Binding arbeidsmarkt; gemiddeld inkomen (2005-2012)

Binding arbeidsmarkt; gemiddeld inkomen (2005-2012)

Binding arbeidsmarkt Geslacht Persoonskenmerken Perioden Totaal personen 15 tot 65 jaar Aantal personen (x 1 000) Totaal personen 15 tot 65 jaar Gemiddeld persoonlijk primair inkomen (x 1 000 euro) Totaal personen 15 tot 65 jaar Gemiddeld persoonlijk overdrachtsinkomen (x 1 000 euro) Totaal personen 15 tot 65 jaar Gemiddeld persoonlijk inkomen (x 1 000 euro) Totaal personen 15 tot 65 jaar Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (x 1 000 euro) Personen (15 tot 65 jaar) met inkomen Aantal personen met inkomen (x 1 000) Personen (15 tot 65 jaar) met inkomen Gemiddeld persoonlijk primair inkomen (x 1 000 euro) Personen (15 tot 65 jaar) met inkomen Gemiddeld persoonlijk overdrachtsinkomen (x 1 000 euro) Personen (15 tot 65 jaar) met inkomen Gemiddeld persoonlijk inkomen (x 1 000 euro) Personen (15 tot 65 jaar) met inkomen Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (x 1 000 euro)
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 3.344 15,9 4,3 17,4 22,6 2.818 18,6 5,0 20,3 22,7
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 4.432 27,9 3,7 26,5 24,5 4.154 29,4 3,9 27,9 24,6
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 3.108 51,1 3,8 44,8 30,6 2.962 52,9 3,9 46,3 30,8
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 108 25,4 2,8 23,6 24,8 85 30,7 3,3 28,6 26,5
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Mannen Onderwijsniveau: laag 2012* 1.653 23,5 4,8 24,0 22,9 1.495 25,6 5,3 26,1 22,9
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Mannen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 2.223 37,1 4,4 34,3 24,7 2.153 37,7 4,4 34,9 24,9
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Mannen Onderwijsniveau: hoog 2012* 1.585 64,7 4,5 56,4 31,2 1.540 65,7 4,5 57,2 31,4
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Mannen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 58 31,6 3,1 29,0 24,6 48 36,5 3,6 33,5 26,3
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 1.691 8,4 3,7 10,9 22,2 1.322 10,7 4,7 13,8 22,4
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 2.209 18,7 3,1 18,8 24,3 2.001 20,4 3,4 20,4 24,4
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 1.523 37,0 3,0 32,7 30,0 1.423 39,0 3,2 34,6 30,1
Totaal bevolking (15 tot 65 jaar) Vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 50 18,3 2,4 17,4 25,1 37 23,4 3,0 22,3 26,8
Werkzame beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 1.589 31,2 1,5 27,4 24,1 1.549 31,7 1,6 27,8 24,2
Werkzame beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 3.136 37,8 1,4 32,3 25,8 3.068 38,2 1,4 32,6 25,9
Werkzame beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 2.587 60,0 1,5 49,6 31,8 2.531 60,5 1,5 50,1 31,9
Werkzame beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 75 35,1 0,8 29,8 26,5 63 39,9 0,9 33,8 28,1
Werkzame beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: laag 2012* 965 38,4 1,6 33,1 23,9 943 38,8 1,7 33,4 24,0
Werkzame beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 1.693 47,0 1,5 39,6 25,9 1.656 47,4 1,5 39,9 26,0
Werkzame beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: hoog 2012* 1.367 73,5 1,6 60,6 32,5 1.338 74,0 1,6 61,1 32,6
Werkzame beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 44 40,7 1,0 34,5 26,0 37 45,4 1,1 38,4 27,6
Werkzame beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 624 20,2 1,4 18,7 24,2 606 20,6 1,4 19,0 24,4
Werkzame beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 1.443 27,0 1,3 23,8 25,7 1.411 27,3 1,3 24,1 25,7
Werkzame beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 1.220 44,9 1,3 37,4 31,1 1.193 45,3 1,3 37,8 31,2
Werkzame beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 31 27,4 0,6 23,2 27,2 26 31,8 0,6 27,0 28,9
Werkloze beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 172 4,8 9,2 13,0 18,3 149 5,4 10,4 14,7 18,3
Werkloze beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 210 7,1 10,3 15,8 19,5 191 7,6 11,1 17,1 19,5
Werkloze beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 118 12,7 12,7 22,6 22,4 108 13,7 13,7 24,3 22,2
Werkloze beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 7 . . . . 5 . . . .
