Boomkwekerij en vaste planten, naar soort teler en regio, 2000-2009
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over de teelt van boomkwekerijgewassen en vaste
planten in de open grond en onder glas. Voor alle onderscheiden gewassen en
de verschillende teeltwijzen wordt zowel het teeltoppervlak als het
bijbehorend aantal bedrijven gepresenteerd. Alle gegevens worden
uitgesplitst naar soort teler en regio.
De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De
landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die door het
ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gebruikt wordt voor
ondermeer de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de
Meststoffenwet.
Gegevens beschikbaar van: 2000-2009.
Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven
uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid); met ingang van 2010 wordt
dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Als gevolg daarvan is deze
tabel stopgezet.
Status van de cijfers: de cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 25 maart 2010: de cijfers van 2009 zijn definitief.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Tabel stopgezet per 9 februari 2011.
Toelichting onderwerpen
- Oppervlakte boomteelt en vaste planten
- De oppervlakte beteeld met boomkwekerijgewassen en vaste planten,
in hectares (oppervlakte open grond + oppervlakte onder glas).- Boomteelt en vaste planten, totaal
- De totale oppervlakte beteeld met boomkwekerijgewassen en vaste
planten, in hectares (oppervlakte open grond + oppervlakte onder glas).
- Open grond
- De oppervlakte open grond omvat de oppervlakten met
boomkwekerijgewassen en vaste planten, die geteeld
worden in de volle grond en in potten- en containers.- Gewassen
- De volgende gewassen worden onderscheiden:
bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, rozenstruiken,
sierconiferen, sierheesters en klimplanten, vaste planten en
vruchtbomen.- Gewassen, totaal
- De totale oppervlakte open grond aan boomkwekerijgewassen en vaste
planten is de som van de oppervlakten van de volgende gewassen:
- bos- en haagplantsoen
- laan- en parkbomen
- rozenstruiken
- sierconiferen
- sierheesters en klimplanten
- vaste planten
- vruchtbomen
- Bos- en haagplantsoen
- Bos- en haagplantsoen bestaat uit jonge struiken en bomen, die
gekweekt worden voor diverse toepassingen binnen de bosbouw
en voor de aanplant van afscheidingen zoals heggen.
- Laan- en parkbomen
- Laan- en parkbomen worden gekweekt om uiteindelijk langs lanen
of in parken geplant te worden.
De oppervlakte aan laan- en parkbomen is uitgesplitst in drie delen:
- Onderstammen: het worteldragende deel van een boom,
dat gebruikt wordt bij het enten (= het laten vergroeien van het
knopdragende deel, de ent, met de onderstam).
- Spillen: de jongere bomen (maximaal 2 à 3 jaar oud).
- Opzetters: de oudere bomen (minimaal 2 à 3 jaar oud).- Laan- en parkbomen, totaal
- De totale teeltoppervlakte aan laan- en parkbomen is de som van de
oppervlakten van onderstammen, spillen en opzetters.
- Rozenstruiken
- Het gaat hier om rozenstruiken, die in hun geheel worden verhandeld.
- Sierconiferen
- De coniferen zijn op grond van hun toepassing onder te verdelen in
twee groepen: de haagconiferen en de sierconiferen. De oppervlakten
aan haagconiferen worden geteld onder bos- en haagplantsoen.
- Sierheesters en klimplanten
- Een klimplant heeft een dunne buigzame stengel, die zich met
hechtorganen langs andere planten of voorwerpen omhoogwerkt.
Een heester is een laaggroeiende, boomachtige struik.
De heesters zijn op grond van hun toepassing onder te verdelen in twee
groepen: de haagheesters en de sierheesters. De oppervlakten aan
haagheesters worden geteld onder bos- en haagplantsoen.- Sierheesters en klimplanten, totaal
- De totale teeltoppervlakte aan sierheesters en klimplanten is gelijk aan
de som van de oppervlakten buxus, ericaceae, trek- en besheester en
de overige sierheesters en klimplanten.
- Vaste planten
- Een vaste plant is een meerjarige, niet-houtige plant (dus geen boom of
struik), die normaalgesproken langer dan twee jaar leeft.
In Nederland gaat het gewoonlijk om planten die in de winter afsterven
tot aan de wortel en in het voorjaar vanuit de wortel weer gaan groeien
en bloeien.
- Vruchtbomen
- Vruchtbomen (fruitbomen) zijn loofbomen die eetbare vruchten geven,
bijvoorbeeld appels, peren.
De oppervlakte aan vruchtbomen is uitgesplitst in drie delen:
- Onderstammen
- Moerbomen
- Overige vruchtbomen
Een onderstam is het worteldragende deel van een boom, dat gebruikt
wordt bij het enten (= het laten vergroeien van het knopdragende deel,
de ent, met de onderstam).
Een moerboom (=moederboom) is de boom, waarvan de enten
gesneden worden.
Een overige vruchtboom is een vruchtboom, die niet gebruikt wordt als
onderstam of moerboom bij het enten (in zekere zin het eindproduct van
een vruchtboomkweker).- Vruchtbomen, totaal
- De totale teeltoppervlakte aan vruchtbomen is de som van de
oppervlakten van onderstammen, moerbomen en overige vruchtbomen.
- Teeltwijze
- De volgende open grond teeltwijzen worden onderscheiden:
de teelt in de volle grond en de teelt in potten- en containers- Teeltwijze, totaal
- De totale opervlakte open grond aan boomkwekerijgewassen en vaste
planten is de som van de oppervlakten met teelt in de volle grond en
met teelt in potten- en containers.
- Teelt in de volle grond
- Open grond teelt, exclusief de pot- en containervelden.
