Samenstelling vermogen; huishoudens, kenmerken, 2002-2014

Samenstelling vermogen; huishoudens, kenmerken, 2002-2014

Kenmerken van het huishouden Vermogensbestanddelen Perioden Huishoudens met vermogen (sbestanddeel) Aantal (x 1 000) Huishoudens met vermogen (sbestanddeel) Aandeel (%) Bedrag van het vermogen(sbestanddeel) Totaal (mld euro) Bedrag van het vermogen(sbestanddeel) Aandeel (%) Bedrag van het vermogen(sbestanddeel) Gemiddeld (1 000 euro) Bedrag van het vermogen(sbestanddeel) 25e percentiel (1 000 euro) Bedrag van het vermogen(sbestanddeel) 50e percentiel (mediaan) (1 000 euro) Bedrag van het vermogen(sbestanddeel) 75e percentiel (1 000 euro)
1 Inkomen uit arbeid 1. Vermogen 2014 3.830 100,0 434,4 45,4 113 0 10 111
1 Inkomen uit arbeid 1.1 Bezittingen 2014 3.830 100,0 957,4 100,0 250 9 172 281
1 Inkomen uit arbeid 1.1.1 Financiële bezittingen 2014 3.726 97,3 304,8 31,8 82 3 11 39
1 Inkomen uit arbeid 1.1.1.1 Bank- en spaartegoeden 2014 3.725 97,3 133,5 13,9 36 2 10 34
1 Inkomen uit arbeid 1.1.1.2 Obligaties 2014 65 1,7 4,9 0,5 75 5 18 54
1 Inkomen uit arbeid 1.1.1.3. Aandelen 2014 718 18,7 166,5 17,4 232 3 12 48
1 Inkomen uit arbeid 1.1.1.3.1 Aandelen aanmerkelijk belang 2014 65 1,7 133,9 14,0 2.056 304 760 1.944
1 Inkomen uit arbeid 1.1.1.3.2 Aandelen, overig 2014 682 17,8 32,5 3,4 48 3 10 32
1 Inkomen uit arbeid 1.1.2 Onroerend goed 2014 2.497 65,2 640,2 66,9 256 157 203 281
1 Inkomen uit arbeid 1.1.2.1 Eigen woning 2014 2.476 64,6 573,1 59,9 231 155 199 266
1 Inkomen uit arbeid 1.1.2.2 Onroerend goed, overig 2014 270 7,1 67,2 7,0 249 60 140 246
1 Inkomen uit arbeid 1.1.3 Roerende zaken enz. 2014 125 3,3 12,3 1,3 98 9 33 91
1 Inkomen uit arbeid 1.1.4 Ondernemingsvermogen 2014 0 . . . . . . .
1 Inkomen uit arbeid 1.2 Schulden 2014 2.374 62,0 522,9 54,6 220 122 179 250
1 Inkomen uit arbeid 1.2.1 Hypotheekschuld eigen woning 2014 2.317 60,5 472,9 49,4 204 123 178 245
1 Inkomen uit arbeid 1.2.2 Schulden, overig 2014 331 8,7 50,0 5,2 151 4 32 121
1 Inkomen uit arbeid Effecten 2014 723 18,9 171,4 17,9 237 3 13 51
1 Inkomen uit arbeid Vermogen excl. eigen woning 2014 3.830 100,0 334,3 34,9 87 2 11 42
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1. Vermogen 2014 151 100,0 128,2 63,9 851 3 196 720
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1 Bezittingen 2014 151 100,0 200,7 100,0 1.332 269 540 1.210
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.1 Financiële bezittingen 2014 149 98,9 118,4 59,0 795 13 78 524
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.1.1 Bank- en spaartegoeden 2014 149 98,8 13,2 6,6 89 7 26 87
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.1.2 Obligaties 2014 9 5,8 1,3 0,7 154 11 38 132
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.1.3. Aandelen 2014 79 52,7 103,9 51,8 1.309 23 295 1.188
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.1.3.1 Aandelen aanmerkelijk belang 2014 45 29,8 97,3 48,5 2.166 388 875 2.147
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.1.3.2 Aandelen, overig 2014 55 36,4 6,6 3,3 120 5 20 73
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.2 Onroerend goed 2014 131 86,7 77,8 38,8 596 261 392 624
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.2.1 Eigen woning 2014 128 85,1 51,9 25,9 405 243 342 483
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.2.2 Onroerend goed, overig 2014 46 30,6 26,0 12,9 563 121 246 508
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.3 Roerende zaken enz. 2014 25 16,8 4,4 2,2 175 17 54 156
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.1.4 Ondernemingsvermogen 2014 0 . . . . . . .
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.2 Schulden 2014 125 82,8 72,5 36,1 581 200 340 604
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.2.1 Hypotheekschuld eigen woning 2014 114 75,7 45,7 22,8 400 185 299 478
1.3 Overig inkomen uit arbeid 1.2.2 Schulden, overig 2014 70 46,3 26,8 13,4 384 31 112 314
1.3 Overig inkomen uit arbeid Effecten 2014 80 52,9 105,2 52,4 1.321 25 304 1.215
1.3 Overig inkomen uit arbeid Vermogen excl. eigen woning 2014 151 100,0 122,0 60,8 810 7 104 610
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1. Vermogen 2014 257 100,0 15,3 62,5 60 0 2 46
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1 Bezittingen 2014 257 100,0 24,5 100,0 95 1 4 148
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.1 Financiële bezittingen 2014 239 93,1 6,5 26,4 27 1 3 15
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.1.1 Bank- en spaartegoeden 2014 239 93,1 4,8 19,5 20 1 2 13
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.1.2 Obligaties 2014 2 1,0 0,1 0,6 57 8 23 57
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.1.3. Aandelen 2014 21 8,1 1,6 6,3 74 3 10 35
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.1.3.1 Aandelen aanmerkelijk belang 2014 1 0,2 0,8 3,2 1.568 153 545 1.657
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.1.3.2 Aandelen, overig 2014 21 8,0 0,8 3,1 37 3 10 32
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.2 Onroerend goed 2014 80 31,3 17,7 72,1 220 137 179 242
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.2.1 Eigen woning 2014 78 30,5 15,5 63,2 198 136 175 229
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.2.2 Onroerend goed, overig 2014 11 4,3 2,2 8,9 199 54 123 218
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.3 Roerende zaken enz. 2014 5 1,8 0,4 1,5 81 8 34 87
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.1.4 Ondernemingsvermogen 2014 0 . . . . . . .
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.2 Schulden 2014 68 26,3 9,2 37,5 136 65 112 167
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.2.1 Hypotheekschuld eigen woning 2014 64 24,9 8,1 32,9 126 68 112 164
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt 1.2.2 Schulden, overig 2014 11 4,1 1,1 4,6 108 5 33 103
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt Effecten 2014 21 8,3 1,7 6,9 80 3 11 39
3.1.2 Uitkering ziekte/arbeidsongeschikt Vermogen excl. eigen woning 2014 257 100,0 7,9 32,2 31 0 2 14
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de samenstelling van het vermogen van
huishoudens naar kenmerken als samenstelling van het huishouden, leeftijd en herkomst van de hoofdkostwinner, voornaamste inkomensbron, woonsituatie, regio, inkomensgroep, vermogensgroep en vermogensklasse.

