Integratie; migratieachtergrond, 2006-2011

Integratie; migratieachtergrond, 2006-2011

Migratieachtergrond Persoonskenmerken Perioden Oriëntatie Nederland:migratieachtergrond Identificatie met land van migratie Meer land van migratie (%) Oriëntatie Nederland:migratieachtergrond Identificatie met land van migratie Zowel land van mig als Nederland (%) Oriëntatie Nederland:migratieachtergrond Identificatie met land van migratie Meer Nederland (%) Opvattingen Rol van mannen en vrouwen Vrouw verantwoordelijk voor huishouden (% (helemaal) mee eens) Opvattingen Belang van familiebanden Ouder familielid heeft meer invloed (% (helemaal) mee eens) Opvattingen Belang van familiebanden Kind moet vaak op bezoek bij ouders (% (helemaal) mee eens) Opvattingen Belang van familiebanden Kind blijft thuis wonen tot trouwen (% (helemaal) mee eens) Opvattingen Belang van familiebanden Meer vertrouwen in familie dan vrienden (% (helemaal) mee eens) Opvattingen Belang van familiebanden Kinderen moeten voor ouders zorgen (% (helemaal) mee eens) Opvattingen Homoseksualiteit Homo's moeten leven kunnen leiden (% (helemaal) mee eens) Mediagebruik Leest vaak Nederlandse (dag)bladen (%) Mediagebruik Leest vaak (dag)bladen uit land herkomst (%)
Turkije 4 grote steden 2011 78 16 6 . 50 73 72 73 85 51 28 11
Marokko 4 grote steden 2011 64 29 7 . 49 78 57 65 89 62 32 4
Suriname 4 grote steden 2011 33 40 27 . 33 57 27 48 74 87 57 5
(voormalige) Nederlandse Antillen, Aruba 4 grote steden 2011 42 34 24 . 35 55 19 58 78 83 42 8
Nederlandse achtergrond 4 grote steden 2011 . 27 18 9 . . 94
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel gaat over de sociaal-culturele integratie van vier migratieachtergrond groepen in Nederland: Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen. Aan de orde komen onder andere de mate waarin zij zich verbonden voelen met Nederland, contacten met autochtonen, het beheersen van het Nederlands en deelname aan het verenigingsleven. Ook opvattingen over de rol van mannen en vrouwen, over familieverbanden, over homoseksualiteit en over ethische kwesties, religie en mediagebruik komen in de tabel aan bod. Waar mogelijk zijn de allochtone groepen vergeleken met een groep autochtonen.

Gegevens beschikbaar van 2006 tot en met 2011.

Status van de cijfers: definitief.