Werkloze beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: laag 2012* 96 6,1 11,6 16,2 17,9 88 6,5 12,5 17,4 17,9
Werkloze beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 110 8,7 12,8 19,5 19,1 103 9,1 13,3 20,3 19,3
Werkloze beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: hoog 2012* 64 15,6 15,0 27,1 20,9 61 16,2 15,5 28,1 21,1
Werkloze beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 4 . . . . 3 . . . .
Werkloze beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 75 3,2 6,2 8,9 18,8 61 3,9 7,5 10,7 19,0
Werkloze beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 100 5,3 7,5 11,8 19,8 88 5,9 8,4 13,2 19,6
Werkloze beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 54 9,3 10,0 17,4 24,1 47 10,4 11,3 19,5 23,5
Werkloze beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 3 . . . . 3 . . . .
Niet beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 1.583 1,6 6,5 7,7 21,5 1.120 2,3 9,0 10,8 21,2
Niet beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 1.086 3,2 9,3 11,8 21,8 895 3,8 11,1 14,1 21,5
Niet beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 403 5,1 15,9 19,9 25,1 323 6,2 19,4 24,2 24,9
Niet beroepsbevolking Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 26 2,5 8,0 9,7 21,0 17 . . . .
Niet beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: laag 2012* 591 1,9 9,0 10,3 22,0 465 2,4 11,2 13,0 21,6
Niet beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 420 4,0 13,7 16,6 21,4 393 4,1 14,3 17,4 21,6
Niet beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: hoog 2012* 154 6,9 25,6 30,9 24,3 141 7,3 27,4 33,1 24,8
Niet beroepsbevolking Mannen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 11 . . . . 8 . . . .
Niet beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 991 1,4 5,0 6,2 21,3 655 2,2 7,4 9,2 21,0
Niet beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 667 2,7 6,5 8,8 22,1 502 3,6 8,5 11,5 21,5
Niet beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 249 4,0 9,8 13,0 25,7 182 5,3 13,2 17,4 25,0
Niet beroepsbevolking Vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 16 . . . . 9 . . . .
Wil werk >=12 uur per week Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 178 2,6 8,0 10,0 18,1 144 3,1 9,6 12,1 18,1
Wil werk >=12 uur per week Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 163 3,7 8,5 11,6 18,8 134 4,4 10,1 13,7 18,6
Wil werk >=12 uur per week Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 75 6,3 10,7 15,7 22,2 58 7,9 13,5 19,8 22,0
Wil werk >=12 uur per week Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 5 . . . . 4 . . . .
Wil werk >=12 uur per week Mannen Onderwijsniveau: laag 2012* 74 3,4 10,1 12,8 18,4 65 3,7 11,0 13,9 18,5
Wil werk >=12 uur per week Mannen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 66 4,2 12,0 15,2 18,0 60 4,4 12,8 16,2 18,1
Wil werk >=12 uur per week Mannen Onderwijsniveau: hoog 2012* 28 7,6 16,0 21,9 19,8 25 8,4 17,6 24,0 20,4
Wil werk >=12 uur per week Mannen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 2 . . . . 2 . . . .
Wil werk >=12 uur per week Vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 105 2,0 6,5 8,2 17,9 79 2,6 8,5 10,7 17,8
Wil werk >=12 uur per week Vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 98 3,4 6,2 9,1 19,3 75 4,4 8,0 11,7 19,0
Wil werk >=12 uur per week Vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 46 5,5 7,4 11,9 23,6 33 7,6 10,4 16,6 23,3
Wil werk >=12 uur per week Vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 3 . . . . 2 . . . .
