Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per regio

Perioden Regio's Uitkeringsontvangers, totaal Uitkeringsontvangers, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers, totaal Tot de AOW- leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers, totaal Vanaf de AOW- leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Werkloosheid (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand(gerelateerd) tot AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand(gerelateerd) vanaf AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Bijstand en bijstandsgerelateerd Bijstand tot de AOW-leeftijd (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Arbeidsongeschiktheid, totaal (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WAO-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid WIA-uitkering: WGA-regeling (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering Arbeidsongeschiktheid Wajong-uitkering (aantal personen) Uitkeringsontvangers per soort uitkering AOW (aantal personen)
2020 januari Nederland 4.878.520 1.416.490 3.461.750 217.750 465.260 55.880 414.670 752.840 226.280 184.250 212.760 3.459.050
2020 februari Nederland 4.888.250 1.421.850 3.466.170 218.250 465.780 56.010 415.080 757.340 225.430 186.580 215.060 3.463.490
2020 maart Nederland 5.315.110 1.845.830 3.469.010 241.980 881.420 59.890 421.300 757.680 223.910 187.550 215.200 3.466.300
2020 april** Nederland 5.388.760 1.919.530 3.468.970 263.580 935.930 60.440 427.220 758.130 222.320 188.550 215.400 3.466.240
2020 mei** Nederland 5.378.850 1.904.240 3.474.360 261.930 921.440 60.700 429.500 758.120 220.550 189.490 215.670 3.471.640
2020 juni** Nederland 5.117.910 1.638.230 3.479.380 263.630 650.780 58.000 429.860 750.880 217.420 188.490 211.970 3.476.650
2020 juli** Nederland 5.086.010 1.597.200 3.488.490 256.840 614.820 57.750 429.880 750.820 215.740 189.100 212.290 3.485.780
2020 augustus** Nederland 5.087.040 1.590.510 3.496.250 261.030 603.510 57.930 426.570 750.940 213.970 190.110 212.520 3.493.470
2020 september** Nederland 5.069.710 1.565.850 3.503.520 250.850 588.700 58.000 424.400 750.450 211.710 191.250 212.570 3.500.800
2020 oktober** Nederland 5.062.080 1.552.280 3.509.460 244.840 572.510 58.010 424.890 758.440 209.920 192.460 223.740 3.506.730
2020 november** Nederland 5.067.840 1.553.060 3.514.420 240.990 577.540 58.700 425.540 758.360 208.130 193.540 223.710 3.511.660
2020 december** Nederland 5.102.030 1.582.730 3.518.860 249.770 599.390 58.930 428.030 758.440 206.620 194.550 224.100 3.516.180
2021 januari** Nederland 5.133.860 1.612.100 3.521.520 254.730 624.260 59.210 429.200 758.500 205.010 195.480 223.920 3.518.770
2021 februari** Nederland 5.134.640 1.611.830 3.522.580 250.980 624.600 59.300 430.290 761.820 204.230 198.180 224.590 3.519.880
2021 maart** Nederland 5.110.750 1.584.120 3.526.410 237.510 608.140 59.250 430.210 763.050 202.890 199.620 224.850 3.523.690
2021 april** Nederland 5.066.700 1.535.830 3.530.600 230.060 564.420 58.960 428.940 764.480 201.440 200.970 225.620 3.527.910
2021 mei** Nederland 5.042.460 1.502.440 3.539.770 198.500 561.250 59.150 426.210 764.930 199.820 202.430 225.870 3.537.090
2021 juni** Nederland 5.024.660 1.480.260 3.544.150 190.400 552.620 59.220 423.150 758.920 197.080 200.990 223.340 3.541.390
2021 juli** Nederland 5.005.190 1.451.600 3.553.320 194.880 519.010 58.960 420.080 758.590 195.460 201.570 223.420 3.550.590
2021 augustus** Nederland 5.004.520 1.444.750 3.559.540 189.960 516.230 59.080 415.610 759.300 193.930 203.010 223.560 3.556.750
2021 september** Nederland 4.994.630 1.426.420 3.567.910 178.990 508.540 59.090 411.790 759.450 192.210 204.380 223.300 3.565.180
2021 oktober** Nederland 4.965.910 1.390.690 3.574.880 175.850 461.560 58.880 409.860 773.260 190.730 218.560 223.840 3.572.210
2021 november** Nederland 4.968.910 1.389.660 3.578.920 170.680 465.800 59.570 408.180 773.040 188.910 219.970 223.380 3.576.230
2021 december** Nederland 4.975.200 1.393.370 3.581.310 169.230 471.990 59.660 408.140 772.120 187.330 220.800 222.830 3.578.800
2022 januari** Nederland 4.965.770 1.399.140 3.566.200 172.980 470.580 59.400 407.440 775.750 187.080 223.370 222.480 3.563.600
2022 februari** Nederland 4.951.890 1.398.220 3.553.110 165.200 468.090 59.180 406.560 785.040 187.760 227.060 225.910 3.550.650
2022 maart** Nederland 4.933.760 1.392.350 3.540.770 157.410 465.340 59.020 405.860 789.600 187.610 229.630 226.370 3.538.410
