Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio

Landbouw; gewassen, dieren en grondgebruik naar regio

Perioden Regio's Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Bloembollen en -knollen, totaal (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Dahlia (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Gladiolen (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Hyacinten (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Irissen (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Krokussen (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Lelies (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Narcissen (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Tulpen (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Zantedeschia (are) Tuinbouw open grond Oppervlakte Bloembollen en -knollen Overige bol- en knolgewassen (are)
2013 Nederland 2.329.139 42.518 111.080 143.398 25.212 40.620 488.707 176.074 1.134.978 23.620 142.932
2014 Nederland 2.358.954 39.527 100.453 148.153 24.516 46.670 521.546 168.440 1.144.004 21.644 144.001
2015 Nederland 2.484.162 35.134 93.471 148.402 27.768 41.680 583.794 168.126 1.215.574 23.417 146.796
2016 Nederland 2.605.160 32.528 92.911 146.402 27.271 38.493 606.502 159.293 1.320.156 23.597 158.007
2017 Nederland 2.667.592 32.831 98.467 141.877 23.358 35.429 643.475 148.679 1.340.840 26.192 176.444
2018 Nederland 2.755.866 34.044 100.723 135.334 21.194 39.683 642.427 147.088 1.424.309 34.745 176.319
2019 Nederland 2.721.684 35.817 83.355 139.418 18.308 32.369 602.057 143.962 1.435.430 40.447 190.521
2020 Nederland 2.699.099 31.697 81.155 142.508 14.467 29.774 528.380 152.217 1.489.738 37.614 191.549
2021 Nederland 2.726.046 39.220 89.494 145.275 16.018 29.482 581.173 148.051 1.444.592 38.518 194.223
2022 Nederland 2.804.464 41.599 85.448 142.778 15.809 31.971 625.105 147.142 1.481.732 37.996 194.884
2023 Nederland 2.811.148 40.711 74.431 129.232 14.751 34.195 625.676 155.935 1.501.741 39.393 195.083
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens op regioniveau over grondgebruik, akkerbouw, tuinbouw, grasland, graasdieren en hokdieren.
Voor alle onderwerpen wordt zowel het telgegeven (oppervlakte, aantal dieren), als het bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De peildatum voor het aantal dieren is 1 april; de peildatum voor de gewassen is 15 mei.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.

De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip ‘actieve landbouwer’ uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony’s) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers van 2024 zijn voorlopig, de overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 30 september 2024: de voorlopige cijfers van 2024 zijn geactualiseerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens planning verschijnen eind juni de eerste voorlopige cijfers ('snelle cijfers'). Op dat moment zijn nog niet alle opgaven binnen en/of volledig verwerkt, en hebben alleen de belangrijkste plausibiliteitscontroles plaatsgevonden. Voor non-respons is bijgeschat op basis van de opgave van vorig jaar.
In september wordt de gegevensverzameling afgesloten, dan wordt opnieuw bijgeschat en vinden verdere analyses en plausibiliteitscontroles plaats.
Eind september en in november worden bijgestelde voorlopige cijfers gepubliceerd en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Tuinbouw open grond
Tuinbouw open grond is teelt in de volle grond, veelal direct voor de markt.
Oppervlakte
Bloembollen en -knollen
Bloembollen en -knollen, totaal
Dahlia
Gladiolen
Hyacinten
Irissen
Krokussen
Lelies
Narcissen
Tulpen
Zantedeschia
Overige bol- en knolgewassen
Omvat onder andere knolbegonia, fritillaria imperialis, acidanthera, anemone coronaria.