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 1.404 1,5 6,3 7,4 22,0 976 2,1 8,9 10,6 21,7
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 923 3,1 9,4 11,9 22,3 761 3,7 11,2 14,2 22,1
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 328 4,8 17,1 20,8 25,8 266 5,8 20,6 25,2 25,5
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 22 2,2 8,5 9,8 21,2 14 . . . .
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Mannen Onderwijsniveau: laag 2012* 518 1,7 8,8 10,0 22,5 399 2,2 11,3 12,8 22,1
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Mannen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 354 3,9 14,0 16,9 22,0 334 4,1 14,6 17,6 22,2
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Mannen Onderwijsniveau: hoog 2012* 126 6,7 27,7 32,9 25,3 116 7,1 29,5 35,0 25,7
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Mannen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 8 . . . . 6 . . . .
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 886 1,4 4,8 6,0 21,6 576 2,1 7,3 9,0 21,4
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 569 2,6 6,6 8,7 22,5 427 3,4 8,6 11,4 21,9
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 203 3,6 10,4 13,3 26,1 149 4,8 13,8 17,6 25,3
Wil/kan niet >=12 uur per week werken Vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 13 . . . . 7 . . . .
Wil/kan niet werken: zorg gezin Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 143 2,0 2,3 4,1 19,8 62 4,5 5,2 9,3 19,4
Wil/kan niet werken: zorg gezin Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 115 3,1 1,7 4,6 21,7 55 6,4 3,6 9,4 21,1
Wil/kan niet werken: zorg gezin Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 46 3,8 1,7 5,1 27,2 20 8,6 3,9 11,4 27,9
Wil/kan niet werken: zorg gezin Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 3 . . . . . . . . .
Wil/kan niet werken: zorg gezin Mannen Onderwijsniveau: laag 2012* 3 . . . . 2 . . . .
Wil/kan niet werken: zorg gezin Mannen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 2 . . . . . . . . .
Wil/kan niet werken: zorg gezin Mannen Onderwijsniveau: hoog 2012* 2 . . . . . . . . .
Wil/kan niet werken: zorg gezin Mannen Onderwijsniveau: onbekend 2012* . . . . . . . . . .
Wil/kan niet werken: zorg gezin Vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 140 2,0 2,2 4,0 19,8 60 4,6 5,0 9,2 19,4
Wil/kan niet werken: zorg gezin Vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 112 3,1 1,6 4,5 21,7 54 6,4 3,3 9,2 21,1
Wil/kan niet werken: zorg gezin Vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 44 3,9 1,7 5,1 27,3 19 . . . .
Wil/kan niet werken: zorg gezin Vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 3 . . . . . . . . .
Wil/kan niet werken: opleiding Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 588 1,5 0,7 2,0 24,7 405 2,1 1,0 2,9 24,7
Wil/kan niet werken: opleiding Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 368 3,3 3,3 6,4 22,2 342 3,5 3,5 6,7 22,3
Wil/kan niet werken: opleiding Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 77 4,0 4,1 7,7 18,6 68 4,4 4,4 8,4 18,3
Wil/kan niet werken: opleiding Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 3 . . . . . . . . .
Wil/kan niet werken: opleiding Mannen Onderwijsniveau: laag 2012* 295 1,4 0,6 1,9 25,1 198 2,1 0,9 2,8 25,2
Wil/kan niet werken: opleiding Mannen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 185 3,4 3,4 6,5 22,8 172 3,5 3,5 6,8 23,0
Wil/kan niet werken: opleiding Mannen Onderwijsniveau: hoog 2012* 36 3,7 4,2 7,5 17,8 32 4,1 4,6 8,3 17,9
Wil/kan niet werken: opleiding Mannen Onderwijsniveau: onbekend 2012* . . . . . . . . . .
Wil/kan niet werken: opleiding Vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 293 1,5 0,8 2,2 24,3 207 2,1 1,1 3,0 24,2
Wil/kan niet werken: opleiding Vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 183 3,3 3,2 6,2 21,6 170 3,5 3,4 6,6 21,6
Wil/kan niet werken: opleiding Vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 41 4,3 4,0 7,8 19,3 36 4,6 4,3 8,5 18,7
Wil/kan niet werken: opleiding Vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* . . . . . . . . . .