Wijzigingen per 14 januari 2020:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Oriëntatie Nederland:migratieachtergrond
Oriëntatie op Nederland: met migratieachtergrond
Aan Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen is gevraagd naar hun identificatie met het land van migratie, of ze zich thuis voelen in Nederland, hoe vaak zij heimwee hebben naar het land van migratie, met wie zij contacten hebben in de vrije tijd en of ze wel eens bezoek krijgen van mensen met Nederlandse achtergrond.
Identificatie met land van migratie
Antwoord op de vraag of de respondent zich meer identificeert met
het land van migratie of meer met Nederland.
Meer land van migratie
Zowel land van mig als Nederland
Meer Nederland
Opvattingen
Opvattingen
Aan respondenten zijn stellingen voorgelegd over de rol van mannen en vrouwen, het belang van familiebanden, homoseksualiteit en ethische kwesties.
Rol van mannen en vrouwen
Rol van mannen en vrouwen
Aan respondenten zijn een aantal stellingen voorgelegd over de rol van mannen en vrouwen. Voor elk van deze stellingen is het percentage personen weergegeven dat aangeeft het daarmee (helemaal) eens te zijn.
Vrouw verantwoordelijk voor huishouden
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de stelling 'De vrouw kan het beste de verantwoordelijkheid voor het huishouden hebben'. Deze stelling is alleen voorgelegd in 2006.
Belang van familiebanden
Belang van familiebanden
Aan respondenten zijn een aantal stellingen voorgelegd over het belang van familiebanden. Voor elk van deze stellingen is het percentage personen weergegeven dat aangeeft het daarmee (helemaal) eens te zijn.
Ouder familielid heeft meer invloed
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de
stelling 'Bij belangrijke beslissingen moeten oudere familieleden
meer invloed hebben dan jongere'.
Kind moet vaak op bezoek bij ouders
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de
stelling 'Kinderen die dichtbij hun ouders wonen moeten
minstens 1 keer per week bij hun ouders op bezoek gaan'.
Kind blijft thuis wonen tot trouwen
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de
stelling 'Kinderen kunnen het beste thuis wonen totdat ze
gaan trouwen'.
Meer vertrouwen in familie dan vrienden
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de
stelling 'Ik vertrouw meer op mijn familie dan op mijn vrienden'.
Kinderen moeten voor ouders zorgen
Homoseksualiteit
Homoseksualiteit
Aan respondenten zijn een aantal stellingen voorgelegd over homoseksualiteit. Voor elk van deze stellingen is het percentage personen weergegeven dat aangeeft het daarmee (helemaal) eens te zijn. Deze stellingen zijn alleen voorgelegd in 2011.
Homo's moeten leven kunnen leiden
Homo's moeten hun leven kunnen leiden
Percentage personen dat het eens of helemaal eens is met de stelling 'Homoseksuele mannen en lesbische vrouwen moeten hun leven kunnen leiden zoals zij dat willen'. Deze stelling is alleen voorgelegd in 2011.
Mediagebruik
Mediagebruik
Percentage personen dat vaak Nederlandse (dag)bladen of (dag)bladen land herkomst leest, dat vaak naar Nederlandse of naar zenders land herkomst kijkt en dat beschikt over een computer met internetaansluiting.
Leest vaak Nederlandse (dag)bladen
Leest vaak Nederlandse (dag)bladen
Aan respondenten is gevraagd op hoeveel dagen per week zij Nederlandse (dag)bladen lezen. In 2006 luidden de antwoordcategorieën bij deze vraag als volgt: nooit, minder dan 1 dag per week, 1 à 2 dagen per week, 3à 4 dagen per week, 5 à 6 dagen per week en elke dag. In 2011 als volgt: nooit, minder dan 1 keer per week, meerdere keren per week, (bijna) elke dag. Voor 2006 wordt het percentage personen gerapporteerd dat minstens 5 dagen per week Nederlandse kranten of tijdschriften leest. In 2011 het
percentage personen dat (bijna) elke dag Nederlandse kranten of tijdschriften leest. Eventuele verschillen tussen 2006 en 2011 kunnen mede veroorzaakt worden door deze verschillen in definitie tussen de twee jaren.
Leest vaak (dag)bladen uit land herkomst
Leest vaak (dag)bladen uit land herkomst
Aan respondenten is gevraagd op hoeveel dagen per week zij (dag)bladen uit het land van herkomst lezen. In 2006 luidden de antwoordcategorieën bij deze vraag als volgt: nooit, minder dan 1 dag per week, 1 à 2 dagen per week, 3à 4 dagen per week, 5 à 6 dagen per week en elke dag. In 2011 als volgt: nooit, minder dan 1 keer per week, meerdere keren per week, (bijna) elke dag. Voor 2006 wordt het percentage personen gerapporteerd dat minstens 5 dagen per week kranten of tijdschriften uit het land van herkomst leest. In 2011 het percentage personen dat (bijna) elke dag kranten of tijdschriften uit het land van herkomst leest. Eventuele verschillen tussen 2006 en 2011 kunnen mede veroorzaakt worden door deze verschillen in definitie tussen de twee jaren.