Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar gemeente

Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar gemeente

Perioden Regio's Aantal landbouwbedrijven, totaal (aantal) Grondgebruik Oppervlakte Cultuurgrond (are) Grondgebruik Aantal bedrijven Cultuurgrond (aantal) Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouwgroenten (are) Akkerbouw Oppervlakte Granen (are) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouwgroenten (aantal) Akkerbouw Aantal bedrijven Granen (aantal) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Tuinbouwgroenten (are) Tuinbouw open grond Aantal bedrijven Bloembollen en -knollen (aantal) Tuinbouw open grond Aantal bedrijven Tuinbouwgroenten (aantal) Tuinbouw onder glas Oppervlakte Fruit onder glas (m2) Tuinbouw onder glas Oppervlakte Glasgroenten (m2) Tuinbouw onder glas Aantal bedrijven Fruit onder glas (aantal) Tuinbouw onder glas Aantal bedrijven Glasgroenten (aantal) Tuinbouw overig Oppervlakte, hoeveelheid Paddenstoelenteelt Champignons (m2) Tuinbouw overig Aantal bedrijven Paddenstoelenteelt Champignons (aantal) Grasland en groenvoedergewassen Oppervlakte Grasland Blijvend grasland (are) Grasland en groenvoedergewassen Oppervlakte Grasland Natuurlijk grasland (are) Grasland en groenvoedergewassen Oppervlakte Grasland Tijdelijk grasland (are) Grasland en groenvoedergewassen Oppervlakte Groenvoedergewassen (are) Grasland en groenvoedergewassen Aantal bedrijven Grasland Blijvend grasland (aantal) Grasland en groenvoedergewassen Aantal bedrijven Grasland Natuurlijk grasland (aantal) Grasland en groenvoedergewassen Aantal bedrijven Grasland Tijdelijk grasland (aantal) Grasland en groenvoedergewassen Aantal bedrijven Groenvoedergewassen (aantal) Graasdieren Aantal dieren Rundvee Rundvee, totaal (aantal) Graasdieren Aantal dieren Rundvee Melk- en kalfkoeien (>= 2 jaar) (aantal) Graasdieren Aantal dieren Geiten Geiten, totaal (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Rundvee Rundvee, totaal (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Rundvee Melk- en kalfkoeien (>= 2 jaar) (aantal) Graasdieren Aantal bedrijven Geiten Geiten, totaal (aantal) Hokdieren Aantal dieren Varkens Varkens, totaal (aantal) Hokdieren Aantal dieren Kippen Kippen, totaal (aantal) Hokdieren Aantal bedrijven Varkens Varkens, totaal (aantal) Hokdieren Aantal bedrijven Kippen Kippen, totaal (aantal)
2000 Nederland 97.389 197.550.427 95.944 4.599.339 22.574.767 6.617 22.665 2.251.266 2.237.771 2.709 5.211 298.925 42.002.283 142 3.433 950.250 517 90.001.743 2.665.752 11.000.004 21.280.794 60.788 1.631 11.041 32.368 4.068.709 1.504.076 178.571 45.804 29.466 3.795 13.117.814 104.014.665 14.523 3.860
2005 Nederland 81.750 193.769.503 80.231 4.704.321 22.328.734 5.328 18.682 2.298.728 2.241.762 2.176 3.648 456.259 44.449.680 115 2.547 769.740 299 77.058.384 2.431.587 20.507.663 24.173.295 47.731 1.590 16.279 28.624 3.796.778 1.433.202 291.891 37.303 23.527 4.552 11.311.558 92.914.176 9.686 2.841
2010 Nederland 72.324 187.231.940 70.627 5.166.268 21.876.353 4.961 14.992 2.334.701 2.445.617 1.687 2.859 553.788 49.862.508 108 1.766 733.289 174 76.874.637 4.456.802 18.202.340 23.753.035 46.211 2.991 14.713 27.174 3.975.194 1.478.635 352.828 32.828 19.805 3.719 12.254.972 101.247.711 7.030 2.431
2015 Nederland 63.913 184.574.562 62.256 5.617.194 19.681.715 5.211 12.377 2.484.162 2.533.879 1.551 2.879 642.888 47.554.226 105 1.385 694.439 127 71.433.739 5.168.991 24.196.154 23.241.957 42.481 3.538 22.908 26.913 4.133.854 1.621.767 469.749 28.841 18.265 3.185 12.602.888 106.762.945 4.928 2.049
