Bedrijven met innovaties; kerncijfers
Perioden | Innovatoren Totaal technologische innovatoren (aantal) | Innovatoren Aandeel van de onderzoekspopulatie (%) | Innovatoren met afgeronde innovaties Totaal technologische innovatoren (aantal) | Innovatoren met afgeronde innovaties Productinnovatoren (Aandeel van bedrijven met afgeronde innovaties) | Innovatoren met afgeronde innovaties Procesinnovatoren (Aandeel van bedrijven met afgeronde innovaties) | Samenwerkende innovatoren (aantal) |
---|---|---|---|---|---|---|
1994 - 1996 | 17.193 | 37 | 15.436 | . | . | 4.179 |
1996 - 1998 | 19.381 | 40 | 16.687 | 84 | 59 | 4.865 |
1998 - 2000 | 18.346 | 34 | 17.081 | 88 | 58 | 4.452 |
2000 - 2002 | 11.755 | 20 | 10.294 | 83 | 58 | 3.848 |
2002 - 2004 | 14.450 | 25 | 13.770 | 70 | 71 | 5.406 |
2004 - 2006 | 15.464 | 25 | 14.688 | 69 | 68 | 5.585 |
2006 - 2008 | 14.152 | 25 | 13.301 | 73 | 67 | 5.393 |
2008 - 2010 | 20.248 | 38 | 19.547 | 72 | 72 | 6.000 |
2010 - 2012 | 16.823 | 31 | 15.700 | 73 | 63 | 5.133 |
2012 - 2014 | 19.043 | 37 | 17.252 | 68 | 67 | 7.155 |
2014 - 2016 | 19.916 | 38 | 18.688 | 69 | 64 | 5.802 |
2016 - 2018 | 20.286 | 37 | 19.052 | 50 | 88 | 4.810 |
2018 - 2020 | 22.751 | 40 | 21.829 | 49 | 92 | 6.613 |
2020 - 2022** | 26.537 | 45 | 25.098 | 48 | 90 | 7.169 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft een overzicht van het aantal Nederlandse bedrijven dat technologische innovatieprojecten uitvoert (al dan niet succesvol) of deze heeft afgerond. Deze bedrijven worden technologische innovatoren genoemd. Bij de technologische innovatoren met reeds afgeronde innovaties wordt onderscheid gemaakt tussen bedrijven met productinnovaties en bedrijven met procesinnovaties. Verder geeft de tabel ook informatie over het aantal bedrijven dat bij het ontwikkelen van technologische innovaties heeft samengewerkt met één of meer partners.
Het gaat in deze tabel alleen om technologische innovaties. Niet-technologische innovaties blijven buiten beschouwing. De definitie van een technologische innovatie is echter aan verandering onderhevig en niet voor alle verslagperiodes hetzelfde. Tot en met verslagperiode 2014-2016 werden organisatorische innovaties en marketinginnovaties apart uitgevraagd en werden vervolgens als niet-technologisch geclassificeerd. Met ingang van verslagperiode 2016-2018 vallen deze innovaties onder de procesinnovaties en worden daarmee als technologisch geclassificeerd.
De gegevens zijn de resultaten van een tweejaarlijkse innovatie-enquête. Elke enquête omvat drie jaren, bijvoorbeeld 2016 tot en met 2018 (dit is de verslagperiode). Het laatste jaar in een enquête is daarbij gelijk aan het eerste jaar in de volgende enquête. Dat betekent dat de periodes gedeeltelijk overlappen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1994-1996
Status van de cijfers:
De gegevens over de perioden tot en met 2018-2020 zijn definitief en de gegevens over de periode 2020-2022 zijn nader voorlopig.
Wijzigingen per 6 september 2024:
De nader voorlopige cijfers over 2020-2022 zijn toegevoegd.
Daarnaast was in de perioden 2016-2018 en 2018-2020 in het cijfer over samenwerkende innovatoren per abuis ook niet-innovatie gerelateerde samenwerking meegenomen. Hierdoor was het genoemde cijfer te hoog. Dit is nu gecorrigeerd en de juiste cijfers zijn gepubliceerd. De overige cijfers voor de genoemde perioden zijn ongewijzigd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Medio 2026 worden de cijfers over 2022-2024 gepubliceerd.
Toelichting onderwerpen
- Innovatoren
- Bedrijven die in de beschouwde periode technologische innovatieprojecten uitvoeren of deze - al dan niet succesvol - hebben uitgevoerd. Technologische innovatie omvat productinnovatie en procesinnovatie.
- Totaal technologische innovatoren
- Aandeel van de onderzoekspopulatie
- Aantal technologische innovatoren in percentage van alle bedrijven in de onderzoekspopulatie.
