Zorginstellingen; financiële kengetallen naar SBI'93, 2007-2009
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft door middel van financiële kengetallen inzicht in de verlies- en winstrekening, balans en personeelsinzet van ondernemingen. Deze ondernemingen worden geheel of gedeeltelijk gefinancierd door de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en hebben als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang.
De ondernemingen(groepen) worden ingedeeld naar economische hoofdactiviteit conform de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Hierbij is sprake van een zogenaamde institutionele invalshoek waarbij alle nevenactiviteiten van de beschouwde ondernemingen(groepen) worden meegenomen.
Gegevens beschikbaar: 2007-2009
Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 20 september 2012:
Deze tabel is stopgezet en wordt opgevolgd door de nieuwe tabel 'Zorginstellingen; financiële kengetallen, SBI 2008' (zie paragraaf 3).
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet.
Toelichting onderwerpen
- Ondernemingen
- De (groep van) onderneming(en) is de eenheid die feitelijk optreedt als
financiële transactor. Operationeel wordt de (groep van) onderneming(en)
gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland
gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden
uitgeoefend. Een ondernemingengroep wordt ook wel aangeduid met concern. - Kengetallen; gemiddelden
- De diverse kengetallen zijn berekend uit de verhouding tussen
totaalcijfers voor gerelateerde variabelen per SBI en per
jaar. Voor de gemiddelden per kengetal per grootteklasse, zijn de
kengetallen berekend uit de totaalcijfers van de betreffende groep
instellingen die tot deze klasse behoort. De ratio solvabiliteit
(10 tot 20%) is bijvoorbeeld berekend uit het totaal eigen vermogen
van de groep ondernemingen met een solvabiliteit van 10 tot 20%
gedeeld door het balanstotaal van deze zelfde groep ondernemingen.
Het kengetal voor het totaal van de SBI kan geschreven worden als het
gemiddelde van de kengetallen van de tot de SBI behorende instellingen,
waarbij gewogen wordt met het relatieve aandeel in de noemer-variabele
(in het bovenstaande voorbeeld: balanstotaal).- Solvabiliteit
- Totaal eigen vermogen gedeeld door balanstotaal (totaal activa).
De solvabiliteit van een onderneming geeft aan in welke mate de
onderneming op een bepaald moment in staat is om aan haar totale
verplichtingen te voldoen.- Totaal
- Kleiner dan 0%
- 0 tot 10%
- 10 tot 20%
- 20 tot 35%
- 35% of meer
- Weerstandsvermogen
- Totaal eigen vermogen gedeeld door totale bedrijfsopbrengsten.
Het weerstandsvermogen geeft aan of in geval van faillissement er
voldoende eigen vermogen is om de leningen te kunnen aflossen.- Totaal
- Kleiner dan 0%
- 0 tot 10%
- 10 tot 15%
- 15 tot 20%
- 20 tot 30%
- 30% of meer
- Liquiditeit
- Onder de liquiditeit van een onderneming wordt verstaan: het vermogen om
op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Een lagere
liquiditeit duidt op minder beschikbare liquide middelen voor het voldoen
aan verplichtingen op (zeer) korte termijn. De liquiditeit wordt in deze
tabel weergegeven via de kengetallen Quick ratio en Currrent ratio.
In de berekening van de Quick ratio worden de minst liquide balansposten
van de vlottende activa, zoals voorraden en financieringstekort en
-overschot niet meegenomen. De Quick ratio geeft daarmee de
liquiditeitspositie voor verplichtingen op zeer korte termijn weer. De
Current ratio geeft de liquiditeitspositie voor verplichtingen op korte
termijn weer.
Let wel: de kengetallen geven slechts informatie op een bepaald moment
(balansstand aan einde van het jaar).- Quick ratio
- Vlottend kapitaal minus voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van de liquide middelen en
die bezittingen die snel in liquide middelen om te zetten zijn, zoals
effecten, debiteuren en overige kortlopende vorderingen.
De voorraden zijn vaak iets minder liquide, daarom worden de voorraden
buiten beschouwing gelaten.