Het samenstellen van de cijfers is per onderzoekjaar 2012 in vergelijking met voorgaande jaren op enkele onderdelen gewijzigd:
Met ingang van 2012 zijn de resultaten gebaseerd op integrale waarneming. De eerder gepubliceerde resultaten tot en met 2011 zijn gebaseerd op een steekproef. Om vergelijking tussen 2012 en 2011 mogelijk te maken zijn voor 2011 zowel uitkomsten op basis van steekproef als integrale waarneming opgenomen.
Vanaf 2012 is er completere informatie van bank- en spaartegoeden en effecten beschikbaar. Namelijk, alle kleine tegoeden worden dan ook waargenomen. Hierdoor zijn er meer huishoudens met deze vermogensbestanddelen. Dit heeft een verlagend effect op de gemiddelden en percentielen van deze bestanddelen, terwijl het totale bedrag slechts marginaal toeneemt.
Vanaf 2012 geldt ook voor het vermogensbestanddeel vermogen exclusief eigen woning dat is verondersteld dat elk huishouden dit vermogensbestanddeel bezit. Dit heeft effect op de gemiddelden en percentielen van dit bestanddeel, het totale bedrag blijft hetzelfde.

Gegevens beschikbaar van 2002 tot en met 2014.
De dataset heeft betrekking op de stand per 1 januari.

Status van de cijfers
De gegevens zijn definitief.

Wijzigingen per 31 juli 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Vanwege een herziening van de inkomensstatistiek wordt deze tabel vervangen. Nieuwe cijfers worden gepubliceerd onder het thema Inkomen en bestedingen, zie hieronder bij koppelingen.

Toelichting onderwerpen

Huishoudens met vermogen (sbestanddeel)
Particuliere huishoudens waarin één of meer personen samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Aantal
Aantal particuliere huishoudens met vermogen(sbestanddeel) per 1 januari van het onderzoeksjaar.
Aandeel
Aantal huishoudens met vermogen(sbestanddeel) in procenten van het totaal aantal huishoudens per categorie.
Bedrag van het vermogen(sbestanddeel)
Totaal
Totale som van het vermogen(sbestanddeel).
Aandeel
Aandeel van het vermogen(sbestanddeel) in de totale bezittingen per
categorie.
Gemiddeld
Gemiddeld bedrag van het vermogen(sbestanddeel).
25e percentiel
Het bedrag waarvoor geldt dat 25% van de populatie een lager of even groot vermogen(sbestanddeel) heeft.
50e percentiel (mediaan)
Het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen(sbestanddeel) heeft.
75e percentiel
Het bedrag waarvoor geldt dat 75% van de populatie een lager of even groot vermogen(sbestanddeel) heeft.