Afvalwaterzuivering bij bedrijven; bedrijfstak (SBI'93), 1993 - 2007
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Het CBS verzamelt, binnen het kader van de milieustatistieken, gegevens
over de zuivering van stedelijk afvalwater en over de particuliere
zuivering van afvalwater van voornamelijk industriële oorsprong.
Stedelijke ofwel openbare afvalwaterzuivering betreft het zuiveren van
afvalwater dat door huishoudens en bedrijven op het riool wordt geloosd.
Bij particuliere afvalwaterzuivering gaat het om bedrijven en instellingen
die over een eigen zuiveringsinstallatie beschikken.
In de zuiveringsinstallaties worden uit het aangevoerde afvalwater
(influent) de verontreinigingen verwijderd door middel van mechanische,
biologische en/of fysisch-chemische zuiveringstechnieken. Het gezuiverde
afvalwater (effluent) wordt op het oppervlaktewater geloosd.
Bij de afvalwaterzuivering ontstaat een restproduct, het zuiveringsslib.
In zuiveringsslib afkomstig van biologische installaties kunnen de
organische stoffen nog verder worden afgebroken (slibgisting). Bij dit
proces komt biogas vrij, dat kan worden gebruikt voor energieopwekking.
Het zuiveringsslib wordt daarna eventueel ontdaan van het overtollige
water (ontwatering). Daarna kan het slib, afhankelijk van de kwaliteit,
worden hergebruikt (voor bijvoorbeeld compostbereiding) of wordt het
uiteindelijk gestort of verbrand.
Deze tabel bevat de uitkomsten van de jaarlijkse enquête
Afvalwaterzuiveringsslib van bedrijven en instellingen: de aantallen en
ontwerpcapaciteit van de afvalwaterzuiveringsinstallaties van particuliere
bedrijven. Verder wordt de hoeveelheden en bestemming van het vrijkomende
zuiveringsslib weergegeven.
Gegevens beschikbaar van: 1993 - 2007
Wijziging per 29 april 2010:
In deze tabel zijn de gegevens van de tabellen 'Afvalwaterzuivering bij
bedrijven en instellingen; installaties' en 'Afvalwaterzuivering bij
bedrijven en instellingen; zuiveringsslib' samengevoegd. De uitkomsten
zijn uitgesplitst naar bedrijfsklasse SBI'93.
De tabel is stopgezet vanwege de overgang van de bedrijfsklasse-indeling
SBI'93 naar SBI2008.
In 2007 is door nieuwe informatie 1 bedrijf met een
afvalwaterzuiveringsinstallatie toegevoegd waardoor het totaal aantal
installaties met 1 is toegenomen. De totale capaciteit is voor 2007 niet
gewijzigd omdat de toegevoegde installatie behoort tot het type
mechanische installatie en niet bestemd is voor de verwijdering van
biologisch afbreekbare stoffen.
Voor de jaren 1996-2005 is van enkele bedrijven de SBI typering
gecorrigeerd. Door deze verschuiving zijn de cijfers over aantallen
installaties, capaciteit en hoeveelheden zuiveringsslib voor de categorie
'D industrie' voor de meeste jaren met maximaal 0,6% toegenomen. Voor 2002
bedraagt het verschil enkele procenten. De cijfers voor de categorie
"Overig, geen industrie" zijn door de verschuiving maximaal 5% afgenomen,
m.u.v. 2002 waar de afname 11% bedraagt voor het aantal installaties en 30%
voor de hoeveelheid zuiveringsslib. Voor alle onderwerpen zijn de
landelijke totalen niet gewijzigd.
Status van de cijfers: de cijfers zijn definitief.
