Klimaatgegevens; De Bilt temperatuur, neerslag en zonneschijn 1800-2014

Tabeltoelichting

Deze tabel geeft klimaatgegevens van het weerstation De Bilt (bron: KNMI).
De langst lopende reeksen in deze tabel zijn die van de winter- en zomergemiddelde temperatuur. Deze beginnen in 1800. De reeksen van de jaargemiddelde temperatuur en van de hoeveelheidzonneschijn per jaar beginnen in 1900.
Van de dagen met een bepaalde temperatuur (ijsdagen, zomerse dagen) beginnen de reeksen tussen 1940 en 1950.

Vanaf 1980 zijn er cijfers over de hele set klimaatgegevens.

Gegevens beschikbaar van 1800 tot en met 2014

Status van de cijfers: definitief.

Wijziging per 19 april 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

De cijfers voor de langjarige gemiddelden 1971-2000 zijn in een eerdere versie van de tabel per abuis niet opgenomen. De langjarige gemiddelden 1981-2010 zijn toegevoegd.

Cijfers over het weer en klimaat in Nederland zijn te vinden op de website van het KNMI

Toelichting onderwerpen

Temperatuur
Warmte van de lucht uitgedrukt in graden Celsius.
Jaargemiddelde
Het gemiddelde van de dagelijkse waarnemingen over het hele jaar.
Wintergemiddelde
Het gemiddelde van de dagelijkse waarnemingen in de winter.
De winter loopt van december tot en met februari. In het gemiddelde is
dus een maand van het voorgaande jaar meegenomen.
Zomergemiddelde
Het gemiddelde van de dagelijkse waarnemingen in de zomer.
De zomer loopt van juni tot en met augustus.
Gemiddeld dagminimum winter
Het gemiddelde van de laagste temperatuur van elke dag in de winter.
De winter loopt van december tot en met februari. In het gemiddelde is
dus een maand van het voorgaande jaar meegenomen.
Gemiddeld dagmaximum zomer
Het gemiddelde van de hoogste temperatuur van elke dag in de zomer.
De zomer loopt van juni tot en met augustus.
IJsdagen
Aantal dagen in het jaar met een maximumtemperatuur lager dan
0,0 graden Celsius.
Vorstdagen
Aantal dagen in het jaar met een minimumtemperatuur lager dan
0,0 graden Celsius.
Zomerse dagen
Aantal dagen in het jaar met een maximumtemperatuur van
25,0 graden Celsius of hoger.
Tropische dagen
Aantal dagen in het jaar met een maximumtemperatuur van
30,0 graden Celsius of hoger.
Graaddagen
De som per jaar van de daggemiddelde temperatuur beneden de stookgrens
van 18 graden Celsius.
Bijvoorbeeld:
daggemiddelde temperatuur 20 graden Celsius: geen graaddagen
daggemiddelde temperatuur 10 graden Celsius: 18-10 = 8 graaddagen
daggemiddelde temperatuur -4 graden Celsius: 18-(-4) = 22 graaddagen
De som over deze drie dagen is dus 30 graaddagen
Neerslag
Neerslag omvat regen, sneeuw, hagel, ijzel, dauw en rijp.
Hoeveelheid neerslag
De hoeveelheid neerslag per dag is het aantal mm dat valt tussen
8 uur 's morgens en 8 uur de volgende morgen, gemeten met een
pluviometer (regenmeter).
Dagen met neerslag
Het aantal dagen met ten minste 1,0 mm neerslag.
Sneeuwdagen
Er is sprake van een sneeuwdag als er minimaal één sneeuwvlok is
waargenomen.
Droge dagen
Dag zonder meetbare neerslag.
Dagen met mist
Er is sprake van mist bij een zicht van minder dan 1000 meter.
Verdamping
Overgang van vloeibaar water in bodem en planten in waterdamp, berekend
uit de daggemiddelde temperatuur en de dagelijkse hoeveelheid
zonnestraling.
Relatieve vochtigheid
Verhouding van de dampdruk in de atmosfeer tot de bij de temperatuur
mogelijke druk van verzadigde damp, gemeten op 1,5 m boven de grond.
Zonneschijn
Straling van de zon (=globale straling). De zonneschijnduur wordt berekend uit de globale straling.
Hoeveelheid zonneschijn
De duur van de zonneschijn in uren. Deze is tot en met 1992 gemeten met de Campbell-Stokes zonneschijnmeter. Het instrument bestaat uit een glazen bol, die als een brandglas werkt. Vanaf 1992 wordt zonneschijn langs
elektronische weg gemeten met een pyranometer. Waarden boven circa 120 Watt/m2 worden geregistreerd als zonneschijn. Dat komt ongeveer
overeen met een situatie dat de zon schaduw maakt.
Zonloze dagen
Een zonloze dag is een dag met nul uren zonneschijn.