Ook het onderhanden werk uit hoofde van Diagnosebehandelcombinaties
(DBC's) en het financieringstekort en -overschot worden niet meegenomen
in de berekening van de Quick ratio.- Totaal
- Kleiner dan 30%
- 30 tot 70%
- 70 tot 130%
- 130% of meer
- Current ratio
- Vlottend kapitaal inclusief voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van voorraden (incl.
onderhanden werk uit hoofde van Diagnosebehandelcombinaties (DBC's)),
liquide middelen en die bezittingen die snel in liquide middelen om te
zetten zijn, zoals effecten, debiteuren en overige kortlopende
vorderingen.
Voor de berekening van de Current ratio worden het financieringstekort en
-overschot wel meegenomen.- Totaal
- Kleiner dan 30%
- 30 tot 70%
- 70 tot 130%
- 130% of meer
- Rentabiliteit
- Rentabiliteit is de som van het bedrijfsresultaat, financieel resultaat en
buitengewoon resultaat, gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten.
De rentabiliteit zegt iets over de winstgevenheid van de onderneming.- Totaal
- Kleiner dan 0%
- 0 tot 2%
- 2 tot 4%
- 4% of meer
- Leverage
- Langlopende leningen gedeeld door materiële vaste activa. Dit kengetal
geeft aan in hoeverre de materiële vaste activa met langlopend krediet
zijn gefinancierd. Alternatieven voor financiering met langlopend krediet
zijn eigen middelen en/of kortlopend krediet.
- Aandeel kapitaallasten
- Kapitaallasten (som van afschrijvingen, kosten van huur en lease van
kapitaalgoederen en financiële lasten) gedeeld door de totale
bedrijfsopbrengsten.
- Gem. leeftijd materiële vaste activa
- Gemiddelde leeftijd van de materiële vaste activa (MVA) in jaren,
berekend uit balansstand MVA gedeeld door afschrijvingen.
- Debiteurentermijn
- Vorderingen op debiteuren gedeeld door totale bedrijfsopbrengsten
vermenigvuldigd met 365.
De debiteurentermijn geeft een indicatie (in aantal dagen) van het
betaalgedrag van klanten.
- Aandeel personeelskosten
- Arbeidskosten en overige personeelskosten gedeeld door totale
bedrijfslasten.
Arbeidskosten is het totaal van lonen en salarissen, pensioenlasten en
sociale lasten.
Overige personeelskosten is de som van de kosten voor uitzendkrachten,
gedetacheerd en overig ingeleend personeel, kosten van opleidingen
verzorgd door derden en overige personeelskosten.
- Opbrengsten per arbeidsjaar
- Totale bedrijfsopbrengsten gedeeld door totaal aantal arbeidsjaren
werknemers.
Arbeidsjaren is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door
alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar
voltijdequivalenten (vte).
Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten
voor loon of salaris, in geld of in natura.
- Arbeidskosten per arbeidsjaar
- Arbeidskosten gedeeld door totaal aantal arbeidsjaren werknemers.
Arbeidskosten: het totaal van lonen en salarissen, pensioenlasten en
sociale lasten.
Arbeidsjaren is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door
alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar
voltijdequivalenten (vte).
Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten
voor loon of salaris, in geld of in natura.
- Aandeel overhead
- Voltijdbanen werknemers in algemene en administratieve functies gedeeld
door totaal aantal voltijdbanen werknemers.
Personeel in algemene en administratieve functies houdt zich niet
daadwerkelijk bezig met de gezondheid van de patiënten en/of cliënten,
maar met bijvoorbeeld administratie, automatisering, interne opleiding en
organisatie.
- Parttimefactor
- Totaal aantal voltijdbanen werknemers gedeeld door totaal aantal banen
werknemers.
Deze factor geeft aan hoeveel procent van een volle baan een
deeltijdwerker heeft.
Aantal banen werknemers: Een baan werknemer is een arbeidsplaats die
bezet wordt door een werknemer. Omdat één persoon meerdere banen kan
hebben is het aantal banen gelijk aan of groter dan het aantal werkzame
personen.
Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten
voor loon of salaris, in geld of in natura.
- Kengetallen; percentage instellingen
- Percentage instellingen per SBI-klasse ingedeeld naar grootteklasse van
het betreffende kengetal. De percentages instellingen voor een kengetal
over de diverse grootteklassen tellen per jaar per SBI op tot 100% en
geven daarom een overzicht van de verdeling over instellingen van
een kengetal binnen een SBI-klasse.- Solvabiliteit
- Totaal eigen vermogen gedeeld door balanstotaal (totaal activa).
De solvabiliteit van een onderneming geeft aan in welke mate de
onderneming op een bepaald moment in staat is om aan haar totale
verplichtingen te voldoen.- Kleiner dan 0%
- 0 tot 10%
- 10 tot 20%
- 20 tot 35%
- 35% of meer
- Weerstandsvermogen
- Totaal eigen vermogen gedeeld door totale bedrijfsopbrengsten.
Het weerstandsvermogen geeft aan of in geval van faillissement er
voldoende eigen vermogen is om de leningen te kunnen aflossen.- Kleiner dan 0%
- 0 tot 10%
- 10 tot 15%
- 15 tot 20%
- 20 tot 30%
- 30% of meer
- Liquiditeit
- Onder de liquiditeit van een onderneming wordt verstaan: het vermogen om
op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. Een lagere
liquiditeit duidt op minder beschikbare liquide middelen voor het voldoen
aan verplichtingen op (zeer) korte termijn. De liquiditeit wordt in deze
tabel weergegeven via de kengetallen Quick ratio en Currrent ratio.
In de berekening van de Quick ratio worden de minst liquide balansposten
van de vlottende activa, zoals voorraden en financieringstekort en
-overschot niet meegenomen. De Quick ratio geeft daarmee de
liquiditeitspositie voor verplichtingen op zeer korte termijn weer. De
Current ratio geeft de liquiditeitspositie voor verplichtingen op korte
termijn weer.
Let wel: de kengetallen geven slechts informatie op een bepaald moment
(balansstand aan einde van het jaar).- Quick ratio
- Vlottend kapitaal minus voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van de liquide middelen en
die bezittingen die snel in liquide middelen om te zetten zijn, zoals
effecten, debiteuren en overige kortlopende vorderingen.
De voorraden zijn vaak iets minder liquide, daarom worden de voorraden
buiten beschouwing gelaten.
Ook het onderhanden werk uit hoofde van Diagnosebehandelcombinaties
(DBC's) en het financieringstekort en -overschot worden niet meegenomen
in de berekening van de Quick ratio.- Kleiner dan 30%
- 30 tot 70%
- 70 tot 130%
- 130% of meer
- Current ratio
- Vlottend kapitaal inclusief voorraden gedeeld door kortlopende schulden.
Onder vlottend kapitaal wordt verstaan de som van voorraden (incl.
onderhanden werk uit hoofde van Diagnosebehandelcombinaties (DBC's)),
liquide middelen en die bezittingen die snel in liquide middelen om te
zetten zijn, zoals effecten, debiteuren en overige kortlopende
vorderingen.
Voor de berekening van de Current ratio worden het financieringstekort en
-overschot wel meegenomen.- Kleiner dan 30%
- 30 tot 70%
- 70 tot 130%
- 130% of meer
- Rentabiliteit
- Rentabiliteit is de som van het bedrijfsresultaat, financieel resultaat en
buitengewoon resultaat, gedeeld door de totale bedrijfsopbrengsten.
De rentabiliteit zegt iets over de winstgevenheid van de onderneming.- Kleiner dan 0%
- 0 tot 2%
- 2 tot 4%
- 4% of meer
- Totaal bedrijfsopbrengsten
- Percentage instellingen per SBI-klasse ingedeeld naar grootte van de
totale bedrijfsopbrengsten.- Kleiner dan 4 mln euro
- 4 tot 10 mln euro
- 10 tot 25 mln euro
- 25 tot 75 mln euro
- 75 tot 125 mln euro
- 125 mln euro of meer