2020 Nederland 52.695 181.445.084 51.282 6.380.725 17.354.596 5.282 11.987 2.699.099 2.596.001 1.509 2.867 984.173 55.844.624 115 1.251 595.032 102 69.443.730 7.797.370 20.512.695 20.686.402 36.441 5.408 21.622 22.931 3.837.994 1.593.071 632.616 24.018 15.731 3.052 11.950.238 101.863.117 3.557 1.766
2022 Nederland 50.975 180.436.921 49.679 6.191.484 18.823.830 5.195 12.726 2.804.464 2.642.534 1.618 2.866 1.226.436 57.484.336 111 1.160 682.680 95 68.000.496 8.298.102 20.658.458 19.404.794 35.176 5.576 21.086 21.375 3.834.171 1.570.673 645.033 22.906 14.729 3.198 11.278.858 97.532.795 3.273 1.710
2023 Nederland 50.634 180.300.396 49.249 6.530.571 18.751.409 5.558 12.664 2.811.148 2.525.151 1.639 2.893 1.358.770 54.245.537 97 1.100 744.824 84 66.846.963 8.961.008 19.968.500 19.525.588 35.497 6.638 22.230 21.866 3.846.388 1.573.787 646.569 22.478 14.264 3.317 10.826.001 93.003.621 3.186 1.687
2024* Nederland 50.180 181.058.507 48.730 7.128.695 15.758.895 6.030 11.070 2.734.206 2.648.791 1.650 3.050 1.554.282 55.329.854 100 1.090 853.078 80 67.444.108 9.083.445 19.994.641 20.691.752 35.240 6.580 22.660 22.300 3.774.851 1.544.051 630.856 21.970 13.900 3.310 10.556.199 89.594.559 3.070 1.680
2000 Zuid-Holland (PV) 11.239 14.549.675 11.192 379.508 1.559.006 576 1.283 277.976 448.643 550 661 40.610 23.546.508 35 1.536 6.360 5 7.495.593 113.983 352.484 426.580 4.423 152 525 722 208.709 103.345 5.907 3.018 2.182 390 221.015 1.369.578 499 112
2005 Zuid-Holland (PV) 8.822 14.222.945 8.774 364.621 1.677.644 453 1.115 314.587 293.159 447 368 53.920 22.590.124 22 1.036 490 1 7.004.631 225.040 705.332 516.612 3.397 136 522 754 191.885 96.622 10.542 2.458 1.743 441 152.425 1.193.554 289 76
2010 Zuid-Holland (PV) 7.246 13.415.957 7.140 428.289 1.678.567 428 968 331.021 207.522 308 252 70.026 23.085.411 17 663 255 1 6.586.947 329.932 631.181 565.363 3.368 170 583 764 189.063 95.675 13.973 2.213 1.472 398 130.196 688.533 207 58
2015 Zuid-Holland (PV) 5.845 12.739.302 5.752 518.445 1.574.215 467 801 288.369 191.381 217 233 87.234 22.216.498 13 514 120 1 6.262.195 394.097 666.686 546.551 2.990 268 849 720 193.477 100.643 14.978 1.937 1.320 302 121.025 692.346 122 34
2020 Zuid-Holland (PV) 4.455 11.694.604 4.406 546.684 1.187.950 450 655 331.472 225.762 167 263 114.020 23.262.262 19 450 0 0 5.233.263 686.682 551.680 541.945 2.193 412 817 666 157.179 91.806 25.276 1.452 1.032 314 95.200 584.852 85 16
2022 Zuid-Holland (PV) 4.365 11.713.551 4.321 515.967 1.305.826 431 684 330.630 228.390 186 262 102.678 21.862.150 16 424 150 1 5.192.369 723.267 559.751 516.416 2.132 415 794 648 157.891 91.414 24.338 1.385 979 316 115.328 496.341 93 14
2023 Zuid-Holland (PV) 4.262 11.642.444 4.220 545.022 1.316.406 436 664 336.080 229.687 181 235 61.985 20.746.027 14 391 0 0 5.096.542 733.958 546.060 506.159 2.133 451 841 688 157.957 91.213 19.936 1.360 955 321 99.567 604.088 93 13
2024* Zuid-Holland (PV) 4.250 11.690.648 4.190 617.015 1.091.798 470 610 335.801 220.884 190 250 72.342 22.254.231 20 400 0 0 5.119.214 734.344 537.971 577.799 2.130 440 830 690 155.984 89.278 19.565 1.340 930 310 109.590 514.880 100 10
2000 Alphen aan den Rijn 169 317.953 168 0 2.020 0 1 282 20 1 1 0 0 0 0 0 0 293.054 85 4.310 11.917 147 2 7 21 7.521 4.281 86 110 82 22 11.079 430 26 4
2005 Alphen aan den Rijn 137 317.191 137 2 965 1 2 120 10 1 1 0 0 0 0 0 0 275.795 8.694 12.480 13.716 115 4 10 23 7.548 4.437 72 92 73 18 8.299 270 18 2
2010 Alphen aan den Rijn 133 324.291 133 2.070 1.572 2 3 0 10 0 1 1.440 0 1 0 0 0 270.740 4.847 18.099 20.341 116 3 12 26 8.283 4.756 69 82 66 11 6.477 214 14 2
2015 Alphen aan den Rijn 509 663.006 506 9.454 20.425 13 16 1.309 6.267 3 10 0 120 0 1 0 0 448.832 9.780 32.438 35.686 203 10 49 50 15.045 8.761 87 139 107 20 7.935 82.610 12 4
