychisch ongezond
% personen van 12 jaar of ouder dat minder dan 60 scoort op de MHI
vragenlijst. Bij de positief geformuleerde vragen van de MHI vragenlijst
(vraag 3 en 5) zijn voor de antwoordcategorieën in volgorde de waarden 5,
4, 3, 2, 1, en 0 toegekend. Bij de negatief geformuleerde vragen (vraag
1, 2 en 4) zijn precies de omgekeerde waarden toegekend. Vervolgens zijn
per persoon de somscores berekend en zijn deze vermenigvuldigd met 4,
zodat de minimale somscore van een persoon 0 (zeer ongezond)en de
maximale score 100 (perfect gezond) kan bedragen. Bij een score van 60 of
meer is een respondent gekwalificeerd als gezond en bij een score van
minder dan 60 als ongezond.
Infectieziekten, 12 jaar of ouder
Er wordt gevraagd naar 7 acute ziekten of klachten. De respondent kan met
'ja' of 'nee' aangeven of hij die klachten in de afgelopen 2 maanden al
dan niet heeft of gehad heeft.
Verkoudheid
% personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag
'Heeft of heeft u in de afgelopen 2 maanden een verkoudheid, griep,
keelontsteking of voorhoofdsholteontsteking gehad?'
Malaiseklachten, 4 jaar of ouder
Cijfers hebben betrekking op de volgende 5 vragen over klachten in de
afgelopen 14 dagen. De vragen worden gesteld aan personen van 4 jaar of
ouder.
1. Heeft u gedurende de laatste 14 dagen last gehad van hoofdpijn?
2. Heeft u gedurende de laatste 14 dagen last gehad van moeheid?
3. Heeft u gedurende de laatste 14 dagen last gehad van
slapeloosheid?
4. Heeft u gedurende de laatste 14 dagen last gehad van pijn in de rug?
5. Heeft u gedurende de laatste 14 dagen last gehad van pijn in spieren
of gewrichten?
Antwoordcategorieën: ja / nee
Minstens 1 malaiseklacht
% personen van 4 jaar of ouder met minstens 1 keer de antwoordcategorie
'ja' op de 5 vragen over malaiseklachten.
Functiebeperkingen
Functie (lichamelijke) beperkingen worden in 3 vragenblokken waargenomen:
a De OESO-indicator voor personen van 12 jaar of ouder en
b De ADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar.
c Tijdelijke activiteitenbeperking en beddagen van personen van 4 jaar of
ouder.
Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder
De OESO-indicator (Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling) is gebaseerd op de volgende 7 vragen over vaardigheden:
1. Een gesprek volgen in een groep van drie of meer personen (zo nodig
met hoorapparaat)
2. Met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)
3. Kleine letters in de krant lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)
4. Op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig
met bril of contactlenzen)
5. Een voorwerp van 5 kilo, bijv. een volle boodschappentas 10 meter
dragen
6. Rechtop staand kunnen bukken en iets van de grond oppakken
7. 400 meter aan een stuk lopen zonder stil te staan (zo nodig met stok)
Antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite;
met grote moeite; kan niet. Een respondent heeft een beperking als hij of
zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite'
antwoordt. Deze vragen worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder.

% personen met minstens 1 beperking
% Personen met minstens 1 OESO-beperking. Een respondent heeft een
beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet'
of 'met grote moeite' antwoordt. Deze vragen worden gesteld aan personen
van 12 jaar of ouder.
Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder
De ADL-indicator (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen) is gebaseerd
op de volgende 10 vragen:
1. Eten en drinken
2. Gaan zitten en opstaan uit een stoel
3. In- en uit bed stappen
4. Aan- en uitkleden
5. Zich verplaatsen naar een andere kamer op dezelfde verdieping
6. De trap op- en aflopen
7. De woning verlaten en binnengaan
8. Zich verplaatsen buitenshuis
9. Het gezicht en de handen wassen
10. Zich volledig wassen
De 4 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige
moeite; met grote moeite; alleen met hulp van anderen. Een respondent
heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 10 vragen met
'met grote moeite' of 'alleen met hulp van anderen' antwoordt. Deze
vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.
% personen met minstens 1 beperking
% Personen met minstens 1 ADL (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen)
beperking . Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens
één van de 10 vragen met 'met grote moeite' of 'alleen met hulp van
anderen' antwoordt.
Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.
Bezit hulpmiddelen
Aan de respondenten wordt gevraagd of ze auditieve, visuele of
anatomische hulpmiddelen of hulpmiddelen voor bewegen of incontinentie
bezitten.
Zien, 4 jaar of ouder
% personen van 4 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag:
'draagt u wel eens een bril of contactlenzen?' of 'ja' op de vraag:
'heeft u (nog) een ander hulpmiddel voor het zien of lezen?'