Nationale Rekeningen 2009; Productie, verbruik, inkomensvorming

Tabeltoelichting


Deze publicatie bevat gegevens over het macro-economisch productieproces.
Hier worden van verschillende bedrijfseenheden (bedrijfsklassen) en
institutionele eenheden (sectoren) de productie, het verbruik, de toe-
gevoegde waarde en de componenten van de toegevoegde waarde weergegeven.

De onderwerpen van deze publicatie komen overeen met de tabeltitels uit
het hoofdstuk productie, verbruik en inkomensvorming van de papieren
publicatie Nationale rekeningen. De bedrijfsklassen zijn ingedeeld
volgens de Standaard Bedrijfsindeling 1993 (SBI '93). De sectoren zijn
ingedeeld volgens het Europees Systeem van rekeningen 1995 (ESR 1995).

Bij een aantal onderwerpen (transacties) tellen de bedragen van de
bedrijfsklassen niet op tot het macrototaal. Dit komt omdat bepaalde
onderdelen van transacties niet naar bedrijfsklassen te verdelen zijn.
De niet naar bedrijfsklassen te verdelen transacties zijn:
- goederen en diensten n.e.g. (niet elders genoemd)
- toegerekende btw
- verschil toegerekende en afgedragen btw
- belastingen op invoer (exclusief btw)
- subsidies op invoer
De aansluitingsposten bij de bedrijfstakken zijn opgenomen in een apart
onderdeel: Niet naar bedrijfstakken.

Deze tabel is stopgezet. Gegevens zijn beschikbaar vanaf 1969 tot en met
2009.

Reden stopzetting:
De tabellen van de Nationale rekeningen, te vinden onder macro-economie,
worden opnieuw gestructureerd. De tabellen zijn in een nieuwe
mappenstructuur geplaatst. Een aantal tabellen wordt in de tweede helft van
2011 herzien. Sommige tabellen gaan één op één over in een nieuwe tabel,
andere worden opgesplitst, weer andere (deels) samengevoegd met andere
tabellen. Doelstelling van de herstructurering is om de vindbaarheid van de
cijfers te verhogen. De herstructurering valt samen met de herziening van
de bedrijfsindeling die in de tabellen van de nationale rekeningen wordt
gebruikt. De Nationale rekeningen zijn hiermee overgegaan van de SBI '93
naar de SBI 2008.


Toelichting onderwerpen

...Belastingen op productie en invoer
Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die verband
houden met productie, invoer of het gebruik van productiefactoren. Deze
belastingen worden onderscheiden in productgebonden belastingen en
niet-productgebonden belastingen.
Onder belastingen op productie en invoer vallen alle door producenten aan
de overheid en de EU betaalde belastingen, met uitzondering van de
belastingen over de winst. Zij worden geregistreerd volgens het
bestemmingscriterium. Belastingen die door de centrale overheid worden
geïnd ten behoeve van de lokale overheid of de EU worden dus niet geboekt
bij de centrale overheid.
...Productgebonden
Belastingen waarbij het te betalen bedrag afhankelijk is van de
hoeveelheid goederen die werd geproduceerd of verhandeld. Productgebonden
belastingen worden onderscheiden in productgebonden belastingen op
productie, belastingen op invoer (exclusief belasting over de toegevoegde
waarde (btw)), toegerekende btw en het verschil toegerekende en afgedragen
btw.
...Niet-productgebonden
Dit zijn de belastingen op productie die producenten moeten betalen,
ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte
producten. Voorbeelden hiervan zijn de onroerendezaakbelasting,
reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.
...Subsidies
Betalingen van de overheid en de Europese Unie (EU) aan producenten met
het doel de prijzen van producten te verlagen, de werkgelegenheid in stand
te houden of de productiefactoren redelijk te belonen.
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om subsidies voor het openbaar vervoer, de
huurprijsverlagende subsidies aan exploitanten van woningen, de
EU-subsidies op voedingsmiddelen en de bijdragen van de overheid in
verliezen van overheidsbedrijven.
De subsidies op voedingsmiddelen die door de EU (via de overheid) worden
betaald aan niet-ingezetenen, worden niet geregistreerd.
Subsidies worden onderscheiden in productgebonden subsidies en
niet-productgebonden subsidies.
...Productgebonden
Subsidies die worden uitgekeerd per eenheid geproduceerd of verhandeld
product. Zij zijn gerelateerd aan de waarde of aan de hoeveelheid van het
product en kunnen zowel betrekking hebben op geproduceerde als op
ingevoerde producten.
Productgebonden subsidies worden onderscheiden in productgebonden
subsidies op productie en subsidies op invoer.
...Niet-productgebonden
Hieronder vallen de subsidies op productie. De hoogte van de subsidie is
onafhankelijk van de waarde of de hoeveelheid geproduceerde en verkochte
producten. Het betreft vooral de loonsubsidies.
...Exploitatieoverschot/gemengd inkomen
Het exploitatieoverschot per bedrijfsklasse is het saldo dat resteert
nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met de
beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden belastingen
op productie en niet-productgebonden subsidies op productie. Bij
zelfstandigen wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de
beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.
Het exploitatieoverschot van de totale economie wordt bepaald door het
totaal van de bedrijfsklassen te vermeerderen met het verschil
toegerekende en afgedragen belasting over de toegevoegde waarde (btw).
Bruto expl. overschot/gemengd inkomen
Bruto exploitatieoverschot / gemengd inkomen.
Het bruto exploitatieoverschot per bedrijfsklasse is het saldo dat
resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met
de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden
belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie.
Bij zelfstandigen wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de
beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.
Het exploitatieoverschot van de totale economie wordt bepaald door het
totaal van de bedrijfsklassen te vermeerderen met het verschil
toegerekende en afgedragen belasting over de toegevoegde waarde (btw).
...Afschrijvingen
De waardevermindering van de kapitaalgoederenvoorraad die het gevolg is
van voorzienbare technische en economische veroudering en verzekerbare
schade (zoals brand en diefstal).
Kapitaalgoederen zijn bijvoorbeeld machines, gebouwen, vervoermiddelen en
software.
SBI chemische basisproductenindustrie inclusief chemische
eindproductenindustrie.
...Netto expl. overschot/gemengd inkomen
Netto exploitatieoverschot / gemengd inkomen.
Het netto exploitatieoverschot / gemengd inkomen is gelijk aan het bruto
exploitatieoverschot / gemengd inkomen verminderd met de afschrijvingen.
Het bruto exploitatieoverschot per bedrijfsklasse is het saldo dat
resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met
de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden
belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie.
Bij zelfstandigen wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de
beloning voor de door hun geleverde arbeid bevat.
Het exploitatieoverschot van de totale economie wordt bepaald door het
totaal van de bedrijfsklassen te vermeerderen met het verschil
toegerekende en afgedragen belasting over de toegevoegde waarde (btw).