- Teelt in potten en containers
- Open grond teelt, waarbij de gewassen in potten- en containers zitten.
- Onder glas
- De oppervlakte met boomkwekerijgewassen en vaste planten,
die geteeld wordt in kassen die bedekt zijn met glas of plastic
(inclusief de teelt in betreedbare plastic tunnels).- Onder glas, totaal
- De totale teeltoppervlakte onder glas is opgesplitst in twee delen:
- vermeerdering;
- volledige teelt onder glas.
Het bevat niet de kasoppervlakte die uitsluitend ingezet wordt voor de
overwintering van open grond gewassen.
- Vermeerdering
- Bij vermeerdering wordt op basis van een beperkt aantal bestaande
bomen, planten en struiken een groot aantal nieuwe bomen, planten of
struiken opgekweekt (via bijvoorbeeld zaaien, stekken en enten).
De verhandelbare productie van een vermeerderaar vormt het
uitgangsmateriaal van vooral open grond telers om dit verder uit te laten
groeien tot volwaardige bomen, planten en struiken.
- Volledige teelt onder glas
- De gehele opkweek tot verhandelbare eindproduct vindt uitsluitend plaats
onder bedekking van glas en plastic.
- Bedrijven met boomteelt en vaste planten
- Het aantal kwekerijen met een beteelde oppervlakte
boomkwekerijgewassen en/of vaste planten.- Boomteelt en vaste planten, totaal
- Het totaal aantal kwekerijen met een beteelde oppervlakte
boomkwekerijgewassen en/of vaste planten.
- Open grond
- Het aantal kwekerijen met open grond boomteelt en/of vaste planten.
- Gewassen
- De volgende gewassen worden onderscheiden:
bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, rozenstruiken,
sierconiferen, sierheesters en klimplanten, vaste planten en
vruchtbomen.- Gewassen, totaal
- Het totaal aantal kwekerijen met een beteelde oppervlakte
boomkwekerijgewassen en/of vaste planten in de open grond.
- Bos- en haagplantsoen
- Het aantal kwekerijen met een beteelde oppervlakte bos- en
haagplantsoen in de open grond.
Bos- en haagplantsoen bestaat uit jonge struiken en bomen, die
gekweekt worden voor diverse toepassingen binnen de bosbouw
en voor de aanplant van afscheidingen zoals heggen.
- Laan- en parkbomen
- Laan- en parkbomen worden gekweekt om uiteindelijk langs lanen
of in parken geplant te worden.- Laan- en parkbomen, totaal
- Het totaal aantal kwekerijen met een beteelde oppervlakte laan- en
parkbomen (onderstammen, spillen en/of opzetters) in de open grond.
- Rozenstruiken
- Het aantal kwekerijen met een beteelde oppervlakte rozenstruiken
in de open grond.
Het gaat hier om rozenstruiken, die in hun geheel worden verhandeld.
- Sierconiferen
- Het aantal kwekerijen met een beteelde oppervlakte sierconiferen
in de open grond.
De coniferen zijn op grond van hun toepassing onder te verdelen in
twee groepen: de haagconiferen en de sierconiferen. De haagconiferen
worden geteld onder bos- en haagplantsoen.
- Sierheesters en klimplanten
- Een klimplant heeft een dunne buigzame stengel, die zich met
hechtorganen langs andere planten of voorwerpen omhoogwerkt.
Een heester is een laaggroeiende, boomachtige struik.
De heesters zijn op grond van hun toepassing onder te verdelen in twee
groepen: de haagheesters en de sierheesters. De haagheesters worden
geteld onder bos- en haagplantsoen.- Sierheesters en klimplanten, totaal
- Het totaal aantal kwekerijen met een beteelde oppervlakte sierheesters
(zoals buxus, ericaceae, trek- en besheester) en/of klimplanten in de
open grond.
- Vaste planten
- Het aantal kwekerijen met een beteelde oppervlakte vaste planten
in de open grond.
Een vaste plant is een meerjarige, niet-houtige plant (dus geen boom of
struik), die normaalgesproken langer dan twee jaar leeft.
In Nederland gaat het gewoonlijk om planten die in de winter afsterven
tot aan de wortel en in het voorjaar vanuit de wortel weer gaan groeien
en bloeien.
- Vruchtbomen
- Vruchtbomen (fruitbomen) zijn loofbomen die eetbare vruchten geven,
bijvoorbeeld appels, peren.- Vruchtbomen, totaal
- Het totaal aantal kwekerijen met een beteelde oppervlakte vruchtbomen
(moerbomen, onderstammen en/of overig) in de open grond.
- Teeltwijze
- De volgende open grond teeltwijzen worden onderscheiden:
de teelt in de volle grond en de teelt in potten- en containers- Teeltwijze, totaal
- Het totaal aantal kwekerijen met open grond boomteelt en/of vaste planten.
- Teelt in de volle grond
- Het aantal kwekerijen met boomteelt en/of vaste planten in de volle grond.
- Teelt in potten en containers
- Het aantal kwekerijen met boomteelt en/of vaste planten in
potten/containers.
- Onder glas
- Het aantal kwekerijen met boomteelt en/of vaste planten onder glas.
- Onder glas, totaal
- Het totaal aantal kwekers met een beteelde oppervlakte
boomkwekerijgewassen en/of vaste planten onder glas.
- Vermeerdering
- Het aantal kwekers met boomteelt en/of vaste planten onder glas
voor vermeerderingsdoeleinden.
- Volledige teelt onder glas
- Het aantal kwekers met boomteelt en/of vaste planten met volledige teelt
onder glas (de gehele opkweek tot verhandelbare eindproduct).