De onderzoekspopulatie betreft voor de periode 2010-2012 de volgende bedrijfstakken, ingedeeld volgens de Standaardbedrijfsindeling 2008 (SBI2008), peildatum 01-01-2014: Landbouw, bosbouw en visserij (A), Winning van delfstoffen (B), Industrie (C), Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en gekoelde lucht (D), Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering (E), Bouwnijverheid (F), Groot- en detailhandel; reparatie van auto's (G), Vervoer en opslag (H), Logies-, maaltijd- en drankverstrekking (I), Informatie en communicatie (J), Financiële instellingen (K), Verhuur van en handel in onroerend goed (L), Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening (M), Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening (N). Achter iedere bedrijfstak staat tussen haakjes de code van de SBI2008.
De onderzoekspopulatie betreft voor de periode 2006-2008 en 2008-2010 de voorgenoemde bedrijfstakken ingedeeld volgens SBI 2008 met als enige verschil dat de bedrijfstak Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening (M), exclusief 72 Speur- en ontwikkelingswerk is.
Voor periode 2004-2006 en eerdere verslagperiodes betreft de onderzoekspopulatie bedrijven in de onderstaande bedrijfstakken ingedeeld volgens de standaardbedrijfsindeling 1993 (SBI'93), peildatum 01-01-2006: Landbouw, jacht en bosbouw (A), Visserij (B), Winning van delfstoffen (C), Industrie (D), Productie en distributie elektriciteit, aardgas en water (E), Bouwnijverheid (F), Reparatie van consumentenartikelen en handel (G), Horeca (H), Vervoer, opslag en communicatie (I), Financiële instellingen (J), Verhuur en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening, exclusief speur- en ontwikkelingswerk (K), Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen (L), Onderwijs, exclusief de afdelingen (80.1) basisonderwijs voor leerplichtigen en speciaal onderwijs, (80.2) voortgezet onderwijs en (80.3) hoger onderwijs (M), Gezondheids- en welzijnszorg (N) en de bedrijfsgroepen Milieudienstverlening (90) en Overige dienstverlening (93). Achter iedere bedrijfstak staat tussen haakjes de code van de SBI'93.
Vanaf verslagjaar 2002 betreft de onderzoekspopulatie bedrijven in Nederland met 10 of meer werkzame personen. Tot 2002 betreft de onderzoekspopulatie bedrijven in Nederland met 10 of meer werknemers. In de innovatie-enquêtes over de verslagperiodes 1996-1998 en 1998-2000 zijn echter ook bedrijven met 1 tot 10 werknemers geënquêteerd. Het belangrijkste verschil tussen werknemers en werkzame personen is dat werknemers alleen de personen betreft die op de loonlijst van een bedrijf voorkomen, terwijl de eigenaren en meewerkende gezinsleden die niet op de loonlijst voorkomen ook worden gerekend tot de werkzame personen.
- Innovatoren met afgeronde innovaties
- Productinnovatoren en procesinnovatoren die in de beschouwde periode technologische innovatieprojecten succesvol hebben uitgevoerd en afgerond. Technologische innovatie omvat productinnovatie en procesinnovatie. Productinnovatoren zijn bedrijven die innovatieprojecten hebben uitgevoerd die hebben geleid tot technologisch nieuwe of sterk verbeterde producten of diensten (productinnovaties). Procesinnovatoren zijn bedrijven die innovatieprojecten hebben uitgevoerd die hebben geleid tot nieuwe of sterk verbeterde productieprocessen, distributiemethoden of ondersteunende activiteiten voor de goederen en/of diensten (procesinnovaties).
- Totaal technologische innovatoren
- Totaal van productinnovatoren en/of procesinnovatoren.
- Productinnovatoren
- Bedrijven die in beschouwde periode innovatieprojecten hebben uitgevoerd die hebben geleid tot technologisch nieuwe of sterk verbeterde producten of diensten (productinnovaties).
- Procesinnovatoren
- Bedrijven die in beschouwde periode innovatieprojecten hebben uitgevoerd die hebben geleid tot nieuwe of sterk verbeterde productieprocessen, distributiemethoden of ondersteunende activiteiten voor de goederen en/of diensten.
- Samenwerkende innovatoren
- Bedrijven die actief en gezamenlijk met andere ondernemingen en instellingen (partners) werken aan de ontwikkeling van technologisch nieuwe of verbeterde producten, diensten of processen al dan niet in een formeel samenwerkingsverband. Meestal worden de kosten en eventuele opbrengsten van dit soort samenwerkingsverbanden gedeeld. Uitbesteed werk is dus niet meegerekend.