Wil/kan niet werken: pensioen/VUT Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: laag 2012* 170 2,3 13,4 15,2 22,2 120 3,2 18,8 21,4 22,4
Wil/kan niet werken: pensioen/VUT Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: middelbaar 2012* 130 3,5 21,6 24,4 24,7 109 4,1 25,6 29,0 24,7
Wil/kan niet werken: pensioen/VUT Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: hoog 2012* 80 7,6 36,0 42,2 33,0 72 8,3 39,3 46,2 33,6
Wil/kan niet werken: pensioen/VUT Mannen en vrouwen Onderwijsniveau: onbekend 2012* 2 . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel vindt u jaarcijfers over het gemiddeld persoonlijk primair inkomen, het gemiddeld persoonlijk overdrachtsinkomen, het gemiddeld persoonlijk inkomen en het gemiddeld gestandaardiseerd inkomen. Deze inkomensgegevens worden gegeven voor de werkzame, de werkloze en de niet beroepsbevolking en nog verbijzonderd naar de kenmerken geslacht, leeftijd, herkomst, onderwijsniveau en positie in het huishouden. De gegevens in deze tabel zijn gebaseerd op een verrijking van gegevens van de Enquête beroepsbevolking (EBB) met inkomensgegevens van de Inkomensstatistiek.

Gegevens beschikbaar van 2005 tot en met 2012.

Status van de cijfers:
Op 26 februari 2015 zijn nieuwe gereviseerde tabellen over de beroepsbevolking gepubliceerd. Deze revisie van de statistieken van de beroepsbevolking heeft twee onderdelen. De definities zijn aangepast aan de internationaal afgesproken definities en de gegevensverzameling is verbeterd door als eerste statistiekbureau in Europa te enquêteren via internet. Voor meer informatie over de revisie, zie de link naar de persmededeling in paragraaf 3.

Wijzigingen per 29 januari 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wijzigingen per 21 maart 2014:
De voorlopige cijfers over 2011 zijn vervangen door definitieve uitkomsten 2011. De voorlopige cijfers over 2012 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. Een link naar de vervanger van deze tabel staat in paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Totaal personen 15 tot 65 jaar
Aantal personen
Gemiddeld persoonlijk primair inkomen
Het persoonlijk primair inkomen omvat inkomen uit arbeid en inkomen uit
eigen onderneming. Omdat inkomen uit vermogen niet altijd eenduidig is toe
te rekenen aan de afzonderlijke personen binnen een huishouden is dit
bestanddeel in het persoonlijk primair inkomen buiten beschouwing gelaten.
Inkomen uit arbeid bestaan uit loon, salaris, tantième, spaarloon en uit
de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook
beloningen in natura (de waarde van het privé gebruik van de auto van de
werkgever) zijn hiertoe gerekend. Inkomen uit arbeid omvat ook loon dat
vanuit het buitenland is ontvangen. Het weergegeven bedrag is inclusief de
werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale
verzekeringen.
Inkomen uit eigen onderneming bestaat uit het fiscale resultaat uit
onderneming vermeerderd met het bedrag van de investeringsaftrek.
Gemiddeld persoonlijk overdrachtsinkomen
Het persoonlijk overdrachtsinkomen omvat uitkeringen
inkomensverzekeringen, uitkeringen sociale voorzieningen
(met uitzondering van kinderbijslag) en ontvangen
inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e).
Bij de bepaling van het persoonlijk overdrachtsinkomen zijn
kinderbijslag en ontvangen gebonden overdrachten zoals huurtoeslag
buiten beschouwing gebleven, omdat deze bestanddelen niet altijd
eenduidig toe te rekenen zijn aan de afzonderlijke personen binnen
een huishouden.
Het persoonlijk primair inkomen en het persoonlijk overdrachtsinkomen
vormen samen het persoonlijk bruto-inkomen.