2020 Alphen aan den Rijn 342 627.116 340 5.667 17.325 8 14 0 8.969 0 13 10.000 0 1 0 0 0 428.946 9.351 35.110 35.742 159 18 46 50 13.133 8.581 63 116 94 18 3.399 119.738 5 2
2022 Alphen aan den Rijn 341 627.853 340 4.824 17.924 7 18 726 10.821 1 15 0 0 0 0 0 0 434.247 10.274 27.861 34.587 158 17 52 44 13.325 8.630 695 115 92 15 3.919 85.316 5 2
2023 Alphen aan den Rijn 327 620.271 326 3.502 20.140 6 15 3.331 7.645 2 12 0 0 0 0 0 0 421.982 9.683 29.552 35.739 157 17 55 45 13.134 8.391 710 111 89 17 6.605 112.719 5 2
2024* Alphen aan den Rijn 330 625.450 320 3.862 17.710 10 20 1.794 6.830 0 10 0 0 0 0 0 0 420.927 11.225 32.032 42.137 160 20 60 40 12.991 8.042 877 110 90 20 6.591 118.320 10 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens vanaf gemeenteniveau over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren. Voor alle onderwerpen wordt zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.

De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip 'actieve landbouwer' uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony's) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Status van de cijfers: De cijfers van 2024 zijn voorlopig, de overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 28 november 2024: de voorlopige cijfers van 2024 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens de reguliere planning verschijnen in november de voorlopige cijfers en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Aantal landbouwbedrijven, totaal
Bedrijven die landbouwproducten voor de markt voortbrengen, met hoofdvestiging in Nederland, en een economische omvang >= 3000 euro SO (Standaard Opbrengst).
_
Bedrijven < 3000 euro SO zijn zeer klein, gedacht moet worden aan bijvoorbeeld slechts 1 melkkoe of 1 are paprika.
_
Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte Eenheid). Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. De oorspronkelijke ondergrens (3 NGE) is echter gehandhaafd, waardoor de populatie ongewijzigd is gebleven.
_
Met ingang van 2016 wordt bij de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Dit heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).
_
Voor meer uitleg over de afbakening van de Landbouwtelling en de SO wordt verwezen naar de tabeltoelichting.
Grondgebruik
Oppervlakte
Cultuurgrond
Cultuurgrond is grond die, blijvend dan wel tijdelijk, deel uitmaakt van het bedrijf, en in hoofdzaak bestemd is voor het voortbrengen van landbouwproducten (akkerbouw, tuinbouw, veehouderij), met inbegrip van braakland en (tijdelijk) grasland.
_
Omvat akkerbouw, tuinbouw open grond, tuinbouw onder glas,
grasland en voedergewassen.
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Cultuurgrond
Cultuurgrond is grond die, blijvend dan wel tijdelijk, deel uitmaakt van het bedrijf, en in hoofdzaak bestemd is voor het voortbrengen van landbouwproducten (akkerbouw, tuinbouw, veehouderij), met inbegrip van braakland en (tijdelijk) grasland.
_
Omvat akkerbouw, tuinbouw open grond, tuinbouw onder glas,
grasland en voedergewassen.
Akkerbouw
Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
Oppervlakte
Akkerbouwgroenten
Akkerbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere akkerbouwgewassen. Ze zijn meestal bestemd voor industriële verwerking.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
_
Tot de akkerbouwgroenten worden gerekend: boerenkool, erwten (groen te oogsten), knolselderij, kroten/rode bieten, koolraap, schorseneren, spinazie, stamsperziebonen, suikermaïs, tuinbonen (groen te oogsten), uien, waspeen, winterpeen en witlofwortel.
