Huishoudelijk afval per gemeente per inwoner, 2001-2014
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel toont de hoeveelheden ingezameld huishoudelijk afval per gemeente. Deze gegevens zijn verzameld in het kader van de statistiek "Gemeentelijk afval, hoeveelheden". Een klein deel van de gemeenten stuurt de vragenlijst niet in en van deze gemeenten zijn daarom geen cijfers beschikbaar. Ook van de gemeenten die wel de vragenlijst hebben ingestuurd, kunnen cijfers over één of meer afvalsoorten ontbreken. De hoeveelheden per gemeente zijn daarom ook niet optelbaar tot een landelijk totaal.
Als de gegevens van één of meer afvalcomponenten ontbreken is het niet mogelijk de totale hoeveelheid huishoudelijk afval per gemeente te bepalen. Om toch een totale hoeveelheid per gemeente te kunnen publiceren is er voor gekozen om bijgeschatte gegevens te gebruiken. Dit is echter alleen gedaan wanneer de hoeveelheden van de afvalsoorten waarvan de gegevens ontbreken relatief klein zijn.
Wanneer meerdere gemeenten een gezamenlijke milieustraat beheren of als gemeenten het afval laten inzamelen door een gemeenschappelijke regeling, zijn hierdoor niet altijd cijfers per individuele gemeente beschikbaar. In deze gevallen wordt de totale hoeveelheid ingezameld afval op basis van het aantal inwoners over de gemeenten verdeeld. Dit heeft tot gevolg dat alle deelnemende gemeenten dezelfde hoeveelheid afval per inwoner krijgen toegedeeld.
De hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner kan per gemeente sterk variëren. Hiervoor zijn meerdere oorzaken aan te wijzen. Zo zal in een gemeente met veel hoogbouw minder GFT-afval en grof tuinafval vrijkomen omdat er minder tuinen zijn. In gemeenten met een diftar-systeem, waarbij de huishoudens meer moeten betalen als ze meer afval afgeven, komt vaak minder afval per inwoner vrij. Toeristische gemeenten zamelen vaak meer afval in. Dit laatste is vooral zichtbaar op de Waddeneilanden waar relatief veel afval per inwoner vrijkomt.
Deze tabel is stopgezet omdat een nieuwe versie beschikbaar is, waarin meer afvalstoffen worden weergegeven.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2001 tot en met 2014.
Status van de cijfers:
De cijfers over 2014 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet worden deze gegevens niet meer definitief gemaakt.
Wijzigingen per 15 juli 2016
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing, deze tabel wordt opgevolgd door Huishoudelijk afval per gemeente per inwoner, zie paragraaf 3.
Toelichting onderwerpen
- Huishoudelijk afval naar soort afval
- Hoeveelheid huishoudelijk afval in kilogram per inwoner. Bij de
berekeningen is uitgegaan van het aantal inwoners per 1 januari van het
betreffende jaar.- Totaal huishoudelijk afval
- Huishoudelijk restafval
- Niet gescheiden ingezameld huishoudelijk afval.
- Grof huishoudelijk restafval
- Niet gescheiden ingezameld restafval dat te groot of te zwaar is om op
dezelfde wijze als het huishoudelijk restafval te worden aangeboden.
- Verbouwingsrestafval
- Niet gescheiden ingezameld bouw- en sloopafval dat vrijkomt bij bouwen,
slopen en verbouwingen door particuliere huishoudens.
- GFT-afval
- Groente-, fruit- en tuinafval.
- Oud papier en karton
- Oud papier en karton, waaronder datgene dat is ingezameld door
verenigingen, scholen en dergelijke.
- Verpakkingsglas
- Eenmalig verpakkingsglas zoals flessen en potten.
- Textiel
- Gebruikte kleding en ander textiel, waaronder datgene dat is ingezameld
door verenigingen, scholen en liefdadigheidsorganisaties.
- Klein chemisch afval (KCA)
- Huishoudelijke afvalstoffen zoals opgenomen in de zogenaamde KCA-lijst.
Daaronder ook afgewerkte olie en accu's.
- Metalen verpakkingen (blik)
- Zoals conservenblikken.
- Drankenkartons
- Zoals melkpakken.