2022 april** Nederland 4.916.040 1.370.100 3.545.460 151.150 447.970 59.080 404.680 790.190 186.230 230.260 227.220 3.542.930
2022 mei** Nederland 4.902.510 1.352.260 3.549.610 133.890 446.340 59.190 403.050 790.540 184.840 231.020 227.740 3.547.230
2022 juni** Nederland 4.897.670 1.342.650 3.554.310 133.490 444.730 59.180 401.710 782.660 182.160 228.900 224.010 3.551.930
2022 juli** Nederland 4.905.060 1.345.060 3.559.640 137.580 442.930 58.930 400.350 782.430 180.770 229.040 224.460 3.556.910
2022 augustus** Nederland 4.910.120 1.343.690 3.565.970 137.820 440.470 59.160 398.270 782.700 179.200 229.910 224.960 3.563.360
2022 september** Nederland 4.910.090 1.337.850 3.571.980 132.440 438.600 59.310 396.680 782.860 177.630 230.970 225.070 3.569.220
2022 oktober** Nederland 4.919.780 1.339.940 3.579.590 133.040 437.100 59.600 395.830 785.420 176.070 233.220 226.240 3.576.860
2022 november** Nederland 4.924.110 1.338.590 3.585.270 131.980 437.140 59.760 396.170 784.850 174.540 233.720 225.800 3.582.660
2022 december** Nederland 4.930.080 1.338.510 3.591.260 132.720 437.490 59.870 396.720 783.380 172.980 234.100 225.170 3.588.840
2023 januari** Nederland 4.926.220 1.351.150 3.574.670 141.500 438.410 59.700 397.720 786.010 172.760 235.860 224.460 3.572.350
2023 februari** Nederland 4.921.280 1.360.240 3.560.550 140.490 439.450 59.530 398.660 794.890 173.400 239.360 227.610 3.558.350
2023 maart** Nederland 4.912.140 1.363.830 3.547.780 138.530 440.950 59.350 399.990 798.790 173.280 241.180 228.050 3.545.620
2023 april** Nederland 4.914.070 1.362.670 3.550.980 137.110 440.420 59.490 399.930 799.610 171.730 242.310 228.660 3.548.700
2023 mei** Nederland 4.913.390 1.352.790 3.560.220 126.650 439.530 60.080 399.290 800.720 170.450 243.360 229.180 3.557.870
2023 juni** Nederland 4.912.400 1.346.320 3.565.750 128.420 439.270 60.180 399.270 792.630 167.680 241.310 225.200 3.563.240
2023 juli** Nederland 4.926.380 1.353.590 3.572.530 135.800 439.020 60.290 399.400 792.870 166.420 241.630 225.640 3.569.930
2023 augustus** Nederland 4.936.010 1.356.490 3.579.290 139.160 437.880 60.360 398.490 793.800 165.200 242.330 226.330 3.576.660
2023 september** Nederland 4.941.180 1.355.470 3.585.510 137.850 437.070 60.420 397.870 794.200 163.880 243.450 226.300 3.582.820
2023 oktober** Nederland 4.951.290 1.360.680 3.590.360 140.760 437.270 60.590 398.410 796.060 162.650 245.260 226.720 3.587.720
2023 november** Nederland 4.960.180 1.363.270 3.596.650 142.150 438.010 60.820 399.290 796.130 161.310 246.490 226.080 3.594.000
2023 december** Nederland 4.967.810 1.366.330 3.601.270 144.860 439.090 60.840 400.460 795.190 160.010 247.370 225.150 3.598.550
2024 januari** Nederland 4.960.580 1.380.960 3.579.390 154.080 440.540 60.280 401.720 799.290 159.800 250.060 224.890 3.576.650
2024 februari** Nederland 4.957.910 1.392.590 3.565.070 153.810 442.450 60.110 403.430 809.380 160.370 254.370 228.280 3.562.320
2024 maart** Nederland 4.965.110 1.393.490 3.571.370 153.060 442.750 60.290 403.830 810.510 158.880 256.220 228.410 3.568.590
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De tabel geeft inzicht in het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering. Deze personen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland woonachtig zijn. Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen.
De personen met een uitkering in het kader van arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen zijn vanaf 2007 beschikbaar. Het aantal personen dat een uitkering voor ouderdom ontvangt is vanaf 2013 in de tabel opgenomen.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meerdere uitkeringen.
Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: WIA, WAZ, Wajong of WAO) of uitkeringen van verschillend type (zoals een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW) en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen).
Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Vanaf oktober 2021 is een stijging te zien van het aantal WGA-uitkeringen. De oorzaak hiervan is een kwaliteitsverbetering van het proces waardoor een groep eigenrisicodragers die eerder ontbraken nu wel meegenomen wordt. Het gaat niet om een stijging in het reguliere aantal WGA-uitkeringen, maar om een stijging in "personen met een WGA-uitkering".
De aantallen zijn uitgesplitst naar verschillende regio's in Nederland en hebben betrekking op de laatste dag van de verslagperiode.