Granen
Graanteelten bestemd voor de oogst van de korrel, inclusief zaadwinning.
_
Omvat onder andere gerst, graansorgho, haver, maïs (exclusief snijmaïs), rogge, tarwe en triticale.
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Akkerbouwgroenten
Akkerbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere akkerbouwgewassen. Ze zijn meestal bestemd voor industriële verwerking.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
_
Tot de akkerbouwgroenten worden gerekend: boerenkool, erwten (groen te oogsten), knolselderij, kroten/rode bieten, koolraap, schorseneren, spinazie, stamsperziebonen, suikermaïs, tuinbonen (groen te oogsten), uien, waspeen, winterpeen en witlofwortel.
Granen
Graanteelten bestemd voor de oogst van de korrel, inclusief zaadwinning.
_
Omvat onder andere gerst, graansorgho, haver, maïs (exclusief snijmaïs), rogge, tarwe en triticale.
Tuinbouw open grond
Tuinbouw open grond is teelt in de volle grond, veelal direct voor de markt.
Oppervlakte
Bloembollen en -knollen
Omvat onder andere dahlia, gladiolen, hyacinten, irissen, krokussen, lelies, narcissen, tulpen en zantedeschia.
Tuinbouwgroenten
Tuinbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere tuinbouwgewassen. Ze zijn meestal direct bestemd voor de markt.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
_
Tot de tuinbouwgroenten worden gerekend: aardbeien, andijvie, asperges, bloemkool, bospeen, broccoli, Chinese kool, komkommerachtigen, knolvenkel/venkel, koolrabi, peulen, prei, pronkbonen, rabarber, selderij (bleek/groen), sla, sluitkool (rode-, witte-, groene-/savooiekool, spitskool),
spruitkool, stokbonen, overige tuinbouwgroenten (o.a. radijs,
raapstelen) en opkweekmateriaal groenten open grond (inclusief groentezaden).
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Bloembollen en -knollen
Omvat onder andere dahlia, gladiolen, hyacinten, irissen, krokussen, lelies, narcissen, tulpen en zantedeschia.
Tuinbouwgroenten
Tuinbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere tuinbouwgewassen. Ze zijn meestal direct bestemd voor de markt.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
_
Tot de tuinbouwgroenten worden gerekend: aardbeien, andijvie, asperges, bloemkool, bospeen, broccoli, Chinese kool, komkommerachtigen, knolvenkel/venkel, koolrabi, peulen, prei, pronkbonen, rabarber, selderij (bleek/groen), sla, sluitkool (rode-, witte-, groene-/savooiekool, spitskool),
spruitkool, stokbonen, overige tuinbouwgroenten (o.a. radijs,
raapstelen) en opkweekmateriaal groenten open grond (inclusief groentezaden).
Tuinbouw onder glas
Tuinbouw onder glas is teelt in kassen, bedekt met glas of plastic, of in betreedbare plastic tunnels.
Oppervlakte
Fruit onder glas
Glasgroenten
Omvat onder andere aubergines, aardbeien, komkommers, paprika's, tomaten, en opkweekmateriaal groenten onder glas.
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Fruit onder glas
Glasgroenten
Omvat onder andere aubergines, aardbeien, komkommers, paprika's, tomaten, en opkweekmateriaal groenten onder glas.
Tuinbouw overig
Tuinbouw overig omvat de teelten waarvoor geen grond wordt gebruikt (paddenstoelenteelt, bollenbroei, witloftrek).
Oppervlakte, hoeveelheid
Paddenstoelenteelt
Champignons
Gegeven is de oppervlakte van de geoogste cellen (= oppervlakte van de cellen na aftrek van de paden, vermenigvuldigd met het aantal lagen van de teeltbakken).
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Paddenstoelenteelt
Champignons
Gegeven is de oppervlakte van de geoogste cellen (= oppervlakte van de cellen na aftrek van de paden, vermenigvuldigd met het aantal lagen van de teeltbakken).
Grasland en groenvoedergewassen
Grasland en voedergewassen dienen doorgaans als vers plantaardig veevoer.
Oppervlakte
Grasland
Blijvend grasland
Grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen, die voor ten minste 5 jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Natuurlijk grasland
Grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen waarvan de opbrengst niet meer bedraagt dan 5 ton droge stof/ha per jaar en waarbij het beheer gedurende meerdere jaren op geen enkele wijze gericht is op een verhoging of handhaving van de landbouwkundige productie. Hiermee worden maatregelen bedoeld zoals bemesting, drainage en onkruidbestrijding.
