Buurtproblemen, onveiligheid, slachtofferschap naar kenmerken(VMR '05-'08)

Buurtproblemen, onveiligheid, slachtofferschap naar kenmerken(VMR '05-'08)

Persoons- en buurtkenmerken Cijfersoort Perioden Buurtproblemen Verkeersoverlast Aanrijdingen (% komt vaak voor) Buurtproblemen Sociale cohesie Mensen gaan prettig met elkaar om (% (helemaal) eens) Onveiligheidsgevoelens Onveiligheidsgevoelens in situaties Rondom uitgaansgelegenheden (% voelt zich wel eens onveilig) Slachtofferschap criminaliteit Doorrijden na aanrijding (%)
Aandachtswijk Waarde 2008 7,5 70,0 13,0 3,6
Aandachtswijk Betrouwbaarheidsmarge 2008 2,1 3,7 2,7 1,7
Geen aandachtswijk Waarde 2008 3,6 86,6 9,2 1,5
Geen aandachtswijk Betrouwbaarheidsmarge 2008 0,3 0,5 0,4 0,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel vindt u een overzicht van ervaren buurtproblemen, onveiligheidsbeleving en slachtofferschap van
personen op basis van de Veiligheids Monitor Rijk (VMR).
Het gaat over buurtproblemen (verkeersoverlast, overige overlast, fysieke verloedering en sociale cohesie), onveiligheidsgevoelens, (onveiligheidsgevoelens algemeen en in specifieke situaties, vermijdingsgedrag), slachtofferschap van criminaliteit (slachtofferschap totaal, geweldsdelicten en vermogensdelicten).
Het gaat steeds om gegevens over de bevolking van 15 jaar of ouder, tenzij anders vermeld. Opgenomen zijn de landelijke cijfers en de cijfers naar persoons- en buurtkenmerken.
De buurten zijn ingedeeld op basis van 6-cijferige postcodes zoals beschreven in de tabel href="http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=70904NED&D1=0,9,12-16,119-122&D2=10073-10091,10093-10096,10099-10125,10127-10141&D3=4&VW=T">Kerncijfers wijken en buurten 2003-2008.

De VMR is telkens uitgevoerd in het eerste kwartaal van de jaren 2005 t/m 2008.
Omdat een groot deel van de VMR betrekking heeft op ervaringen in de voorgaande 12 maanden zijn hieraan telkens de buurtgegevens gekoppeld over het jaar voorafgaande aan het interviewjaar van de VMR.

Door wijziging in vraagstelling, onderzoeksopzet en/of context zijn de VMR-gegevens niet vergelijkbaar met gegevens uit andere bronnen, zoals de Integrale VeiligheidsMonitor (IVM, vanaf 2008) en eerdere veiligheids- en/of slachtofferenquêtes.

Gegevens beschikbaar: 2005 tot en met 2008

Deze tabel is stopgezet per 15-3-2013 en voortgezet als “Leefbaarheid woonbuurt; persoonskenmerken (IVM)”, “Leefbaarheid woonbuurt; buurtkenmerken (IVM)” “Onveiligheidsbeleving; persoonskenmerken (IVM)”, “Onveiligheidsbeleving; buurtkenmerken (IVM)”, “Slachtofferschap; persoonskenmerken (IVM)” en “Slachtofferschap; buurtkenmerken (IVM)”. Zie ook paragraaf 3.

Status van de cijfers: definitief

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet per 15-3-2013.

Toelichting onderwerpen

Buurtproblemen
In de VMR zijn aan alle respondenten vragen gesteld over problemen
waarmee de buurt te maken kan hebben,
zoals verkeersoverlast, overige overlast en fysieke verloedering.
Daarbij worden telkens deelproblemen genoemd waarvan de respondent
kan aangeven of die in zijn buurt vaak, soms, of nooit of bijna nooit
voorkomen.
Verkeersoverlast
Verkeersoverlast omvat de deelproblemen:
- Agressief verkeersgedrag.
- Geluidsoverlast door verkeer.
- Te hard rijden.
- Aanrijdingen.
Aanrijdingen
Sociale cohesie
In de VMR is - mede op verzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau -
een aantal vragen opgenomen over de betrokkenheid van respondenten bij de
beleving van hun woonbuurt. Dit gebeurt in de vorm van
een achttal stellingen waarvan de respondenten kunnen aangeven in
hoeverre zij het hiermee eens zijn (antwoordmogelijkheden: helemaal
mee eens; mee eens; niet mee eens, niet mee oneens; mee oneens;
helemaal mee oneens).
Mensen gaan prettig met elkaar om
Stelling: In deze buurt gaat men op een prettige manier met elkaar om.
Onveiligheidsgevoelens
In de VMR wordt de respondenten een aantal vragen voorgelegd over door
hen ervaren onveiligheidsgevoelens.
Naast vragen of men zich wel eens onveilig voelt in het algemeen en in
bepaalde situaties is aan alle respondenten gevraagd of zij bepaalde
(vermeende) onveilige situaties vermijden.
Onveiligheidsgevoelens in situaties
Gevraagd is telkens of men zich in de betreffende situatie wel eens
onveilig voelt. (antwoordmogelijkheden: 'ja'; 'nee'; 'niet van
toepassing' (behalve bij 'op straat in eigen buurt' en 'in eigen huis').
Deze vragen zijn alleen gesteld aan degenen die 'ja' antwoordden op de
vraag of men zich wel eens onveilig voelt.
Het weergegeven percentage heeft betrekking op alle respondenten.
Rondom uitgaansgelegenheden
Slachtofferschap criminaliteit
In de VMR is aan alle respondenten gevraagd of zij slachtoffer zijn
geweest van een of meer met name genoemde delicten.
Het gaat daarbij om geweldsdelicten (seksuele delicten, mishandeling,
bedreiging), vermogensdelicten (inbraak of poging daartoe, fietsdiefstal,
diefstal van of uit de auto, zakkenrollerij met en zonder geweld,
overige diefstal), vandalisme (beschadiging/diefstal vanaf auto, overige
vernielingen), doorrijden na een aanrijding en overige, niet nader
gespecificeerde delicten.
Per soort delict is daarbij telkens eerst gevraagd of men daarvan in de
afgelopen vijf jaar slachtoffer is geweest. Zo ja dan werd gevraagd of
dit vóór of na 1 januari van het voorgaande jaar gebeurde. Indien (ook)
na 1 januari, dan werd verder gevraagd hoe vaak dit sindsdien
plaatsvond, en in welke jaar en maand (de laatste keer), en - voorover
van toepassing - ook de voorlaatste en voorvoorlaatste keer.
Weergegeven is telkens het aandeel van de betreffende bevolking dat
slachtoffer is geweest.
Slachtoffer is iemand die in een periode van 12 maanden voorafgaande
aan de interviewdatum éénmaal of vaker een delict heeft ondervonden,
ongeacht het aantal keren dat dit gebeurde.
De gegevens hebben betrekking op personen van 15 jaar en ouder,
tenzij anders vermeld.
Doorrijden na aanrijding