Toelichting onderwerpen
- Zuiveringsinstallaties
- Het betreft particuliere zuiveringsinstallaties die in principe
zuiveringsslib (kunnen) produceren. Olie-afscheiders en vetvangers zijn
niet in beschouwing genomen omdat de daarbij afgevangen oliën en
vetten niet worden gerekend tot zuiveringsslib. Ook geavanceerde
technieken als ultrafiltratie en osmose (scheidingsmethoden met behulp
van een membraanfilter) worden hier niet weergegeven.- Installaties naar type
- Totaal installaties
- Mechanische installaties
- In een mechanische zuiveringsinstallatie worden niet opgeloste stoffen op
basis van hun fysische eigenschappen uit het afvalwater verwijderd. De
meest toegepaste uitvoeringsvorm is bezinking in een bassin. Andere
voorkomende methoden zijn centrifuges en filterpersen.
- Fysisch-chemische installaties
- In fysisch-chemische zuiveringsinstallaties worden anorganische
verontreinigingen, zoals zware metalen, en/of organische
verontreinigingen verwijderd door middel van een combinatie van
chemische technieken en fysische eigenschappen. Te noemen zijn:
- Precipitatie:
Door toevoeging van chemicaliën worden opgeloste stoffen in het
afvalwater onoplosbaar of slecht oplosbaar en vormt zich een neerslag.
Dit neerslag kan door bezinking worden verwijderd.
- Coagulatie/flocculatie:
Door toevoeging van chemicaliën (vlokmiddelen) worden niet opgeloste
deeltjes tot elkaar aangetrokken en gaan samenklonteren (coagulatie).
Door de waterbeweging in de installatie ontstaan bezinkbare vlokken
(flocculatie).
- Ontgifting-Neutralisatie-Ontwatering (ONO-installaties):
In een ONO-installatie wordt in een eerste stap het afvalwater
ontgiftigd (het uit de oplossing halen van zware metalen) en daarna
geneutraliseerd (door precipitatie, zie boven). Na bezinking wordt het
slib ontwaterd met een aan de installatie gekoppelde filterpers
(ontwatering).
- Biologische installaties
- In een biologische zuiveringsinstallatie worden organische
verontreinigingen afgebroken door bacteriën die in het zuiveringsbassin
aanwezig zijn of gehecht zijn aan dragermaterialen.
- Gecomb. biologisch/fys.-chem. instal.
- Gecombineerde biologisch/fysisch-chemische installaties:
Installaties waarin het afvalwater door een combinatie van
fysisch-chemische- en biologische zuiveringsprocessen gezuiverd wordt.
- Installaties naar biologisch proces
- Totaal biologisch
- Biologisch aëroob proces
- In een biologische aërobe zuiveringstrap worden organische
verontreinigingen afgebroken door micro-organismen die daarvoor zuurstof
verbruiken. De zuurstof wordt door beluchting van het zuiveringsbassin
ingebracht.
- Biologisch anaëroob proces
- In anaërobe zuiveringsinstallaties worden de verontreinigingen onder
strikt zuurstofloze omstandigheden afgebroken door micro-organismen.
Hierbij ontstaat biogas.
- Combinatie anaëroob-aëroob proces
- Installaties met zowel een anaërobe als een aërobe zuiveringstrap.
- Capaciteit zuiveringsinstallaties
- Capaciteit
- De capaciteit van installaties wordt uitgedrukt in
inwonerequivalenten. Een inwonerequivalent staat gelijk aan de
hoeveelheid zuurstofbindende stoffen die 1 inwoner dagelijks
produceert. Voor bedrijfsafvalwater geldt dat de inwonerequivalent
gelijk is aan 136 g zuurstofverbruik. Met andere woorden: om alle
organische vervuiling af te breken is 136 gram zuurstof nodig.
- Corresponderend aantal installaties
- Zuiveringsslib
- Zuiveringsslib is een restproduct van de zuivering van afvalwater. In deze
tabel wordt onder zuiveringsslib verstaan:
- slib afkomstig van een installatie voor de zuivering van huishoudelijk-
en/of bedrijfsafvalwater.