De cijfers over aantallen personen met een uitkering per buurt, wijk of gemeente kunnen in geringe mate afwijken van elders op StatLine gepubliceerde cijfers, doordat gebruik wordt gemaakt van de meest recente gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Omdat verschillende StatLine-tabellen op verschillende momenten geactualiseerd worden, kan het voorkomen dat voor de ene tabel een andere versie van de BRP wordt gebruikt dan voor een andere tabel. De laatst gepubliceerde cijfers zijn in dat geval het meest accuraat. De cijfers hebben betrekking op de laatste dag van de verslagmaand.

Status van de cijfers
De cijfers kunnen zowel een nader voorlopig als definitief karakter hebben. De maandcijfers zijn ultimo standcijfers. Na een tot twee jaar worden de cijfers definitief.

Wijzigingen per 30 september 2024:

Toegevoegd zijn:
- De nader voorlopige cijfers van januari tot en met maart 2024.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
- Nieuwe cijfers komen in: december 2024.

Toelichting onderwerpen

Uitkeringsontvangers, totaal
Totaal aantal personen met een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).

Met ingang van 12 mei 2016 is de WWIK niet meer als aparte regeling in de tabel opgenomen. Meer informatie over de WWIK is te lezen in de tabeltoelichting bij 'Personen met een bijstandsgerelateerde uitkeringen'.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Uitkeringsontvangers, totaal
Totaal aantal personen met een uitkering in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of de Algemene ouderdomswet (AOW).

Met ingang van 12 mei 2016 is de WWIK niet meer als aparte regeling in de tabel opgenomen. Meer informatie over de WWIK is te lezen in de tabeltoelichting bij 'Personen met een bijstandsgerelateerde uitkeringen'.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Tot de AOW- leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW), bijstandswet (PW), bijstandsgerelateerde wet (IOAW, IOAZ, WWIK, Bbz), arbeidsongeschiktheidswet (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) of Algemene ouderdomswet (AOW).

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2029 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2029: 67 jaar en 3 maanden.
Vanaf de AOW- leeftijd
Het aantal personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de bijstandswet of de Algemene ouderdomswet (AOW).

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2029 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2029: 67 jaar en 3 maanden.


Uitkeringsontvangers per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en AOW-uitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering. In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Werkloosheid
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet (WW).
Bijstand en bijstandsgerelateerd
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de bijstandswet of bijstandsgerelateerde wet.

Vanaf 1 januari 2015 is de Wet werk en bijstand opgegaan in de Participatiewet. Een ieder die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet.

Bijstandsgerelateerde wetten zijn de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
Personen met een uitkering in het kader van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) zijn uitsluitend opgenomen in het totaal aantal personen dat een bijstandsuitkering of bijstandsgerelateerde uitkering ontvangt.

De personen met een WWIK-uitkering (Wet werk en inkomen kunstenaars) zijn per 12 mei 2016 uitsluitend opgenomen in de totalen. Meer informatie over de personen met WWIK-uitkering is te lezen in de tabeltoelichting bij ‘Personen met een bijstandsgerelateerde uitkering’.