Gemiddeld persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen bestaat uit het persoonlijk bruto-inkomen
verminderd met premies inkomensverzekeringen met uitzondering van
premies volksverzekeringen. Op het persoonlijk inkomen zijn premies
ziektekostenverzekering, belastingen op inkomen en vermogen en
premies volksverzekeringen niet in mindering gebracht, omdat deze
bestanddelen niet altijd eenduidig toe te rekenen zijn aan de
afzonderlijke personen binnen een huishouden.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar huishoudensinkomen
gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het
huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde
equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de
schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren
van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de
equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen
van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de
welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.
Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het
gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden
toegekend.
Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd
met betaalde inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de
ex-echtgeno(o)t(e), premies inkomensverzekeringen zoals premies
betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en
particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid,
arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden, premies
ziektekostenverzekeringen, en belastingen op inkomen en
vermogen.
Personen (15 tot 65 jaar) met inkomen
Aantal personen met inkomen
Een persoon heeft inkomen, indien er een persoonlijk inkomen is
waargenomen.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen
onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale
voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Personen kunnen om meerdere redenen geen waargenomen persoonlijk inkomen
hebben. Enerzijds kan het gaan om personen die daadwerkelijk geen eigen
inkomen hebben. Anderzijds kan het ook personen betreffen waarvoor geen
koppeling tussen de Enquête beroepsbevolking en de inkomensgegevens
gemaakt kon worden.
Gemiddeld persoonlijk primair inkomen
Het persoonlijk primair inkomen omvat inkomen uit arbeid en inkomen uit
eigen onderneming. Omdat inkomen uit vermogen niet altijd eenduidig is toe
te rekenen aan de afzonderlijke personen binnen een huishouden is dit
bestanddeel in het persoonlijk primair inkomen buiten beschouwing gelaten.
Inkomen uit arbeid bestaan uit loon, salaris, tantième, spaarloon en uit
de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook
beloningen in natura (de waarde van het privé gebruik van de auto van de
werkgever) zijn hiertoe gerekend. Inkomen uit arbeid omvat ook loon dat
vanuit het buitenland is ontvangen. Het weergegeven bedrag is inclusief de
werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale
verzekeringen.
Inkomen uit eigen onderneming bestaat uit het fiscale resultaat uit
onderneming vermeerderd met het bedrag van de investeringsaftrek.
Gemiddeld persoonlijk overdrachtsinkomen
Het persoonlijk overdrachtsinkomen omvat uitkeringen
inkomensverzekeringen, uitkeringen sociale voorzieningen
(met uitzondering van kinderbijslag) en ontvangen
inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e).
Bij de bepaling van het persoonlijk overdrachtsinkomen zijn
kinderbijslag en ontvangen gebonden overdrachten zoals huurtoeslag
buiten beschouwing gebleven, omdat deze bestanddelen niet altijd
eenduidig toe te rekenen zijn aan de afzonderlijke personen binnen
een huishouden.
Het persoonlijk primair inkomen en het persoonlijk overdrachtsinkomen
vormen samen het persoonlijk bruto-inkomen.
Gemiddeld persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen bestaat uit het persoonlijk bruto-inkomen
verminderd met premies inkomensverzekeringen met uitzondering van
premies volksverzekeringen. Op het persoonlijk inkomen zijn premies
ziektekostenverzekering, belastingen op inkomen en vermogen en
premies volksverzekeringen niet in mindering gebracht, omdat deze
bestanddelen niet altijd eenduidig toe te rekenen zijn aan de
afzonderlijke personen binnen een huishouden.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar huishoudensinkomen
gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het
huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde
equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de
schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren
van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de
equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen
van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de
welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.
Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het
gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden
toegekend.
Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd
met betaalde inkomensoverdrachten zoals alimentatie van de
ex-echtgeno(o)t(e), premies inkomensverzekeringen zoals premies
betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en
particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid,
arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden, premies
ziektekostenverzekeringen, en belastingen op inkomen en
vermogen.