- Kunststof verpakkingen
- Kunststof verpakkingen zoals flacons, folies en bakjes.
De cijfers tot en met 2006 zijn inclusief overige kunststoffen zoals
tuinmeubels, speelgoed en PVC buizen.
De hoeveelheden kunststof verpakkingen hebben uitsluitend betrekking
op de hoeveelheden die door middel van gescheiden inzameling zijn
opgehaald. Sommige gemeenten, voornamelijk in de provincies Groningen
en Friesland, hebben gekozen voor het nascheiden van kunststof
verpakkingen uit het huishoudelijk restafval. De hoeveelheden kunststof
verpakkingen die bij die nascheiding vrijkomen zijn dus niet in deze
cijfers opgenomen.
- Overige kunststoffen
- Zoals tuinmeubelen, speelgoed en PVC buizen.
Gegevens over overige kunststoffen worden vanaf 2007 apart
gepubliceerd. Vòòr 2007 was dit afval opgenomen in de rubriek 'kunststof
verpakkingen'.
- Luiers
- Luiers en ander incontinentiemateriaal.
Gegevens over luiers worden vanaf 2007 apart gepubliceerd. Vòòr 2007
was dit afval opgenomen in de rubriek 'overige afvalstoffen'.
- Wit- en bruingoed
- Zoals koel- en vriesapparatuur, televisies, audioapparatuur,
computer- en communicatieapparatuur en kleine keukenapparaten.
Wordt ook wel afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA) genoemd.
- Grof tuinafval
- Zoals boomstronken, grote takken en snoeihout.
- Bruikbaar huisraad
- Meubilair en ander bruikbaar huisraad. Dit wordt voornamelijk ingezameld
door kringloopbedrijven.
- Vloerbedekking
- Betreft uitsluitend vloerbedekking van textiel.
- Vlakglas
- Zoals ruiten en spiegels.
- Metalen
- Uitgezonderd metalen verpakkingen.
- Houtafval (A- en B-hout)
- Afvalhout dat geen verduurzaamd hout bevat.
- Houtafval (C-hout)
- Verduurzaamd hout en bielzen.
Gegevens over houtafval (C-hout) worden vanaf 2007 apart gepubliceerd.
Vòòr 2007 was dit afval opgenomen in de rubriek 'overige afvalstoffen'.
- Schoon puin
- Steenachtig materiaal zoals baksteen en beton.
- Bitumenhoudende dakbedekking
- Asbesthoudend afval
- Asbest en asbesthoudend afval.
- Autobanden
- Schone grond
- Overige afvalstoffen
- Zoals gips en kadavers. Tot en met 2006 werden ook luiers en houtafval
(C-hout) gerekend tot de overige afvalstoffen.
- Kenmerken gemeente
- Gemeentecode
- De gemeentecode geeft de numerieke aanduiding van gemeenten weer, die door
het CBS in overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties (BZK) wordt vastgesteld. Deze viercijferige code is
gekoppeld aan de naam van de gemeente: wijzigt de naam van een gemeente,
dan wijzigt ook de code.
- Provincie
- Stedelijkheid
- De indeling van gemeenten naar stedelijkheid is gebaseerd op de
omgevingsadressendichtheid van de gemeente.
Allereerst is voor ieder adres binnen een gemeente de adressendichtheid
vastgesteld van een gebied met een straal van 1 km rondom dat adres. De
omgevings-adressendichtheid van een gemeente is de gemiddelde waarde
hiervan voor alle adressen binnen die gemeente.
De vijf stedelijkheidsklassen zijn gebaseerd op klassegrenzen van
2500, 1500, 1000 en 500 adressen per km².
De volgende klassen worden onderscheiden:
- Zeer sterk stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 2500 of meer);
- Sterk stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 1500 tot 2500);
- Matig stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 1000 tot 1500);
- Weinig stedelijk (omgevingsadressendichtheid van 500 tot 1000);
- Niet-stedelijk (omgevingsadressendichtheid van minder dan 500).
Meer informatie is opgenomen in de Maandstatistiek van de bevolking,
juli 1992, en het Statistisch magazine nr.3, 1992.
- Inwoners per 1 januari