Tijdelijk grasland
Grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen, die voor minder dan 5 jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Groenvoedergewassen
Omvat luzerne, snijmaïs en voederbieten.
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Grasland
Blijvend grasland
Grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen, die voor ten minste 5 jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Natuurlijk grasland
Grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen waarvan de opbrengst niet meer bedraagt dan 5 ton droge stof/ha per jaar en waarbij het beheer gedurende meerdere jaren op geen enkele wijze gericht is op een verhoging of handhaving van de landbouwkundige productie. Hiermee worden maatregelen bedoeld zoals bemesting, drainage en onkruidbestrijding.
Tijdelijk grasland
Grond met een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen, die voor minder dan 5 jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Groenvoedergewassen
Omvat luzerne, snijmaïs en voederbieten.
Graasdieren
Graasdieren zijn paarden en pony's, rundvee, schapen en geiten.
Aantal dieren
Rundvee
Met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Vlees- en weidekoeien (>= 2 jaar)’ en ‘Zoogkoeien (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Overige koeien’.
Eveneens met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Stieren voor de fokkerij (>= 2 jaar)’ en ‘Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Stieren (>= 2 jaar)’.
Hierdoor zijn ook de totalen voor ‘melk- en fokvee’ en ‘vlees- en weidevee’ komen te vervallen.
Met ingang van 2017 worden de rundvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor runderen. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op de verdeling tussen de verschillende categorieën.
Rundvee, totaal
Melk- en kalfkoeien (>= 2 jaar)
Koeien van 2 jaar of ouder, die ten minste eenmaal gekalfd hebben en voor de melkproductie, dan wel de fokkerij worden aangehouden; inclusief droogstaande koeien (dit zijn koeien, die tijdelijk geen melk geven omdat ze drachtig zijn).
Geiten
Met ingang van 2018 worden de geiten afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor geiten. Hierdoor is de indeling gewijzigd ten opzichte van eerdere jaren.
Geiten, totaal
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Rundvee
Met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Vlees- en weidekoeien (>= 2 jaar)’ en ‘Zoogkoeien (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Overige koeien’.
Eveneens met ingang van 2013 worden de diercategorieën ‘Stieren voor de fokkerij (>= 2 jaar)’ en ‘Stieren voor vleesproductie (>= 2 jaar)’ niet meer apart waargenomen maar samengeteld in de nieuwe categorie ‘Stieren (>= 2 jaar)’.
Hierdoor zijn ook de totalen voor ‘melk- en fokvee’ en ‘vlees- en weidevee’ komen te vervallen.
Met ingang van 2017 worden de rundvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor runderen. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op de verdeling tussen de verschillende categorieën.
Rundvee, totaal
Melk- en kalfkoeien (>= 2 jaar)
Koeien van 2 jaar of ouder, die ten minste eenmaal gekalfd hebben en voor de melkproductie, dan wel de fokkerij worden aangehouden; inclusief droogstaande koeien (dit zijn koeien, die tijdelijk geen melk geven omdat ze drachtig zijn).
Geiten
Met ingang van 2018 worden de geiten afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor geiten. Hierdoor is de indeling gewijzigd ten opzichte van eerdere jaren.
Geiten, totaal
Hokdieren
Hokdieren zijn varkens, diverse soorten pluimvee, konijnen en edelpelsdieren.
_
Om hobbymatig van bedrijfsmatig gehouden dieren te onderscheiden, worden bij pluimvee, konijnen en edelpelsdieren aantallen van minder dan 25 stuks niet in de telling meegenomen.
Aantal dieren
Varkens
Varkens, totaal
Kippen
Met ingang van 2018 worden de pluimvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor pluimvee. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op het aantal dieren en de verdeling tussen de verschillende categorieën.

Met ingang van 2018 worden de dieraantallen voor pluimvee, vleeskalveren en vleesvarkens gecorrigeerd voor tijdelijke leegstand op de peildatum.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de productietabellen (zie ook de tabeltoelichting).
Kippen, totaal
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Varkens
Varkens, totaal
Kippen
Met ingang van 2018 worden de pluimvee gegevens afgeleid uit het I&R register (Identificatie en Registratie) voor pluimvee. Dit kan, in vergelijking met de eerdere directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave, van invloed zijn op het aantal dieren en de verdeling tussen de verschillende categorieën.
Kippen, totaal