- slib afkomstig van septic-tanks en andere installaties voor verzameling,
afvoer en behandeling van afvalwater, met uitzondering van
olieafscheiders, vetputten, vetvangers en zandvangers.- Hoeveelheden slib naar bestemming
- Hoeveelheden zuiveringsslib, gemeten in gewichtshoeveelheden als zodanig,
dus inclusief het zich daarin bevindende water.- Totaal hoeveelheid slib afgevoerd
- Hoeveelheden zuiveringsslib, gemeten in gewichtshoeveelheden als zodanig,
dus inclusief het zich daarin bevindende water.
- Landbouw/bodem
- Gebruik als meststof of als bodemverbeteraar. Sinds 1995 is deze
toepassing gebonden aan een strenge normstelling voor wat betreft de
gehalten aan zware metalen.
- Diervoeders/destructiebedrijven
- Afvoer naar destructiebedrijven (bedrijven die kadavers, slachtafval en
afgekeurd vlees vernietigen of verwerken) en/of bedrijven die het slib
gebruiken voor de bereiding van diervoeders. Het betreft hier vrijwel
alleen slibstromen van bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie.
- Composteren
- Hierbij wordt zuiveringsslib met compost en houtsnippers vermengd en
onder bepaalde omstandigheden belucht, waardoor in een biologisch proces
organische stoffen in het zuiveringsslib worden afgebroken door bacteriën
en schimmels.
- Storten
- Afhankelijk van de kwaliteit wordt zuiveringsslib op regionale
stortplaatsen of op speciale slibstortplaatsen (deponiën) gestort.
- Verbranden
- Hierbij wordt zuiveringsslib, afhankelijk van de kwaliteit, samen met
huishoudelijk afval verbrand of wordt het in speciale slibverbrandings-
installaties verwerkt.
- Overige bestemmingen
- Te noemen zijn: toepassing in bouwmaterialen en wegenverharding,
afvoer naar installaties waar bepaalde componenten worden
teruggewonnen of hergebruik als entslib (zuiveringsslib voor de opstart
van andere zuiveringsinstallaties).
- Hoeveelheden droge stof naar bestemming
- Hoeveelheden zuiveringsslib, gemeten als droge stof, dus exclusief het
zich daarin bevindende water.- Totaal droge stof afgevoerd
- Hoeveelheden zuiveringsslib, gemeten als droge stof, dus exclusief het
zich daarin bevindende water.
- Landbouw/bodem
- Gebruik als meststof of als bodemverbeteraar. Sinds 1995 is deze
toepassing gebonden aan een strenge normstelling voor wat betreft de
gehalten aan zware metalen.
- Diervoeders/destructiebedrijven
- Afvoer naar destructiebedrijven (bedrijven die kadavers, slachtafval en
afgekeurd vlees vernietigen of verwerken) en/of bedrijven die het slib
gebruiken voor de bereiding van diervoeders. Het betreft hier vrijwel
alleen slibstromen van bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie.
- Composteren
- Hierbij wordt zuiveringsslib met compost en houtsnippers vermengd en
onder bepaalde omstandigheden belucht, waardoor in een biologisch proces
organische stoffen in het zuiveringsslib worden afgebroken door bacteriën
en schimmels.
- Storten
- Afhankelijk van de kwaliteit wordt zuiveringsslib op regionale
stortplaatsen of op speciale slibstortplaatsen (deponiën) gestort.
- Verbranden
- Hierbij wordt zuiveringsslib, afhankelijk van de kwaliteit, samen met
huishoudelijk afval verbrand of wordt het in speciale slibverbrandings-
installaties verwerkt.
- Overige bestemmingen
- Te noemen zijn: toepassing in bouwmaterialen en wegenverharding,
afvoer naar installaties waar bepaalde componenten worden
teruggewonnen of hergebruik als entslib (zuiveringsslib voor de opstart
van andere zuiveringsinstallaties).