Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio

Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio

Regio's Perioden Akkerbouw Oppervlakte Akkerbouwgroenten Kroten / rode bieten (are) Akkerbouw Aantal bedrijven Akkerbouwgroenten Kroten / rode bieten (aantal) Tuinbouw open grond Oppervlakte Fruit open grond Kleinfruit Rode bessen, frambozen, bramen (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Tuinbouwgroenten Sluitkool Rode kool (are) Tuinbouw open grond Aantal bedrijven Fruit open grond Kleinfruit Rode bessen, frambozen, bramen (aantal) Tuinbouw open grond Aantal bedrijven Tuinbouwgroenten Sluitkool Rode kool (aantal) Tuinbouw onder glas Oppervlakte Glasgroenten Paprika's Rode paprika (m2) Tuinbouw onder glas Aantal bedrijven Glasgroenten Paprika's Rode paprika (aantal)
Nederland 2024* 100.670 155 55.412 57.421 213 174 9.211.728 116
Noord-Nederland (LD) 2024* 3.288 16 196 1.005 15 14 126.047 6
Oost-Nederland (LD) 2024* 37.574 48 17.466 6.147 78 20 1.544.219 18
West-Nederland (LD) 2024* 46.477 66 9.425 36.012 48 102 5.762.994 66
Zuid-Nederland (LD) 2024* 13.331 25 28.325 14.257 72 38 1.778.468 26
Groningen (PV) 2024* 232 2 11 33 1 3 137 3
Fryslân (PV) 2024* 1.969 10 56 802 4 8 112.410 2
Drenthe (PV) 2024* 1.087 4 129 170 10 3 13.500 1
Overijssel (PV) 2024* 866 3 170 159 9 2 90.404 3
Flevoland (PV) 2024* 34.772 35 88 5.866 3 13 1.079.055 3
Gelderland (PV) 2024* 1.936 10 17.208 122 66 5 374.760 12
Utrecht (PV) 2024* 4 2 7.483 2 13 2 140.460 5
Noord-Holland (PV) 2024* 24.454 21 264 33.165 13 79 1.799.052 12
Zuid-Holland (PV) 2024* 4.910 15 361 1.094 8 12 3.162.472 41
Zeeland (PV) 2024* 17.109 28 1.317 1.751 14 9 661.010 8
Noord-Brabant (PV) 2024* 13.324 23 19.421 12.602 45 27 1.069.155 16
Limburg (PV) 2024* 7 2 8.904 1.655 27 11 709.313 10
Bouwhoek en Hogeland (LG) 2024* 1.968 9 0 806 0 9 112.537 4
Veenkoloniën en Oldambt (LG) 2024* 540 4 59 199 4 5 13.500 1
Noordelijk Weidegebied (LG) 2024* 229 2 167 125 13 1 90.414 4
Oostelijk Veehouderijgebied (LG) 2024* 2.295 9 2.231 37 15 3 225 3
Centraal Veehouderijgebied (LG) 2024* 1.057 5 61 120 2 4 115 2
IJsselmeerpolders (LG) 2024* 36.623 39 88 12.016 3 25 1.931.055 5
Westelijk Holland (LG) 2024* 21.166 19 350 23.733 7 71 4.030.924 47
Waterland en Droogmakerijen (LG) 2024* 1.491 2 115 3.726 5 2 0 0
Hollands/Utrechts Weidegebied (LG) 2024* 0 0 3.883 0 8 0 119.810 2
Rivierengebied (LG) 2024* 5 2 18.680 1 65 1 452.070 11
Zuidwestelijk Akkerbouwgebied (LG) 2024* 30.442 47 4.364 11.433 23 33 1.005.610 13
Zuidwest-Brabant (LG) 2024* 1.494 6 3.069 1.286 16 3 175.000 1
Zuidelijk Veehouderijgebied (LG) 2024* 3.360 11 21.744 3.926 39 15 1.280.468 23
Zuid-Limburg (LG) 2024* 0 0 601 13 13 2 0 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens op regioniveau over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren.
Voor alle onderwerpen wordt zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.

De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip ‘actieve landbouwer’ uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers van 2024 zijn voorlopig, de overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 30 september 2024: de voorlopige cijfers van 2024 zijn geactualiseerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens planning verschijnen eind juni de eerste voorlopige cijfers ('snelle cijfers'). Op dat moment zijn nog niet alle opgaven binnen en/of volledig verwerkt, en hebben alleen de belangrijkste plausibiliteitscontroles plaatsgevonden. Voor non-respons is bijgeschat op basis van de opgave van vorig jaar.
In september wordt de gegevensverzameling afgesloten, dan wordt opnieuw bijgeschat en vinden verdere analyses en plausibiliteitscontroles plaats.
Eind september en in november worden bijgestelde voorlopige cijfers gepubliceerd en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Akkerbouw
Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking.
Oppervlakte
Akkerbouwgroenten
Akkerbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere akkerbouwgewassen. Ze zijn meestal bestemd voor industriële verwerking.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Kroten / rode bieten
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Akkerbouwgroenten
Akkerbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere akkerbouwgewassen. Ze zijn meestal bestemd voor industriële verwerking.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Kroten / rode bieten
Tuinbouw open grond
Tuinbouw open grond is teelt in de volle grond, veelal direct voor de markt.
Oppervlakte
Fruit open grond
Kleinfruit
Rode bessen, frambozen, bramen
Tuinbouwgroenten
Tuinbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere tuinbouwgewassen. Ze zijn meestal direct bestemd voor de markt.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Sluitkool
Kool die een gesloten krop vormt, zoals rode kool, savooiekool, witte kool en spitskool.
Rode kool
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Fruit open grond
Kleinfruit
Rode bessen, frambozen, bramen
Tuinbouwgroenten
Tuinbouwgroenten zijn groenten die worden geteeld in de open grond, in vruchtwisseling met andere tuinbouwgewassen. Ze zijn meestal direct bestemd voor de markt.
_
Vruchtwisseling is het op een perceel na elkaar telen van verschillende gewassen om bodemziekten te voorkomen.
Sluitkool
Kool die een gesloten krop vormt, zoals rode kool, savooiekool, witte kool en spitskool.
Rode kool
Tuinbouw onder glas
Tuinbouw onder glas is teelt in kassen, bedekt met glas of plastic, of in betreedbare plastic tunnels.
Oppervlakte
Glasgroenten
Paprika's
Rode paprika
Aantal bedrijven
Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere activiteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor iedere afzonderlijke activiteit, maar slechts eenmaal in het totaal).
Glasgroenten
Paprika's
Rode paprika