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz):
Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) is ingesteld om een zelfstandige tijdelijk een uitkering te verstrekken totdat hij weer in zijn eigen levensbehoeften kan voorzien.
Degenen die in aanmerking komen voor het Bbz zijn gevestigde zelfstandigen die tijdelijk in financiële problemen verkeren, of startende zelfstandigen.
Daarnaast biedt het Bbz ook hulp aan oudere zelfstandigen met een niet-levensvatbaar bedrijf of hulp wanneer zelfstandigen hun bedrijf willen beëindigen.

Met terugwerkende kracht is vanaf 1 maart 2020 de regeling Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) van kracht. Dit heeft gezorgd voor een sterke toename in maart van het aantal personen met een bijstandsgerelateerde uitkering.



Bijstand(gerelateerd) tot AOW-leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2029 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2029: 67 jaar en 3 maanden.

Met terugwerkende kracht is vanaf 1 maart 2020 de regeling Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) van kracht. Dit heeft gezorgd voor een sterke toename in maart van het aantal personen met een bijstandsgerelateerde uitkering. De regeling gold met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020 en liep eind mei 2020 af. Deze regeling is opgevolgd door 'Tozo 2.0'. Vanaf 1 oktober is Tozo 2.0 opgevolgd door Tozo 3.0 die tot en met maart 2021 van kracht is.
Bijstand(gerelateerd) vanaf AOW-leeftijd
Het aantal personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet.

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2029 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2029: 67 jaar en 3 maanden.



Bijstand tot de AOW-leeftijd
Het aantal personen tot de AOW-gerechtigde leeftijd dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet. Ingaande 1 januari 2015 is de Wet werk en bijstand opgegaan in de Participatiewet. Een ieder die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet.

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2029 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2029: 67 jaar en 3 maanden.



Arbeidsongeschiktheid
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ),
de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).
Het recht op een uitkering in het kader van een van bovengenoemde wetten vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
Arbeidsongeschiktheid, totaal
Het totaal aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Wet Wajong) ontvangt.
WAO-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO).

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
De wet geeft werknemers die voor 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden recht op een loonvervangende uitkering, zolang zij minimaal 15% arbeidsongeschiktheid zijn.
De WAO is met ingang van 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), maar blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering hadden of binnen 5 jaar na het beëindigen van de uitkering opnieuw arbeidsongeschikt worden door dezelfde oorzaak.
Het recht op een WAO-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
WIA-uitkering: WGA-regeling
Het aantal personen met een lopende WGA-uitkering waar ook daadwerkelijk een bedrag uitgekeerd wordt dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar nog minstens 35 procent arbeidsongeschikt zijn, recht op een uitkering. De wet is zó opgezet dat men gestimuleerd wordt om naar vermogen te werken.
De wet kent twee regelingen: de regeling Inkomensverzekering volledig arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA).
De IVA regelt een uitkering voor werknemers die langdurig en volledig arbeidsongeschikt zijn. De WGA geeft recht op een loonaanvullende uitkering als een werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt is.
De WIA vervangt per 29 december 2005 de WAO.
Het recht op een WIA-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Wajong-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) of de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong).

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
De Wajong is een wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen.
Vanaf 1 januari 2010 is de Wajong vervangen door de Wet Wajong. De Wajong blijft gelden voor jongeren die voor 1 januari 2010 een uitkering hebben aangevraagd.
Het recht op een Wajong-uitkering vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong)
Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong) in werking getreden.
In tegenstelling tot de Wajong hebben jongeren met een ziekte of handicap in de eerste plaats recht op hulp bij het vinden en houden van werk. Daaraan gekoppeld kunnen ze een inkomensondersteuning krijgen.
Vanaf 2015 staat de Wet Wajong alleen nog open voor jonggehandicapten die duurzaam geen mogelijkheden hebben om deel te nemen aan het arbeidsproces.
Jonggehandicapten die nog kunnen werken, maar ondersteuning nodig hebben vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en kunnen voor ondersteuning terecht bij de gemeente.
Het recht op een uitkering in het kader van de Wet Wajong vervalt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
AOW
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

De AOW-gerechtigde leeftijd of AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. Tot 2013 was dit 65 jaar. Hierna is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De AOW-leeftijd is tot en met 2029 als volgt:
Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden
2022: 66 jaar en 7 maanden
2023: 66 jaar en 10 maanden
2024-2027: 67 jaar
2028-2029: 67 jaar en 3 maanden.