Dierlijke mest; productie, transport en gebruik; kerncijfers, 1950-2013
Perioden | Mestproductie en mineralenuitscheiding Mestproductie (mld kg) | Mestproductie en mineralenuitscheiding Stikstofuitscheiding (N) (mln kg) | Mestproductie en mineralenuitscheiding Fosfaatuitscheiding (P2O5) (mln kg) | Veestapel Rundvee Melk- en kalfkoeien (x 1 000) | Veestapel Varkens (x 1 000) | Veestapel Pluimvee (x 1 000) |
---|---|---|---|---|---|---|
1950 | 49,0 | . | 117,1 | 1.520 | 1.864 | 23.991 |
1960 | 60,7 | . | 143,4 | 1.628 | 2.955 | 43.954 |
1970 | 68,2 | . | 181,3 | 1.896 | 5.533 | 57.312 |
1980 | 85,6 | 565,1 | 231,6 | 2.356 | 10.138 | 82.666 |
1990 | 87,4 | 691,2 | 229,1 | 1.878 | 13.915 | 94.902 |
1995 | 82,6 | 680,0 | 215,9 | 1.708 | 14.397 | 91.637 |
2000 | 75,6 | 549,1 | 190,9 | 1.504 | 13.118 | 106.517 |
2005 | 70,1 | 478,8 | 169,7 | 1.433 | 11.312 | 95.190 |
2011 | 71,4 | 477,4 | 169,7 | 1.470 | 12.429 | 98.925 |
2012 | 71,2 | 460,9 | 160,6 | 1.484 | 12.234 | 97.016 |
2013* | 73,2 | 471,1 | 164,0 | 1.553 | 12.219 | 99.370 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
De tabel bevat cijfers over de productie van dierlijke mest en de in de mest aanwezige mineralen stikstof en fosfaat. Ook zijn cijfers opgenomen over het deel van de uitgescheiden stikstof dat vervluchtigt in de vorm van ammoniak en overige stikstofverbindingen. Het gebruik van stikstof en fosfaat op landbouwbedrijven is afgeleid uit de mestproductie en het verschil tussen aan- en afvoer van mest op landbouwbedrijven. Het gebruik is gerelateerd aan de beschikbare plaatsingsruimte. Ontwikkelingen in de productie en het gebruik van dierlijke mest kunnen vergeleken worden met enkele kerncijfers over de omvang van de veestapel en de oppervlakte bouwland en grasland.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1950
Status van de cijfers:
- Alle cijfers tot en met 2012 zijn definitief.
- De cijfers over 2013 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.
Deze tabel wordt opgevolgd door: Dierlijke mest; productie, transport en gebruik; kerncijfers, 1950-2013
Toelichting onderwerpen
- Mestproductie en mineralenuitscheiding
- De mestproductie is gedefinieerd als de hoeveelheid mest die na enkele maanden bewaring aanwezig is in stalopslag en in opslag buiten de stal, inclusief voerresten, schoonmaakwater en vermorst drinkwater. Voor rundvee, schapen, paarden en pony's komt daar nog de hoeveelheid mest bij die deze dieren produceren wanneer ze in de wei lopen. De mineralenuitscheiding bestaat uit de uitgescheiden hoeveelheid stikstof (N-totaal), zonder aftrek van stikstof die vervluchtigt in de vorm van NH3, N2, NO en N2O, en de uitscheiding van fosfaat.
- Mestproductie
- De mestproductie is gedefinieerd als de hoeveelheid mest die na enkele maanden bewaring aanwezig is in stalopslag en in opslag buiten de stal, inclusief schoonmaakwater en vermorst drinkwater. Voor rundvee en schapen komt daar nog de hoeveelheid mest bij die deze dieren produceren wanneer ze in de wei lopen.
- Stikstofuitscheiding (N)
- De uitgescheiden hoeveelheid stikstof (N-totaal) zonder aftrek van stikstof die vervluchtigt in de vorm van NH3, N2, NO en N2O.
- Fosfaatuitscheiding (P2O5)
- De uitgescheiden hoeveelheid fosfaat (als P2O5).
- Veestapel
- Selectie van diercategorieën die in de Landbouwtelling worden geteld.
---
De resultaten van de landbouwtelling van 2000 tot heden kunnen sinds de eerste publicatie op de CBS-website zijn aangepast. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een bijstelling of een met terugwerkende kracht doorgevoerde wijziging van de afbakening van landbouwbedrijven, waarbij bedrijven die uitsluitend natuurterreinen beheren worden uitgesloten. De aantallen dieren in de landbouwtelling kunnen dus afwijken van de aantallen dieren in deze tabel die gebaseerd zijn op niet-aangepaste uitkomsten. Deze eerdere uitkomsten vormen de basis van de berekening van de mest- en mineralenuitscheiding.- Rundvee
- Rundvee omvat de runderen die worden gehouden voor de melkproductie, voor de instandhouding of uitbreiding van de melkveestapel, of voor de vleesproductie.
- Melk- en kalfkoeien
- Koeien van 2 jaar of ouder, die ten minste eenmaal gekalfd hebben en voor de melkproductie of fokkerij worden aangehouden; inclusief droogstaande koeien (dit zijn koeien, die tijdelijk geen melk geven omdat ze drachtig zijn)
- Varkens
- Totaal aantal biggen, vleesvarkens en fokvarkens.
- Pluimvee
- Kippen, kalkoenen en vleeseenden inclusief ouderdieren. Niet inbegrepen
zijn overig pluimvee zoals legeenden, ganzen, parelhoenders en
dergelijke. Voor laatstgenoemde categorieën wordt geen mest- en
mineralenuitscheiding berekend.